Sociale Verzekeringen: Uitgaven | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
In miljoenen euro | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Stand Basisstand Miljoenennota | 83.108 | 88.106 | 92.565 | 97.348 | 102.772 | 0 |
Meevallers | 5 | ‒ 83 | ‒ 213 | ‒ 420 | ‒ 513 | ‒ 670 |
Herziening ramingsmethodiek WIA | 24 | ‒ 39 | ‒ 146 | ‒ 336 | ‒ 418 | ‒ 574 |
Algemene Ouderdomswet (AOW) | ‒ 12 | ‒ 34 | ‒ 56 | ‒ 72 | ‒ 82 | ‒ 83 |
Overige meevallers | ‒ 7 | ‒ 10 | ‒ 11 | ‒ 12 | ‒ 13 | ‒ 13 |
Tegenvallers | 483 | 746 | 860 | 965 | 1.092 | 1.162 |
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) | 281 | 468 | 610 | 733 | 820 | 875 |
Ziektewet (ZW) | 99 | 79 | 96 | 120 | 137 | 141 |
Verlofregelingen | 46 | 47 | 51 | 58 | 63 | 69 |
WIA: herstelactie dagloon | 28 | 62 | 39 | 0 | 0 | 0 |
Compensatieregeling transitievergoeding - LAO | 24 | 30 | 13 | 17 | 21 | 25 |
Uitvoeringskosten UWV en SVB | 53 | 45 | 35 | 47 | 47 | |
Overige tegenvallers | 5 | 7 | 6 | 4 | 4 | 4 |
Intensiveringen | 19 | 206 | 231 | 180 | 218 | 237 |
WIA: SMC-uitvoeringskosten | 30 | 34 | 36 | 0 | 0 | 0 |
WIA: 60+ maatregel | 2 | 9 | 25 | 50 | 67 | 60 |
WIA: loonloze tijdvakken | ‒ 39 | 103 | 113 | 65 | 69 | 73 |
WIA: kwijtschelden voorschotten | 30 | 33 | 49 | 69 | 91 | |
Overige intensiveringen | 26 | 29 | 25 | 16 | 13 | 13 |
Ombuigingen | ‒ 5 | ‒ 3 | 188 | 50 | ‒ 343 | ‒ 357 |
Hervorming Werkloosheidswet (WW): duurverkorting naar 18 maanden | 5 | 200 | 83 | ‒ 247 | ‒ 262 | |
Hervorming Werkloosheidswet (WW): koppeling LGU-WGA | ‒ 16 | ‒ 62 | ‒ 61 | |||
Overige ombuigingen | ‒ 5 | ‒ 8 | ‒ 12 | ‒ 17 | ‒ 35 | ‒ 34 |
Kasschuiven | ‒ 15 | ‒ 1 | 9 | 1 | 4 | 3 |
Kasschuiven | ‒ 15 | ‒ 1 | 9 | 1 | 4 | 3 |
Overboekingen met andere begrotingen | ‒ 28 | ‒ 32 | ‒ 43 | ‒ 54 | ‒ 65 | ‒ 66 |
Overboeking invullen apparaatstaakstelling OCW | ‒ 24 | ‒ 24 | ‒ 25 | ‒ 25 | ‒ 25 | ‒ 25 |
Overboeking invullen apparaatstaakstelling HLA | ‒ 11 | ‒ 22 | ‒ 33 | ‒ 45 | ‒ 45 | |
Overige overboekingen met andere begrotingen | ‒ 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Kadercorrecties | ‒ 63 | ‒ 38 | 57 | ‒ 78 | ‒ 171 | ‒ 465 |
Nominale ontwikkeling | 130 | 234 | 399 | 296 | 146 | ‒ 218 |
Werkloosheidswet (WW) | ‒ 193 | ‒ 272 | ‒ 341 | ‒ 374 | ‒ 317 | ‒ 247 |
Overige kadercorrecties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | 108.315 | |||||
Extrapolatie | 108.315 | |||||
Stand Voorjaarsnota | 83.503 | 88.901 | 93.655 | 97.993 | 102.994 | 108.158 |
Sociale Verzekeringen: Ontvangsten | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
In miljoenen euro | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Stand Basisstand Miljoenennota | 245 | 282 | 306 | 337 | 349 | 0 |
Kadercorrecties | 13 | 9 | ‒ 3 | 9 | 15 | 0 |
Nominale ontwikkeling | 1 | 2 | 1 | 2 | 3 | ‒ 1 |
Overige kadercorrecties | 12 | 7 | ‒ 4 | 6 | 12 | 0 |
Extrapolatie | 364 | |||||
Extrapolatie | 364 | |||||
