De economie is in de loop van afgelopen jaar vergeleken met de jaren daarvoor in rustiger vaarwater beland, zoals ook hoofdstuk 1 verwoordt. Ondanks de rijke schakering van mogelijke risico’s waarmee de overheid – zeker in economisch zware tijden – te maken kan krijgen, hebben in 2013 relatief weinig nieuwe risico’s zich ook daadwerkelijk gematerialiseerd. Het impliciete risico dat begin vorig jaar manifest werd, noopte wel direct tot een omvangrijke en complexe ingreep van overheidswege. Na ABN Amro / Fortis moest ook SNS Reaal genationaliseerd worden.
Nationalisatie SNS REAAL
De noodzakelijke aankoop van ABN Amro / Fortis door de overheid in 2008 gold in de Miljoenennota 2013 als voorbeeld van impliciete risico’s voor de overheidsfinanciën. Deze terugblik op het afgelopen jaar dient daar ook de nationalisatie van SNS REAAL aan toe te voegen. Begin 2013 bleek geen van de onderzochte oplossingen om de financiële problemen van SNS REAAL op te lossen haalbaar en werd nationalisatie van SNS REAAL noodzakelijk.
De nationalisatie stelde het geld op 1,6 miljoen spaarrekeningen en 1 miljoen betaalrekeningen zeker. Klanten konden zonder onderbreking gebruik blijven maken van de dienstverlening van SNS REAAL. Na de nationalisatie heeft de overheid financiële steun verleend om SNS REAAL te stabiliseren. De instelling is geherkapitaliseerd en de bron van de problemen, de vastgoedtak, is financieel en operationeel geïsoleerd van de instelling. Dit maatregelenpakket verslechterde de EMU-schuld met 1,5 procent van het bbp; een verslechtering die niet in het beeld voor 2013 zat ten tijde van de Miljoenennota 2013. Naast de aandeelhouders zijn ook bezitters van achtergestelde schuld onteigend. Zij hebben zo voor ongeveer 1 miljard euro bijgedragen aan de kosten van de nationalisatie. Via een eenmalige resolutieheffing van 1 miljard euro in 2014 dragen ook Nederlandse banken – die bij een faillissement van SNS REAAL sterk negatieve gevolgen zouden hebben ondervonden – bij aan de nationalisatie17.
De Europese Commissie heeft medio december 2013 de met de nationalisatie samenhangende steunmaatregelen en de herstructurering van SNS REAAL goedgekeurd. In het door de Commissie geëiste herstructureringsplan voor de financiële instelling – een van de voorwaarden voor deze goedkeuring – is een splitsing van de bank- en de verzekeringsactiviteiten opgenomen. Op termijn kunnen SNS Bank en REAAL los van elkaar worden verkocht. De totale herstructurering van de instelling beslaat de jaren 2014 tot en met 2017. Gedurende deze periode kent SNS REAAL een aantal beperkingen ter bescherming van het gelijke speelveld in de markt. Zo mag SNS REAAL geen materiële overnames doen, mag SNS REAAL de markt voor commercieel vastgoed niet betreden en mag het staatseigendom niet gebruikt worden in reclame-uitingen. Daarnaast worden beperkingen gesteld aan de beloningen van SNS REAAL-bestuurders.
Onteigenden hebben op basis van de Wet op het financieel toezicht recht op schadeloosstelling. De Minister van Financiën heeft begin maart 2013 een aanbod tot schadeloosstelling van nul euro aan de onteigenden gedaan, omdat zij in faillissement ook niets zouden hebben ontvangen. Tevens heeft de Minister van Financiën de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam verzocht de schadeloosstelling overeenkomstig het aanbod vast te stellen.
Vastgoedtak SNS Property Finance is – met instemming van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) – per 31 december 2013 afgesplitst van SNS REAAL en verdergegaan onder de naam Propertize BV. Direct na afsplitsing heeft de overheid als aangekondigd 500 miljoen euro kapitaal gestort in Propertize en een garantie afgegeven op de schuld die Propertize nog had aan SNS Bank. Deze schuld wordt afgelost door het aantrekken van nieuwe schuld, waarop eveneens een overheidsgarantie rust. De afsplitsing van de vastgoedtak heeft geen gevolgen voor de eigendomstructuur. De overheid is vooralsnog volledig economisch eigenaar van zowel Propertize als SNS REAAL.