In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Nederlandse economie. De Voorjaarsnota is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) 2011 van het CPB. Onderstaande tabel geeft de wijzigingen in de ramingen van de belangrijkste macro-economische variabelen weer ten opzichte van de ramingen van de «Actualisatie Economische Verkenning 2011–2015», waarop de Startnota is gebaseerd.
Het CPB raamt de economische groei voor 2011 op 1¾ procent. Dit is ongeveer gelijk aan de economische groei van 2010 die uitkwam op 1,8 procent. Het CPB verwacht dus dat het herstel van de economie na de kredietcrisis doorzet, maar de economie groeit niet uitbundig en de onzekerheden blijven groot.
Startnota | VJN 2011 | Verschil | |
---|---|---|---|
Volumemutatie bbp (in procenten) | 1½ | 1¾ | ¼ |
Prijsmutatie bbp (in procenten) | 2¼ | 1½ | – ¾ |
Bbp (in miljarden euro) | 615 | 610 | – 5 |
Contractloonstijging markt (in procenten) | 1¾ | 1¾ | 0 |
Inflatie (cpi, in procenten) | 1¾ | 2 | ¼ |
Lange rente (in procenten) | 3¾ | 3½ | – ¼ |
Werkloosheid (in duizenden personen)1 | 440 | 390 | – 50 |
Eurokoers (in dollars) | 1,25 | 1,34 | 0,09 |
Olieprijs (in dollars) | 75 | 97 | 22 |
Bron: CPB
Net als in 2010 wordt de groei in 2011 vooral gedragen door de uitvoer (met een groeibijdrage van 1¼ procent). Bedrijfsinvesteringen en consumptie van huishoudens leveren een bescheiden groeibijdrage (beide ¼ procent). Hoewel de reële volumegroei van het bbp in het CEP een ¼ procentpunt hoger wordt geraamd dan ten tijde van de Startnota, verwacht het CPB toch een lagere waarde van het bbp in 2011. Dit komt door een lagere raming van de prijsontwikkeling van de binnenlandse productie.
De contractlonen reageren met enige vertraging op het economische herstel; de raming is niet veranderd sinds de Startnota. Mede als gevolg van hogere energieprijzen wordt de inflatie in de CEP een ¼ procentpunt hoger geraamd dan ten tijde van de Startnota. Ook de onderliggende inflatie (geschoond voor veranderingen in energieprijzen en belastingen) loopt in de raming van het CPB op in 2011. Dit weerspiegelt het conjuncturele herstel.
De actuele raming van de lange rente laat een meevaller zien voor de Nederlandse begroting: de rente wordt een ¼ procentpunt lager geraamd dan bij Startnota en wordt verwacht uit te komen op 3½ procent. Dit resulteert in lager geraamde rente-uitgaven voor de overheid dit jaar.
In de Voorjaarsnota wordt, conform het CEP, uitgegaan van een olieprijs van 97 dollar per vat; een opwaartse bijstelling van 22 dollar ten opzichte van de Startnota. Hoewel dit ceteris paribus een positief effect heeft op de aardgasbaten – en dus de inkomsten van de overheid – drukt het tegelijkertijd ook de economische groei en zorgt het voor een hogere inflatie.