In miljoenen euro's | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2023 | 72.409,8 | 76.316,8 | 80.210,0 | 84.488,6 | 88.814,2 | 0,0 |
Besluitvorming | ‒ 24,7 | ‒ 10,3 | 3,1 | 33,7 | 74,3 | 32,2 |
Sociaal medisch beoordelen | 0,0 | 6,1 | 5,5 | 35,4 | 65,0 | 38,2 |
Maatregel loonloze tijdsvakken WIA | 0,0 | 4,1 | 12,1 | 19,5 | 26,3 | 32,7 |
Overige besluitvorming | ‒ 24,7 | ‒ 20,6 | ‒ 14,4 | ‒ 21,1 | ‒ 17,0 | ‒ 38,7 |
Mee- en tegenvallers | ‒ 611,4 | ‒ 628,4 | ‒ 576,4 | ‒ 538,7 | ‒ 478,9 | ‒ 408,5 |
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen | ‒ 152,2 | ‒ 229,7 | ‒ 232,5 | ‒ 213,7 | ‒ 189,1 | ‒ 129,5 |
Ziektewet | ‒ 67,9 | ‒ 56,0 | ‒ 45,1 | ‒ 37,3 | ‒ 33,9 | ‒ 33,7 |
AOW | ‒ 249,8 | ‒ 269,1 | ‒ 278,8 | ‒ 276,9 | ‒ 269,7 | ‒ 273,7 |
Uitvoeringskosten UWV | 0,0 | ‒ 38,3 | ‒ 32,9 | ‒ 25,4 | ‒ 24,9 | ‒ 21,3 |
Verlofregelingen | ‒ 132,8 | ‒ 10,4 | 28,7 | 23,2 | 39,6 | 41,0 |
Overige mee- en tegenvallers | ‒ 8,7 | ‒ 24,9 | ‒ 16,0 | ‒ 8,6 | ‒ 1,0 | 8,7 |
Technisch | ‒ 204,7 | 1.498,4 | 2.235,7 | 3.467,6 | 4.215,1 | 97.376,9 |
Overboekingen met andere begrotingen | ‒ 23,3 | ‒ 28,5 | ‒ 32,2 | ‒ 37,6 | ‒ 47,8 | ‒ 51,1 |
Nominale ontwikkeling | 245,4 | 1.897,2 | 2.550,5 | 3.742,7 | 4.431,3 | 4.942,9 |
Bijstelling werkloosheidswet | ‒ 426,8 | ‒ 370,2 | ‒ 282,5 | ‒ 237,4 | ‒ 168,4 | ‒ 131,9 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 92.617,0 |
Stand Voorjaarsnota 2023 | 71.568,9 | 77.176,5 | 81.872,4 | 87.451,2 | 92.624,7 | 97.000,6 |
In miljoenen euro's | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2023 | 233,7 | 242,8 | 252,0 | 255,0 | 255,3 | 0,0 |
Besluitvorming | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Technisch | ‒ 36,2 | ‒ 19,5 | ‒ 0,3 | 27,1 | 49,2 | 327,5 |
Werkloosheidswet | ‒ 37,4 | ‒ 23,4 | ‒ 8,6 | 11,7 | 27,7 | 37,5 |
Nominale ontwikkeling | 1,2 | 3,9 | 8,3 | 15,4 | 21,5 | 27,7 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 262,4 |
Niet-plafondrelevant | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Stand Voorjaarsnota 2023 | 197,5 | 223,3 | 251,7 | 282,1 | 304,5 | 327,5 |
Uitgaven
Besluitvorming
Sociaal medisch beoordelen (SMB)
Dit zijn maatregelen die worden ingezet om de mismatch bij sociaal-medisch beoordelen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid te verminderen. De tijdelijke maatregel niet terugvorderen (onder voorwaarden) van voorschotten wordt met één jaar en tot eind 2024 verlengd. Het streven is om ook de tijdelijke maatregel vereenvoudigde claimbeoordeling voor 60-plussers te verlengen. Daarnaast wordt de tijdelijke maatregel ‘beoordelen op verdiensten’ op korte termijn nader uitgewerkt en ingevoerd. Deze maatregel heeft als gevolg dat er tijdelijk meer en hogere WIA-uitkeringen worden verstrekt.
Maatregel loonloze tijdsvakken WIA
De hoogte van de WIA-uitkering (Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) wordt vastgesteld op basis van het inkomen uit het verleden. Daartoe wordt iemands dagloon vastgesteld. Voor mensen die een WW-uitkering ontvangen in de WIA referteperiode (het jaar voorafgaand aan ziekte), valt dat dagloon lager uit omdat de WW uitkering met een maand vertraging wordt uitbetaald. Daardoor kan een periode ontstaan waarin geen loon is ontvangen (een loonloos tijdvak) en dat heeft een verlagend effect op het dagloon. Dit wordt als een hardheid ervaren en daarom wordt een maatregel nader uitgewerkt en vervolgens vanaf 2024 ingevoerd om het dagloonverlagende effect dat hierdoor optreedt teniet te doen. Het gevolg hiervan is dat de WIA-uitkeringslasten zullen stijgen.
Overige besluitvorming
Deze post bestaat uit diverse relatief kleine uitgavenmutaties. Het gaat onder andere om afstel van het onderdeel bedrijfsbeëindiging wegens ziekte van de werkgever van de compensatie transitievergoeding voor MKB.
Mee- en tegenvallers
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)
De WIA kent een forse meevaller die grotendeels verklaard wordt door een hogere uitstroom bij de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Dit komt deels door een technische oorzaak waardoor mensen met een voorschot die later geen recht blijken te hebben op een WIA-uitkering administratief niet als uitgestroomd werden geregistreerd. Daarvoor is nu een correctie toegepast waardoor het aantal WGA-uitkeringen daalt.
De Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) kent een kleine meevaller. De instroom in 2023 en 2024 neemt af doordat een lagere instroom door corona wordt verwacht. De uitstroom neemt in de IVA ook toe, maar de doorstroom uit de WGA ook in verband met de voorschotproblematiek. Per saldo daalt het aantal uitkeringen in de IVA.
Ziektewet (ZW)
Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV zijn de uitgaven aan de Ziektewet (ZW) per saldo meerjarig neerwaarts bijgesteld. Met name bij de eindedienstverbanders en de zieke werklozen is het geraamde volume flink gedaald, omdat zij in 2022 minder gebruik maakten van de ZW dan eerder werd verwacht. Hier tegenover staat een beperkte tegenvaller doordat de gemiddelde uitkering licht stijgt en de werkzame beroepsbevolking is toegenomen.
AOW
Op basis van uitvoeringsinformatie van de SVB over 2022 en de CBS-bevolkingsprognose 2022 wordt de raming voor de verwachte uitkeringslasten van de AOW neerwaarts bijgesteld. De voornaamste verklaring voor de neerwaartse bijstelling is de oversterfte die in 2022 heeft plaatsgevonden. Ook houdt het CBS voor de komende jaren rekening met een hogere sterfte dan eerder voorspeld. Daarnaast wordt er in de nieuwe prognose gebruik gemaakt van een nieuwe CBS-prognose van de huishoudensamenstelling. Hierin wordt verwacht dat AOW-gerechtigden vaker samenwonen. Dat heeft een neerwaarts effect op de uitkeringslasten.
Uitvoeringskosten UWV
De uitvoeringskosten UWV volgen de ontwikkelingen in de moederwetten die het UWV uitvoert. De uitvoeringskosten UWV worden naar beneden bijgesteld op basis van de januarinota en het concept CEP. Met name op de Ziektewet worden minder aanvragen verwacht dan eerder geraamd.
Verlofregelingen (WAZO, ZEZ, WIEG en WBO)
Het gebruik van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO), Zelfstandige en Zwanger (ZEZ) en Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG) is toegenomen, maar de geboorteprognose van het CBS is lager dan voorheen. Het per saldo effect is dat het volume van de regelingen in de eerste jaren lager ligt, maar vanaf 2025 hoger ligt dan eerder vanuit werd gegaan. Dit leidt tot meevallers in de eerste jaren en tegenvallers in de later jaren. De Wet Betaald Ouderschapsverlof (WBO) is per augustus 2022 ingegaan. Het gebruik in de eerste vijf maanden was lager dan verwacht, daarom is het volume meerjarig neerwaarts bijgesteld. De gemiddelde prijs van de WBO is daarentegen hoger uitgekomen dan eerder verwacht. Per saldo leidt dit tot een meevaller in 2023 en tegenvallers vanaf 2024.
Overige mee- en tegenvallers
Dit betreft diverse relatief kleine mee- en tegenvallers. Het betreft vooral bijstellingen van de verwachte uitgaven in de komende jaren op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie. Zo zijn de uitgaven voor de Compensatieregeling Transitievergoeding na twee jaar ziekte en de Algemene Nabestaandenwet naar boven bijgesteld. De uitgaven aan de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering en aan WGA Eigenrisicodragers zijn juist naar beneden bijgesteld
Technisch
Overboekingen met andere begrotingen
Dit betreft verschillende overboekingen met andere begrotingen. De grootste overboeking is met een ander begrotingshoofdstuk van SZW, het begrotingshoofdstuk voor Begrotingsgefinancierde uitgaven. Daarnaast wordt er geld overgeboekt naar het Ministerie van Financiën voor uitvoeringskosten van de Belastingdienst.
Nominale ontwikkeling
De nominale ontwikkeling wordt opwaarts bijgesteld doordat het CPB de verwachte stijging van de contractlonen in de marktsector en van het brutominimumloon opwaarts heeft bijgesteld. Dit werkt door in vrijwel alle uitkeringsregelingen.
Bijstelling werkloosheidswet
Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en de prognose van de werkloze beroepsbevolking in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB, is de raming van de WW-uitgaven aangepast. De verwachte uitgaven tussen 2023 en 2028 zijn met ca. 1,6 miljard euro cumulatief naar beneden bijgesteld. De instroom in de WW was 2022 lager dan verwacht. Dit werkt meerjarig door. De uitkeringshoogte lag wel iets hoger, wat doorwerkt in de prognose van de uitkeringslasten. In CEP ligt de werkloze beroepsbevolking iets hoger dan eerder verwacht door het CPB. Dit tempert de meevaller in latere jaren.
Extrapolatie
Onder deze post zijn de uitgaven voor het jaar 2028 vastgesteld.
Ontvangsten
Technisch
Werkloosheidswet
De Ufo-ontvangsten zijn WW-lasten die worden verhaald op overheidswerkgevers, aangezien zij eigenrisicodrager zijn. De ramingsmethode van de Ufo-ontvangsten is aangepast, omdat werd gesignaleerd dat de relatie met de WW-uitgaven sterker was dan in de eerdere raming verwerkt. Dit leidt voor de eerstvolgende jaren tot lagere ontvangsten die later omslaan in hogere ontvangsten. Daarnaast is het eerder verwachte beleidsmatige effect van de RVU (Regeling voor vervroegde uittreding) uitgeboekt.
Nominale ontwikkeling
De nominale ontwikkeling op de ontvangsten wordt opwaarts bijgesteld.
Extrapolatie
Onder deze post zijn de uitgaven voor het jaar 2028 vastgesteld.