Herinrichting governance bedrijfsvoering Rijk
In mei 2013 heeft de Minister voor WenR de Hervormingsagenda Rijksdienst gepresenteerd. De Hervormingsagenda bouwt voor wat betreft de bedrijfsvoering logisch voort op het programma Compacte Rijksdienst, dat per 31 december 2014 is afgesloten. In de Hervormingsagenda Rijksdienst heeft het kabinet de visie op de ontwikkeling van de rijksdienst geformuleerd. Noodzakelijke besparingen zijn gecombineerd met de herinrichting van de governance van de bedrijfsvoering van de rijksdienst.
De bedrijfsvoering van de rijksoverheid wordt hiermee steeds meer in rijksbrede shared service organisaties (SSO’s) ondergebracht. De aansturing en de bekostiging hiervan worden vereenvoudigd. Een eenduidig kwaliteitsstelsel wordt ingevoerd om de kwaliteit van de dienstverlening te volgen. In het programma «Herinrichting governance bedrijfsvoering» is hiervoor een eindbeeld uitgewerkt.
In de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014 wordt verder ingegaan op de Hervormingsagenda Rijksdienst en het programma Herinrichting governance bedrijfsvoering Rijk.
Inkoopbeheer en naleving Europese aanbestedingsregels
De meeste ministeries besteden in de departementale jaarverslagen aandacht aan het inkoopbeheer. De naleving van de Europese aanbestedingsregels blijft aandacht van de ministeries vragen. Bij diverse ministeries zijn maatregelen genomen om het inkoopproces te verbeteren (centrale inkoopcoördinatie en verbetering contractmanagement en contractbeheer). Inmiddels zijn twintig aangewezen Inkoop Uitvoeringscentra (IUC’s) gestart. In de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014 is hierover meer informatie te vinden. De Minister van Economische Zaken heeft begin 2015 opdracht gegeven om de Aanbestedingswet 2012 te evalueren op ondermeer de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. De resultaten daarvan zullen uiterlijk in de zomer van 2015 aan de Tweede Kamer worden gezonden.
Verbetering financieel beheer en verantwoording van subsidies
Met ingang van 2014 publiceert de rijksoverheid jaarlijks overzichten van alle subsidie(regelingen), de subsidieontvangers en de bijbehorende uitgekeerde bedragen. Deze informatie staat in de vorm van «open data» op de website van de rijksoverheid (http://opendata.rijksbregroting.nl). Rond Verantwoordingsdag 2015 worden de overzichten over 2014 openbaar gemaakt. Deze informatie is aanvullend op de informatie over subsidies die jaarlijks in de departementale begrotingen en jaarverslagen wordt ontsloten (de subsidiebijlagen). In 2014 heeft de Tweede Kamer ook een analyse van kleine subsidies over 2013 ontvangen58. In deze analyse is een beeld geschetst van de subsidieregelingen op grond waarvan kleine subsidieverstrekkingen plaatsvinden en de daarbij door departementen genoemde afwegingen.
Voor het goed financieel beheer van subsidies blijft het vastleggen van risicoanalyses bij subsidieregelingen een belangrijk aandachtspunt. De betrokken ministeries voeren verbeteringen door op dit terrein en werken aan kennisverbetering op het gebied van M&O-beleid (zie ook paragraaf 4.2). Onder coördinatie van de Minister van Financiën zijn trainingen georganiseerd voor de betrokken ministeries over het M&O-beleid bij subsidies. De horizonbepaling voor subsidieregelingen is door opname in de Comptabiliteitswet inmiddels wettelijk geregeld59. Hierdoor moeten nieuwe subsidieregelingen worden voorzien van een vervaldatum, die niet meer dan 5 jaren na inwerkintreding van de regeling mag liggen.
Specifieke uitkeringen: Single information & Single audit (SiSa)
SiSa staat voor eenmalige informatieverstrekking (single information) en eenmalige accountantscontrole (single audit). SiSa is sinds 2006 de manier waarop medeoverheden (provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen) jaarlijks verantwoording afleggen aan het Rijk over hoe de specifieke uitkeringen van het Rijk zijn besteed. Om de werking van het systeem te waarborgen wordt jaarlijks door de ADR een zogenaamde review (extra controle) uitgevoerd op de verrichte controlewerkzaamheden van de accountants van gemeenten en provincies.
De review over het verantwoordingsjaar 201360 heeft tot de positieve conclusie geleid, dat de controlewerkzaamheden van de accountants toereikend zijn geweest. Dit betekent dat de SiSa-bijlagen over 2013 door de departementen gebruikt kunnen gebruiken voor de vaststelling van hun specifieke uitkeringen over 2013. Dit is een verbetering ten opzichte van voorgaande jaren. De ADR concludeert verder dat de grotere accountantskantoren, die verantwoordelijk zijn voor de controle van de meeste SiSa-bijlagen, belangrijke structurele kwaliteitsbeheersingsmaatregelen hebben ingevoerd. Dit blijkt ondermeer uit het gebruik van standaardsjablonen om de kwaliteit van de specifieke controlewerkzaamheden voor de SiSa-bijlagen te borgen en de inzet van gespecialiseerde SiSa-teams.
De AFM61 en de opdrachtgevende medeoverheden worden inmiddels ook standaard geïnformeerd over de resultaten van de SiSa-reviews. Verder worden de volgende maatregelen ter bevordering van de kwaliteit van SiSa structureel ingevoerd:
-
• intensieve communicatie met medeoverheden over het belang van de SiSa-bijlage;
-
• periodiek overleg met alle betrokken accountantsorganisaties over recente ontwikkelingen inzake SiSa;
-
• periodiek overleg met de ministeries over transparante uitkeringsregelgeving en consequente toepassing daarvan;
-
• halfjaarlijkse SiSa-workshops voor medeoverheden;
-
• jaarlijkse analyse door de rijksoverheid van de accountantsrapportages bij de gemeentelijke jaarrekeningen.
