In miljoenen euro's | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2023 | 50.350,0 | 50.649,0 | 52.678,8 | 53.771,3 | 54.841,3 | 0,0 |
Besluitvorming | 243,8 | ‒ 521,2 | ‒ 1.920,9 | ‒ 1.248,3 | ‒ 925,1 | ‒ 588,7 |
Uitstel invoering nieuw financieringsstelsel kinderopvang | 0,0 | ‒ 100,0 | ‒ 1.900,0 | ‒ 2.000,0 | ‒ 500,0 | ‒ 200,0 |
Ingroei naar nieuw financieringsstelsel kinderopvang | 0,0 | 0,0 | 400,0 | 1.200,0 | 0,0 | 0,0 |
Scholingssubsidie STAP afschaffen | 0,0 | ‒ 330,0 | ‒ 330,0 | ‒ 345,0 | ‒ 279,5 | ‒ 217,0 |
Loonkostenvoordelen doelgroep ouderen afschaffen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 60,7 | ‒ 60,7 |
Verlaging budget hervorming arbeidsmarktinfrastructuur (structureel) | 0,0 | 0,0 | ‒ 63,0 | ‒ 60,0 | ‒ 64,0 | ‒ 67,0 |
Incidentele intensivering hervorming arbeidsmarktstructuur | 0,0 | 0,0 | 63,0 | 60,0 | 64,0 | 67,0 |
Intrekken wetsvoorstel RIV-toets | ‒ 3,3 | ‒ 7,6 | ‒ 11,2 | ‒ 15,7 | ‒ 20,2 | ‒ 24,7 |
Inzet loon- en prijsbijstelling | ‒ 6,0 | ‒ 18,2 | ‒ 38,6 | ‒ 38,0 | ‒ 36,3 | ‒ 45,3 |
Lage-inkomensvoordeel | 211,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Meersporenbeleid Slavernijverleden | 50,1 | 2,3 | 2,3 | 2,3 | 2,4 | 2,4 |
Arbeidsmarktpakket IOW | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 14,6 | 39,7 | 57,9 |
Rijksbijdrage Wet Sociale Werkvoorziening | 26,6 | 25,1 | 23,4 | 21,8 | 20,2 | 19,2 |
Overige besluitvorming | ‒ 34,6 | ‒ 92,8 | ‒ 66,7 | ‒ 88,3 | ‒ 90,7 | ‒ 120,5 |
Mee- en tegenvallers | 91,3 | 456,2 | 301,0 | 245,6 | 88,6 | 19,0 |
Macrobudget Participatiewet | 56,5 | 120,5 | 103,4 | 83,1 | 68,1 | 60,5 |
Algemene Kinderbijslagwet | 39,0 | 43,0 | 41,7 | 33,7 | 24,9 | 14,7 |
Lage-inkomensvoordeel | ‒ 41,7 | ‒ 38,7 | ‒ 26,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Toeslagenwet | ‒ 21,5 | ‒ 47,5 | ‒ 56,7 | ‒ 61,0 | ‒ 64,3 | ‒ 71,7 |
Wajong | ‒ 46,0 | ‒ 39,0 | ‒ 36,1 | ‒ 34,5 | ‒ 31,3 | ‒ 25,3 |
Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen | ‒ 25,5 | ‒ 30,5 | ‒ 34,9 | ‒ 29,0 | ‒ 16,7 | ‒ 9,1 |
Wet Kindgebonden Budget | 88,0 | 146,3 | 132,0 | 84,5 | 56,7 | 42,8 |
Kinderopvangtoeslag | ‒ 24,8 | ‒ 52,2 | ‒ 29,4 | ‒ 28,6 | ‒ 11,1 | ‒ 4,2 |
Voorinburgering COA | 43,8 | 41,2 | 44,6 | 48,1 | 0,0 | 0,0 |
Gemeenten inburgeringsvoorziening | 1,2 | 301,2 | 156,7 | 153,0 | 68,7 | 18,7 |
Overige mee- en tegenvallers | 22,3 | 11,8 | 6,1 | ‒ 3,7 | ‒ 6,4 | ‒ 7,3 |
Technisch | ‒ 14,4 | 600,3 | 563,8 | 527,5 | 580,9 | 55.394,9 |
Macrobudget Participatiewet | ‒ 20,6 | ‒ 23,5 | ‒ 16,7 | ‒ 20,9 | ‒ 5,8 | 3,8 |
Overboekingen met andere begrotingen | 59,0 | 416,6 | 414,0 | 378,6 | 384,7 | 397,9 |
Corona | ‒ 84,9 | 33,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Oekraïne | ‒ 41,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Kasschuiven | ‒ 149,1 | 25,3 | 24,7 | 27,2 | 77,7 | 9,2 |
Loon- en prijsontwikkeling | 148,9 | 148,4 | 141,8 | 142,7 | 124,3 | 114,3 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 54.869,7 |
Overige technische mutaties | 73,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Niet-plafondrelevant | ‒ 3.466,6 | ‒ 1.508,6 | ‒ 1.972,8 | ‒ 2.499,6 | ‒ 3.039,6 | ‒ 2.568,3 |
Rijksbijdragen | ‒ 3.466,6 | ‒ 1.508,6 | ‒ 1.972,8 | ‒ 2.499,6 | ‒ 3.039,6 | ‒ 2.568,3 |