Stand Voorjaarsnota | 259 | 290 | 302 | 346 | 364 | 363 |
Uitgaven
Meevallers
Herziening ramingsmethodiek WIA
Het afgelopen najaar heeft SZW het ramingsmodel van de wet WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) herzien om het model te vereenvoudigen en de uitlegbaarheid te vergroten. Voorheen werden voor de raming van de toekomstige WIA-uitgaven de inschattingen van het UWV gebruikt als basis. In het nieuwe ramingsmodel wordt gebruik gemaakt van de eigen langetermijnraming van SZW, waarin realisatiecijfers uit het verleden de basis vormen. Dit maakt de SZW-raming beter uitlegbaar omdat SZW meer inzicht heeft in de eigen langetermijnraming dan in de meerjarige inschattingen van het UWV.
Deze (eenmalige) mutatie geeft alleen het effect weer dat ontstaat wanneer de realisatiecijfers die de basis vormen voor de SZW-begroting 2025 worden ingevoerd in het nieuwe ramingsmodel. Aanvullende informatie over de mate waarin trends uit de realisatiecijfers zich ook in de toekomst zullen voordoen is hierbij niet meegenomen, wat bij een normale ramingsronde wel gebeurt. Daarmee is deze mutatiereeks niet te zien als het verschil dat ontstaat door de vorige ramingsronde opnieuw door te rekenen met een nieuw model.
Deze mutatie moet in samenhang bezien worden met de mutatie als gevolg van uitvoeringsinformatie. De meerjarige doorrekening van de realisaties van 2024 uit de Januarinota van het UWV is immers uitgevoerd met het aangepaste ramingsmodel. Per saldo leiden deze mutaties (een meevaller door de herziene methodiek, een tegenvaller door de uitvoeringsinformatie) tot een structurele tegenvaller van 301 miljoen euro op de WIA, waarvan 112 miljoen euro op de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) en 189 miljoen euro op de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA, inclusief eigenrisicodragers).
Algemene Ouderdomswet (AOW)
De raming van de AOW-uitkeringslasten wordt meerjarig neerwaarts bijgesteld. Dit wordt verklaard door een neerwaartse bijstelling van het aantal personen met een AOW-uitkering. Het CBS verwacht namelijk dat het aantal personen met een AOW-gerechtigde leeftijd de komende jaren zal blijven groeien, maar minder hard dan vorig jaar werd geraamd. Daarnaast wordt ook het gemiddelde opbouwpercentage voor de groep die een gekorte AOW ontvangt, neerwaarts bijgesteld. Tegenover de neerwaartse bijstelling door het aantal gerechtigden en het opbouwpercentage, staat een opwaartse bijstelling door een groter aandeel alleenstaanden AOW-gerechtigden.
Overige meevallers
Onder deze post vallen meerdere meevallers van beperkte budgettaire omvang. De voornaamste bijstelling binnen deze post is op de Algemene Nabestaandewet (Anw). De uitgaven aan deze regeling vallen meerjarig lager uit, door een lager aantal Anw-gerechtigden dan eerder verwacht. Deze lagere uitgaven bedragen 7 miljoen euro in 2025 en lopen op tot 12 miljoen euro in 2030.
