Base description which applies to whole site

2 Kabinetsbeleid ten tijde van de corona-uitbraak

Bestrijding van de gevolgen van de corona-uitbraak vergt een maximale inspanning. Dit jaar vindt de budgettaire besluitvorming plaats onder uitzonderlijke omstandigheden. De uitbraak van het corona-virus heeft verstrekkende gevolgen, in de eerste plaats voor de mensen die ziek worden of zelfs overlijden, en hun naasten. De essentie van de bestrijding van de corona-uitbraak is om het virus maximaal te controleren, waarbij we vooral kwetsbare groepen willen beschermen. Als mensen geen contact hebben, dan kunnen ze anderen niet besmetten en verspreidt het coronavirus zich niet. Het doel is om te zorgen dat patiënten de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben. Daarom is het belangrijk dat zorgaanbieders en zorgprofessionals zo goed mogelijk hun werk kunnen blijven doen in deze zware omstandigheden.

De uitbraak van het coronavirus en de maatregelen die het kabinet heeft moeten nemen ter bestrijding van het virus hebben grote economische en maatschappelijke gevolgen. Om contacten tussen mensen te beperken zijn activiteiten in diverse sectoren deels of helemaal tot stilstand gekomen. Door de afnemende economische activiteit (wereldwijd) en de onzekerheid worden ook andere sectoren geraakt. Veel Nederlanders dreigen hierdoor hun werk of opdrachten te verliezen. Dit heeft ingrijpende effecten voor de mensen die hiermee te maken krijgen, maar ook voor de economie als geheel. Nederland komt onafwendbaar in een recessie terecht.

Het kabinet doet wat nodig is. Het doet wat nodig is om in de eerste plaats het virus te bestrijden, maar ook om de gevolgen van de recessie voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk te beperken. In de Kamerbrief van 17 maart jl. heeft het kabinet daarom een uitgebreid noodpakket aangekondigd, dat qua omvang uniek is in de geschiedenis. Daarna heeft het kabinet nog een aantal aanvullende maatregelen aangekondigd. De maatregelen hebben als doel dat zo veel mogelijk mensen hun baan behouden en zo veel mogelijk ondernemingen overeind blijven. Hiermee zet het kabinet alles op alles om deze moeilijke fase te overbruggen en de economische gevolgen te beperken. Zodat gezonde bedrijven na deze crisis zo veel mogelijk kans hebben om verder te kunnen, ZZP’ers hun zaken weer op kunnen pakken en zoveel mogelijk mensen in dienst blijven. Om de economische effecten te beperken is het daarbij belangrijk dat de contactbeperkende maatregelen – daar waar dit verantwoord is – gefaseerd versoepeld kunnen worden. Omdat ontwikkelingen elkaar snel opvolgen, blijft het kabinet de situatie nauwlettend monitoren. Vanzelfsprekend heeft het kabinet daarbij ook oog voor de wijze waarop de maatregelen uitpakken, en hoe het kan bijsturen op het moment dat de situatie daarom vraagt. Als het nodig is, zal het kabinet het pakket verlengen, aanpassen of aanvullende maatregelen nemen. Dit laat onverlet dat dit economisch een moeilijke tijd is voor veel mensen en dat de overheid niet kan voorkomen dat er toch bedrijven failliet gaan en mensen hun werk kwijtraken.