Stand Voorjaarsnota 2023 | 47.204,1 | 49.675,8 | 49.649,9 | 50.796,5 | 51.546,1 | 52.256,8 |
In miljoenen euro's | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2023 | 2.300,8 | 2.109,9 | 2.081,7 | 1.999,8 | 1.925,0 | 0,0 |
Besluitvorming | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Mee- en tegenvallers | 14,6 | 49,9 | 37,6 | 52,2 | 61,3 | 55,8 |
Wet Kindgebonden Budget | 33,9 | 89,3 | 68,8 | 64,2 | 56,6 | 57,9 |
Kinderopvangtoeslag | ‒ 40,7 | ‒ 41,0 | ‒ 32,0 | ‒ 12,6 | 4,1 | ‒ 2,5 |
Overige mee- en tegenvallers | 21,5 | 1,6 | 0,8 | 0,6 | 0,5 | 0,4 |
Technisch | 812,4 | 20,7 | ‒ 3,3 | ‒ 3,3 | ‒ 18,5 | 1.869,1 |
Corona | 812,4 | 20,7 | ‒ 3,3 | ‒ 3,3 | ‒ 18,5 | ‒ 28,9 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1.897,9 |
Niet-plafondrelevant | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Stand Voorjaarsnota 2023 | 3.127,8 | 2.180,5 | 2.116,0 | 2.048,8 | 1.967,8 | 1.924,9 |
Uitgaven
Besluitvorming
Uitstel invoering nieuw financieringsstelsel kinderopvang
De herziening van het financieringsstelsel is ingrijpend voor zowel de kinderopvangsector en ouders, als de uitvoering aan de kant van de overheid. Een abrupte stijging van de vraag in een sector die momenteel kampt met personeelstekorten en schaarste aan plekken kent, acht het kabinet onverantwoord. Dit vanwege de grote risico’s voor de toegankelijkheid, betaalbaarheid en het brede aanbod en de kwaliteit van de kinderopvang. Om deze redenen is het onvermijdelijk dat de invoering van het nieuwe financieringsstelsel plaatsvindt in 2027, in plaats van 2025. Door uitstel valt cumulatief 4,7 miljard euro vrij.
Ingroei naar nieuw financieringsstelsel kinderopvang
De hervorming van het financieringsstelsel van de kinderopvang wordt met twee jaar uitgesteld van 2025 naar 2027. Er wordt 1,6 miljard euro ingezet om geleidelijk toe te groeien naar het nieuwe stelsel.
Scholingssubsidie STAP afschaffen
Het budget voor scholingssubsidie Stimulans Arbeidsmarktpositie (STAP) wordt vanaf 2024 afgeschaft. Dit wordt gebruikt als bijdrage aan de Rijksbrede dekkingsopgave.
Loonkostenvoordelen doelgroep ouderen afschaffen
Het loonkostenvoordeel (LKV) voor ouderen zal per 2026 worden afgeschaft. Uit evaluatie blijkt dat de doelmatigheid van het LKV ouderen op zijn hoogst beperkt is. De Belastingdienst betaalt de LKV-bedragen in het jaar nadat het recht erop is vastgesteld uit. Daarom leidt deze maatregel vanaf 2027 tot een besparing. Dit wordt ingezet ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave.
Verlaging budget hervorming arbeidsmarktinfrastructuur (structureel) en incidentele intensivering hervorming arbeidsmarktstructuur
Een deel van de Coalitieakkoordmiddelen voor arbeidsmarkt, armoede en schulden is overgeheveld naar de begroting van SZW, en wordt structureel ingezet voor de Rijksbrede dekkingsopgave. Dit betekent dat het budget voor de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur structureel wordt verlaagd. Er worden nog wel incidenteel middelen voor de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur gereserveerd, deze bouwen af naar 0 in 2034. De incidentele intensivering wordt bekostigd uit de incidentele vrijval bij kinderopvang.