Tegenvallers
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Dit betreft de meerjarige doorrekening van de realisaties van 2024 uit de Januarinota van het UWV op zowel de IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) als de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten, inclusief eigenrisicodragers). Deze tegenvaller wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er in 2024 meer mensen de WIA zijn ingestroomd dan eerder werd verwacht. Deze hogere instroom wordt voornamelijk verklaard door long-covid en psychische aandoeningen en werkt door in de raming van de toekomstige uitgaven.
Deze mutatie moet in samenhang bezien worden met de mutatie als gevolg van de herziening van de ramingsmethodiek. De meerjarige doorrekening van de realisaties van 2024 uit de Januarinota van het UWV is immers uitgevoerd met het aangepaste ramingsmodel. Per saldo leiden deze mutaties (een meevaller door de herziene methodiek, een tegenvaller door de uitvoeringsinformatie) tot een structurele tegenvaller van 301 miljoen euro op de WIA, waarvan 112 miljoen euro op de IVA en 189 miljoen euro op de WGA.
Ziektewet (ZW)
De ZW-uitkeringslasten zijn in 2030 met circa 140 miljoen euro opwaarts bijgesteld. Dit komt voornamelijk door de bijstelling van het ZW-volume en in mindere mate door de bijstelling van de gemiddelde ZW-uitkeringshoogte. Het ZW-volume is met name voor de groep ziekte bij zwangerschap fors opwaarts bijgesteld. Uit de CEP-raming blijkt namelijk dat de werkzame beroepsbevolking de komende jaren sterk toeneemt. Hierdoor wordt met name een hoger beroep op de ZW door zieke zwangeren verwacht. Ook heeft er een wijziging plaatsgevonden van het ramingsmodel van de zieke uitzendkrachten. Door deze aanpassing wordt richting het einde van de begrotingshorizon een hogere instroom voor de groep uitzendkrachten in de ZW geraamd ten opzichte van de vorige raming.
Verlofregelingen
De uitgaven voor de verlofregelingen worden opwaarts bijgesteld met circa 46 miljoen euro in 2025 tot circa 69 miljoen euro in 2030. De opwaartse bijstelling komt voort uit de bevolkingsprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), die verwacht dat het aantal geboorten komende jaren toeneemt. Hierdoor is de verwachting dat er meer mensen van de regelingen gebruik zullen maken, en/of dat zij langer verlof opnemen dan voorheen voorzien. Dit geldt voor de regelingen voor zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof (WAZO), aanvullend geboorteverlof voor partners (WIEG) en de wet betaald ouderschapsverlof (WBO). De raming voor de uitkeringslasten voor de zelfstandige-en-zwanger-regeling (ZEZ) wordt daarentegen naar beneden bijgesteld, de verwachting is dat de gemiddelde uitkering lager uitvalt dan eerder voorzien.
WIA: herstelactie dagloon
UWV heeft in de periode 2020 ‒ 2024 een substantieel aantal fouten gemaakt bij het vaststellen van het dagloon in de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Dit heeft gevolgen voor de uitkeringen van WIA-gerechtigden die te veel of te weinig hebben ontvangen. UWV brengt momenteel de precieze omvang en de impact voor uitkeringsgerechtigden in kaart. Deze fouten worden de komende jaren hersteld, wat extra WIA-uitgaven tot gevolg heeft. Voor het herstel zet UWV een correctieorganisatie op. Ook voor de Toeslagenwet (TW) is er een klein effect.
Compensatieregeling transitievergoeding – LAO
Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV is de raming van de compensatieregeling transitievergoeding voor langdurige arbeidsongeschiktheid (CRTV LAO) opwaarts bijgesteld. Dit wordt veroorzaakt door een hogere gemiddelde uitkering. Daarnaast worden vanaf 2027 meer uitbetalingen verwacht door een toename in het aantal langdurig arbeidsongeschikten, in lijn met de realisatiecijfers in de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). In 2025 en 2026 wordt een lager aantal uitbetalingen verwacht. Het prijseffect is echter groter, waardoor er ook in deze jaren sprake van een per saldo tegenvaller.
