Base description which applies to whole site

6.6 Personeel bij Rijk en daaraan verbonden organen

De factor personeel is cruciaal voor de kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie van de dienstverlening en de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering van de overheid. Wij hebben daarom de factor personeel een prominente plaats gegeven in onze strategie, die loopt van 2010 tot 2015. Wij zullen in deze periode jaarlijks aandacht besteden aan de zich aandienende extra personele krimp in de publieke sector en de gevolgen die dat met zich meebrengt. Dit doen we onder andere door jaarlijks in de Staat vande rijksverantwoording een overzicht op te nemen van het aantal fte’s dat werkzaam is bij het Rijk en de daaraan verbonden organen.

Door jaarlijks aandacht te besteden aan de omvang van het ambtelijk apparaat van de rijksoverheid willen wij een bijdrage leveren aan de discussie over ontwikkelingen op personeelsgebied en daarbij gelijktijdig de risico’s in kaart brengen. Wij zullen gedurende de huidige kabinetsperiode op basis van risicoanalyses en de jaarlijkse meting op specifieke onderdelen van de rijksoverheid nader onderzoek doen naar de factor personeel. Vanaf volgend jaar zullen wij op basis hiervan tevens een of verscheidene personele onderwerpen diepgaander belichten waar zich als gevolg van de voorgenomen krimp effecten voordoen die van belang zijn voor het presteren en functioneren van de overheid.

6.6.1 Departementen

In figuur 6 hierna is het aantal fte’s van de departementen (exclusief Defensie en inclusief baten-lastendiensten) in 2010 grafisch weergegeven. Deze aantallen zijn afkomstig uit de salarisadministratie van P-Direkt. De aantallen wijken af van de aantallen zoals deze worden gerapporteerd in de zevende voortgangsrapportage Vernieuwing Rijksdienst van het Ministerie van BZK. Dit is verklaarbaar doordat wij de fte’s van de 33 grootste zbo’s niet bij de departementen tellen, maar apart. De onderstaande aantallen komen wel overeen met de aantallen uit de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2010 en het Sociaal Jaarverslag 2010.

In totaal hadden de departementen (exclusief Defensie) op 31 december 2010 114 328 fte’s. Gedurende de periode 2010–2015 zullen wij jaarlijks in onze publicatie Staat van de rijksverantwoordingeen overzicht opnemen van het aantal fte’s van de departementen.

6.6.2 Defensie

Voor het Ministerie van Defensie hebben wij het aantal fte’s in kaart gebracht, exclusief stagiairs en reservisten; zie figuur 7. Deze gegevens zijn afkomstig uit het personeelsbestand van Defensie. We hebben hierbij onderscheid gemaakt tussen burgerpersoneel en militair personeel.

In totaal had Defensie op 1 januari 2011 67 633 fte’s. Gedurende de periode 2010–2015 zullen wij jaarlijks in onze publicatie Staat van de rijksverantwoordingeen overzicht opnemen van het aantal fte’s van het Ministerie van Defensie.

6.6.3 Politie

Ook voor de politie hebben wij het totaal aantal fte’s in kaart gebracht; zie figuur 8. We hebben hierbij alle onderdelen van de politie betrokken: de regionale politiekorpsen, het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de Politieacademie en de voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN). Al deze onderdelen hebben een eigen registratiesysteem en valideren hun eigen data zelf met behulp van een validatieprogramma. Vervolgens worden deze personeelsgegevens aan het Ministerie van BZK aangeleverd, waar de gegevens op persoonsniveau worden gecontroleerd. In tegenstelling tot de voortgangsrapportage Vernieuwing Rijksdienst hebben wij de vtsPN, en de aspiranten bij de regionale korpsen en het KLPD wel meegenomen in de telling.

In totaal had de politie op 31 december 2010 62 728 fte’s. Het gaat hierbij zowel om agenten als om het overig personeel van de politie. Gedurende de periode 2010–2015 zullen wij jaarlijks in onze publicatie Staat van de rijksverantwoordingeen overzicht opnemen van het aantal fte’s van de politie.

6.6.4 Zbo’s

Ook van de zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) zullen wij in de periode 2010–2015 jaarlijks de omvang van het personeel in beeld brengen. Voor de jaarlijkse meting nemen wij de 33 grootste zbo’s zoals deze ook door het programma Vernieuwing Rijksdienst worden gehanteerd als uitgangspunt. 34 Volgens de Arbeidsmarktanalyse Openbaar Bestuur 2010 gaat het bij deze zbo’s om circa 85% van de bij alle zbo’s werkzame personen. De gegevens zijn door de zbo’s aangeleverd aan BZK. In figuur 9 is het aantal fte’s van deze zbo’s per ministerie weergegeven.

In totaal hadden de 33 grootste zbo’s op 31 december 2010 44 372 fte’s. Gedurende de periode 2010–2015 zullen wij jaarlijks in onze publicatie Staat van de rijksverantwoording een overzicht opnemen van het aantal fte’s van deze zbo’s.

6.6.5 Totaal

Het totaal aantal fte’s van de departementen, inclusief het militair en burgerpersoneel van Defensie, de politie en de 33 grootste zbo’s per 31 december 2010 bedraagt 289 062. In figuur 10 zijn deze aantallen weergegeven.

Hierbij moet worden opgemerkt dat departementen en zbo’s een 36–urige werkweek kennen en het Ministerie van Defensie en politie een 38–urige werkweek. Anders gezegd: een voltijd medewerker bij de politie of Defensie werkt per week twee uur langer dan een voltijd medewerker bij de sector Rijk of bij een willekeurige zbo.

Licence