2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 216,4 | 1.225,6 | 2.180,8 | 3.295,2 | 4.424,3 | ||
totaal niet-belastingontvangsten | |||||||
1 | Accres gemeentefonds | ||||||
Uitgaven | 902,7 | 1.757,2 | 2.752,0 | 3.756,9 | |||
2 | Reservering BCF | ||||||
Uitgaven | 216,4 | 322,8 | 423,6 | 543,2 | 667,4 |
Artikel 1. Accres gemeentefonds
Het accres kent jaarlijks twee bijstellingsmomenten, Voorjaarsnota en Miljoenennota, en één vaststellingsmoment, bij het Financieel Jaarverslag Rijk. Op basis van dit vastgestelde accrespercentage heeft de afrekening dit voorjaar plaats gevonden. De accressen voor de jaren 2019 e.v. zijn aangepast aan de uitkomsten van de normeringssystematiek. De geraamde accressen voor 2019 en 2020 zijn overgeboekt naar het gemeentefonds.
Artikel 2. Reservering Btw compensatiefonds (BCF)
Het plafond van het BCF is per 2015 gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze volgen uit de normeringssystematiek voor het gemeentefonds. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Taakmutaties zijn middelen die met een bepaald oogmerk aan het gemeentefonds zijn toegevoegd, maar waar geen bestedingsverplichting aan ten grondslag ligtAls het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het gemeentefonds en het provinciefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en het provinciefonds. De toevoeging of onttrekking wordt over het gemeentefonds en het provinciefonds verdeeld conform de aandelen gezamenlijke gemeenten en provincies in het BCF in het gerealiseerde jaar.