Base description which applies to whole site

7. EMU-saldo

Tabel 7.1 EMU-saldo
 

(in miljoenen euro, + is overschot)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

bron

1

Belasting- en premieontvangsten

271.278

284.788

303.090

309.483

317.951

329.441

341.354

Tabel 4.6.1

2

Totale netto-uitgaven

266.113

284.557

308.065

323.176

336.633

349.871

365.507

Tabel 2.1

3

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

– 8.678

– 10.502

– 15.389

– 19.405

– 23.388

– 25.135

– 28.461

Tabel 7.2

4

Bij: Kas-transverschillen en overige posten

– 4.360

– 3.760

– 647

159

389

– 842

– 1.191

Tabel 7.3

5

Bij: EMU-saldo decentrale overheden

– 524

– 1.169

– 1.484

– 1.484

– 1.484

– 1.484

– 1.484

Tabel 7.7

6

EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)

8.959

5.804

8.283

4.387

3.611

2.380

1.635

 

Tabel 7.1 geeft het EMU-saldo van de hele collectieve sector weer. Dit EMU-saldo (ook wel overheidssaldo genoemd) is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 2 en bijlage 4. Om tot het EMU-saldo te komen moeten hier nog een paar correcties op worden toegepast: sommige uitgaven tellen niet mee voor het EMU-saldo (zie tabel 7.2) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo dan in de Rijksbegroting (op kasbasis) is opgenomen (zie tabel 7.3).

Tabel 7.2 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo

(in miljoenen euro, + is uitgave)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Rente-ontvangsten swaps

– 1.210

– 1.259

– 1.354

– 1.402

– 1.386

– 991

– 614

Opbrengst beëindigen renteswaps

– 1.547

– 2.369

0

0

0

0

0

Studieleningen

1.842

2.104

2.117

2.281

2.469

2.637

2.655

Netto-verkoop staatsbezit

– 5.727

350

280

0

0

0

0

Diverse leningen

317

183

38

– 47

– 136

– 182

– 195

Rijksbijdragen aan de sociale fondsen

19.333

20.630

22.239

24.541

26.745

28.011

29.810

Rente sociale fondsen

0

0

0

19

73

147

182

Kasbeheer

– 4.393

– 9.096

– 7.887

– 5.948

– 4.373

– 4.483

– 3.362

Overig

– 37

– 41

– 44

– 39

– 4

– 3

– 15

Totaal

8.678

10.502

15.389

19.405

23.388

25.135

28.461

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo staan vermeld in tabel 7.2. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door Eurostat. Financiële transacties zoals het verstrekken van (studie)leningen of het verkopen van staatsbezit zijn meestal ook niet relevant voor het EMU-saldo. Ook de rente ontvangen op renteswaps en uit de verkoop ervan tellen niet mee. De rijksbijdrage en rente van het Rijk aan de sociale fondsen zijn niet relevant, omdat die een transactie is tussen twee onderdelen van de collectieve sector: de uitgave van het Rijk is een ontvangst voor de sociale fondsen. Ook de post kasbeheer is een transactie binnen de collectieve sector, deze bestaat uit de toe- of afname van het geld dat de deelnemers aan schatkistbankieren bij het Rijk aanhouden.

Tabel 7.3 Kas-transverschillen en overige posten

(in miljoenen euro, + is EMU-saldoverbeterend)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

KTV gasbaten

204

– 400

100

– 150

– 100

– 150

– 300

KTV EU-afdrachten

– 2.630

– 400

0

0

0

0

0

KTV LIV/LKV

– 493

– 441

0

0

0

0

0

KTV OV-jaarkaart

– 747

– 894

0

425

425

0

0

KTV Defensie

– 12

0

0

0

0

0

0

Overige kas-transverschillen

– 789

– 74

– 39

72

85

31

0

Mutatie begrotingsreserves

107

– 166

– 94

0

0

0

0

EMU-saldo agentschappen en rest centrale overheid

41

0

0

0

0

0

0

Overig

291

– 882

– 35

532

854

344

181

Subtotaal Rijk

– 4.028

– 3.257

– 68

879

1.264

225

– 119

Eigen risico dragers WGA/ZW

361

365

387

409

431

453

475

Zorgbemiddelingskosten

– 764

– 868

– 966

– 1.128

– 1.305

– 1.520

– 1.546

Overig

72

0

0

0

0

0

0

Subtotaal sociale fondsen

– 332

– 503

– 578

– 719

– 874

– 1.067

– 1.071

Totaal

– 4.360

– 3.760

– 647

159

389

– 842

– 1.191

Tabel 7.3 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting op kasbasis wordt opgesteld. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop de uitgave of ontvangst op kasbasis ook nog een kas-transverschil worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals bijvoorbeeld het positieve of negatieve saldo van agentschappen, en de kosten van zorgverzekeraars.

Tabel 7.4 Opbouw EMU-saldo collectieve sector

(in miljoenen euro, – is tekort)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

EMU-saldo Rijk

6.894

– 812

2.860

444

716

– 307

14

EMU-saldo sociale fondsen

2.589

7.785

6.907

5.427

4.379

4.171

3.104

EMU-saldo decentrale overheden

– 524

– 1.169

– 1.484

– 1.484

– 1.484

– 1.484

– 1.484

EMU-saldo collectieve sector

8.959

5.804

8.283

4.387

3.611

2.380

1.635

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

1,2

0,8

1,0

0,5

0,4

0,3

0,2

Tabel 7.4 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector. In tabel 7.5 tot en met tabel 7.7 wordt het EMU-saldo per sector verder toegelicht.