De buffers die zijn opgebouwd worden hiervoor ingezet. Voor de bestrijding van het virus en het beperken van de economische en maatschappelijke gevolgen moeten er veel kosten gemaakt worden. Het kabinet vindt het belangrijk dat zorgaanbieders en zorgprofessionals hun werk kunnen doen en zich in deze tijd geen zorgen hoeven te maken over hun financiële positie. Daarom worden zorgaanbieders onder andere gecompenseerd voor gederfde omzet en worden de extra kosten als gevolg van de crisis vergoed. De precieze budgettaire consequenties zijn daarbij zeer moeilijk te voorspellen. Ook het pakket met noodmaatregelen heeft hoge kosten. Daarnaast loopt het kabinet op korte termijn veel inkomsten mis als gevolg van de afnemende economische activiteit en de mogelijkheid van tijdelijk belastinguitstel2. Hierdoor geeft het kabinet op korte termijn veel meer uit dan er binnen komt en loopt de schuld op korte termijn flink op. Dit kan ook, omdat in goede economische tijden de overheidsfinanciën op orde zijn gebracht en de staatsschuld omlaag is gebracht. Hoe ver de schuld zal oplopen is lastig te voorspellen en is afhankelijk van het verdere verloop van de crisis. Als de recessie langer aanhoudt en de werkloosheid flink oploopt dan wordt de economische schade groter. De CPB-scenario’s laten zien dat de EMU-schuld in twee jaar tijd flink op kan lopen tot boven de 70 procent van het bbp (zie paragraaf 3).

Verder houdt het kabinet koers: dat biedt zekerheid aan burgers en bedrijven. Het kabinet houdt ook in deze extreme omstandigheden verder zo veel mogelijk koers. Dit betekent dat het kabinet zich voor de reguliere begroting (de begroting zonder de crisismaatregelen) blijft houden aan de begrotingsregels. De afspraken die het kabinet heeft gemaakt over de uitgaven zorgden ervoor dat we de afgelopen jaren – toen het economisch mee zat – niet meer mochten uitgeven. Daar staat tegenover dat we nu het flink tegen zit niet direct hoeven te bezuinigen of de belastingen moeten verhogen. Door de opgebouwde buffers kunnen we nu opvangen dat de belastinginkomsten – zoals de btw, de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting – flink teruglopen door de economische situatie en de mogelijkheid van belastinguitstel. Het kabinet kan hierdoor stabiel beleid blijven voeren, wat zekerheid biedt voor burgers en bedrijven. Dat geeft houvast voor de economische ontwikkeling op dit moment.

Het kabinet houdt ook vast aan gemaakte afspraken. Koers houden betekent ook: voorgenomen beleid zo veel als mogelijk uitvoeren en gemaakte afspraken nakomen. Dat betekent dat we bijvoorbeeld doorgaan met de afbouw van winning van het Groningengas, maatregelen die zijn gericht op het terugdringen van de CO2-uitstoot (Urgenda-vonnis) en de verlaging van stikstofdepositie. Ook houden we ons aan de afspraken over de compensatie aan ouders en het herstel van de uitvoering van de kinderopvangtoeslag. Afgezien van de maatregelen die nodig zijn om de crisis te bestrijden, zorgt het kabinet ervoor dat de uitgaven binnen de afgesproken kaders blijven. Tegenvallers moeten daarom elders binnen de begroting worden gecompenseerd. Tegenvallers doen zich voor op het terrein van justitie, asiel, onderwijs, zorg en de sociale zekerheid. Deze worden zoveel als mogelijk gedekt uit de per saldo meevallers op de generale dossiers, uit ramingsbijstellingen en uit de inzet van structurele onderuitputting op specifieke begrotingshoofdstukken. Zo wordt voorkomen dat nu moet worden bezuinigd op staand beleid.

Gezonde overheidsfinanciën zijn geen gegeven en vragen blijvend aandacht. Hoewel onze overheidsfinanciën er nog goed voorstaan en we een flinke economische klap kunnen opvangen, laat deze Voorjaarsnota ook zien dat gezonde overheidsfinanciën geen gegeven zijn. Hier is door het huidige kabinet en ook door de vorige kabinetten hard aan gewerkt. De focus ligt op dit moment op het bestrijden van deze crisis. Op het moment dat deze achter de rug is zullen we moeten kijken hoe de overheidsfinanciën er op dat moment voorstaan en wat verstandig beleid is om de overheidsfinanciën te laten herstellen. Het is daarom per definitie verstandig om nu al na te denken over beleid dat het herstel na de crisis kan bevorderen en over beleid dat Nederland weerbaarder kan maken mocht een volgende crisis zich voordoen.

Licence