De Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw wordt als volgt gewijzigd:
A
In het in artikel I, onderdeel G, opgenomen artikel 71aa wordt «als bedoeld in artikel 71t, eerste lid, onderdelen d, onderscheidenlijk e» vervangen door «waarop hoofdstuk VIC van toepassing is».
B
In artikel I, onderdeel H, onder 1, wordt «als bedoeld in artikel 71t, eerste lid, onderdelen d, onderscheidenlijk e, dan wel» vervangen door «waarop hoofdstuk VIC van toepassing is en».
C
Het in artikel I, onderdeel I, opgenomen artikel 71t wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdelen d en e, komt te luiden:
- d. glastuinbouwbedrijf:
-
bedrijf voor het telen van gewassen in een of meer kassen;
- e. energiebedrijf voor glastuinbouw:
-
bedrijf waarvandaan warmte direct of indirect wordt getransporteerd naar een of meer glastuinbouwbedrijven en dat zelf geen glastuinbouwbedrijf is;.
2. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- f. restwarmte:
-
thermische energie die als onvermijdelijk bijproduct in industriële of bedrijfsmatige processen overblijft en die zonder transport naar een gebruiker ongebruikt terecht zou komen in lucht of water.
3. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot een glastuinbouwbedrijf of energiebedrijf voor de glastuinbouw.
4. Het derde lid vervalt.
D
Na het in artikel I, onderdeel I, opgenomen artikel 71t wordt in afdeling 1 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 71ta
-
1. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op een glastuinbouwbedrijf dat in het gehele tijdvak:
-
a. een totale oppervlakte in de kassen heeft van minder dan 2.500 m2; of
-
b. gewassen in kassen teelt uitsluitend vanwege het uitoefenen van beroep of bedrijf aan huis, voor educatieve doeleinden, bij onderzoeksinstellingen of bij volkstuinen.
-
-
2. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op een energiebedrijf voor glastuinbouw:
-
a. dat in het gehele tijdvak geen aardgas verstookt;
-
b. waarvandaan in het gehele tijdvak minder dan 75% van de met aardgas opgewekte warmte direct of indirect is getransporteerd naar een of meer glastuinbouwbedrijven en dat, indien de inspecteur daarom verzoekt, dat aantoont; of
-
c. waarvandaan in het gehele tijdvak uitsluitend restwarmte is getransporteerd naar een of meer glastuinbouwbedrijven.
-
-
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de toepassing van dit artikel.
E
In het in artikel I, onderdeel I, opgenomen artikel 71w, tweede lid, vervalt «en de standaard CO2-emissiefactor voor aardgas».
F
Het in artikel I, onderdeel I, opgenomen artikel 71y, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste aandachtsstreepje wordt «€ 12,25» vervangen door «€ 9,50».
2. In het tweede aandachtsstreepje wordt «€ 13,34» vervangen door «€ 11,14».
3. In het derde aandachtsstreepje wordt «€ 14,43» vervangen door «€ 12,78».
4. In het vierde aandachtsstreepje wordt «€ 15,52» vervangen door «€ 14,42».
5. In het vijfde aandachtsstreepje wordt «€ 16,61» vervangen door «€ 16,06».
G
Het in artikel I, onderdeel I, opgenomen artikel 71z komt te luiden:
Artikel 71z
-
1. In afwijking van de artikelen 10, tweede lid, en 19, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen worden de in een tijdvak verschuldigd geworden belasting voldaan en de daarop betrekking hebbende aangifte gedaan binnen een door de inspecteur gestelde termijn van ten minste drie maanden na het einde van het tijdvak.
-
2. Bij ministeriële regeling als bedoeld in artikel 19, tweede lid onderdeel a, van de algemene wet inzake rijksbelastingen wordt bepaald dat voor de CO2-heffing glastuinbouw het eerste tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2025 de kalenderjaren 2025 en 2026 beslaat. Voor dat tijdvak wordt in artikel 30h, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, van de algemene wet inzake rijksbelastingen in plaats van «kalenderjaar of boekjaar» telkens gelezen «tijdvak».
H
Artikel I, onderdeel J, komt te luiden:
J
In artikel 90 vervalt «60, eerste lid,» en aan dat artikel wordt een zin toegevoegd, luidende: Het bepaalde in de eerste zin vindt tevens toepassing op de bedragen voor het kalenderjaar 2025 en volgende kalenderjaren, genoemd in artikel 71y, eerste lid, met dien verstande dat daarbij telkens voor elk betreffend kalenderjaar de tabelcorrectiefactor wordt toegepast die op dat kalenderjaar ziet en voorts die tabelcorrectiefactor telkens eveneens wordt toegepast op de bedragen voor de kalenderjaren die op dat kalenderjaar volgen.