Base description which applies to whole site

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

totaal uitgaven

5.702,7

5.481,3

5.586,2

5.549,6

5.629,2

5.777,2

totaal niet-belastingontvangsten

840,8

679,4

696,3

657,8

640,5

634,5

1

Openbaar bestuur en democratie

           
 

Uitgaven

51,9

59,3

56,3

52,2

48,2

48,2

 

Ontvangsten

22,4

22,0

22,0

22,0

22,0

22,0

2

Nationale veiligheid

           
 

Uitgaven

258,8

274,3

276,4

281,8

279,4

279,0

 

Ontvangsten

13,2

13,2

13,2

13,2

13,2

13,2

3

Woningmarkt

           
 

Uitgaven

4.153,1

4.104,2

4.291,9

4.445,6

4.598,2

4.749,9

 

Ontvangsten

523,2

521,0

516,0

478,0

462,0

456,0

4

Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

           
 

Uitgaven

266,1

209,0

167,7

23,9

23,7

18,4

 

Ontvangsten

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

5

Ruimtelijke ordening en omgevingswet

           
 

Uitgaven

103,6

102,9

93,9

62,2

57,6

51,5

 

Ontvangsten

8,8

3,8

3,8

3,8

3,8

3,8

6

Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

           
 

Uitgaven

192,4

174,5

172,7

167,5

110,3

110,4

 

Ontvangsten

6,5

1,6

1,6

1,6

1,6

1,6

7

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

           
 

Uitgaven

28,5

33,4

29,2

28,0

26,9

26,9

 

Ontvangsten

0,6

0,5

0,5

0,1

0,1

0,1

8

Kwaliteit Rijksdienst

           
 

Uitgaven

71,3

         
 

Ontvangsten

36,5

         

9

Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

           
 

Uitgaven

119,5

117,3

117,2

118,8

120,3

128,2

 

Ontvangsten

174,1

99,8

121,7

121,6

120,3

120,3

11

Centraal apparaat

           
 

Uitgaven

445,1

399,8

369,5

360,8

356,9

357,0

 

Ontvangsten

54,4

17,4

17,4

17,4

17,4

17,4

12

Algemeen

           
 

Uitgaven

12,4

6,6

11,4

8,9

7,7

7,7

 

Ontvangsten

0,9

         

13

Nog onverdeeld

           
 

Uitgaven

           

Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie

Vanwege de nieuwe begrotingsstructuur zijn vanaf 2019 middelen toegevoegd vanuit artikel 4 voor Kwaliteit woonomgeving. Vanuit artikel 6 zijn middelen toegevoegd voor Burgerschap. Vanuit artikel 7 zijn middelen toegevoegd voor een deel van Overheid als werkgever en een deel van Pensioenen en uitkeringen. Daarnaast zijn tot en met 2021 middelen beschikbaar voor grensoverschrijdende samenwerking en voor de gezamenlijke opzet en inrichting van het interbestuurlijk programma. De ontvangsten betreffen de bijdragen van de waterschappen ten behoeve van de WOZ.

Artikel 2 Nationale veiligheid

De middelen in het Regeerakkoord Rutte-III voor cybersecurity zijn vanaf 2019 toegevoegd aan de begroting van BZK (8 mln. in 2019, 9 mln. in 2020 en vanaf 2021 structureel 12 mln. per jaar). Deze middelen betekenen een intensivering voor de AIVD voor zijn wettelijke taken op het gebied van cybersecurity. Daarnaast zijn in 2017 de middelen voor de uitvoering van de wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) gefaseerd toegevoegd. Dit resulteert in een geleidelijke oploop van het budget tot en met 2021.

Artikel 3 Woningmarkt

Dit artikel bestaat grotendeels uit het budget voor de huurtoeslag en deze neemt toe. Dit komt met name doordat boveninflatoire huurverhogingen tot hogere huurtoeslaguitgaven leiden, ondanks dat deze beperkt worden door de huursom. Daarnaast komt dit doordat de huurtoeslag in nominale prijzen wordt gepresenteerd.

Artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

De hogere uitgaven in 2018, 2019 en 2020 hebben voornamelijk betrekking op de afspraken uit het Energieakkoord voor duurzame groei. Tot en met 2020 is in totaal 400 mln. beschikbaar voor de stimulering van energiebesparende projecten binnen de huursector. Verder is in 2018 vanuit de Regeerakkoordenveloppe ten behoeve van Klimaat 90 mln. toegevoegd voor het programma aardgasvrije wijken en 5 mln. voor schaalvergroting verduurzaming basisscholen. Als laatste zijn tot en met 2022 middelen beschikbaar voor de in het regeerakkoord opgenomen CO2-reductiedoelstelling van 2 megaton (in totaal 40 mln. toegevoegd aan het Nationaal Energiebespaarfonds) en voor opdrachten aan het Rijksdienst Voor Ondernemen (RVO) inzake het verplichte energielabel voor woningen en andere gebouwen.

Artikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Op dit artikel staan de herverkavelde programmamiddelen voor ruimtelijke ordening en omgevingswet. Voor de invoering van de eerste fase van de omgevingswet zijn in de periode 2018–2021 incidenteel middelen aan het budget toegevoegd.

Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Vanwege de nieuwe begrotingsstructuur zijn vanaf 2019 middelen overgeheveld naar artikel 1 Openbaar bestuur en democratie voor het onderdeel Burgerschap. Verder zijn de middelen voor de periode 2018–2021 van de Aanvullende Post voor de GDI (Generieke Digitale Infrastructuur van de overheid) overgeboekt naar de begroting van BZK. Overeenkomstig besluitvorming hierover in het Nationaal Beraad worden deze middelen ingezet voor innovaties binnen de digitale overheid, het Programmaplan Basisinfrastructuur en doorontwikkeling en innovatie van GDI-voorzieningen. Tussen 2019 en 2021 zijn deze middelen toegevoegd aan de begroting van BZK op basis van een meerjarige investeringsagenda, met aanloopkosten in 2018 (3 mln.). Daarnaast staan de opdrachtbudgetten voor de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en Uitvoeringsbedrijf Rijk op dit artikel en de middelen voor beleid basisregistratiepersoonsgegevens. De ontvangsten betreffen onder andere niet-geraamde ontvangsten bij de afrekeningen over 2017 van Beheer Basisregistratie Personen en operatie Basisregistratie Personen.

Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Vanwege de nieuwe begrotingsstructuur zijn vanaf 2019 middelen overgeheveld naar artikel 1 Openbaar bestuur en democratie Het betreft voor een deel Overheid als werkgever (artikelonderdeel 7.1) en voor een deel Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen (artikelonderdeel 7.2). Artikel 8 (Kwaliteit Rijksdienst) is toegevoegd aan dit artikel.

Het budget neemt af doordat het beroep op de pensioenregelingen van (voormalige) Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen in de komende jaren afneemt.

Artikel 8 Kwaliteit Rijksdienst

Vanwege de nieuwe begrotingsstructuur zijn de middelen op dit artikel vanaf 2019 toegevoegd aan artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid.

Artikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

De ontvangsten bestaan uit verpachting, verhuur en vervreemding van onroerende zaken van de Staat, de verkoop van bodemmaterialen en de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen. In 2018 zijn de ontvangsten hoger door een incidentele verkoop.

Artikel 11 Centraal apparaat

In 2018 zijn de uitgaven en ontvangsten hoger vanwege de jaarlijkse desalderingen voor de dienstverleningsafspraken tussen Shared Service organisaties (SSO’s) onderling en de inkomsten van overige departementen en derden voor het gebruik van diensten van DocDirect. Verder zijn er voor de invoering van de omgevingswet extra middelen beschikbaar tot 2020.

Artikel 12 Algemeen

Dit betreft voornamelijk de uitgaven voor vennootschapsbelasting (VPB). Over een deel van de specifieke ontvangsten op artikel 9 moet vennootschapsbelasting worden betaald.

Licence