Deze Najaarsnota actualiseert de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven in het begrotingsjaar 2014. De stand Miljoenennota 2015 is daarbij het uitgangspunt en mutaties worden ten opzichte hiervan gepresenteerd. De hiermee samenhangende suppletoire begrotingswetten zullen uiterlijk 1 december aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden worden. De tweede suppletoire wetten zijn de laatste reguliere mogelijkheid voor het kabinet om voor het lopende begrotingsjaar nog mutaties van beleidsmatige aard aan uw Kamer voor te leggen. Mocht na de Najaarsnota nog sprake zijn van een voorstel tot een beleidsmatige wijziging van de begroting, dan zal dit door de betreffende Minister door middel van een aparte brief aan uw Kamer worden gemeld.
Uitgaven
Aan de uitgavenzijde van de begroting doen zich onder de deelkaders verschillende mee- en tegenvallers voor. De onderschrijding van het totale uitgavenkader is even groot als ten tijde van de Miljoenennota 2015. De mutaties worden toegelicht in paragraaf 2.
Inkomsten
De raming van de totale belasting- en premieontvangsten 2014 is per saldo ongewijzigd ten opzichte van de Miljoenennota 2015. Onderliggend doen zich enkele mee- en tegenvallers voor. Deze worden toegelicht in paragraaf 3.
EMU-saldo en EMU-schuld
De mutaties leiden per saldo tot een EMU-tekort in 2014 van 2,9 procent bbp. Dit is gelijk aan de raming ten tijde van Miljoenennota 2015. De EMU-schuld bedraagt naar verwachting 69,4 procent bbp voor 2014. De EMU-schuld komt hiermee 0,4 procentpunt lager uit dan waar in de Miljoenennota 2015 rekening mee is gehouden. Het gemiddelde EMU-saldo van de Eurozone voor 2014 wordt geraamd op 2,6 procent bbp; de gemiddelde EMU-schuld op 94,5 procent bbp. Paragraaf 4 gaat hier verder op in.
Bijlage 1 geeft een overzicht van de budgettaire kerngegevens. Bijlage 2 bevat de Verticale Toelichting.