Base description which applies to whole site

7 EMU-SALDO

Tabel 7.1 geeft het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo - ook wel overheidssaldo genoemd - is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in respectievelijk bijlage 3 en bijlage 5 van deze Miljoenennota. Om tot het EMU-saldo te komen, moeten wel enkele correcties worden toegepast op de inkomsten en uitgaven, want sommige uitgaven tellen niet mee voor het EMU-saldo, terwijl voor andere posten een ander bedrag meetelt voor het EMU-saldo dan in de Rijksbegroting (op kasbasis) is opgenomen.

Tabel 7.1 EMU-saldo
 

(in miljoenen euro, min = tekort)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

bron

1

Belasting- en premieontvangsten

405.566

425.056

446.986

469.229

487.016

504.866

Tabel 5.2.1

2

Af: Totale netto-uitgaven

473.845

506.053

550.874

543.077

566.801

592.836

Tabel 3.1

3

Af: Niet EMU-saldo relevante uitgaven

‒ 56.560

‒ 56.946

‒ 64.818

‒ 50.475

‒ 55.502

‒ 60.608

Tabel 7.2

4

Bij: Kas-transverschillen en overige posten

‒ 6.160

‒ 7.857

‒ 6.141

‒ 6.030

‒ 6.073

‒ 5.746

Tabel 7.3

5

Bij: EMU-saldo decentrale overheden

‒ 623

‒ 650

‒ 677

‒ 705

‒ 730

‒ 756

 

6

EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)

‒ 18.502

‒ 32.558

‒ 45.889

‒ 30.108

‒ 31.085

‒ 33.864

 

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan maar niet meetellen voor het EMU-saldo staan vermeld in Tabel 7.2. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door Eurostat. Financiële transacties, zoals het verstrekken van (studie)leningen of het verkopen van staatsbezit, zijn meestal niet relevant voor het EMU-saldo. Ook de rente die is ontvangen op renteswaps en uit de verkoop ervan tellen niet mee. De rijksbijdrage aan de sociale fondsen is niet relevant voor het EMU-saldo omdat dit een transactie vormt tussen twee onderdelen van de collectieve sector: de uitgave van het Rijk is een ontvangst voor de sociale fondsen. Ook de post kasbeheer is een transactie binnen de collectieve sector. Deze bestaat uit de toe- of afname van het geld dat de deelnemers aan het schatkistbankieren bij het Rijk aanhouden.

Tabel 7.2 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo

(in miljoenen euro, plus = uitgave)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verstrekking studieleningen1

3.780

3.415

3.102

2.738

2.407

2.258

Aflossing studieleningen

‒ 1.466

‒ 1.507

‒ 1.549

‒ 1.592

‒ 1.636

‒ 1.681

Rijksbijdragen aan de sociale fondsen

55.342

50.913

56.832

61.160

65.744

70.140

Lening TenneT

13.100

14.200

17.100

0

0

 

Rente sociale fondsen

1.741

1.677

1.805

2.181

2.602

2.944

Kasbeheer

‒ 15.650

‒ 12.300

‒ 12.408

‒ 14.021

‒ 13.451

‒ 12.826

Rente-ontvangsten derivaten

83

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindigen derivaten

‒ 206

0

0

0

0

0

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

‒ 354

474

430

277

200

200

Diverse leningen

32

‒ 165

‒ 340

‒ 326

‒ 366

‒ 429

Exportkredietverzekering

46

43

43

43

43

43

Oekraïne

0

0

0

‒ 37

‒ 39

‒ 38

Overig

112

198

‒ 197

52

‒ 3

‒ 4

Totaal

56.560

56.946

64.818

50.475

55.502

60.608

1

Het CBS boekt prestatiebeurzen, inclusief de OV-jaarkaarten, als EMU-relevante uitgaven op het moment van verstrekking in plaats van op het moment van omzetting (van lening naar gift). Op de begroting worden deze uitgaven vooralsnog als niet-kaderrelevant geboekt bij het moment van verstrekking. Om te komen tot een juiste raming van het EMU-saldo is daarom een kas-transcorrectie opgenomen.

Tabel 7.3 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting op kasbasis wordt opgesteld. Om tot het EMU-saldo te komen, moet daarom bovenop de uitgave of ontvangst op kasbasis ook nog het kas-transverschil worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan maar wel meetellen voor het EMU-saldo, zoals bijvoorbeeld het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars (de zgn. zorgbemiddelingskosten).

