Gezien de plotselinge en uitzonderlijke situatie heeft het kabinet heeft op 17 maart 2020 besloten tot een pakket van noodmaatregelen om de economische gevolgen van het coronavirus het hoofd te bieden. In de weken daarna is besloten tot verschillende aanvullende noodmaatregelen. Gegeven de uitzonderlijke situatie heeft het kabinet besloten om het uitgavenplafond aan te passen om de extra uitgaven mogelijk te maken. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste gaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgen voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld. Het kabinet heeft daarnaast ook maatregelen genomen die gevolgen hebben voor de inkomsten van belastingen en premies. Het reguliere uitgavenplafond geldt dus niet voor de uitgaven uit het noodpakket en de uitgaven leiden daarom niet tot een effect op het accres (indexatie van Gemeente- en Provinciefonds). Gemeenten ontvangen via het noodpakket middelen om toename in uitvoeringskosten te dekken9. Daarnaast blijft het Rijk de financiële situatie van gemeenten en effecten als gevolg van de coronacrisis monitoren.
De budgettaire gevolgen van de verschillende noodmaatregelen zijn aan de Kamer voorgelegd in incidentele suppletoire begrotingen of ze worden voorgelegd als onderdeel van de eerste suppletoire begrotingen. Tabel 5.1 presenteert een overzicht van alle noodmaatregelen aan de uitgavenkant die aan het parlement zijn gemeld en waarvoor het uitgavenplafond is aangepast.
Het kabinet blijft monitoren in hoeverre de genomen noodmaatregelen voldoende zijn om burgers en bedrijven tijdens de coronacrisis te ondersteunen. Mocht besloten worden tot een uitbreiding van de maatregelen, dan zullen deze eveneens leiden tot incidentele suppletoire begrotingen.
(in miljoenen euro’s, + = hogere netto-uitgaven) | 2020 |
---|---|
Koninkrijksrelaties | |
Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 135 |
Buitenlandse Zaken | |
Consulaire bijstand | 7 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | |
Cultuur | 300 |
Financiën | |
Verzuimboetes en kostenvervolging | 59 |
Belasting- en invorderingsrente | 88 |
Herverzekering leverancierskredieten | 970 |
Economische Zaken en Klimaat | |
Garantie Ondernemingsfinanciering | 80 |
Garantie Ondernemingsfinanciering coronamodule | 1.000 |
Borgstelling MKB | 203 |
Qredits | 31 |
Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 | 1.670 |
Regionale ontwikkelingsmaatschappijen | 100 |
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | |
Borgstelling MKB-Landbouw | 10 |
Verruiming Borgstelling MKB-Landbouw | 4 |
Sierteelt en fritesaardappelen* | 650 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | |
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid | 10.000 |
Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers | 3.800 |
Compensatie eigen bijdrage kinderopvang | 175 |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | |
Aanschaf, distributie en verkoop medische hulpmiddelen | 680 |
Bijdrage vaccinonderzoek (CEPI) | 50 |
Zorgkosten Caribisch Nederland | 32 |
Opleiden extra zorgpersoneel | 23 |
Onderzoek ZonMw | 20 |
Diverse corona-gerelateerde maatregelen (w.o. RIVM en GGD) | 27 |
Totaal | 20.113 |
Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten
In verband met de financiële gevolgen van de Coronacrisis is, voor de maand april en de eerste helft van de maand mei, acute liquiditeitssteun verstrekt aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De steun is verstrekt door middel van een bulletlening met een looptijd van twee jaar en een rente van 0 procent. Betaling heeft plaatsgevonden via DNB en de middelen worden via een incidentele suppletoire begroting geboekt op hoofdstuk IV. De middelen moeten vooral ten goede komen aan het deel van de bevolking dat het zwaarst getroffen wordt door deze crisis.
Consulaire bijstand
Dit betreft een bijdrage van de rijksoverheid aan het convenant Bijzondere Bijstand Buitenland, voor het waarborgen van een veilige terugkeer van Nederlandse reizigers naar Nederland.
Cultuur
De liquiditeitsproblemen van instellingen in de culturele en creatieve sector vormen een probleem voor het voortbestaan van vitale onderdelen in de culturele en creatieve infrastructuur. Het kabinet voegt daarom 300 miljoen euro additionele middelen toe aan het bestaande instrumentarium om de vitale onderdelen in de culturele infrastructuur in stand te houden.
Verzuimboetes en kostenvervolging
De Belastingdienst zal voor drie maanden boetes voor het niet (tijdig) betalen achterwege laten of terugdraaien.
Belasting- en Invorderingsrente
Om ondernemers tegemoet te komen zal de Belastingdienst het tarief van de belasting- en invorderingsrente voor alle belastingen voor drie maanden verlagen naar 0,01 procent.
