Base description which applies to whole site

2.4.1 Belasting- en premieontvangsten ten opzichte van raming

Tabel 2.4.2 geeft een overzicht van de oorsprong van de lager dan verwachte ontvangsten in 2014. De verschillen in de tabel zijn allereerst beleidswijzigingen die effect hebben op de inkomsten waartoe besloten is na de Miljoenennota 2014. Daarnaast zorgt de revisie van de nationale rekeningen, zie box 2.1.2, voor lagere ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen. Ten slotte resteert het verschil tussen de verwachte en de werkelijke «beleidsarme» ontwikkeling van de inkomsten. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van de inkomsten die gerelateerd zijn aan de economische omstandigheden en niet direct aan beleidswijzigingen van de overheid. Zo vallen bijvoorbeeld de btw-ontvangsten anders uit dan verwacht, als de particuliere consumptie zich anders ontwikkelt dan geraamd.

Beleidswijzigingen

Wijzigingen na de Miljoenennota 2014 hebben de overheidsinkomsten met 1,3 miljard euro verlaagd (zie tabel 2.4.2). Deze aanpassing bestaat voornamelijk (1,2 miljard euro) uit de lagere zorgpremies. Ten tijde van de Miljoenennota 2014 gingen de ramingen uit van een hogere gemiddelde nominale premie. De maatregelen uit de Begrotingsafspraken 2014 met oppositiepartijen in oktober 2013, zie ook paragraaf 2.2.5, leidden tot 0,1 miljard euro lagere ontvangsten. De Begrotingsafspraken 2014 bevatten onder andere een verlaging van het tarief van de eerste schijf en een verlenging van de tijdelijke btw-verlaging op renovatie, herstel van woningen en tuinonderhoud tot 1 juli 2015 en lagere premies voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf). Al deze maatregelen leiden tot lagere overheidsinkomsten. De tijdelijke verlaging van het tarief in box 2, die leidt tot het in de tijd naar voren halen van inkomsten- en dividendbelasting, leverde extra inkomsten op in 2014. Dat geldt ook voor het niet door laten gaan van de verlaging van de motorrijtuigenbelasting en de verhoging van de belasting op leidingwater21.

Tabel 2.4.2 Verticale ontwikkeling ontvangsten op EMU-basis (in miljarden euro)

Stand Miljoenennota 2014

237,2

     

Totale mutatie

– 1,6

     

Beleidswijzigingen

– 1,3

Maatregelen uit Begrotingsafspraken 2014

– 0,1

 

waarvan loon/inkomensheffing

– 1,1

 

waarvan dividendbelasting

1,0

 

waarvan omzetbelasting

– 0,2

 

waarvan motorrijtuigenbelasting

0,2

 

waarvan belastingen op milieugrondslag

0,2

 

waarvan premies werknemersverzekeringen

– 0,2

Premies werknemersverzekeringen (lagere nominale zorgpremies)

– 1,2

     

Effect revisie nationale rekeningen premies werknemersverzekeringen

– 1,3

     

Beleidsarme («endogene») mutaties

1,0

 

waarvan vennootschapsbelasting

1,6

 

waarvan omzetbelasting

– 1,2

 

waarvan overdrachtsbelasting

0,7

 

waarvan premies werknemersverzekeringen

0,4

 

waarvan belastingen op een milieugrondslag

– 0,2

 

waarvan overige belastingsoorten

– 0,1

     

Stand Financieel Jaarverslag 2014

235,6

Beleidsarme ontwikkeling van de ontvangsten

De beleidsarme ontwikkeling van de ontvangsten, de zogenoemde «endogene» ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten, over 2014 is per saldo 1,0 miljard euro hoger uitgekomen dan verwacht. Meevallers doen zich met name voor bij de vennootschapsbelasting, de overdrachtsbelasting en de premies werknemersverzekeringen. Daar staan ook tegenvallers tegenover, bij onder andere de omzetbelasting en de belastingen uit milieugrondslagen.

De ontvangsten uit de vennootschapsbelasting (vpb) zijn 1,6 miljard euro hoger dan gedacht bij het opstellen van de begroting, doordat de bedrijfswinsten hoger uitvielen dan verwacht. Ook hogere ontvangsten over winsten uit eerdere belastingjaren leidden tot hogere vpb-ontvangsten in 2014.

De beleidsarme ontwikkeling van de ontvangsten uit de omzetbelasting (btw) is 1,2 miljard euro lager uitgevallen dan verwacht. Dit betreft grotendeels lagere ontvangsten in 2014 uit het belastingjaar 2013 dan werd voorspeld22. Ook zijn de ontvangsten in 2014 over het belastingjaar 2014 tegengevallen. Dat laatste komt voornamelijk doordat de investeringen in nieuwe woningen fors lager waren in 2014 dan eerder gedacht. Bij Miljoenennota 2014 werd een groei van 3,0 procent voorzien, terwijl er uiteindelijk slechts een groei van 1,7 procent is geboekt. De waardeontwikkeling van de particuliere consumptie is wel wat hoger uitgekomen (met 0,4 procentpunten, zie tabel 2.4.3). Dat doet echter het negatieve effect van de lagere investeringen in woningen niet teniet.

Bij de ontvangsten uit de overdrachtsbelasting doet zich een beleidsarme meevaller voor van 0,7 miljard euro. Op de huizenmarkt wisselden aanzienlijk meer huizen van eigenaar (39 procent) tegen iets hogere prijzen (2 procent) dan werd verwacht bij de Miljoenennotaraming.

De ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen zijn, afgezien van het eerder besproken effect van de revisie van de nationale rekeningen, 0,4 miljard euro hoger dan geraamd. De oorzaak ligt met name in hogere ontvangsten uit de zorgpremies, door een hogere grondslag voor de inkomensafhankelijke zorgpremies.

Tot slot is er bij de belastingen op milieugrondslag sprake van een tegenvallende (beleidsarme) ontwikkeling van 0,2 miljard euro, met name vanwege een lager energiegebruik in Nederland dan verwacht bij het opstellen van de begroting.

Tabel 2.4.3 Relevante economische variabelen belasting- en premieontvangsten
 

Miljoenennota 2014

FJR 2014

Verschil

Nominale groei bbp

1,9%

1,8%

– 0,1%

Waardemutatie particuliere consumptie

1,0%

1,4%

0,4%

Waardemutatie investeringen in woningen

3,0%

1,7%

– 1,3%

Prijsmutatie verkopen bestaande woningen

– 1,1%

0,9%

2,0%

Volumemutatie verkopen bestaande woningen

0,0%

39,4%

39,4%

Grondslagontwikkeling vpb

3,6%

6,1%

2,6%

Loonstijging (contractueel en incidenteel)

1,2%

0,7%

– 0,4%

Werkgelegenheid (markt)

– 0,7%

– 0,4%

0,3%

Arbeidsinkomensquote

81,6%

80,4%

– 1,2%

Licence