2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 38.112,7 | 38.812,1 | 38.673,2 | 38.617,3 | 38.793,4 | 38.996 | |
totaal niet-belastingontvangsten | 1.337,9 | 1.380,6 | 1.414,6 | 1.487,6 | 1.554,2 | 1.633,2 | |
1 | Primair onderwijs | ||||||
Uitgaven | 10.501 | 10.472,4 | 10.356,1 | 10.306,8 | 10.254,8 | 10.204,5 | |
Ontvangsten | 8,7 | 17,7 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 1,7 | |
3 | Voortgezet onderwijs | ||||||
Uitgaven | 8.163,5 | 8.123,1 | 8.013,2 | 7.921,3 | 7.843,6 | 7.791,8 | |
Ontvangsten | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 | |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | ||||||
Uitgaven | 4.240,5 | 4.325,7 | 4.492,6 | 4.488,7 | 4.458,4 | 4.417,4 | |
Ontvangsten | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | |
6 | Hoger beroepsonderwijs | ||||||
Uitgaven | 2.924,5 | 3.002,3 | 2.966,8 | 2.981,6 | 3.059,3 | 3.095 | |
Ontvangsten | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | |
7 | Wetenschappelijk onderwijs | ||||||
Uitgaven | 4.393,8 | 4.434,8 | 4.444,4 | 4.493,3 | 4.585,1 | 4.652,5 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
8 | Internationaal onderwijsbeleid | ||||||
Uitgaven | 10,9 | 10,8 | 10,1 | 10,1 | 9,9 | 9,9 | |
Ontvangsten | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
9 | Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | ||||||
Uitgaven | 183,8 | 181,2 | 169,6 | 166,3 | 163,3 | 163,1 | |
Ontvangsten | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | |
11 | Studiefinanciering | ||||||
Uitgaven | 4.585,9 | 5.373,2 | 5.445,5 | 5.502,5 | 5.560,9 | 5.633,7 | |
Ontvangsten | 850,9 | 896,9 | 944,3 | 1.007,9 | 1.080,6 | 1.159,1 | |
12 | Tegemoetkoming studiekosten | ||||||
Uitgaven | 89,7 | 89,5 | 89,2 | 87,8 | 87 | 86 | |
Ontvangsten | 2,4 | 2,4 | 2,4 | 2,4 | 2,3 | 2,3 | |
13 | Lesgelden | ||||||
Uitgaven | 6,8 | 6,6 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | |
Ontvangsten | 242,5 | 238,3 | 240,9 | 243,3 | 244,3 | 244,7 | |
14 | Cultuur | ||||||
Uitgaven | 740,9 | 773,3 | 833,6 | 831,8 | 829,1 | 829,2 | |
Ontvangsten | 14,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | |
15 | Media | ||||||
Uitgaven | 976,8 | 989,4 | 988,5 | 1.001,4 | 1.001,6 | 1.014,9 | |
Ontvangsten | 199,5 | 206,5 | 199,5 | 206,5 | 199,5 | 206,5 | |
16 | Onderzoek en wetenschappen | ||||||
Uitgaven | 1.033,4 | 1.008,6 | 1.004,8 | 956,2 | 998,6 | 1.000,1 | |
Ontvangsten | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
25 | Emancipatie | ||||||
Uitgaven | 12,7 | 15,4 | 15,1 | 15,6 | 15,6 | 15,6 | |
91 | Nominaal en onvoorzien | ||||||
Uitgaven | – 244,3 | – 415,5 | – 409,9 | – 338,3 | – 182,7 | ||
95 | Apparaatskosten | ||||||
Uitgaven | 248,5 | 250,1 | 252,7 | 257,4 | 258 | 258,5 | |
Ontvangsten | 1,7 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 |
Artikel 1 Primair onderwijs
De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenramingen en in het po wordt een daling geraamd. Wat hier verder een rol speelt, is de ramingsbijstelling van structureel 50 mln. op het onderwijsachterstandenbudget, waartoe in 2015 is besloten op basis van de lagere raming van gewichtenleerlingen.
Artikel 3 Voortgezet onderwijs
De begroting van het artikel Voortgezet onderwijs neemt over de jaren licht af. In het vo wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd, die relatief groter is dan in het primair onderwijs.
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Het budget voor Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie stijgt per saldo. Dit wordt vooral veroorzaakt door de toevoeging van de middelen van de fiscale aftrek voor scholingsuitgaven. De omvorming van deze aftrek naar een uitgavenregeling op de OCW-begroting staat gepland voor 2019. In het mbo wordt een daling van de studentenaantallen geraamd.
