Base description which applies to whole site

2.1.1 Plafondtoets Deelplafond Rijksbegroting

Tabel 2.1.1.1 Ontwikkeling uitgavenplafond Rijksbegroting
 

(in miljoenen euro; - is onderschrijding)

2020

1

Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2021

155.426

2

Overboekingen met plafonds Sociale Zekerheid en Zorg (incl. GF/PF)

‒ 3

3

Uitgavenmaatregelen corona

‒ 371

4

Overschrijding Infrastructuurfonds en Deltafonds

291

5

Overige plafondcorrecties

0

6

Uitgavenplafond bij Najaarsnota 2020 (=1 t/m 5)

155.344

   

7

Uitgaven bij Miljoenennota 2021

156.573

 

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

 

8

Overboekingen met plafonds Sociale Zekerheid en Zorg (incl. GF/PF)

‒ 3

9

Uitgavenmaatregelen corona

‒ 371

10

Overschrijding Infrastructuurfonds en Deltafonds

291

11

Overige plafondcorrecties

0

 

Uitgavenmutaties met beslag budgettaire ruimte

 

12

EU-afdrachten

415

13

Boeten en transacties

‒ 40

14

Rente

42

15

Dividend staatsdeelnemingen

‒ 50

16

Zonnepanelen (douaneheffing)

659

17

Betalingen NAM

507

18

Tegenvaller beheer en onderhoud I&W

103

19

Onderuitputting (inclusief HGIS)

‒ 1.304

20

Kasschuiven

‒ 346

21

Invulling in=uit-taakstelling

100

21

Overig

‒ 151

22

Uitgaven bij Najaarsnota 2020 (=7 t/m 21)

156.426

   

23

Over-/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota 2021 (=7-1)

1.147

24

Over-/onderschrijding uitgavenplafond bij Najaarsnota 2020 (=22-6)

1.082

De toets op het deelplafond Rijksbegroting laat een overschrijding bij Najaarsnota zien van 1.082 miljoen euro in 2020. Bij Miljoenennota 2021 was voor 2020 sprake van een overschrijding van 1.147 miljoen euro.

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

Overboekingen met plafonds Sociale Zekerheid en ZorgHet uitgavenplafond Rijksbegroting wordt bij de Najaarsnota met 3 miljoen euro neerwaarts bijgesteld voor overboekingen met de twee andere deelplafonds Sociale Zekerheid en Zorg.

Uitgavenmaatregelen coronaSinds de Miljoenennota heeft het kabinet maatregelen genomen aanvullend op het steun- en herstelpakket, hiervoor is het uitgavenplafond gecorrigeerd. Het budget voor de zorgbonus is op basis van de aanvragen omhoog bijgesteld met 800 miljoen euro. In aanvulling daarop worden een aantal uitgaven doorgeschoven naar 2021, waaronder 500 miljoen euro voor de beschikbaarheidsvergoeding OV. In totaal tellen de verschillende bijstellingen op tot ‒ 371 miljoen euro dit jaar. In bijlage 1 worden de uitgaven aan coronamaatregelen toegelicht.

Overschrijding Infrastructuurfonds en Deltafonds Dit voorjaar is, mede op uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer, een hogere overprogrammering op het Infrastructuurfonds voor de komende jaren afgesproken om uitgaven voor aanleg van infra aan te jagen na een aantal jaar van onderuitputting. In 2020 gaat het om 534 miljoen euro. Mede hierdoor is er nu sprake van een forse overschrijding in 2020. De hoogte en monitoring van de overprogrammering op de fondsen zal daarom opnieuw worden bezien in het licht van deze overschrijding. De totale overschrijding bedraagt 394 miljoen euro (341 miljoen euro op het Infrastructuurfonds en 53 miljoen euro op het Deltafonds). 291 miljoen euro hangt samen met versnelde uitgaven, onder andere op aanlegbudgetten voor Wegen en Spoor (ca. 200 miljoen euro) en een aanvullende versnelling op het Strategische Plan Verkeersveiligheid (50 miljoen euro). Voor deze uitgaven is het plafond aangepast zoals ook voor de investeringsversnellingen bij de Miljoenennota is gedaan. In latere jaren is er sprake van lagere uitgaven, waarmee de programmering over de gehele looptijd van de fondsen op nul sluit.

