Base description which applies to whole site

5.12. Conserverende aanslag lijfrente en pensioen

Op 14 juli 2017 heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen beantwoord over de conserverende aanslag die bij emigratie wordt opgelegd ter zake van pensioen- en lijfrenteaanspraken.8 Uit deze antwoorden volgt dat het opleggen van een conserverende aanslag ter zake van pensioen- en lijfrenteaanspraken in bepaalde situaties in strijd is met de goede verdragstrouw. Deze prejudiciële beslissing van de Hoge Raad wordt met dit wetsvoorstel gecodificeerd.

Het ging om de vraag of Nederland bij emigratie een bedrag als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen door middel van een conserverende aanslag in de heffing mag betrekken in situaties dat een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting het heffingsrecht over de (al dan niet periodieke) pensioen- en lijfrente-inkomsten bij uitsluiting toewijst aan de woonstaat (exclusieve woonstaatheffing).9

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de conserverende aanslag voor pensioenen en lijfrenten, zoals die op grond van de huidige wetgeving wordt opgelegd ingeval sprake is van een exclusieve woonstaatheffing, niet in strijd is met de goede verdragstrouw, behalve voor zover de conserverende aanslag ziet op:

  • a. uitgaven voor lijfrenteaanspraken10 die zijn gedaan in de periode vóór 1 januari 1992 of in de periode van 1 januari 2001 tot en met 15 juli 2009;

  • b. aanspraken en bijdragen ingevolge een pensioenregeling die vóór 16 juli 2009 niet tot het loon zijn gerekend.

Het bij conserverende aanslag in de heffing betrekken van de hiervoor genoemde uitgaven, onderscheidenlijk aanspraken en bijdragen, is volgens de Hoge Raad in strijd met de goede verdragstrouw, omdat op basis van de in de betreffende perioden geldende wetgeving – ook ingeval sprake was van een exclusieve woonstaatheffing – de waarde in het economische verkeer van de lijfrente- of pensioenaanspraak geheel of gedeeltelijk tot het inkomen werd gerekend.

De beslissing van de Hoge Raad leidt derhalve tot compartimentering van de grondslag die bij conserverende aanslag in de heffing wordt betrokken indien in deze grondslag mede uitgaven voor lijfrenteaanspraken, onderscheidenlijk niet tot het loon gerekende aanspraken en bijdragen ingevolge een pensioenregeling, zijn opgenomen die betrekking hebben op de genoemde perioden en sprake is van een exclusieve woonstaatheffing. Deze compartimentering wordt in dit voorstel van wet geregeld.

Licence