De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.De in de begrotingsstaat gewijzigde begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Een groot deel van de intensiveringen op het terrein van JenV zoals genoemd in het coalitieakkoord, zijn in de startnota opgenomen op de Aanvullende post totdat de concrete bestedingsvoorstellen zijn uitgewerkt. De afgelopen tijd is gebruikt om deze extra gelden in hun onderlinge samenhang te bezien en tot concrete bestemmingen te komen. Dat geldt tevens voor de middelen met betrekking tot veiligheid en handhaving, welke bij Nota van Wijziging aan de begroting zijn toegevoegd én de structurele middelen voor de aanpak van ondermijning.Tevens worden bij deze incidentele suppletoire begroting middelen toegevoegd voor de opvang van ontheemden uit Oekraine. Over de beleidsmatige inhoud hiervan wordt verwezen naar de Kamerbrief van 10 juni 2022. Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Gezien de urgentie van de situatie acht de regering het wenselijk om - vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers - voor het jaar 2022 de gelden beschikbaar te kunnen stellen. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.Mede namens de Minister voor Rechtsbescherming,De Minister van Justitie en Veiligheid,D. Yeşilgöz-Zegerius