2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 8.680,4 | 8.852,1 | 8.802,9 | 8.765,7 | 8.630 | 8.541,7 | |
totaal niet-belastingontvangsten | 404,9 | 393,6 | 303,9 | 261,0 | 266,5 | 268,7 | |
1 | Opdracht Inzet | ||||||
Uitgaven | 3,2 | 3,2 | 3,2 | 3,2 | 3,2 | 3,2 | |
2 | Taakuitvoering Zeestrijdkrachten | ||||||
Uitgaven | 739,1 | 731,4 | 743,4 | 751,1 | 756,1 | 755,5 | |
Ontvangsten | 15,6 | 15,6 | 15,6 | 15,6 | 15,6 | 15,6 | |
3 | Taakuitvoering Landstrijdkrachten | ||||||
Uitgaven | 1.294,0 | 1.293,8 | 1.306,5 | 1.325,1 | 1.344,6 | 1.350,9 | |
Ontvangsten | 10,5 | 10,5 | 10,5 | 10,5 | 10,5 | 10,5 | |
4 | Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten | ||||||
Uitgaven | 701,6 | 709,3 | 702,4 | 707,5 | 713,5 | 712,3 | |
Ontvangsten | 12,1 | 12,1 | 12,1 | 12,1 | 12,1 | 12,1 | |
5 | Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee | ||||||
Uitgaven | 372,1 | 361,2 | 357 | 358,4 | 360,4 | 360,4 | |
Ontvangsten | 4,6 | 4,6 | 4,6 | 4,6 | 4,4 | 4,4 | |
6 | Investeringen Krijgsmacht | ||||||
Uitgaven | 1.779,3 | 2.009,9 | 2.026,7 | 1.909,7 | 1.748,6 | 1.692,1 | |
Ontvangsten | 189,2 | 188,5 | 111,6 | 66,8 | 63,7 | 58,3 | |
7 | Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Org | ||||||
Uitgaven | 818,6 | 852 | 856,6 | 885,8 | 893,4 | 892,6 | |
Ontvangsten | 47,9 | 43,4 | 43,4 | 43,4 | 43,4 | 43,4 | |
8 | Ondersteuning krijgsmacht door Cdo Dienstencentra | ||||||
Uitgaven | 1.158,3 | 1.108,3 | 1.092,3 | 1.105,1 | 1.094,6 | 1.096,6 | |
Ontvangsten | 82,1 | 81,4 | 81 | 81,4 | 81,4 | 81,4 | |
9 | Algemeen | ||||||
Uitgaven | 93,1 | 98,2 | 97,7 | 97,4 | 97,9 | 98 | |
10 | Centraal apparaat | ||||||
Uitgaven | 1.615,5 | 1.574,2 | 1.533,2 | 1.523,1 | 1.544,5 | 1.493,6 | |
Ontvangsten | 42,8 | 37,4 | 25 | 26,6 | 35,4 | 43 | |
11 | Geheime uitgaven | ||||||
Uitgaven | 5,5 | 7,5 | 7,5 | 7,5 | 7,5 | 7,5 | |
12 | Nominaal en onvoorzien | ||||||
Uitgaven | 100,2 | 103,2 | 76,4 | 92 | 65,6 | 79,1 |
Het meerjarige verloop van de totale uitgaven wordt verklaard door de doorwerking van de maatregelen uit het Regeerakkoord en de extra middelen die de afgelopen jaren zijn toegevoegd aan de Defensiebegroting door het kabinet. De daling van het budget in 2021 wordt veroorzaakt door uitgavenpatroon van de investeringen (zie artikel 6 Investeringen Krijgsmacht).
Het meerjarige verloop van de totale niet-belastingontvangsten wordt verklaard door de daling van de verkoopopbrengsten van materieel en onroerend goed als gevolg van de herfasering van de verkopen.
Hieronder worden per artikel de belangrijkste ontwikkelingen besproken. In de begroting zelf is een uitputtende opsomming van de effecten van de maatregelen op alle artikelen opgenomen.
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten
Op dit artikel worden de over het algemeen oplopende uitgaven verklaard door het stapsgewijs toevoegen van middelen door het kabinet ten behoeve van de basisgereedheid.
Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten
Op dit artikel worden de oplopende uitgaven verklaard door het stapsgewijs toevoegen van middelen door het kabinet ten behoeve van de basisgereedheid.
Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten
Op dit artikel worden de fluctuerende uitgaven verklaard door het stapsgewijs toevoegen van middelen door het kabinet ten behoeve van de basisgereedheid en het overboeken van budget naar andere artikelen voor het uitvoeren van de opgedragen taken door de Luchtstrijdkrachten.
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee
In 2017 is het budget voor de Koninklijke Marechaussee (KMar) hoger dan de latere jaren door de incidentele middelen die zijn vrijgemaakt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van Defensie voor de grensbewakingstaak van de KMar.
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht
Het verloop van dit artikel wordt enerzijds verklaard door de extra middelen die zijn toegevoegd aan de Defensiebegroting door het kabinet. De hogere uitgaven in de jaren 2018, 2019 en 2020 zijn het gevolg van het verschuiven van budget van de afgelopen jaren naar deze jaren na herijkingen van de investeringsplannen.
Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie
Het verloop van dit artikel wordt enerzijds verklaard door de extra middelen die zijn toegevoegd aan de Defensiebegroting ten behoeve van de verbetering van de basisgereedheid. Anderzijds hangt het verloop van de uitgaven op dit artikel samen met de overgang van budgetten van investeringen naar de exploitatie en instandhouding vanwege de uitvoering van materieel verwervingsprojecten.
Artikel 8 Commando Dienstencentra
Op dit artikel dalen de uitgaven door eerder getroffen maatregelen uit de nota In het belang van Nederland, waaronder het sluiten van Defensielocaties die door de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) bewaakt worden en het integreren van de dienstverlening bij het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD).
Artikel 9 Algemeen
De uitgaven op dit artikel betreffen het exploitatiedeel van de bijdragen aan de NAVO, verschillende subsidies en overige (departementsbrede) uitgaven. Het budget in 2017 is lager dan de daaropvolgende jaren door het eenmalig uitdelen van de middelen ten behoeve van de Very High Readiness Joint Tasforce (VJTF) aan andere defensie onderdelen (10 mln.) enerzijds en anderzijds het toekennen van budget voor het RIVM voor onderzoek naar Chroom VI (ca. 4 mln.).
Artikel 10 Centraal Apparaat
Dit artikel toont de apparaatskosten van de bestuursstaf, de MIVD en de defensiebrede pensioenen, uitkeringen en wachtgelden. De meerjarige daling van de uitgaven weerspiegelt met name de daling van de overtolligheidsuitgaven als gevolg van eerdere reorganisaties. Door de pensionering van voormalige werknemers met een wachtgeldregeling uit deze reorganisaties dalen deze uitgaven. Daarnaast dalen de pensioenuitgaven licht door de effecten van het ophogen van de pensioenleeftijd.
Artikel 12 Nominaal en Onvoorzien
De daling vanaf 2019 komt doordat vanaf dat jaar er middelen zijn overgeheveld naar artikel 10 ter bekostiging van de compensatie voor het aow-gat.