Tabel 7.3 Kas-transverschillen en overige posten

(in miljoenen euro, plus = saldoverbeterend)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

KTV Veilingopbrengsten (UMTS, 4G, 5G)

284

284

284

284

284

280

KTV EU-afdrachten

‒ 193

0

0

0

0

0

KTV Publiek private samenwerking (DBFM-contracten)

193

73

385

588

480

480

KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding (corona)

13

0

0

0

0

0

KTV OV-jaarkaart

0

‒ 1.000

0

0

0

0

KTV prestatiebeurzen

‒ 1.639

‒ 1.224

‒ 997

‒ 657

‒ 338

‒ 178

Overige kas-transverschillen

399

0

0

0

0

0

Mutatie begrotingsreserves

‒ 1.235

‒ 95

‒ 309

‒ 309

‒ 104

‒ 4

EMU-saldo agentschappen en rest centrale overheid

0

0

0

0

0

0

Overig

1.357

‒ 991

‒ 88

‒ 185

‒ 198

‒ 100

Subtotaal Rijk

‒ 819

‒ 2.953

‒ 724

‒ 278

124

479

       

Eigenrisicodragers WGA/ZW

503

519

537

555

572

570

Zorgbemiddelingskosten

‒ 1.813

‒ 1.059

‒ 1.350

‒ 1.459

‒ 1.567

‒ 1.293

Correctie aansluiting premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten1

‒ 4.031

‒ 4.364

‒ 4.604

‒ 4.849

‒ 5.202

‒ 5.502

Subtotaal sociale fondsen

‒ 5.340

‒ 4.904

‒ 5.418

‒ 5.753

‒ 6.197

‒ 6.225

Totaal

‒ 6.160

‒ 7.857

‒ 6.141

‒ 6.030

‒ 6.073

‒ 5.746

1

Het stelsel van macro-economische statistieken zoals het CBS deze bijhoudt wordt de nationale rekeningen genoemd. Deze nationale rekeningen (NR) zijn afgelopen zomer gereviseerd. De wettelijke sociale premies die socialezekerheidsfondsen betalen op de uitkeringen werden voorheen gesaldeerd met de uitkeringen. Vanaf de NR-revisie worden de uitkeringen en de bijbehorende wettelijk sociale premies bruto geregistreerd: bijvoorbeeld de Zvw-premie die afgedragen wordt bij een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit leidt tot zowel hogere uitgaven als hogere premie-inkomsten die per saldo tegen elkaar wegstrepen. De raming van premie-inkomsten is gebaseerd op data van CPB en CBS. Daarom is hierbij uitgegaan van de bruto registratiewijze. Voor de premiegefinancierde uitgaven op de rijksbegroting wordt gewerkt volgens de gesaldeerde registratiewijze. Om te voorkomen dat deze twee verschillende registratiewijzen tot een onbedoeld technisch effect op het EMU-saldo leiden, is een correctie toegepast.

Tabel 7.4 geeft een uitsplitsing van het EMU-saldo voor de drie verschillende onderdelen van de collectieve sector. In Tabel 7.5 en tabel7.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk en sociale fondsen nader uitgesplitst.

Tabel 7.4 Opbouw EMU-saldo collectieve sector

(in miljoenen euro, min = tekort)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-saldo Rijk

‒ 30.162

‒ 43.753

‒ 57.123

‒ 43.065

‒ 43.912

‒ 45.905

EMU-saldo sociale fondsen

12.283

11.845

11.912

13.662

13.556

12.796

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 623

‒ 650

‒ 677

‒ 705

‒ 730

‒ 756

EMU-saldo collectieve sector

‒ 18.502

‒ 32.558

‒ 45.889

‒ 30.108

‒ 31.085

‒ 33.864

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 1,6

‒ 2,8

‒ 3,7

‒ 2,4

‒ 2,4

‒ 2,5

Tabel 7.5 EMU-saldo Rijk

(in miljoenen euro, min = uitgave/tekort)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

bron

Belastingontvangsten

273.872

277.353

293.944

305.517

317.188

327.810

Tabel 5.2.1

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 302.693

‒ 322.509

‒ 356.525

‒ 335.438

‒ 348.379

‒ 361.717

Tabel 3.1

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

56.560

56.946

64.818

50.475

55.502

60.608

Tabel 7.2

Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen

‒ 57.082

‒ 52.589

‒ 58.637

‒ 63.342

‒ 68.346

‒ 73.084

Tabel 7.2

Kas-transverschillen en overige posten Rijk

‒ 819

‒ 2.953

‒ 724

‒ 278

124

479

Tabel 7.3

EMU-saldo Rijk (centrale overheid )

‒ 30.162

‒ 43.753

‒ 57.123

‒ 43.065

‒ 43.912

‒ 45.905

 
Tabel 7.6 EMU-saldo sociale fondsen

(in miljoenen euro, min = uitgave/tekort)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

bron

Premie-ontvangsten

131.694

147.703

153.042

163.712

169.828

177.056

Tabel 5.2.1

Ontvangen rijksbijdragen en rente

57.082

52.589

58.637

63.342

68.346

73.084

Tabel 7.2

Premiegefinancierde uitgaven

‒ 171.153

‒ 183.543

‒ 194.349

‒ 207.639

‒ 218.421

‒ 231.119

Tabel 3.1

Eigenrisicodragers WGA/ZW

503

519

537

555

572

570

Tabel 7.3

Zorgbemiddelingskosten

‒ 1.813

‒ 1.059

‒ 1.350

‒ 1.459

‒ 1.567

‒ 1.293

Tabel 7.3

Correctie aansluiting premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten1

‒ 4.031

‒ 4.364

‒ 4.604

‒ 4.849

‒ 5.202

‒ 5.502

 