Herverzekering leverancierskredieten
De nieuwe garantie Herverzekering leverancierskredieten heeft een garantieplafond van 12 miljard euro en heeft tot doel om te voorkomen dat de kortlopende omzetmarkt stilvalt doordat limieten op leverancierskredieten beëindigd worden. Deze garantie leidt naar huidig inzicht tot 970 miljoen euro hogere netto-uitgaven op de begroting van Financiën. Dit bedrag valt uiteen in 1.470 miljoen euro voor geraamde schade-uitkering en uitvoeringskosten en 500 miljoen euro aan niet-belastingontvangsten voor premies en schaderestituties.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
Het garantieplafond van de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) wordt verhoogd van 400 miljoen tot 1,5 miljard euro. Hierdoor kunnen meer bedrijven aanspraak maken op deze regeling. Dit leidt naar verwachting tot hogere kosten voor de overheid om toekomstige verliesdeclaraties op te vangen.
Borgstelling MKB
Het borgstellingskrediet van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) wordt met 200 miljoen euro verhoogd en verruimd. Financiers kunnen daardoor gemakkelijker en sneller krediet verruimen waardoor meer MKB-bedrijven eerder meer geld kunnen lenen. Dit leidt naar verwachting tot hogere kosten voor de overheid om toekomstige verliesdeclaraties op te vangen.
Qredits
Qredits, verstrekker van microkredieten, wordt gecompenseerd voor minder opbrengsten door het uitstel van de aflossingsverplichting en een rentekorting op leningen voor geraakte ondernemingen in de kredietportefeuille.
Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19
Er is een noodloket ingericht voor een tegemoetkoming van eenmalig 4.000 euro als noodvoorziening naast de overige regelingen, voor ondernemers die direct zijn getroffen door overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis en die hun omzet daardoor geheel of grotendeels zien verdwijnen.
Regionale ontwikkelingsmaatschappijen
Het kabinet maakt overbruggingskredieten toegankelijk voor een brede groep bedrijven die met eigen vermogen of risicodragend vermogen gefinancierd zijn en geen bankrelatie hebben (met name start-ups en scale-ups). Deze bedrijven kunnen als gevolg van de coronacrisis moeilijk bij een bank terecht voor een overbruggingskrediet. De Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zullen op verzoek van het kabinet deze kredieten verstrekken. Hiervoor wordt als eerste tranche 100 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Borgstelling MKB – Landbouw
Door een tijdelijke gunstigere borgstelling voor werkkapitaal onder de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) kunnen de liquiditeitsproblemen van land- en tuinbouwbedrijven verlicht worden zodat bedrijven met een gezond toekomstperspectief gefinancierd kunnen blijven. Er is hiervoor geen verhoging nodig van het garantieplafond. Voor uitvoeringskosten en verwachte verliesdeclaraties is 10 miljoen euro gereserveerd.
Verruiming borgstelling MKB-landbouw
De Borgstelling MKB-landbouwkredieten wordt uitgebreid met een tijdelijke kredietfaciliteit (BL-C) om op korte termijn liquiditeitssteun te bieden. Daarnaast worden ook visserij- en aquacultuurbedrijven met liquiditeitssteun geholpen door deze faciliteit ook voor hen open te stellen. Tevens heeft het kabinet besloten om de provisiekosten voor de BL-C te halveren.
Sierteelt en fritesaardappelen
Het kabinet heeft geconstateerd dat de bestaande noodmaatregelen, zoals de NOW-regeling, bij de sierteelt, specifieke onderdelen van de voedingstuinbouw en bij telers van fritesaardappelen onvoldoende soelaas bieden. Zij hebben te maken met een combinatie van situaties. Ten eerste gaat de productie door terwijl er nauwelijks omzet wordt gemaakt. Daarnaast zijn producten slecht of niet houdbaar vanwege bederfelijkheid en zijn er geen of beperkte alternatieve toepassingsmogelijkheden. Bovendien kennen deze bedrijven in de periode maart, april, mei onder normale omstandigheden een grote seizoenspiek in productie, personele bezetting en omzet. Voor de sierteelt en specifieke onderdelen van voedingstuinbouw komt er een regeling ter hoogte van 600 miljoen euro. Ook telers van fritesaardappelen worden gesteund met een compensatieregeling van 50 miljoen euro. De incidentele suppletoire begroting voor deze noodmaatregelen is in voorbereiding.
