De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, zevende lid, wordt na onderdeel o een onderdeel ingevoegd, luidende:
-
p. Ultra Centrifuge Nederland N.V.;.
B
Artikel 5, eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
-
c. lichamen welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend werkzaamheden verrichten welke bestaan uit:.
2. Onderdeel 1° komt te luiden:
-
1°. het genezen, verplegen of verzorgen van zieken, kraamvrouwen, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, wezen of ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen;.
3. Onderdeel 2° komt te luiden:
-
2°. het bieden van een passende werkzaamheid aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking; dan wel.
4. Onderdeel 3° vervalt, onder vernummering van onderdeel 4° tot onderdeel 3°.
C
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:
-
h. bij een algemeen nut beogende instelling en bij een lichaam dat een sociaal belang behartigt en de winst hoofdzakelijk behaalt met behulp van arbeid die door natuurlijke personen om niet of naar een loon dat in belangrijke mate lager is dan hetgeen in het economische verkeer gebruikelijk is, wordt verricht (vrijwilligers): de kosten die met betrekking tot vrijwilligers aftrekbaar zouden zijn indien hun beloning plaats zou vinden op basis van het minimumloon, verminderd met de werkelijke kosten.
2. Het eerste lid, onderdeel i, vervalt.
3. In het derde lid wordt «onderdeel i» vervangen door: onderdeel h.
4. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
-
4. De kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, komen slechts in aftrek indien het lichaam deze in zijn administratie heeft gespecificeerd naar de in dat onderdeel bedoelde personen onder opgave van hun naam, adres, woonplaats en de daadwerkelijk aan hen verstrekte beloningen.
5. In het vijfde lid (nieuw), eerste volzin, wordt «onderdeel i» vervangen door «onderdeel h» en wordt «van het eerste lid, onderdeel h» vervangen door: ingevolge artikel 9a.
6. In het vijfde lid (nieuw), tweede volzin, wordt «aftrekken» vervangen door «aftrek», wordt «onderdelen h en i» vervangen door «onderdeel h» en vervalt «ingevolge die onderdelen».
7. Het vijfde lid (nieuw), derde volzin, komt te luiden: Indien vóór het in aanmerking nemen van de aftrek van het eerste lid, onderdeel h, de berekening van de winst reeds leidt tot een negatief bedrag, vindt die aftrek geen toepassing.
8. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:
-
6. Bij ministeriële regeling kunnen ter voorkoming van concurrentieverstoring, lichamen, groepen lichamen of activiteiten worden uitgezonderd van de toepassing van het eerste lid, onderdeel h.
D
Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9a
-
1. Bij het bepalen van de winst komen mede in aftrek:
-
a. bij een algemeen nut beogende instelling: een bedrag ter grootte van de winst behaald met kenbaar fondswervende activiteiten;
-
b. bij een fondswerver: de uitkeringen aan een algemeen nut beogende instelling.
-
-
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a. kenbaar fondswervende activiteiten:
-
-
1°. activiteiten die in belangrijke mate met behulp van vrijwilligers worden verricht en die bestaan uit het verkopen van roerende zaken of het leveren van diensten tegen een prijs die meer bedraagt dan de prijs die doorgaans in het economische verkeer als zakelijk wordt ervaren, en waarbij naar de koper van de zaak of de afnemer van de dienst kenbaar is gemaakt dat de opbrengst uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten goede komt aan een algemeen nut beogende instelling;
-
2°. activiteiten die in belangrijke mate met behulp van vrijwilligers worden verricht en die bestaan uit het verkopen van roerende zaken of het leveren van diensten tegen een prijs die doorgaans in het economische verkeer als zakelijk wordt ervaren, doch waarvan de kostprijs aanmerkelijk lager is dan in het economische verkeer gebruikelijk is omdat voor de vervaardiging van de zaak of de levering van de dienst vrijwilligers hun arbeid ter beschikking stellen en naar de koper van de zaak of de afnemer van de dienst kenbaar is gemaakt dat de opbrengst uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten goede komt aan een algemeen nut beogende instelling; of
-
3°. activiteiten die bestaan uit het inzamelen van roerende zaken om niet en waarbij naar degenen die de zaken afstaan kenbaar is gemaakt dat de opbrengst van het ingezamelde uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten goede komt aan een algemeen nut beogende instelling;
-
- b. een fondswerver:
-
een lichaam dat uitsluitend kenbaar fondswervende activiteiten verricht.
-
3. De uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden slechts in aanmerking genomen indien:
-
a. de fondswerver zich statutair of ingevolge overeenkomst uiterlijk bij aanvang van de kenbaar fondswervende activiteiten heeft verplicht de opbrengst geheel of nagenoeg geheel uit te keren, en
-
b. de uitkeringen zijn gedaan uiterlijk zes maanden na afloop van het jaar waarin de daarvoor bestemde gelden zijn verworven.
Op verzoek worden de in de eerste volzin, onderdeel b, bedoelde uitkeringen reeds in aanmerking genomen in het boekjaar waarin de daarvoor bestemde gelden zijn verworven.
-
-
4. Indien de berekening van de winst door de aftrek van het eerste lid, onderdeel b, zou leiden tot een negatief bedrag, blijft de aftrek beperkt tot een zodanig bedrag dat geen negatief bedrag ontstaat. Indien vóór het in aanmerking nemen van de aftrek van het eerste lid, onderdeel b, de berekening van de winst reeds leidt tot een negatief bedrag, vindt die aftrek geen toepassing.
E
Na artikel 26 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 27
-
1. De inspecteur herziet een voorlopige aanslag op verzoek voor zover die voorlopige aanslag op een ander bedrag is vastgesteld dan het bedrag waarop de aanslag, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, vermoedelijk zal worden vastgesteld.
-
2. Ingeval een verzoek om herziening geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, beslist de inspecteur bij een voor bezwaar vatbare beschikking, waarbij de termijn voor het instellen van bezwaar eindigt op de dag van de dagtekening van de aanslag waarmee de voorlopige aanslag wordt verrekend.
-
3. In afwijking van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 26 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is een voorlopige aanslag niet voor bezwaar vatbaar.
-
4. In afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist de inspecteur binnen zes weken na ontvangst van een bezwaarschrift als bedoeld in het tweede lid.
-
5. De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot beschikkingen die afzonderlijk op het aanslagbiljet van de voorlopige aanslag zijn vermeld, waarbij voor de toepassing van dit artikel de betalingskorting, bedoeld in artikel 27a van de Invorderingswet 1990, alsmede de belastingrente, bedoeld in Hoofdstuk VA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, geacht worden onderdeel uit te maken van de voorlopige aanslag.