Tabel 7.5 EMU-saldo Rijk

(in miljoenen euro, – is uitgave / tekort)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

bron

Belastingontvangsten

170.673

176.455

190.624

193.863

199.597

206.126

212.869

 

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

– 149.096

– 163.882

– 180.845

– 189.142

– 196.714

– 203.637

– 211.205

Tabel 2.1

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

8.678

10.502

15.389

19.405

23.388

25.135

28.461

Tabel 7.2

Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen

– 19.333

– 20.630

– 22.239

– 24.560

– 26.818

– 28.157

– 29.992

Tabel 7.2

Kas-transverschillen en overige posten Rijk

– 4.028

– 3.257

– 68

879

1.264

225

– 119

Tabel 7.3

EMU-saldo Rijk (centrale overheid)

6.894

– 812

2.860

444

716

– 307

14

 
Tabel 7.6 EMU-saldo sociale fondsen

(in miljoenen euro, – is uitgave / tekort)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

bron

Premie-ontvangsten

100.605

108.333

112.466

115.620

118.354

123.315

128.485

 

Ontvangen rijksbijdragen en rente

19.333

20.630

22.239

24.560

26.818

28.157

29.992

Tabel 7.2

Premiegefinancierde uitgaven

– 117.017

– 120.675

– 127.220

– 134.034

– 139.919

– 146.234

– 154.302

Tabel 2.1

Eigen risico dragers WGA/ZW

361

365

387

409

431

453

475

Tabel 7.3

Zorgbemiddelingskosten

– 764

– 868

– 966

– 1.128

– 1.305

– 1.520

– 1.546

Tabel 7.3

Overige uitgaven

72

0

0

0

0

0

0

Tabel 7.3

EMU-saldo sociale fondsen

2.589

7.785

6.907

5.427

4.379

4.171

3.104

 
Tabel 7.7 EMU-saldo decentrale overheden

(in miljoenen euro, – is uitgave / tekort)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Belastinginkomsten

10.038

10.350

10.672

11.084

11.433

11.762

12.091

Rijksbijdragen

72.257

74.252

76.016

81.292

84.051

87.177

90.302

Overige inkomsten

14.878

15.309

15.604

14.763

14.994

15.230

15.467

Uitgaven decentrale overheden

– 97.697

– 101.079

– 103.776

– 108.624

– 111.962

– 115.653

– 119.344

EMU-saldo decentrale overheden

– 524

– 1.169

– 1.484

– 1.484

– 1.484

– 1.484

– 1.484

Het overheidssaldo verbetert volgend jaar tot 1,0 procent van het bbp. Tabel 7.8 bevat de toelichting van deze verbetering.

Tabel 7.8 Horizontale toelichting EMU-saldo

(– is een verslechtering)

Miljarden euro

Procenten bbp

EMU-saldo 2018

5,8

0,8%

Noemereffect

 

0,0%

Belasting- en premie-inkomsten

18,3

2,3%

Uitgaven aan zorg (inclusief loon- en prijsbijstelling)

– 0,2

0,0%

Uitgaven aan Sociale zekerheid (inclusief loon- en prijsbijstelling)

– 2,6

– 0,3%

Loon- en prijsbijstelling Rijksbegroting

– 2,5

– 0,3%

EU-afdrachten

– 1,0

– 0,1%

Gemeentefonds, Provinciefonds en BTW-compensatiefonds

– 7,4

– 0,9%

KTV's

1,4

0,2%

Aardgasbaten

0,2

0,0%

Rente staatsschuld

0,4

0,1%

Overig

– 3,9

– 0,5%

EMU-saldo lagere overheden

– 0,3

0,0%

EMU-saldo 2019

8,3

1,0%

Het overschot van zowel 2018 als 2019 is bijgesteld. Dat is zichtbaar wanneer de verandering van het overschot niet van jaar op jaar (horizontaal) wordt bekeken, maar als ontwikkeling sinds de Startnota (verticaal).

Tabel 7.9 Verticale toelichting EMU-saldo

(in procenten bbp, – is een verslechtering)

2018

2019

EMU-saldo Startnota

0,5%

0,7%

Noemereffect

– 0,0%

– 0,0%

Belasting- en premie-inkomsten

– 0,1%

0,0%

Aardgasbaten

– 0,1%

0,0%

Loon- en prijsbijstelling

0,1%

0,2%

Gemeentefonds, Provinciefonds en BTW-compensatiefonds

0,0%

0,0%

HGIS-uitgaven

0,0%

0,0%

EU-afdrachten

0,0%

0,0%

Overige uitgaven Rijksbegroting

0,1%

– 0,1%

Uitgaven aan Sociale Zekerheid (exclusief loon- en prijsbijstelling)

0,0%

0,0%

Uitgaven aan zorg (exclusief loon- en prijsbijstelling)

0,2%

0,2%

Overig

0,0%

0,1%

EMU-saldo Miljoenennota 2019

0,8%

1,0%

Tabel 7.10 Historisch overzicht EMU-saldo

(in miljarden euro, – is tekort)

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

EMU-saldo

– 10,7

– 16,1

– 9,7

– 2,2

0,6

– 0,6

1,3

BBP

501

513

529

551

585

619

647

EMU-saldo (in procenten bbp)

– 2,1

– 3,1

– 1,8

– 0,4

0,1

– 0,1

0,2

 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

EMU-saldo

– 31,8

– 33,5

– 28,8

– 25,6

– 19,3

– 14,5

– 14,0

BBP

625

639

650

653

660

672

690

EMU-saldo (in procenten bbp)

– 5,1

– 5,2

– 4,4

– 3,9

– 2,9

– 2,2

– 2,0

 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

EMU-saldo

0,1

9,0

5,8

8,3

4,4

3,6

2,4

BBP

708

737

773

813

841

870

898

EMU-saldo (in procenten bbp)

0,0

1,2

0,8

1,0

0,5

0,4

0,3

Licence