Uitvoeringskosten UWV en SVB
Op basis van de macro-economische verwachtingen van het CPB in de CEP-raming en de januarinota van het UWV en SVB worden de uitvoeringskosten naar boven bijgesteld. De uitvoeringskosten nemen per saldo toe doordat de raming van het aantal aanvragen en continueringen van uitkeringsregelingen naar boven is bijgesteld.
Overige tegenvallers
Onder deze post vallen meerdere tegenvallers van beperkte budgettaire omvang. Zo worden de uitgaven aan de Compensatieregeling Transitievergoeding MKB (CRTV MKB) meerjarig hoger geraamd dan eerder verwacht. Uit realisatiegegevens blijkt dat de hoogte van de uitgekeerde compensatiebedragen hoger is dan eerder verwacht. Deze tegenvaller bedraagt 24 miljoen euro in 2025 en loopt op tot 25 miljoen euro in 2030.
Intensiveringen
WIA: SMC-uitvoeringskosten
De vraag naar sociaal-medische beoordelingen is al tijden groter dan het aantal beoordelingen dat UWV kan verrichten. Er wordt aanvullende financiering beschikbaar gesteld voor het UWV, zodat taakdelegatie bij sociaal-medische centra kan worden uitgebreid. Door taakdelegatie worden delen van de sociaal-medische beoordelingen uitgevoerd door sociaal-medisch verpleegkundigen en arbeidsdeskundigen, waardoor de verzekeringsarts efficiënter wordt ingezet.
WIA: 60+ maatregel
Om de achterstanden bij sociaal medisch beoordelen te verkleinen wordt vanaf september 2025 de vereenvoudigde claimbeoordeling voor 60-plussers voort te zetten voor een periode van twee jaar. De maatregel zorgt ervoor dat 60-plussers die wachten op hun Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)-claimbeoordeling tijdelijk vereenvoudigd worden beoordeeld. Dit heeft als gevolg dat er tijdelijk meer en hogere WIA-uitkeringen worden verstrekt, waardoor de WIA uitgaven toenemen. Tegenover de extra WIA-uitgaven staat een inverdieneffect op de Werkloosheidswet (WW) en Inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW).
WIA: loonloze tijdvakken
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft medio 2024 bepaald dat alle loonloze tijdvakken buiten beschouwing gelaten moeten worden bij de dagloonvaststelling in de WIA. Loonloze tijdvakken zijn periodes waarin geen inkomen is ontvangen, met als gevolg dat het dagloon en daarmee de WIA-uitkering lager uitvalt. Deze rechterlijke uitspraak leidt tot extra structurele lasten in de WIA (en een inverdieneffect op de Toeslagenwet).
WIA: kwijtschelden voorschotten
Als gevolg van de lange wachttijden bij de WIA-claimbeoordelingen verstrekt UWV aan mensen een voorschot op de WIA-uitkering. Werknemers kunnen in financiële problemen komen als deze voorschotten terugbetaald moeten worden indien er geen recht blijkt op een uitkering. Daarom wordt sinds medio 2021 buitenwettelijk beleid gevoerd en het voorschot kwijtgescholden. Het voeren van tijdelijk buitenwettelijke beleid is onwenselijk, omdat dit rechtsonzekerheid geeft aan burgers. Daarom wordt dit beleid structureel en binnenwettelijk gemaakt, zodat het beleid voorspelbaar wordt voor langdurig zieke werknemers. De maatregel zorgt voor extra WIA-uitgaven en in mindere mate voor extra Toeslagenwet-uitgaven.
