De Successiewet 1956 wordt met ingang van 1 januari 2024 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 12, derde lid, onderdeel 1°, vervalt «en 7°».
B
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 5° wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan het slot van subonderdeel a wordt de puntkomma vervangen door «: of».
b. Aan het slot van subonderdeel b wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
c. Subonderdeel c vervalt.
2. In onderdeel 7°, vervalt «, met dien verstande dat dit bedrag voor iemand tussen 18 en 40 jaar voor één kalenderjaar, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, wordt verhoogd tot een bedrag van € 28.947 indien het een schenking ten behoeve van een eigen woning betreft en mits op deze vrijstelling in de aangifte een beroep wordt gedaan».
C
Artikel 33a vervalt.
D
Artikel 82a, derde lid, vervalt.
ARTIKEL XVIII
-
1. Artikel 33a, tweede lid, van de Successiewet 1956 zoals dat luidde op 31 december 2022 is met ingang van 1 januari 2024 niet meer van toepassing.
-
2. Artikel 33a, derde lid, van de Successiewet 1956 zoals dat luidde op 31 december 2022 blijft van toepassing op een schenking als bedoeld in artikel 33a, eerste of tweede lid, van de Successiewet 1956 zoals dat luidde op 31 december 2022:
-
a. die uiterlijk op 31 december 2023 is gedaan; en
-
b. waarvoor een beroep op de verhoogde vrijstelling, bedoeld in artikel 33, onderdeel 5°, onder c, of onderdeel 7°, van de Successiewet 1956 zoals dat luidde op 31 december 2022 is gedaan.
-
ARTIKEL XIX
Artikel 12, derde lid, van de Successiewet 1956 zoals dat luidde op 31 december 2023 blijft tot en met 30 juni 2024 van toepassing op een schenking als bedoeld in artikel 33a van de Successiewet 1956 zoals dat luidde op 31 december 2023 en op een schenking als bedoeld in artikel 33a, tweede lid, van de Successiewet 1956 zoals dat luidde op 31 december 2022.