De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2016 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.7 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
-
2. Het bedrag van de heffingskorting voor de inkomstenbelasting wordt voor belastingplichtigen die, anders dan door overlijden, niet gedurende het gehele kalenderjaar binnenlandse belastingplichtige of kwalificerende buitenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 7.8 zijn, tijdsevenredig verminderd volgens bij ministeriële regeling te stellen regels.
B
In artikel 3.127, vierde lid, onderdeel a, wordt «in dat kalenderjaar» vervangen door: in dat kalenderjaar, vermeerderd met het gezamenlijke bedrag van de door de belastingplichtige in het voorafgaande kalenderjaar voor een nettopensioen als bedoeld in artikel 5.17 betaalde of verrekende premies, gedeeld door de nettofactor, bedoeld in artikel 5.16, vierde lid.
C
Artikel 5.6 vervalt.
D
In artikel 5.16c, derde lid, wordt «artikel 5.5, en de verhoging daarvan, bedoeld in artikel 5.6» vervangen door: artikel 5.5.
E
In artikel 5.17e, derde lid, wordt «artikel 5.5, en de verhoging daarvan, bedoeld in artikel 5.6» vervangen door: artikel 5.5.
F
In artikel 8.10, tweede lid, wordt «2,32%» vervangen door: 3,32%.
G
In artikel 8.17, tweede lid, worden het als eerste en het als laatste genoemde bedrag verlaagd met € 83.
H
In artikel 10.1, eerste lid, wordt «5.5, 5.6, 5.10» vervangen door: 5.5, 5.10.
I
Het in artikel 10.7, vijfde lid, vermelde bedrag wordt verlaagd met € 500.