Intrekken wetsvoorstel RIV-toets
Het kabinet heeft besloten om het wetsvoorstel RIV-toets door arbeidsdeskundigen in te trekken (toetsing van het re-integratieverslag door UWV). De middelen die hierdoor vrijkomen worden ingezet voor de Rijksbrede dekkingsopgave.
Inzet loon- en prijsbijstelling
Een deel van de prijsbijstelling 2023 op de SZW-begroting en de loon- en prijsbijstelling 2023 over SZW-reserveringen op de Aanvullende Post worden ingezet voor de Rijksbrede dekkingsopgave.
Lage-inkomensvoordeel (LIV)
Het Lage-inkomensvoordeel (LIV) neemt eenmalig toe als gevolg van de verhoging over het jaar 2022 (met terugwerkende kracht) met 211 miljoen euro. Deze eenmalige verhoging komt voort uit de in de Miljoenennota aangekondigde lastenverlichting voor het MKB.
Meersporenbeleid Slavernijverleden
Het kabinet heeft incidenteel 200 miljoen euro beschikbaar gesteld voor maatregelen op het terrein van bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van het slavernijverleden. Daarnaast heeft het kabinet structureel een jaarlijkse bijdrage van 8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van de werkzaamheden van het op te richten Koninkrijkscomité. Het kabinet heeft besloten dat de dekking plaatsvindt middels een verdeelsleutel over alle departementen, dit betreft de bijdrage van SZW.
Arbeidsmarktpakket IOW
Zestigplussers hebben een grotere kans op langdurige werkloosheid. Met de seniorenkansenvisie onderkent het kabinet die lastige positie en worden maatregelen ingezet om de positie van de doelgroep senioren te verbeteren. Omdat een groot deel van de maatregelen een gedegen aanpak op de langere termijn inhoudt kiest het kabinet ervoor de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) met nog één keer vier jaar te verlengen.
Rijksbijdrage Wet Sociale Werkvoorziening
Gezien de beleidsmatige verhoging van het minimumloon beperkt doorwerkt in de Rijksbijdrage WSW, is er een eenmalige extra bijstelling gedaan. Veel van de mensen die werken bij een sociale werkvoorziening verdienen het wettelijk minimumloon. De bijstelling loopt af over de jaren doordat er sinds 2015 geen mensen meer instromen via de WSW.
Overige besluitvorming
Deze post bestaat uit diverse uitgavenmutaties. Het gaat onder andere om herschikkingen van begrotingshoofdstuk 15 naar begrotingshoofdstuk 40 voor de maatregel loonloze tijdvakken WIA. Ook wordt er vanaf 2028 20 miljoen euro bespaard op het re-integratiebudget van gemeenten.
Mee- en tegenvallers
Macrobudget participatiewet
Naar aanleiding van de nieuwe uitvoeringsinformatie van gemeenten over 2022 worden de uitgaven aan de Inkomensondersteuning Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers (IOAW) en Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) neerwaarts bijgesteld. Daarnaast is de doorstroom van de WW naar de IOAW opnieuw berekend. Dit zorgt tevens voor een neerwaartse bijstelling. Ook worden de uitgaven aan de bijstand naar boven bijgesteld als gevolg van de hogere huisvestingstaakstelling voor statushouders in 2023. Een deel van de statushouders die wordt gehuisvest in een gemeente stroomt in bij de bijstand en daarom zorgt de hogere huisvestingstaakstelling voor meeruitgaven.
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)
Op basis van uitvoeringsinformatie van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is de raming voor de Algemene Kinderbijslag bijgesteld. Er is een meerjarige tegenvaller vanwege een verwachte hogere migratiestroom de aankomende jaren, waardoor er meer gezinnen met kinderen als migranten Nederland binnenkomen.
Lage-inkomensvoordeel (LIV)
Op basis van de voorlopige realisaties zijn de verwachte uitgaven aan het Lage-inkomensvoordeel (LIV) meerjarig neerwaarts bijgesteld. Een mogelijke verklaring is dat de CAO-lonen in 2022 relatief hard zijn gestegen, waardoor relatief meer werknemers buiten het uurlooncriterium vallen.
Toeslagenwet (TW)
De meevaller op de Toeslagenwet (TW) wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager verwachte gemiddelde uitkeringshoogte van TW-aanvullingen op basis van realisatiecijfers uit 2022. Daarnaast wordt een lager aantal TW-aanvullingen verwacht vanwege lagere volumes bij onder andere de WW en de WIA. Tenslotte is het effect van de beleidsmatige WML-verhoging per 2023 op de TW-uitgaven herijkt. Dit zorgt voor een lagere per saldo meevaller in 2023 en 2024. Daarna slaat het effect om en vergroot de herijking de per saldo meevaller.
