De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1a, eerste lid, wordt na «kerkgenootschappen» ingevoegd «alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd».
B
Aan artikel 2, eerste lid, onderdeel e, wordt toegevoegd «en hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd».
C
Aan artikel 3, derde lid, onderdeel b, wordt toegevoegd «alsmede zijn zelfstandige onderdelen en lichamen waarin het is verenigd».
D
In artikel 7, derde lid, vervalt «verminderd met de aftrekbare giften».
E
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «onderdelen a, g» vervangen door «onderdelen g».
2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het zestiende lid tot derde lid.
3. Onder vernummering van het vierde lid tot zestiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
4. Tot de winst behoren niet voordelen verkregen door het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers, voor zover de voordelen de som van het verlies dat overigens mocht zijn geleden in het jaar van het prijsgeven en de te verrekenen verliezen uit het verleden overtreffen. Indien het bedrag aan te verrekenen verliezen uit het verleden meer bedraagt dan € 1.000.000, behoren in afwijking van de eerste zin de voordelen verkregen door het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers niet tot de winst, voor zover de voordelen het verlies dat overigens mocht zijn geleden in het jaar van het prijsgeven overtreffen. In dat geval worden de te verrekenen verliezen uit het verleden verminderd met het bedrag van de niet tot de winst behorende voordelen, bedoeld in de vorige zin, in de volgorde waarin de verliezen zijn ontstaan. Voor de toepassing van dit lid wordt met het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten gelijkgesteld het niet afdwingbaar worden van een vordering ingevolge artikel 358 van de Faillissementswet.
4. Het zestiende lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste zin wordt «Artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001» vervangen door «Het vierde lid» en wordt «6 jaren» vervangen door «zes jaren». Voorts wordt in die zin «voorzover» vervangen door «voor zover» en «de in dat onderdeel,» vervangen door «de in dat lid».
b. In de tweede zin wordt «volzin» vervangen door «zin».
F
In artikel 10, eerste lid, onderdeel j, vervalt «bij een vennootschap met een geheel of ten dele in aandelen verdeeld kapitaal:» en wordt «van aandelen in dat kapitaal» vervangen door «van aandelen in het kapitaal van de belastingplichtige». Voorts wordt «die vennootschap» telkens vervangen door «de belastingplichtige» en wordt «de vennootschap» telkens vervangen door «de belastingplichtige». Ten slotte wordt «dat kapitaal of winstbewijzen» vervangen door «het kapitaal van of winstbewijzen» en wordt «een daarmee» vervangen door «een met de belastingplichtige».
G
Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid, aanhef, wordt na «15ac,» ingevoegd «15b,».
2. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt na «13ba» ingevoegd «, 15b».
3. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan de eerste zin wordt toegevoegd «, waarbij onder een dergelijk lichaam of dergelijke andere lichamen mede worden verstaan commanditaire vennootschappen, lichamen opgericht of aangegaan naar het recht van een andere staat die een met een commanditaire vennootschap vergelijkbare rechtsvorm hebben en lichamen als bedoeld in artikel 2.14bis, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001».
b. Aan de tweede zin wordt toegevoegd «, waarbij onder een dergelijk lichaam of dergelijke lichamen mede worden verstaan commanditaire vennootschappen, lichamen opgericht of aangegaan naar het recht van een andere staat die een met een commanditaire vennootschap vergelijkbare rechtsvorm hebben en lichamen als bedoeld in artikel 2.14bis, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001».
4. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
-
9. Voor de toepassing van het eerste, tweede, derde en vijfde lid wordt onder lichaam als bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met d, mede verstaan een commanditaire vennootschap, een lichaam opgericht of aangegaan naar het recht van een andere staat dat een met een commanditaire vennootschap vergelijkbare rechtsvorm heeft en een lichaam als bedoeld in artikel 2.14bis, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
-
10. Een rechtshandeling als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, die wordt verricht door een commanditaire vennootschap, een lichaam opgericht of aangegaan naar het recht van een andere staat dat een met een commanditaire vennootschap vergelijkbare rechtsvorm heeft of een lichaam als bedoeld in artikel 2.14bis, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt voor de toepassing van dit artikel toegerekend aan haar, onderscheidenlijk zijn, participanten.
H
Artikel 13ba, vierde lid, komt te luiden:
-
4. Het eerste lid is ter zake van een omstandigheid als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, niet van toepassing voor zover:
-
a. de in dat lid bedoelde omstandigheid bij de schuldenaar leidt tot een voordeel dat wordt betrokken in een belasting naar de winst die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing; of
-
b. het bedrag van de ingevolge artikel 8, vierde lid, of een soortgelijke buitenlandse regeling vrijgestelde kwijtscheldingswinst in mindering is gekomen op de in het kader van een belasting naar de winst die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing te verrekenen verliezen van de schuldenaar.
-
I
Artikel 13d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt na «13ba,» ingevoegd «eerste,».
2. In het zevende lid, eerste zin, wordt na «sedert de» ingevoegd «onmiddellijke of middellijke».
J
Artikel 15ac wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste zin wordt «Artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001» vervangen door «Artikel 8, vierde lid,» en wordt «voorzover» vervangen door «voor zover». Voorts wordt «de in dat onderdeel» vervangen door «de in dat lid».
b. In de tweede zin wordt «artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001» vervangen door «artikel 8, vierde lid,» en wordt «volzin» vervangen door «zin».
2. In het zevende lid, tweede zin, wordt «artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001» vervangen door «artikel 8, vierde lid,».
K
Artikel 15b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «20%» vervangen door «25%».
2. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot het zevende en achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
6. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, wordt gesteld op nihil indien gedurende minimaal de helft van het jaar de gecorrigeerde bezittingen van de belastingplichtige hoofdzakelijk bestaan uit onroerende zaken of gedeelten daarvan voor zover die onroerende zaken of gedeelten daarvan rechtens dan wel in feite direct of indirect ter beschikking worden gesteld aan een ander dan een met de belastingplichtige verbonden lichaam of een met hem verbonden natuurlijk persoon.
3. Het zevende lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel d wordt «het zevende lid» vervangen door «het achtste lid».
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
-
f. worden onder onroerende zaken mede begrepen: appartementsrechten, rechten van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik van onroerende zaken, dan wel de economische eigendom, opgevat overeenkomstig artikel 2, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, van onroerende zaken of genoemde rechten;
-
g. worden onder gecorrigeerde bezittingen verstaan: de bezittingen met uitzondering van deelnemingen als bedoeld in artikel 13, vorderingen op verbonden lichamen of verbonden natuurlijke personen, en bezittingen voor zover de voordelen daaruit deel uitmaken van winst uit een andere staat als bedoeld in artikel 15e waarop de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten van toepassing is.
4. In het achtste lid (nieuw), eerste en tweede zin, wordt «het zesde lid» vervangen door «het zevende lid».
L
Hoofdstuk II, afdeling 2.11, vervalt.
M
In artikel 18, eerste lid, wordt «en dertiende lid» vervangen door «, dertiende en zestiende lid».
N
In artikel 20a, eerste lid, tweede zin, vervalt telkens «na giftenaftrek».
O
In artikel 21a, derde lid, wordt na «artikelen» ingevoegd «8, vierde lid, derde zin,».