Informatiebeveiliging
De ministeries hebben in 2014 verder gewerkt aan de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR2012). De Minister voor WenR monitort de implementatie en ondersteunt en stimuleert de departementen hierbij. Alle Ministers hebben over 2014 een «in control verklaring» (ICV) afgegeven aan de Minister voor WenR. In deze ICV’s hebben de departementen gerapporteerd over de beheersing van de beveiligingsrisico’s van tenminste de tien meest kritische informatiesystemen waarvoor de BIR2012 aanwijzingen geeft. De ADR heeft de ICV’s van de ministeries beoordeeld en onderzoek gedaan naar de implementatie van de BIR2012. De Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014 gaat aan de hand van de ICV’s nader in op de invoering van de BIR2012 en de uitkomsten van de onderzoeken van de ADR.
Gebruik open data62
In 2013 heeft het kabinet het Actieplan «Open Overheid»63 uitgebracht. Het kabinet beschrijft hierin diverse acties en pilots voor de jaren 2014 en 2015 om te gaan werken aan een open overheid onder regie van het Ministerie van BZK. Een van de actiepunten betreft het onderdeel Open Spending: meer inzicht geven in de financiële informatie van de vier bestuurslagen (Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten).
Inmiddels is op dit actieplan een onafhankelijke review64 uitgevoerd. Deze review is te raadplegen op http://www.opengovpartnership.org/country/netherlands/progress-report/2013–2014-progress-report-netherlands.
Voor het actiepunt «Open budgets en open spending» is aangegeven dat voor de Nederlandse rijksoverheid hier substantiële stappen zijn gezet. Uit de review blijkt dat er buiten de rijksoverheid nog onvoldoende is gebeurd. De review geeft verder aan dat de Nederlandse rijksoverheid de transparantie kan verstevigen door, net als de Algemene Rekenkamer, ook het grootboek open te stellen. Op Verantwoordingsdag wordt de eerste stap in die richting gezet.
Passend binnen het rijksbrede beleid voor open data van de Minister van BZK wordt binnen de financiële kolom stapsgewijs toegewerkt naar meer open data. Sinds 2014 zijn de subsidie-uitgaven van de departementen als open data beschikbaar. Tevens is in 2014 een dataset met meerjarige balans- en resultaatcijfers van agentschappen ontsloten als open data en zijn de budgettaire tabellen van de ontwerpbegroting op Prinsjesdag 2014 gepubliceerd in de vorm van open data. Vanaf 2013 worden alle achtergrondtabellen van de Miljoenennota al beschikbaar gesteld als open data.
Daarnaast hebben de departementen over 2014 twee extra bestanden met financiële data opengesteld. Het eerste bestand bevat – analoog aan de subsidies – een overzicht van de uitgaven aan medeoverheden. Het tweede bestand geeft een nadere uitsplitsing van de apparaatsuitgaven van de departementen. Hierdoor ontstaat inzicht in bijvoorbeeld de gedane uitgaven voor reis- en verblijfkosten en ICT-uitgaven voor de kantoorautomatisering.
Het is de bedoeling dat de begroting de komende jaren steeds meer een digitale vorm gaat aannemen waardoor de ontwikkeling naar open spending ook sneller is te realiseren. Het kabinet verwacht dat over 5 jaar alle financiële data als open data beschikbaar zijn.
Financieel beheer, verantwoording en toezicht semipublieke sector
Het kabinet heeft op voordracht van de Minister van Financiën een sectoroverstijgend normenkader vastgesteld65 ter versterking van het financieel beheer, de verantwoording en het toezicht op de semipublieke sector. De Ministers zijn verantwoordelijk voor de bepaling van de reikwijdte van het normenkader en voor de effectuering en handhaving hiervan in de onder hen vallende sectoren. Hierdoor kan de betreffende Minister rekening houden met de geldende systematiek, ordening en specifieke kenmerken in de diverse sectoren. Onder coördinatie van het Ministerie van Financiën hebben de Ministers in 2014 voor hun eigen sectoren analyses gemaakt voor de implementatie van het sectoroverstijgende normenkader. Het doel hiervan is om duidelijk te krijgen welke instellingen onder het normenkader gaan vallen en hoe de toepassing ervan wordt verankerd. In een aantal sectoren vindt over de invoering van het normenkader nog afstemming plaats met de sector. Vooralsnog is de verwachting dat het merendeel van de instellingen onder het normenkader financieel beheer zal vallen. Over het algemeen wordt het normenkader door middel van bestuurlijke afspraken verankerd en wordt het toezicht door de departementen zelf uitgevoerd. Ter ondersteuning van de uitvoering van het normenkader bij de instellingen stelt de Minister van Financiën een handreiking financieel beheer op. Deze handreiking wordt voor de zomer gepubliceerd.
Naast het sectoroverstijgende normenkader financieel beheer heeft het kabinet ook een kader voor de versterking van het externe financiële toezicht geïntroduceerd66. Voor de versterking van het externe financiële toezicht is er een verkenning uitgevoerd naar de gewenste organisatie en uitvoering van dit toezicht. Uit deze verkenning blijkt dat de positie van de toezichthouders en de instrumenten waarover zij kunnen beschikken per sector verschillen. Bovendien kan de financiële expertise bij de toezichthouders verbreed en versterkt worden. Het Ministerie van Financiën zal hieraan bijdragen door de toezichthouders te faciliteren met opleidingen via de Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering en expertise van de ADR. Het Ministerie van Financiën is voornemens om in samenwerking met de rijkstoezichthouders (inspecties) een trainingsprogramma te organiseren.