Wajong
De per saldo meevaller op de uitkeringslasten Wajong komt onder andere door een neerwaartse bijstelling op de instroom Wajong2015 naar aanleiding van realisatiecijfers. Daarnaast is de gemiddelde jaaruitkering naar beneden bijgesteld, omdat uit realisaties blijkt dat relatief meer uitkeringsgerechtigden arbeidsvermogen hebben en/of aan het werk zijn, waarbij de groep werkenden ook minder gebruik maakt van inkomensondersteuning. Tevens is het aantal personen met loondispensatie naar beneden bijgesteld, omdat een verwachte stijging na corona in de realisatiecijfers uitbleef. Daarentegen zijn er hogere uitgaven doordat uitkeringsgerechtigden minder snel hun recht op het garantiebedrag verliezen dan waar eerder vanuit werd gegaan.
Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW)
Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en de prognose van de werkloze beroepsbevolking in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB, is de raming van de IOW-uitgaven aangepast. Er is meerjarig sprake van een meevaller, voornamelijk door de lager dan verwachte instroom in 2022 die meerjarig doorwerkt.
Wet Kindgebonden Budget (WKB)
De uitgaven aan het kindgebonden budget zijn meerjarig opwaarts bijgesteld. Dit is gedaan op basis van een hoger gebruik in 2022, een hogere bevolkingsprognose voor kinderen van 0-17 jaar in verband met migratie, hogere uitgaven over oude toeslagjaren (meer nabetalingen), en doordat de inkomensontwikkeling van huishoudens met kinderen in de CEP-raming lager uitvalt dan eerder werd verwacht.
Kinderopvangtoeslag
De uitgaven aan de kinderopvangtoeslag zijn meerjarig naar beneden bijgesteld. Dit is het gevolg van verschillende effecten, waaronder een lager aantal geboorten in de nieuwe CBS-bevolkingsprognose, een lager gemiddeld vergoedingspercentage in de realisaties, en een licht naar boven bijgestelde werkloosheid. Daarentegen is het gebruik van kinderopvang in 2022 hoger uitgekomen dan eerder werd verwacht, dit werkt meerjarig door. Per saldo is sprake van een meevaller.
Voorinburgering COA
De verwachte stijging van de asielinstroom werkt meerjarig door in het aantal trajecten Voorbereiding op de Inburgering dat het COA aanbiedt aan statushouders. Dit leidt tot hogere kosten.
Gemeenten Inburgeringsvoorziening
De verwachte stijging van de asielinstroom werkt meerjarig door in de uitgaven aan de Specifieke Uitkering voor de inburgeringsvoorzieningen. Gemeenten ontvangen van het Rijk budget voor het aanbieden van inburgeringstrajecten aan statushouders. Door hoger dan verwachte aantallen vallen de uitgaven hoger uit.
Overige mee- en tegenvallers
Dit betreft diverse relatief kleine mee- en tegenvallers, zo zijn onder andere de geraamde uitgaven aan DUO leningen omhoog bijgesteld op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie.
Technisch
Macrobudget Participatiewet
De bijstelling van het macrobudget participatiewet heeft verschillende oorzaken. Naar aanleiding van de nieuwe uitvoeringsinformatie van gemeenten over 2022 worden de uitgaven aan de bijstand en loonkostensubsidie (LKS) neerwaarts bijgesteld. De bijstandsraming wordt naar boven bijgesteld als gevolg van de hogere werkloosheidsraming van het CPB ten opzichte van de MEV. De laatste effecten domineren in de raming.
Overboekingen met andere begrotingen
Dit betreft verschillende overboekingen met andere begrotingen. De grootste overboekingen vinden plaats met de andere begrotingshoofdstukken van SZW, Sociale Verzekeringen en Koppeling Uitkeringen. Daarnaast is er geld overgeboekt naar onder andere het Gemeentefonds.
Corona
Er zijn verschillende mutaties in het kader van de corona steunmaatregelen verwerkt. Allereerst vinden in 2023 de definitieve vaststellingen van de Tozo-budgetten voor het jaar 2021 plaats, alsmede de voorlopige vaststellingen voor het jaar 2022. Hierdoor wordt ca. 15 miljoen euro meer nabetaald dan eerder geraamd. Daarnaast vinden er in het kader van de NOW nabetalingen en ontvangsten plaats tussen UWV en SZW. Over alle NOW-tranches heen wordt in 2023 66 miljoen euro minder uitbetaald door SZW aan UWV dan eerder geraamd. Tenslotte wordt een deel van de reservering voor NOW-uitvoeringskosten verschoven van 2023 naar 2024. Deze reservering in 2024 wordt later in het juiste kasritme gezet, zodra bekend is in welke jaren er nog precies uitvoeringskosten zullen zijn voor de afwikkeling van de NOW.
