Base description which applies to whole site

5.15 Wijziging van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992

Verhogen vaste voet bpm

De bpm is een belasting ter zake van de inschrijving van een auto in Nederland. Oftewel het betreft een belasting op de aanschaf van een auto. De hoogte van de bpm voor een personenauto is opgebouwd uit een vast deel (vaste voet) en een variabel deel (schijvenstelsel) dat afhankelijk is van de CO2-uitstoot van de personenauto.

In de Voorjaarsnota 2023 is kenbaar gemaakt dat het kabinet de ingroei van emissievrije personenauto’s wil versnellen en de aanschaf van een tweedehands elektrische auto wil subsidiëren. Om deze extra uitgaven te dekken wordt een verhoging van de vaste voet in de bpm voorgesteld met € 200 vanaf 2025 (prijspeil 2023)66.

Beëindigen teruggaaf bpm geldtransport

In de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Wet BPM 1992) wordt op verzoek een bpm-teruggaaf verleend voor motorrijtuigen die zijn ingericht voor geldtransport en als zodanig uiterlijk kenbaar zijn (zogenoemde geldtransportwagens). De regeling voor geldtransportwagens is destijds in de Wet BPM 1992 opgenomen, omdat deze motorrijtuigen binnen de huidige regels niet als bestelauto (maar als personenauto) worden aangemerkt doordat de laadruimte zitplaats biedt aan een bewaker. Het kabinet stelt voor om deze regeling te beëindigen, zodat ook houders van deze motorrijtuigen vanaf 2026 geprikkeld worden om bij aanschaf van het motorrijtuig te kiezen voor een CO2-zuiniger alternatief. Dit past ook binnen de bredere context van de klimaat- en milieudoelen.

De teruggaafregeling voor geldtransportwagens brengt daarnaast administratieve lasten met zich mee voor zowel de uitvoering als de gebruikers van de regeling. Door beëindigen van de regeling wordt het belastingstelstel eenvoudiger.

Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie

Met de verhoging van de vaste voet van de bpm kan de subsidieregeling voor tweedehands elektrisch aangedreven personenauto’s worden gefinancierd. Omdat de maatregel een parameterwijziging betreft kunnen de middelen die nodig zijn voor de subsidieregeling worden verkregen tegen relatief lage kosten. De maatregel is dan ook doeltreffend en doelmatig. Omdat de maatregel een tariefsverhoging betreft is een evaluatie hiervan niet aan de orde.

Beëindiging van de bpm-teruggaaf voor motorrijtuigen die zijn ingericht voor geldtransport dient het belang van doeltreffend en doelmatig beleid. De bewuste motorrijtuigen worden gehouden door professionele ondernemers die met de voertuigen, net zoals andere ondernemers, diensten tegen een vergoeding aanbieden en de kosten daarvan in de prijs van deze diensten kunnen doorberekenen. Door de motorrijtuigen vrij te stellen van bpm blijft de prikkel voor deze ondernemers om te kiezen voor milieuvriendelijke motorrijtuigen beperkt. Deze specifieke maatregel wordt niet voorzien van een evaluatie. Het effect dat de maatregel heeft op de administratieve lasten is verwaarloosbaar.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Toeslagen en Douane

Het voorstel om de vaste voet van de bpm te verhogen is door de Belastingdienst beoordeeld met een uitvoeringstoets. De Belastingdienst heeft geconcludeerd dat invoering van de maatregel per 1 januari 2025 uitvoerbaar is. Ook voor het voorstel om de teruggaaf van bpm voor motorrijtuigen die zijn ingericht voor geldtransport te beëindigen is door de Belastingdienst een uitvoeringstoets uitgevoerd. Hieruit volgt dat de impact van deze maatregel beperkt is en het risico op procesverstoringen klein. Deze maatregel kan met ingang van 1 januari 2026 worden uitgevoerd.

66

Kamerstukken II 2022/23, 36 350, nr. 1.

Licence