De commissie voor Financiën heeft gevraagd om in (een bijlage bij) de Najaarsnota te reageren op het recent gepubliceerde Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS) van De Nederlandse Bank. In deze bijlage voldoe ik aan het verzoek.
Algemeen
In het algemeen geldt dat het OFS een uitstekend en actueel overzicht biedt van de financieel-economische ontwikkelingen op dit moment. Rode draad hierbij is hoe de Europese schuldencrisis leidt tot onzekerheid en volatiele financiële markten, en hoe deze instabiliteit doorwerkt op de reële economie, met weer negatieve effecten voor schuldopbouw en schuldhoudbaarheid. Deze analyse onderstreept het belang van de financieel-economische agenda van dit kabinet om de Europese schuldencrisis effectief te bestrijden, structurele maatregelen nemen te om de beleidsdiscipline in het Eurogebied te verbeteren, in eigen land de overheidsfinanciën op orde te brengen en te werken aan een schokbestendig financieel stelsel. In het navolgende ga ik kort in op de belangrijkste door DNB benoemde aandachtspunten.
Effectief ingrijpen in Europa
Terecht stelt het OFS op pagina 5 bij de samenvatting en aandachtspunten dat daadkrachtig ingrijpen van beleidsmakers geboden is. Ik onderschrijf het belang van een snelle en degelijke uitwerking van het akkoord van 26 oktober en de oproep om versterkte Europese governance om de beleidsdiscipline te bestendigen. De inzet van het kabinet, zoals uiteengezet in de Kamerbrief over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie (kamerstukken 21 501-07 nr. 839), sluit hierbij aan. Op basis van de meest recente informatie heb ik de Tweede Kamer op 3 november jl. (BFB2011–2498M) een tijdsschema gestuurd over de planning rondom de besluitvorming Europese schuldencrisis en specifiek de uitwerking van de besluiten welke genomen zijn tijdens de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone van 26 oktober. De komende tijd moeten veel verschillende elementen worden uitgewerkt. Het spreekt voor zich dat tijd een kostbaar goed is: werken aan zekerheid en herstel van vertrouwen is immers van belang. Over deze ontwikkelingen zal ik, zoals eerder aangegeven, de Tweede Kamer op de hoogte houden, onder andere door middel van Algemene Overleggen, de Geannoteerde Agenda’s en de verslagen Eurogroep/Ecofin.
Financiële positie huishoudens
DNB vraagt aandacht voor de schuldpositie van huishoudens en adviseert bij de aandachtspunten om de fiscale bevordering van de hypotheekschuld geleidelijk te doen afnemen. Hierover zijn ook door de leden Monasch, Plasterk, en Groot schriftelijke Kamervragen gesteld. Gemakshalve verwijs ik op deze plek naar de beantwoording van deze vragen.
Versterken financieel stelsel
Kort na de publicatie van het Overzicht Financiële Stabiliteit heeft de G20 op 4 november ingestemd met het door de Financial Stability Board (FSB) ontwikkelde raamwerk voor systeemrelevante banken. Dit raamwerk stelt strengere eisen aan de weerbaarheid en afwikkelbaarheid van de grootste banken ter wereld. Het ministerie van Financiën en DNB gaan in lijn met dit FSB-raamwerk invulling geven aan het nationale beleid voor de Nederlandse systeemrelevante banken in de komende jaren. Nederland heeft een grote bancaire sector die past bij de open economie, maar de omvang brengt ook risico’s met zich mee voor de financiële stabiliteit en de reële economie. Het nieuwe beleid omvat de volgende twee hoofdpijlers:
• Vergroten van de weerbaarheid van systeemrelevante banken
DNB en het ministerie van Financiën willen de kapitaaleis voor de Nederlandse systeemrelevante banken geleidelijk verhogen met 1 tot 3 procent van de risicogewogen activa, afhankelijk van de mate van systeemrelevantie. Deze extra buffer dient te bestaan uit kapitaal met het grootste verliesabsorberende vermogen (core tier 1-kapitaal). Banken krijgen tot 2019 de tijd om aan de hogere eisen te voldoen, met ingroei vanaf 2016. Dit stelt hen in staat de bufferversterking zoveel mogelijk te realiseren door winst in te houden of nieuw kapitaal uit te geven.
Daarnaast vraagt DNB banken een herstelplan op te stellen. Hierin beschrijven banken maatregelen die ze zelf kunnen nemen om eventueel onheil af te wenden. Herstelplannen dragen zo bij aan de weerbaarheid van de bank. Medio volgend jaar dienen de systeemrelevante banken over een herstelplan te beschikken.
• Verbeteren van de afwikkelbaarheid van systeemrelevante banken
Mocht een systeemrelevante bank onverhoopt in de problemen komen, dan moet het mogelijk zijn deze bank ordelijk te ontmantelen, waarbij vitale functies overeind blijven en de risico’s voor de belastingbetaler en besmettingseffecten voor het financieel systeem worden beperkt. Hiertoe zal DNB in samenwerking met de betrokken banken vanaf volgend jaar resolutieplannen opstellen. Een resolutieplan beschrijft de maatregelen die het ministerie van Financiën en DNB kunnen nemen om een instelling ordelijk af te wikkelen. De recent bij de Tweede Kamer ingediende Interventiewet speelt daarbij een belangrijke rol en biedt nieuwe instrumenten om bij probleembanken in te kunnen grijpen.
Het ministerie van Financiën en DNB werken de beleidsvoorstellen de komende maanden verder uit. Dit voornemen past binnen het kader van de versterking van de macroprudentiële component in het toezicht op financiële instellingen, zoals ook toegelicht in de recente beleids- en wetgevingsbrief op het terrein van de financiële markten van 20 oktober jl.5 Waar nodig zullen de voorstellen in wetgeving worden verankerd. Op dit moment worden ABN Amro, ING Bank, Rabobank en SNS Bank als systeemrelevant aangemerkt. Dit oordeel wordt ieder jaar bijgesteld en zal dus ook de komende jaren nog kunnen veranderen. De voorgenomen vormgeving van het nationale beleid voor Nederlandse systeemrelevante banken sluit aan bij reeds aangekondigd beleid ten aanzien van systeemrelevante instellingen in een aantal andere Europese landen.
Het nu aangekondigde beleid maakt overigens géén onderdeel uit van het op 26 oktober 2011 door Europese regeringsleiders aangekondigde plan rondom bankenherkapitalisatie in verband met de Europese schuldencrisis, waarbij tijdelijk een hogere kapitaalseis aan Europese banken wordt gesteld.