Oekraïne
Het gebruik door Oekraïense ontheemden van de kinderopvangtoeslag, de kinderbijslag en het kindgebonden budget is aanzienlijk lager dan waar eerder vanuit werd gegaan. De verwachte uitgaven voor de eerste helft van 2023 zijn daarom naar beneden bijgesteld.
Kasschuiven
Tijdens de besluitvorming zijn enkele kasschuiven verwerkt. Dit betreft voornamelijk uitgaven die van 2023 naar latere jaren worden verplaatst. De grootste waren een kasschuif voor middelen leerrechten en een voor Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU). Daarnaast was er een technische kasschuif voor het opboeken van de middelen voor taalonderwijs voor Oekraïners.
Loon- en prijsbijstelling
Met deze overboeking worden de uitgaven op de begroting van het ministerie van SZW op het prijspeil 2023 gebracht. Hieronder vallen zowel de reguliere loon- en prijsbijstelling als de eenmalige extra prijsbijstelling in het kader van de hogere energieprijzen.
Extrapolatie
Onder deze post zijn de uitgaven voor het jaar 2028 vastgesteld.
Overige Technische mutaties
Dit betreft diverse relatief kleine technische mutaties, zo gaat het onder meer over budget voor de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) dat in 2022 niet is besteed en mee wordt genomen naar 2023.
Niet-plafondrelevant
Rijksbijdragen
Onder niet-plafondrelevant is het saldo weergegeven van de mutatie van Bijdrage in de kosten van de heffingskortingen (BIKK) en van Rijksbijdrage aan het ouderdomsfonds. De rijksbijdrage in de BIKK daalt licht in het eerste jaar en stijgt in de jaren daarna. De omvang van de BIKK hangt onder andere af van de omvang van de heffingskortingen (de gederfde belastinginkomsten). Door de hogere verwachte inflatie en loonstijgingen ten opzichte van CEP 2022 neemt de omvang van de heffingskortingen toe. Voor de gederfde inkomsten vanwege de heffingskortingen worden de sociale fondsen (voor de AOW, de ANW en de Wlz) via de BIKK deels gecompenseerd. De uitgaven aan de BIKK nemen dus toe. De Rijksbijdrage aan het ouderdomsfonds daalt omdat de geraamde premie-inkomsten naar boven zijn bijgesteld. De Rijksbijdrage is bedoeld om het vermogenstekort van het Ouderdomsfonds aan te vullen. Als er meer premies binnen komen kan de Rijksbijdrage dus lager zijn. In 2023 is de Rijksbijdrage eenmalig lager omdat het Ouderdomsfonds het jaar 2022 heeft afgesloten met een positief vermogen.
Ontvangsten
Mee- en tegenvallers
Wet Kindgebonden Budget (WKB)
Op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst zijn de ontvangsten gerelateerd aan het kindgebonden budget meerjarig naar boven bijgesteld.
Kinderopvangtoeslag (KOT)
De ontvangsten Kinderopvangtoeslag zijn in de meeste jaren naar beneden bijgesteld. De bijstelling hangt vooral samen met minder terugvorderingen tot en met toeslagjaar 2024. Daardoor komen, met vertraging, ook de ontvangsten lager uit.
Overige mee- en tegenvallers
Dit betreft diverse relatief kleine mee- en tegenvallers. Hieronder valt onder meer de ontvangst die volgt uit de afrekening over 2022 van de Specifieke Uitkering voor de inburgeringsvoorzieningen. Daarnaast zijn de verwachte boete-ontvangsten van de Nederlandse Arbeidsinspectie omhoog bijgesteld.
Technisch
Corona
Er zijn verschillende mutaties in het kader van de corona steunmaatregelen verwerkt. In het kader van de Tozo worden er in 2023 63 miljoen euro meer ontvangsten verwacht dan waar eerder rekening mee werd gehouden. Hier hangen de meerjarige mutaties mee samen: in latere jaren worden minder ontvangsten verwacht, en ze worden tevens eerder verwacht. Bij de NOW worden er tevens meer ontvangsten verwacht dan eerder geraamd.
Extrapolatie
Onder deze post zijn de uitgaven voor het jaar 2028 vastgesteld.