De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt «de Raad van Beroep voor belastingzaken» vervangen door: het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
B
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a
-
1. In bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen kunnen belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen worden gehouden de inspecteur eigener beweging mededeling te doen van onjuistheden of onvolledigheden in voor de belastingheffing van belang zijnde gegevens en inlichtingen die hun bekend zijn of zijn geworden.
-
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het uiterste tijdstip en de wijze waarop mededeling als bedoeld in het eerste lid gedaan moet worden.
-
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan het niet nakomen van de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichting worden aangemerkt als een overtreding. Indien het niet nakomen van die verplichting is te wijten aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste 100 percent van het bedrag aan belasting dat als gevolg van het niet nakomen van de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichting niet is of zou zijn geheven.
C
Na artikel 67pb wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 67q
-
1. In afwijking van artikel 5:43 van de Algemene wet bestuursrecht kan de inspecteur een vergrijpboete opleggen wegens hetzelfde feit als waarvoor eerder een verzuimboete is opgelegd, indien nieuwe bezwaren bekend zijn geworden.
-
2. Als nieuwe bezwaren kunnen enkel worden aangemerkt verklaringen van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige of van derden en boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, welke later bekend zijn geworden of niet zijn onderzocht.
-
3. Het rapport, bedoeld in artikel 5:48 van de Algemene wet bestuursrecht, vermeldt tevens waaruit de nieuwe bezwaren bestaan.
-
4. De eerder opgelegde verzuimboete wordt verrekend met de wegens hetzelfde feit opgelegde vergrijpboete.
-
5. Bij toepassing van dit artikel vervalt de voorwaarde van gelijktijdigheid, bedoeld in de artikelen 67d, eerste lid, 67e, eerste lid, en 67f, derde lid, voor zover nodig.