Overige intensiveringen
Onder deze post vallen verschillende intensiveringen. Vanuit de envelop loondoorbetaling bij ziekte op de Aanvullende Post wordt voor verbeterde re-integratie twee maatregelen uitgevoerd. Voor pilots voor betere re-integratiedienstverlening aan vangnetters (zieke werknemers zonderwerkgever) komt cumulatief 27 miljoen euro beschikbaar en voor re-integratie aan werklozen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie komt cumulatief 18 miljoen euro beschikbaar. Ook wordt er voor cumulatief 30 miljoen euro geïntensiveerd op het extra bevallingsverlof, in het kader van vereenvoudiging.
Ombuigingen
Afromen Groepen in de knel
Bij Miljoenennota 2025 zijn middelen overgeheveld naar de SZW-begroting ten behoeve van een maatregelenpakket voor het aanpakken van problematische schulden en een maatregel om netto in plaats van bruto terug te vorderen. De middelen voor problematische schulden waren voornamelijk beoogd voor gemeentelijk schuldenbeleid (vroegsignalering), beleid van SZW (integraal schuldenoverzicht voor huishoudens) en beleid van JenV (één overheidsincasso en het voorkomen van kostenoploop boetes). Vanaf 2029 worden deze middelen ingezet ter dekking van de budgettaire problematiek op de SZW-begroting. Ook wordt een deel van de reservering voor Groepen in de knel op de Aanvullende Post ingehouden.
Hervorming Werkloosheidswet (WW): duurverkorting naar 18 maanden
In het HLA is afgesproken dat er een besparing plaats zal vinden op de Werkloosheidswet van 200 miljoen euro per jaar vanaf 2027. Er is voor gekozen om deze besparing in te vullen met een verkorting van de maximale WW-duur van 24 naar 18 maanden, waarbij de maximale duur vanaf 1 januari 2028 geleidelijk wordt verlaagd. Een duurverkorting heeft met vertraging een budgettair effect, waardoor er ten opzichte van de besparing in het HLA in 2027, 2028 en 2029 minder wordt bespaard dan afgesproken in het HLA en vanaf 2030 meer. Het effect van duurverkorting op de uitgaven aan de Werkloosheidswet en de uitvoeringskosten UWV zijn verwerkt op Hoofdstuk 40, Sociale Verzekeringen. Het effect van de duurverkorting (een hogere instroom in de Participatiewet, lager gebruik van de Toeslagenwet, hoger gebruik IOW en hogere uitvoeringskosten van gemeenten) zijn verwerkt op Hoofdstuk 15, Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Hervorming WW: koppeling LGU-WGA
Voor de loongerelateerde uitkering (LGU) van de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en de Werkloosheidswet is omwille van vereenvoudiging ervoor gekozen om de hoogte en duur van de twee uitkeringen te harmoniseren. In het Hoofdlijnenakkoord is gekozen voor een besparing op de Werkloosheidswet. Hier wordt invulling aan gegeven met een inkorting van de maximale WW-uitkeringsduur, wat ook leidt tot een inkorting van de maximale uitkeringsduur van de loongerelateerde WGA-uitkering. WGA-gerechtigden ontvangen daardoor eerder een loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering. Daar tegenover staat dat de uitgaven aan de Toeslagenwet voor mensen met een WGA-uitkering na de LGU naar verwachting hoger uitvallen. Per saldo in 2030 bespaart dit 54 miljoen euro aan uitgaven op de SZW-begroting.
Overige ombuigingen
Onder deze post vallen verschillende ombuigingen van beperkte omvang, zoals het afschaffen van het urencriterium in de zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen (ZEZ) in het kader van vereenvoudiging van het verlofstelsel, voor cumulatief 49 miljoen euro. Verder zijn er ook meerdere kleinere ombuigingen op artikel 11: uitvoeringskosten, voor in totaal 5 miljoen euro in 2025 tot 3 miljoen euro in 2030.
Kasschuiven
Kasschuiven
Deze post betreft meerdere kasschuiven, zoals een kasschuif voor maatregelen om kwetsbare mensen in de WW te ondersteunen. Hierbij wordt er 6 miljoen euro geschoven uit 2025 naar 2029 en 2030. Ook is er een kasschuif voor de Wet beperkte verbreding banenafspraak. Vanwege één jaar uitstel wordt er 5 miljoen euro geschoven van 2026 naar 2027.