Uitgavenmutaties binnen plafond Rijksbegroting

EU-afdrachtenDe raming van de afdrachten aan de Europese Unie wordt met 415 miljoen euro opwaarts bijgesteld. Hoofdoorzaak is een aanvullende begroting waarmee een aantal uitgaven incidenteel wordt verhoogd in verband met de coronacrisis. Deze verhoging past nog onder het betalingenplafond van de Europese begroting. Bij ontwerpbegroting 2020 werd er nog vanuit gegaan dat de Europese uitgaven ver onder dat betalingenplafond uit zouden komen (daarvoor is destijds ook de raming van de Nederlandse afdrachten neerwaarts bijgesteld).

Boeten en transactiesBij de boeten en transacties wordt een meeropbrengst verwacht van 40 miljoen euro.

RenteDe raming van de rentelasten wijzigt als gevolg van realisaties en de financieringsbehoefte.

Dividend staatsdeelnemingenDe raming van de winstafdracht De Nederlandsche Bank (DNB) is aangepast naar aanleiding van de meest recente winstraming (2 miljoen euro). Daarnaast valt een begrotingsreserve voor Tennet vrij omdat de garantstelling afloopt (48 miljoen euro).

ZonnepanelenDit betreft een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten geheven hadden moeten worden. Dit is afhankelijk van het land van oorsprong en/of land van verzending van de zonnecellen op deze panelen. Nederland draagt onder voorbehoud af om de oploop van de potentiële renterekening tegen te gaan en een constructieve dialoog met de Europese Commissie op te starten. Mocht de dialoog niet tot herziening van het standpunt van de Commissie leiden, dan zal Nederland voor het onder voorbehoud betaalde bedrag een procedure aanhangig maken bij het Hof van Justitie. Het nettobedrag van 659 miljoen euro bestaat uit 824 miljoen euro aan invoerrechten minus 165 miljoen euro aan perceptiekostenvergoeding van 20 procent van de inningskosten. 

Betalingen NAMVan de NAM ontvangt EZK 330 miljoen euro voor het uitbetalen van schadeafhandeling en uitvoeringskosten in 2021 in plaats van in 2020. Deze werkwijze van facturering is conform gebruikelijke systematiek. EZK dekt dit via een negatieve eindejaarsmarge8. Voor BZK geldt dat er een bedrag van 118 miljoen euro aan versterkingskosten over het vierde kwartaal van 2020 pas in 2021 zal worden ontvangen. De vergoeding van de NAM komt pas in 2021 binnen omdat er pas na afloop van het kwartaal gedeclareerd kan worden. De btw-component die gepaard gaat met de versterkingsoperatie komt voor rekening van de Staat en kan niet worden doorbelast aan de NAM. Over 2020 bedraagt dit 59 miljoen euro. BZK dekt zowel de versterkingskosten over het vierde kwartaal als de btw-component met een negatieve eindejaarsmarge.

Tegenvaller beheer en onderhoud I&WNaast de eerder genoemde overschrijding op het Infrastructuurfonds (IF) en Deltafonds, vindt er op het IF een tegenvaller plaats op het budget voor beheer en onderhoud (103 miljoen euro). Deze tegenvaller loopt mee in de reguliere systematiek van de eindejaarsmarge.

Onderuitputting (inclusief HGIS)Op diverse begrotingen is er sprake van onderuitputting in 2020. Tabel 2.1.1.2 geeft inzicht in de verdeling hiervan over de verschillende departementale begrotingen onder het deelplafond Rijksbegroting. De meeste onderuitputting doet zich voor bij de ministeries van BZK, OCW, EZK en Financiën. Voor BZK geldt dat middelen voor onder andere Batch 1558, Appingedam, Duurzaamheidssubsidie en het Nationaal programma Groningen pas in 2021 tot besteding komen in plaats van 2020. Via de eindejaarsmarge blijven de middelen beschikbaar. Daarnaast heeft BZK op een aantal andere kleinere posten onderuitputting. De onderuitputting bij OCW bestaat uit een meevaller van 45 miljoen euro bij de studiefinanciering vanwege realisatiecijfers van DUO. In het primair en voortgezet onderwijs zijn er meevallers van respectievelijk 21 miljoen en 22,5 miljoen euro op de bekostiging. Daarnaast zijn er diverse kleinere meevallers. Voor Financiën is in 2020 sprake van onderuitputting. De onderuitputting wordt grotendeels verklaard door lagere uitgaven op het artikel van de Belastingdienst en hogere niet-belastingontvangsten (eveneens op het artikel van de Belastingdienst). De onderuitputting bij EZK wordt onder andere veroorzaakt door het niet tot besteding komen van middelen voor de verduurzaming van de industrie en Urgenda-middelen, waarvan een deel wel in 2021 tot besteding zal komen. De onderuitputting bij LNV is 27,8 miljoen euro. Hiervan wordt 10 miljoen euro ingezet als bijdrage aan de Floriade Expo 2022 om een aantal projecten te ondersteunen op het beleidsterrein van LNV, onder de voorwaarde dat de Floriade in de toekomst geen beroep meer doet op steun van LNV.

