Base description which applies to whole site

6.5 Toelichting opvallende endogene ontwikkelingen

In tabel 6.5.1 wordt de ontwikkeling van het budgettaire belang van de fiscale regelingen met de meest opvallende endogene ontwikkeling nader toegelicht. De tabel geeft de jaarlijkse endogene ontwikkeling tussen 2013 en 2018 en het gemiddelde hiervan. Onder endogene ontwikkeling wordt verstaan de ontwikkeling ten gevolge van veranderingen in het gebruik van de regeling die niet het gevolg zijn van beleidsmaatregelen. Ontwikkelingen die het gevolg zijn van gevoerd beleid, zijn derhalve niet opgenomen in onderstaande tabel. In dit verband kan bijvoorbeeld worden verwezen naar de arbeidskorting, waarvan het budgettaire belang bijna verdubbelt tussen 2013 en 2018. De opwaartse ontwikkeling bij de arbeidskorting is echter primair het gevolg van gevoerd beleid.

Tabel 6.5.1. Fiscale regelingen 2014–2018, endogene groei van het budgettair belang
 

2014

2015

2016

2017

2018

Gemiddeld

Hypotheekrenteaftrek

– 5%

– 3%

– 8%

– 10%

– 4%

– 6%

Aftrek financieringskosten eigen woning

31%

53%

21%

9%

– 11%

19%

Eigenwoningforfait1

8%

4%

2%

5%

0%

4%

Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

22%

8%

5%

8%

3%

9%

OVB Verlaagd tarief woning

42%

13%

29%

17%

0%

19%

Innovatiebox

22%

19%

33%

0%

1%

14%

30%-regeling

7%

15%

5%

6%

6%

8%

Salderingsregeling

58%

38%

27%

22%

29%

34%

BPM Vrijstelling nulemissievoertuigen

– 57%

320%

71%

39%

67%

48%

MRB Vrijstelling nulemissievoertuigen

173%

77%

45%

53%

56%

76%

IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto's

84%

56%

51%

24%

48%

51%

IB/LB Korting op de bijtelling voor zuinige auto's overgangsrecht

14%

25%

– 8%

– 24%

– 23%

– 5%

1

Een stijging van de opbrengst van het eigenwoningforfait is weergegeven als een positief endogeen groeipercentage.

Eigen woning

Bij de fiscale regelingen voor de eigen woning zijn een aantal sterke ontwikkelingen in het budgettaire belang te zien. Dit hangt samen met de ontwikkelingen op de woningmarkt. Enerzijds is de rente op hypotheken de afgelopen jaren steeds verder afgenomen, anderzijds zijn het aantal transacties en de gemiddelde WOZ-waarde van woningen sterk gestegen.

Daling hypotheekrente

De hypotheekrente is in de afgelopen kabinetsperiode gestaag gedaald. De gemiddelde rente voor nieuwe hypotheken met een rentevaste periode van meer dan tien jaar was begin 2017 lager dan 3%, terwijl dit in 2012 nog meer dan 5% was. Dit heeft met enige vertraging effect op het budgettaire belang van de hypotheekrenteaftrek, doordat de lagere rente niet direct doorwerkt op alle uitstaande hypotheken, maar in eerste instantie vooral de nieuwe hypotheken raakt. Hierdoor treedt pas in 2016 en 2017 de sterkste daling van het budgettaire belang van de hypotheekrenteaftrek op.

Stijging aantal transacties woningmarkt

Het aantal transacties op de woningmarkt bereikte afgelopen jaar een piek, op het hoogste niveau sinds 2005. Dit is vooral van invloed op het budgettaire belang van de aftrek financieringskosten en het verlaagd tarief in de overdrachtsbelasting (OVB) voor de eigen woning. Door deze trend is de gemiddelde groei van het budgettaire belang van deze regelingen bijna 20% per jaar. In 2018 vlakt de stijging weer af, doordat een lager aantal transacties wordt verwacht dan in 2017.