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)
Werkgevers ontvangen 90 procent van hun loonkosten als subsidie uitgekeerd, gerelateerd aan het omzetverlies dat zij verwachten door het coronavirus. De initiële subsidieperiode duurt maximaal drie maanden. Werkgevers hebben een loondoorbetalingsverplichting gedurende de subsidieperiode. Dit betekent dat zij gedurende de subsidieperiode geen werknemers mogen ontslaan om bedrijfseconomische redenen en 100 procent loon moeten doorbetalen. Een grove schatting van de kosten van de eerste subsidietermijn (max. drie maanden) ligt op 10 miljard euro. Dit is inclusief uitvoeringskosten van het UWV. Er wordt vanuit gegaan dat een kwart van alle werkgevers een aanvraag indienen voor gemiddeld 45 procent van hun loonsom.
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO)
Er is een tijdelijke voorziening getroffen voor drie maanden voor zelfstandige ondernemers (waaronder ZZP‘ers) met financiële problemen. Ondersteuning kent twee vormen, (1) een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en (2) een lening voor bedrijfskapitaal. De uitkering voor levensonderhoud vult het inkomen aan tot het sociaal minimum. De lening voor bedrijfskapitaal is gericht op het oplossen van liquiditeitsproblemen. Vanwege de spoed worden enkele geldende voorwaarden losgelaten. De toets op levensvatbaarheid vervalt en de vermogens- en partnertoets wordt geschrapt. Gemeenten voeren de regeling uit en worden hiervoor gecompenseerd.
Compensatie eigen bijdrage kinderopvang
Omdat ouders wordt gevraagd de factuur van de kinderopvangorganisaties door te betalen wordt de eigen bijdrage door de overheid gecompenseerd. Het bedrag van 175 miljoen euro heeft betrekking op de periode van 16 maart tot en met 28 april. Dat was de periode waarvan bij het indienen van de tweede incidentele suppletoire begroting bekend was dat de kinderopvang gesloten was. Inmiddels is bekend dat deze periode wordt verlengd. De budgettaire gevolgen van deze verlenging konden niet meer meegenomen worden in deze Voorjaarsnota en worden op een later moment in de begroting verwerkt.
Aanschaf, distributie en verkoop medische hulpmiddelen
Voor de aanschaf van medische hulpmiddelen zoals mondkapjes en beschermingsbrillen (700 miljoen euro) en beademingsapparatuur (250 miljoen euro) worden middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast worden middelen beschikbaar gesteld voor de opslag en distributie van de hulpmiddelen en het opstarten van testcapaciteit in Nederland (20 miljoen euro). Het betreft hier zowel de reeds gedane uitgaven als de uitgaven die tot circa 1 juni naar verwachting zullen plaatsvinden gegeven de huidige ontwikkelingen. Tegenover de uitgaven aan medische hulpmiddelen staan ontvangsten (290 miljoen euro) voor deze beschermingsmiddelen die aan zorgaanbieders geleverd worden.
Bijdrage vaccinonderzoek (CEPI)
Voor een bijdrage aan internationaal onderzoek naar een vaccin voor COVID-19 wordt 50 miljoen euro beschikbaar gesteld aan de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI).
Zorgkosten Caribisch Nederland
Om de zorgcapaciteit vanwege corona op Aruba, Sint-Maarten en Curaçao te versterken wordt 32 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het betreft onder meer tijdelijke uitbreiding van de ic-capaciteit en bemensing van ic-units.
Opleiden extra zorgpersoneel
Er is een extra categorie aan het Sectorplan Plus toegevoegd (23 miljoen euro). Deze middelen worden ingezet om extra personeel op te kunnen leiden om zorg te verlenen aan corona-patiënten.
Onderzoek ZonMw
ZonMw heeft een expertgroep gevraagd om onderzoeksvoorstellen te prioriteren, die op korte termijn mogelijkheden bieden om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen en het herstel van de Nederlandse bevolking te bespoedigen. De projecten zijn al gestart of starten op zeer korte termijn.
Diverse corona-gerelateerde maatregelen (w.o. RIVM en GGD)
Ook worden middelen beschikbaar gesteld voor diverse corona-gerelateerde maatregelen, zoals een elektronisch platform voor huisartsen (5,7 miljoen euro), het Landelijk Coördinatiecentrum Patiëntenspreiding en mobiel medisch vervoer (5,5 miljoen euro), het uitvoeren van tests en (contact)onderzoek door het RIVM (6,8 miljoen euro) en de GGD (5,9 miljoen euro), en de herregistratie van zorgpersoneel (1,7 miljoen euro). Naast bovenstaande maatregelen die in tabel 5.1 zijn benoemd, worden enkele maatregelen genomen op de VWS-begroting die van specifieke dekking zijn voorzien. Waaronder een bijdrage aan de stichting Waarborgfonds Sport (10 miljoen euro), een bijdrage aan de stichting ZWiC (Zorg na Werk in Coronazorg) (10 miljoen euro) en een tijdelijke vrijstelling voor het abonnementstarief Wmo (18 miljoen euro).