Tabel 2.1.1.2 Onderuitputting per begrotingshoofdstuk

(in miljoenen euro, - is onderschrijding)

2020

Buitenlandse Zaken

‒ 66

Justitie en Veiligheid

‒ 40

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

‒ 137

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

‒ 113

Financiën

‒ 162

Economische Zaken en Klimaat

‒ 166

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

‒ 18

Sociale Zaken en Werkgelegenheid (R)

‒ 27

Volksgezondheid, Welzijn en Sport (R)

‒ 29

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

‒ 21

Aanvullende Post

‒ 525

Totaal

‒ 1.304

Voor de Aanvullende Post geldt dat de meeste middelen via een verhoogde eindejaarsmarge meegenomen worden naar 2021. Het betreft o.a. de middelen voor stikstof en Urgenda (32 miljoen euro), omdat deze gemaakte reserveringen niet in zijn geheel tot besteding zijn gekomen in 2020. Daarnaast gaat het om 101 miljoen euro voor de Wederopbouw van Sint Maarten, die in 2018 zijn gereserveerd en waarvan nu nog een deel resteert voor 2021. Ook voor de digitale veiligheid blijven de middelen in 2021 beschikbaar (201 miljoen euro). Tot slot zijn er nog reserveringen gemaakt voor Groningen en Zeeland die ook nog niet volledig zijn uitgeput en beschikbaar blijven in 2021 (55 en 71 miljoen euro).

De Verticale Toelichting in bijlage 6 geeft per begrotingshoofdstuk meer gedetailleerde informatie over de mutaties die hebben plaatsgevonden.

KasschuivenIn totaal wordt er voor 346 miljoen euro met kasschuiven geschoven naar 2021. Voor de compensatie- en herstelbetalingen van toeslagen wordt 132 miljoen euro doorgeschoven naar volgend jaar. De derde voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag9 gaat in op de stand van zaken en de planning van de herstelorganisatie. Voor klimaat, Urgenda en stikstof wordt in totaal 169 miljoen euro doorgeschoven naar 2021. Op de VWS-begroting wordt 20 miljoen euro doorgeschoven voor de Jeugdautoriteit, omdat in het voorjaar van 2019 is afgesproken deze middelen beschikbaar te houden tot en met 2021. Ook zijn kasschuiven verwerkt voor de Stimuleringsregeling Wonen en Zorg (14,3 miljoen euro) en voor de regeling OPEN (Online Patiëntinzage in de Eerstelijns Zorg) voor huisartsen (4 miljoen euro). Tot slot wordt vanwege vertragingen bij leveranciers en bouwwerkzaamheden een deel van de middelen voor de renovatie van het Binnenhof doorgeschoven naar 2021 (6,7 miljoen euro).

Invulling in=uit taakstellingDe in=uit taakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door de onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0 procent van de totale begroting, uitgezonderd het defensiematerieelbegrotingsfonds en het infrastructuurfonds, die een 100 procent eindejaarsmarge hebben. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenaamde in=uit-taakstelling. Hierdoor levert het doorschuiven via de eindejaarsmarge dus geen extra middelen op in het jaar waarnaar wordt doorgeschoven. De in=uit-taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg ingevuld. De invulling kan bestaan uit (toevallige) onderuitputting of andere meevallers. De in=uit taakstelling wordt bij Najaarsnota voor 0,1 miljard euro ingevuld. De resterende in=uit taakstelling voor de Slotwet bedraagt 1,2 miljard euro. Dit is een risico voor de schatkist: als de taakstelling niet ingevuld kan worden bij de Slotwet betekent dit een plafondoverschrijding en een verslechtering van het EMU-saldo.

OverigDe post overig bevat het saldo van de resterende uitgavenmutaties op de departementale begrotingen. Deze post bevat onder andere een afboeking van 150 miljoen euro aan corona-gerelateerde middelen die bij de Miljoenennota als reguliere middelen zijn ingeboekt. Bij de Najaarsnota is de technische verwerking van alle corona-uitgaven nog een keer tegen het licht gehouden. Hierbij is geconcludeerd dat sommige uitgaven voor corona ook met een plafondcorrectie verwerkt hadden moeten worden. Hierdoor zijn de uitgaven die gelabeld zijn als corona-uitgaven met 150 miljoen euro toegenomen. Onder de post overig vallen ook de uitgaven aan het investeringspakket voor Aruba en Curaçao die nog dit jaar plaatsvinden.

Licence