Stijging WOZ-waarde

De huizenprijzen stegen in 2016 met 5% en liggen nu bijna 15% hoger dan op het dieptepunt in 2013. De verwachting is dat de prijzen ook in 2017 en 2018 blijven stijgen. De hiermee gepaard gaande stijging van de gemiddelde WOZ-waarde leidt tot een stijging (in absolute zin) van het budgettaire belang van het eigenwoningforfait en van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Bij laatstgenoemde post is de groei nog hoger, doordat er ook extra aflossingen op de hypotheekschuld worden gedaan. De hogere WOZ-waarde wordt naar verwachting in 2018 gecompenseerd door een lager EWF-percentage, waardoor in dat jaar de stijging van het budgettaire belang afvlakt.

Innovatiebox

Het budgettaire belang van de innovatiebox stijgt endogeen gemiddeld 14% per jaar tussen 2013 en 2018. De beschikbare realisatiecijfers op basis van belastingaangiften laten tussen 2013 en 2014 een grondslagstijging van 22% zien. Voor de jaren vanaf 2015 is grotendeels dezelfde ontwikkeling verondersteld als de ontwikkeling van de vennootschapsbelastingopbrengsten (exclusief gas). Deze opbrengsten komen in 2016 fors hoger uit dan eerder werd geraamd. Hierdoor is van 2015 op 2016 een grote stijging van het budgettaire belang van de innovatiebox zichtbaar.

30%-regeling

Het budgettaire belang van de 30%-regeling is in de periode 2012 tot en met 2016 endogeen gegroeid met gemiddeld 8% per jaar. Indien de incidentele sterke stijging in 2015 buiten beschouwing wordt gelaten, bedraagt de gemiddelde stijging over de periode 2012 tot en met 2016 5,5%. Voor 2017 en 2018 is, op basis van deze stijging en de stijging in de jaren vóór 2012, de endogene groei geraamd op 6% per jaar. Het aantal gebruikers van de 30%-regeling is in de periode 2012–2016 gestegen met gemiddeld 9% per jaar tot 64.500 in 2016. Uit microdata die is gebruikt bij de evaluatie van de regeling blijkt vooral een groei van het aantal nieuwe gebruikers van de regeling.13 Voor deze stijging is geen duidelijke oorzaak aan te wijzen.

Salderingsregeling

Het budgettaire belang van de salderingsregeling is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dit komt doordat het geïnstalleerde vermogen zon-PV bij kleinverbruikers sinds 2011 aanzienlijk is gestegen, met een gemiddelde jaarlijkse groei van ongeveer 90% tussen 2011 en 2015. De salderingsregeling heeft, door het verlagen van de terugverdientijd van zonnepaneelsystemen, een bijdrage geleverd aan deze recente snelle groei. De komende jaren zet de groei naar verwachting door.

Nulemissievoertuigen

Het budgettaire belang van de korting op de bijtelling voor privégebruik van de auto van de zaak is dit jaar gesplitst in een deel dat betrekking heeft op nulemissieauto’s en een deel dat betrekking heeft op overige zuinige auto’s. Vanaf 2017 geldt door de Wet uitwerking Autobrief II alleen nog een korting op de bijtelling voor nieuwe auto’s bij een CO2-emissie van nul, zoals bij volledig elektrische auto’s en auto’s op waterstof. Het budgettaire belang van de korting op de bijtelling voor nulemissieauto’s loopt op vanwege het toenemend aantal elektrische auto’s van de zaak die ook privé mogen worden gebruikt. Het budgettaire belang van de korting op de bijtelling voor overige zuinige auto’s neemt af, omdat dit alleen auto’s betreft van vóór 2017 waarvoor nog overgangsrecht geldt. De stijging van het aantal elektrische auto’s werkt ook door in het toenemende budgettaire belang van de teruggaaf/vrijstelling in de BPM/MRB voor deze voertuigen.

Licence