Naar aanleiding van de daartoe strekkende motie van het Tweede Kamerlid Omtzigt c.s.33 heeft het kabinet besloten te voorzien in een compensatieregeling voor belanghebbenden die toeslag moesten terugbetalen omdat de lening die zij op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) van de gemeente ontvingen in de berekeningsjaren 2014, 2015 of 2016 werd omgezet in een «bedrag om niet». Met de keuze om de compensatieregeling uitsluitend voor de berekeningsjaren 2014, 2015 en 2016 te laten gelden, sluit het kabinet aan bij de genoemde motie Omtzigt c.s. Zoals in die motie is aangegeven, riep de Nationale ombudsman in 2014 op om op korte termijn een structurele oplossing te vinden voor de problematiek die de doorwerking van de uitkering ingevolge het Bbz 2004 had op het toeslagrecht van de (ex-)ondernemer, terwijl deze structurele oplossing pas per 1 januari 2017 is doorgevoerd en uitsluitend geldt voor berekeningsjaren vanaf 2017.
De compensatieregeling biedt de betreffende belanghebbenden de mogelijkheid zich te wenden tot de Belastingdienst/Toeslagen. Hun toeslagrecht over het betreffende berekeningsjaar wordt dan op verzoek (opnieuw) toegekend op basis van een toetsingsinkomen waarbij het inkomensbestanddeel dat voortvloeit uit de omzetting van de bijstandslening in een bedrag om niet buiten beschouwing wordt gelaten.