De Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) adviseert een koerscorrectie op de begroting voor de aankomende kabinetsperiode op basis van de volgende bevindingen:
1. De overheidsfinanciën verslechteren met oplopende begrotingstekorten in de komende kabinetsperiode. Het Centraal Planbureau (CPB) raamt een oplopend begrotingstekort naar 3,6% bbp in 2028. Dit komt mede door de stijgende rentelasten en het expansieve basispad. Een begrotingstekort hoger dan 3% bbp is in strijd met de Europese begrotingsregels. Volgens de CPB-ramingen bevindt de schuld zich in 2028 nog binnen de 60% marge (circa 53% bbp). Deze stijgt echter naar verwachting na 2028 naar niveaus boven de 60%.
2. Op de lange termijn verdringen zonder aanvullend beleid in ieder geval de zorg, vergrijzings- en klimaatkosten andere uitgaven of leiden deze tot hogere belastingen. De langetermijnindicatoren van CPB wijzen erop dat zonder ingrijpen rekeningen worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. Zij kunnen dan in de toekomst minder gebruik maken van overheidsvoorzieningen of gaan meer belasting betalen. Gezonde overheidsfinanciën zijn nodig om rekenschap te geven van bredere langetermijnopgaven op zowel maatschappelijk en sociaaleconomisch vlak als de brede leefomgeving.
3. De afgelopen kabinetsperiode zijn onvoldoende scherpe keuzes gemaakt en is ervoor gekozen om maatschappelijke uitdagingen veelal met extra geld op te lossen. Dit is gedaan in tijden van een oververhitte economie, een krappe arbeidsmarkt en hoge inflatie. De ambities zijn groter dan de uitvoeringscapaciteit, met als risico dat de gekozen beleidsdoelen niet worden behaald en beloften niet worden waargemaakt. Ook moet veel beleid nog concreet worden uitgewerkt. Mede daardoor komen veel middelen momenteel niet tot besteding. Het is noodzakelijk om scherpe keuzes te maken en daarbij nadrukkelijk te kijken naar hervormingen, normeren en beprijzen.
4. De Nederlandse economische vooruitzichten zijn naar omstandigheden goed en juist daarom is het verstandig om nu een koerscorrectie door te voeren. Alle gesproken experts onderschrijven de noodzaak van een koerscorrectie. Hoewel experts verschillen in visie op de maatvoering van de bezuinigingsopgave, is er consensus dat bijsturing nodig is (Jacobs, 2023, te verschijnen). De overeenstemming tot koerscorrectie volgt uit de uitgangssituatie met een oververhitte economie, een krappe arbeidsmarkt en hoge inflatie. Juist in goede tijden is het belangrijk om buffers op te bouwen voor slechte tijden. De onzekere economische vooruitzichten vragen tegelijkertijd om een zekere vorm van voorzichtigheid om schadelijke doorwerking op economie en maatschappij te voorkomen.