EMU-saldo sociale fondsen

12.283

11.845

11.912

13.662

13.556

12.796

 
1

Het stelsel van macro-economische statistieken zoals het CBS deze bijhoudt wordt de nationale rekeningen genoemd. Deze nationale rekeningen (NR) zijn afgelopen zomer gereviseerd. De wettelijke sociale premies die socialezekerheidsfondsen betalen op de uitkeringen werden voorheen gesaldeerd met de uitkeringen. Vanaf de NR-revisie worden de uitkeringen en de bijbehorende wettelijk sociale premies bruto geregistreerd: bijvoorbeeld de Zvw-premie die afgedragen wordt bij een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit leidt tot zowel hogere uitgaven als hogere premie-inkomsten die per saldo tegen elkaar wegstrepen. De raming van premie-inkomsten is gebaseerd op data van CPB en CBS. Daarom is hierbij uitgegaan van de bruto registratiewijze. Voor de premiegefinancierde uitgaven op de rijksbegroting wordt gewerkt volgens de gesaldeerde registratiewijze. Om te voorkomen dat deze twee verschillende registratiewijzen tot een onbedoeld technisch effect op het EMU-saldo leiden, is een correctie toegepast.

Het overheidssaldo komt in 2025 naar verwachting uit op een tekort van 2,8% van het bbp. Tabel 7.7 toont hoe dit saldo zich verhoudt tot het saldo dat is geraamd voor het lopende begrotingsjaar 2024.

Tabel 7.7 Horizontale toelichting EMU-saldo

(min = tekort)

Miljarden euro

Procenten bbp

EMU-saldo 2024

‒ 18,5

‒ 1,6%

Noemereffect

0,0

0,0

Uitgaven aan Rijksbegroting

‒ 31,0

0,0

Niet-kaderrelevante uitgaven

‒ 0,8

0,0

Inkomsten

19,5

0,0

Kastransverschillen

‒ 2,1

0,0

Overig

0,4

0,0

EMU-saldo 2025

‒ 32,6

‒ 2,8%

Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024 van afgelopen voorjaar is het saldo voor 2024 met 0,9 procentpunt bbp opwaarts bijgesteld naar ‒ 1,6% bbp terwijl het saldo voor 2025 gelijk is gebleven. Dit wordt zichtbaar wanneer de verandering van het saldo niet van jaar op jaar (horizontaal) wordt bekeken, maar als ontwikkeling sinds de Voorjaarsnota (verticaal). Deze verticale ontwikkeling is weergeven in Tabel 7.8.

Tabel 7.8 Verticale toelichting EMU-saldo

(in procenten bbp, min = tekort)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-saldo Voorjaarsnota 2024

‒ 2,5

‒ 2,8

‒ 4,0

‒ 2,6

‒ 3,0

‒ 3,0

Noemereffect (ontwikkeling bbp)

0,1

0,1

0,2

0,1

0,1

0,1

Belasting- en premieinkomsten

0,4

0,3

0,7

1,0

1,0

0,9

Uitgavenkader

1,2

0,7

0,6

0,2

0,6

0,7

Niet-kaderrelevante uitgaven en correcties van EMU-saldo

‒ 0,8

‒ 1,0

‒ 1,2

‒ 1,1

‒ 1,1

‒ 1,2

EMU-saldo decentrale overheden

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

EMU-saldo Miljoenennota 2025

‒ 1,6

‒ 2,8

‒ 3,7

‒ 2,4

‒ 2,4

‒ 2,5

Tabel 7.10 bevat een overzicht van de gerealiseerde EMU-saldi vanaf 2009 en de verwachte EMU-saldi tot en met het jaar 2029, uitgedrukt in zowel miljarden euro als in procenten van het bbp.

Tabel 7.9 Historisch overzicht EMU-saldo

(in miljarden euro, min = tekort)

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

EMU-saldo

‒ 32,6

‒ 34,1

‒ 28,9

‒ 25,7

‒ 19,5

‒ 15,1

‒ 13,4

Bruto binnenlands product

624,8

639,2

650,4

653,0

660,5

671,6

690,0

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 5,2

‒ 5,3

‒ 4,4

‒ 3,9

‒ 3,0

‒ 2,3

‒ 1,9

        
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

EMU-saldo

0,9

10,1

11,6

14,6

‒ 29,6

‒ 20,4

‒ 1,4

Bruto binnenlands product

708,3

738,1

774,0

813,1

796,5

870,6

958,5

EMU-saldo (in procenten bbp)

0,1

1,4

1,5

1,8

‒ 3,7

‒ 2,2

‒ 0,1

        
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-saldo

‒ 3,5

‒ 18,5

‒ 32,6

‒ 45,9

‒ 30,1

‒ 31,1

‒ 33,9

Bruto binnenlands product

1.034,1

1.128,2

1.176,3

1.225,5

1.275,3

1.320,5

1.367,3

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 0,3

‒ 1,6

‒ 2,8

‒ 3,7

‒ 2,4

‒ 2,4

‒ 2,5

Licence