Artikel 6 Hoger beroepsonderwijs en Artikel 7 Wetenschappelijk onderwijs
De begrotingen van de artikelen onder Hoger onderwijs (hbo en wo) stijgen allebei, voornamelijk die van het wetenschappelijk onderwijs. De raming van de totale studentenaantallen blijft over de jaren redelijk stabiel, echter komen er per 2018 middelen vrij die door de invoering van het studievoorschot geïnvesteerd kunnen worden in het hoger onderwijs. Deze reeksen zijn voor zowel het hbo als het wo oplopend in de huidige meerjarenperiode.
Artikel 8 Internationaal onderwijsbeleid
De relatief grote daling in de uitgaven aan Internationaal onderwijsbeleid tussen 2018 en 2019 wordt met name veroorzaakt door de afloop van de subsidie aan Neth-ER.
Artikel 9 Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
Het budget voor Arbeidsmarkt en personeelsbeleid daalt per saldo. Er is na 2018 onder andere sprake van aflopende subsidies, zoals de «Impuls lerarentekorten» en de projecten voor professionalisering. Er is eveneens terugloop in het budget voor de leraren- en schoolleidersregisters (dat overigens na 2018 onder artikel 95 verantwoord wordt).
Artikel 11 Studiefinanciering
Bij Studiefinanciering wordt de grote stijging in budget tussen 2017 en 2018 veroorzaakt door een kasschuif waarbij budget voor de ov-studentenkaart wordt verschoven van 2017 naar 2018. De algemene stijging van de uitgaven en ontvangsten komt voort uit de stijging van de geleende bedragen door studenten, en de daarbij behorende hogere terugbetalingen.
Artikel 12 Tegemoetkoming studiekosten en Artikel 13 Lesgelden
De uitgaven en ontvangsten bij Tegemoetkoming studiekosten en Lesgelden wijzigen weinig en volgen bij Tegemoetkoming studiekosten voornamelijk de leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs en bij Lesgelden de studentenaantallen in het mbo.
Artikel 14 Cultuur
De begrote uitgaven aan cultuur nemen vooral de komende twee jaar toe. In 2017 is de jaarlijkse overboeking (dit jaar 43,3 mln.) naar artikel 16 voor de Koninklijke Bibliotheek reeds gedaan. Vandaar het kleinere budget in 2017. Per 2019 komen de middelen vrij die gepaard gaan met de omvorming van de fiscale aftrek voor uitgaven aan monumentenpanden. De op te zetten uitgavenregeling op de OCW-begroting, die de fiscale aftrek moet vervangen, loopt via artikel 14. In 2017 zijn de ontvangsten hoger door een eenmalige desaldering.
Artikel 15 Media
De begroting van media neemt eens in de twee jaar toe. Dit komt omdat er tijdens de even jaren meer reclameopbrengsten worden verwacht door grote (sport)evenementen, waardoor er ook meer budget is voor de publieke omroep. Dit is ook te zien in de raming van de ontvangsten. Daarnaast wordt om het jaar het mediabudget aangepast naar aanleiding van de huishoudindex van het CBS. Doordat het aantal huishoudens toeneemt, veroorzaakt dit een stijging in de begroting.
Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
Het budget van het artikel Onderzoek en wetenschapsbeleid is in 2017 hoger dan in latere jaren door de jaarlijkse overboeking voor de Koninklijke Bibliotheek vanuit het artikel Cultuur. Daarnaast vertoont 2020 een dip in de begroting, aangezien er in dit betreffende jaar nog 50 mln. voor onderzoek van de Aanvullende Post overgeheveld moeten worden naar de begroting van OCW. Voor de overige jaren is dit reeds gebeurd.
Artikel 25 Emancipatie
De begroting van emancipatie is stabiel. In 2017 zijn de decentralisatie-uitkeringen in het kader van gender- en LHBTI-gelijkheid reeds gedaan, vandaar het lagere budget in dit jaar.
Artikel 91 Nominaal en onvoorzien
Het minbedrag op het artikel Nominaal en onvoorzien bestaat uit een tweetal taakstellingen die over de afgelopen jaren op dit artikel zijn geparkeerd. Deze taakstellingen dienden om de begroting van OCW sluitend te maken en om een bijdrage te leveren aan de rijksbrede ruilvoetproblematiek. Daarnaast is per 2019 een openstaande reeks aan dit artikel toegevoegd, als gevolg van de OCW-brede problematiek. Deze bestaat voornamelijk uit de tegenvaller voortkomend uit de leerlingen- en studentenraming. In 2017 en 2018 is deze problematiek generaal gecompenseerd.
Artikel 95 Apparaatsuitgaven
De toename in het budget voor apparaat zit vooral in de toevoeging van de uitvoeringskosten voor de uitgavenregelingen die samenhangen met de omvorming van de scholings- en monumentenaftrek. Dit budget is per 2019 beschikbaar. Daarnaast is er een aantal kasschuiven van 2017 naar 2018, in verband met onder andere vertraagde projecten, en van 2019 naar 2018, in verband met voorbereidend werk, die zorgen voor een stijging van het budget in 2018.