Base description which applies to whole site

3 Het inkomstenbeeld

De raming van de totale belasting- en premieontvangsten voor 2023 is met 4,3 miljard euro neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de raming voor 2023 in de Miljoenennota 2024 (tabel 1). De nieuwe geraamde opbrengst bedraagt 382,2 miljard euro. De raming voorafgaand aan het jaar (uit de Miljoenennota 2023) bedroeg 366,4 miljard euro. De huidige inschatting van de totale opbrengsten ligt dus nog steeds fors boven dat niveau.

Tabel 1 Ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten 2023 op EMU-basis
 

Stand MN2024

Stand NJN2023

Verschil

Belastingen en premies volksverzekeringen op EMU-basis

302,0

297,7

‒ 4,3

- waarvan belastingen

260,4

257,5

‒ 2,9

- waarvan premies volksverzekeringen

41,6

40,2

‒ 1,4

Premies Werknemersverzekeringen

84,5

84,5

0,0

Totaal

386,5

382,2

‒ 4,3

De Najaarsnotaraming van de belasting- en premieontvangsten is gebaseerd op de gerealiseerde kasontvangsten tot en met de maand oktober. Bij het opstellen van de raming was geen geactualiseerd economisch beeld van het CPB beschikbaar ten opzichte van de MEV 2024.

Tabel 2 toont de geraamde belasting- en premieontvangsten op EMU-basis per belastingsoort. Op EMU-basis valt de belasting- of premieontvangst toe aan het jaar waarin de onderliggende economische transactie zich heeft voorgedaan. De belastingontvangsten op kasbasis staan vermeld in bijlage 4.

Tabel 2 Overzicht van belasting- en premieontvangsten in 2023 op EMU-basis
 

MN2024

NJN2023

Verschil

%

Indirecte belastingen

115.538

111.747

‒ 3.791

‒ 3,3%

Omzetbelasting

77.655

76.405

‒ 1.250

‒ 1,6%

Accijnzen

11.777

11.403

‒ 374

‒ 3,2%

Belastingen op een milieugrondslag

7.050

5.601

‒ 1.449

‒ 20,6%

Motorrijtuigenbelasting

4.599

4.599

0

0,0%

Invoerrechten

4.785

4.461

‒ 324

‒ 6,8%

Assurantiebelasting

3.633

3.633

0

0,0%

Overdrachtsbelasting

3.405

3.077

‒ 327

‒ 9,6%

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.464

1.411

‒ 52

‒ 3,6%

Bankbelasting

473

458

‒ 15

‒ 3,2%

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

308

308

0

0,0%

Belasting op zware motorrijtuigen

213

213

0

0,0%

Inframarginale heffing

179

179

0

0,0%

     

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

186.065

185.575

‒ 490

‒ 0,3%

Loon- en inkomensheffing

127.358

127.281

‒ 77

‒ 0,1%

Vennootschapsbelasting

48.409

47.896

‒ 513

‒ 1,1%

Dividendbelasting

6.365

6.365

0

0,0%

Schenk- en erfbelasting

2.932

3.032

100

3,4%

Kansspelbelasting

904

904

0

0,0%

Bronbelasting op rente en royalty's

98

98

0

0,0%

Solidariteitsbijdrage

0

0

0

0,0%

     

Overige belastingontvangsten

370

370

0

0,0%

     

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen

301.974

297.692

‒ 4.281

‒ 1,4%

     

Premies werknemersverzekeringen

84.479

84.479

0

0,0%

waarvan zorgpremies

52.265

52.265

0

0,0%

     

Totaal belasting- en premieontvangsten

386.452

382.171

‒ 4.281

‒ 1,1%

Het grootste deel van de neerwaartse bijstellingen ten opzichte van de Miljoenennota 2024 zit bij de indirecte belastingen (-3,8 miljard euro). Binnen deze categorie vallen vooral de belastingen op een milieugrondslag op (-1,4 miljard euro). Dit effect wordt verklaard door een lagere opbrengst van de energiebelasting: van 5,8 miljard euro naar 4,4 miljard euro (-25%). Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023 is de daling nog groter: ‒ 2,3 miljard euro (-34%). In het voorjaar en ook afgelopen zomer lag de inschatting voor het gas- en elektriciteitsverbruik in 2023 nog beduidend hoger dan in de praktijk het geval blijkt. De daling doet zich vooral voor bij het gasverbruik: op basis van aangiftecijfers lijkt dit verbruik in de eerste schijf (voornamelijk gebouwde omgeving) met circa 35% gedaald te zijn ten opzichte van 2021 en het totale gasverbruik zelfs nog iets meer. Hierbij wordt een vergelijking met 2021 gemaakt, omdat dat het laatste jaar is voordat de energieprijzen zeer fors toenamen. Het elektriciteitsverbruik kent ook een daling, maar van beperktere omvang. Tot slot speelt nog mee dat veel belastingplichtigen in 2022 minder energie hebben verbruikt dan vooraf ingeschat, waardoor ze in 2023 nog een belastingteruggave ontvangen.

Tegenvallende economische groei in het derde kwartaal heeft in den brede een negatief effect gehad op de opbrengsten van de indirecte belastingen. In absolute zin heeft de lagere consumptie het grootste effect op de omzetbelasting (-1,3 miljard euro). De lagere opbrengst bij de accijnzen (-0,4 miljard euro) wordt vooral veroorzaakt door lagere vraag naar brandstoffen en daardoor lagere ontvangsten van benzine- en dieselaccijnzen. De opbrengsten van de overdrachtsbelasting (-0,3 miljard euro) blijven achter bij voorgaande jaren door minder woningverkoop en lagere woningprijzen. Een afname van de invoerwaarde vanuit niet-EU landen zorgt voor een lagere opbrengst uit invoerrechten (-0,3 miljard euro).

Bij de directe belastingen en premies volksverzekeringen is per saldo sprake van een neerwaartse bijstelling van 0,5 miljard euro. Die bijstelling kan verklaard worden vanuit de vennootschapsbelasting (vpb, ‒ 0,5 miljard euro). De vpb komt naar verwachting nog steeds uit op een historisch hoog niveau van 47,9 miljard euro (bijna 10 miljard euro meer dan in 2022), maar de stijging is iets kleiner dan ingeschat bij de Miljoenennota 2024 door licht achterblijvende ontvangsten in het derde kwartaal. Bij de loon- en inkomensheffing is de totale aanpassing beperkt (-0,1 miljard euro), maar onderliggend zijn er wel verschuivingen. De loonheffing is met 1,5 miljard euro neerwaarts bijgesteld in verband met lagere ontvangsten in het derde kwartaal. In absolute zin is dit een grote bijstelling, maar ten opzichte van de totale ontvangsten van 118,6 miljard is de bijstelling relatief vrij beperkt. De inkomensheffing (IH) is opwaarts bijgesteld (+1,4 miljard euro), vooral doordat burgers en ondernemers hogere belastingaanslagen over 2022 hebben ontvangen. De IH-ontvangsten die betrekking hebben op 2023 liggen ook iets hoger dan verwacht, maar die toename is beperkter. Tot slot is ook de schenk- en erfbelasting met 0,1 miljard euro opwaarts bijgesteld in verband met een hoger aantal aangiftes bij de erfbelasting.

Licence