Overboekingen met andere begrotingen
Overboeking invullen apparaatstaakstelling OCW
Een deel van de taakstelling naar aanleiding van de besluitvorming over de OCW-begroting (amendement Bontenbal c.s) wordt ingevuld met hulp van een bijdrage van het UWV en de SVB. Deze invulling bedraagt jaarlijks totaal 31 miljoen euro, waarvan 24 miljoen euro op hoofdstuk 40. Deze bijdrage wordt overgeboekt van hoofdstuk 40 naar hoofdstuk 15 van de SZW-begroting, waar de totale taakstelling wordt ingevuld.
Overboeking invullen apparaatstaakstelling HLA
Een deel van de apparaatstaakstelling uit het HLA wordt ingevuld met hulp van een bijdrage van het UWV en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Deze invulling bedraagt 10 miljoen euro in 2026 oplopend tot 45 miljoen euro in 2029. Deze bijdrage wordt overgeboekt van hoofdstuk 40 naar hoofdstuk 15 van de SZW-begroting, waar de totale taakstelling wordt ingevuld.
Overige overboekingen met andere begrotingen
Deze post bevat verschillende overboekingen met andere begrotingen. Hieronder valt een overboeking naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het gebruik van de Basisregistratie Personen (BRP) van 6,4 miljoen euro.
Kadercorrecties
Nominale ontwikkeling
De raming van de nominale ontwikkeling (verwachte indexatie van de uitkeringsregelingen aan de loon- en prijsontwikkeling) is geactualiseerd op basis van de recente economische raming van het CPB. Dit leidt per saldo tot een opwaartse bijstelling van de nominale ontwikkeling ten opzichte van de Miljoenennota 2025.
Werkloosheidswet (WW)
Het uitgavenplafond wordt gecorrigeerd voor conjuncturele mutaties in de WW. Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV en op basis van de CEP-raming van het CPB is de raming van de WW-uitgaven meerjarig neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2024. De bijstelling wordt met name verklaard door een lager aantal WW-uitkeringen dan eerder verwacht, onder andere door de neerwaartse bijstelling van de werkloze beroepsbevolking.
Overige kadercorrecties
Deze post bevat de kadercorrectie voor het Eigenrisicodragerschap (ERD) binnen de Ziektewet (ZW). Deze kadercorrectie komt voort uit de per saldo uittreding van werkgevers naar eigenrisicodragers, waardoor ZW-lasten afnemen en er dus een kleine (afgerond op 0) neerwaartse kadercorrectie plaatsvindt.
Extrapolatie
Extrapolatie
Met de extrapolatie wordt de begrotingsstand in het extrapolatiejaar 2030 (t+5) toegevoegd aan de begroting Sociale Verzekeringen.
Ontvangsten
Kadercorrecties
Nominale ontwikkeling
De raming van de nominale ontwikkeling (verwachte indexatie van de uitkeringsregelingen aan de loon- en prijsontwikkeling) is geactualiseerd op basis van de recente economische raming van het CPB. Dit leidt per saldo tot een opwaartse bijstelling van de nominale ontwikkeling ten opzichte van de Miljoenennota 2025.
Overige kadercorrecties
Deze post bevat de kadercorrectie voor de Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) -ontvangsten binnen de Werkloosheidswet (WW). Op basis van de voorlopige realisaties van het UWV vallen de Ufo-ontvangsten (UWV verhaalt de WW-uitkeringen op de overheidswerkgever) hoger uit dan eerder verwacht. Hiervoor wordt het kader gecorrigeerd.
Extrapolatie
Extrapolatie
Met de extrapolatie wordt de begrotingsstand in het extrapolatiejaar 2030 (t+5) toegevoegd aan de begroting Sociale Verzekeringen.