Totstandkoming beleidsinformatie
De totstandkoming van beleidsinformatie is binnen het Rijk over het algemeen ordelijk en controleerbaar. Op onderdelen zijn bij een aantal ministeries nog wel verbeteringen mogelijk:
-
• definiëren en opnemen van goed meetbare en reproduceerbare indicatoren;
-
• de tijdigheid en de volledigheid van de dossiervorming, zodat de totstandkoming achteraf goed is te reconstrueren;
-
• het opstellen van goede procesbeschrijvingen.
Kwaliteit beleidsinformatie
Door de invoering van de begrotingspresentatie «Verantwoord Begroten» sluiten per begrotingsartikel de beleidsambities, de feitelijke beleidsinzet en financiële consequenties beter op elkaar aan. Hiermee wordt de koppeling tussen geld en beleid versterkt. De evaluatie van Verantwoord Begroten67 laat een toename zien van het aantal Kamervragen over de effectiviteit van bepaalde financiële instrumenten en over het verloop van de meerjarige ontwikkeling van een bepaalde raming. In de jaarverslagen 2014 wordt voor achterliggende beleidsinformatie, vaker dan voorheen, verwezen naar een beleidsnota of beleidsevaluatie waarin beleidsinformatie is opgenomen.
De scherpte van beleidsconclusies kan verder worden verbeterd. In de departementale jaarverslagen 2014 is al een lichte verbetering zichtbaar ten opzichte van 2013, toen deze beleidsconclusies voor het eerst moesten worden geformuleerd voor alle begrotingsartikelen. Heldere beleidsconclusies over de effectiviteit van beleid vereisen inzicht in gevoerd beleid, bereikte resultaten en neveneffecten. Een beleidsevaluatie is daarom meestal het beste middel om de effectiviteit van beleid te bepalen. Het aantal beleidsdoorlichtingen dat naar de Kamer is gestuurd en conform planning is afgerond, is in 2014 toegenomen ten opzichte van 2013.
Evaluaties
Evaluaties gaan in op de vraag in hoeverre een gewenste maatschappelijke uitkomst tot stand is gekomen dankzij het ingezette beleid en de ingezette middelen. Een beleidsdoorlichting is een syntheseonderzoek van verschillende evaluaties op instrumentniveau en leidt tot een oordeel over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Als onderdeel van Verantwoord Begroten zijn beleidsdoorlichtingen het primaire instrument om verantwoording aan het parlement af te leggen over het beleid en de uitgaven onder de verschillende begrotingsartikelen.
Op basis van gedegen onderzoek kan besloten worden tot voortzetting of aanpassing van het beleid. In de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 2012 (RPE) is vastgelegd dat elk begrotingsartikel ten minste eens in de zeven jaar moet worden doorgelicht. Daarnaast staan in de RPE inhoudelijke punten die in een beleidsdoorlichting behandeld moeten worden. Ministers zijn verantwoordelijk voor het periodiek evalueren van de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid met behulp van een beleidsdoorlichtingen. De Minister van Financiën is stelselverantwoordelijk voor de beleidsdoorlichtingen.
Het tijdig opleveren van beleidsdoorlichtingen is in 2014 verbeterd. In de begroting 2014 zijn 27 beleidsdoorlichtingen aangekondigd (2013: 21) en zijn er 16 aan de Tweede Kamer gezonden (2013: 9). In totaal zijn er in 2014 25 beleidsdoorlichtingen opgeleverd. Van deze 25 beleidsdoorlichtingen zijn er 8 vertraagd uit voorgaande jaren en is er één beleidsdoorlichting uit 2015 vervroegd.
Totaal aantal beleidsdoorlichtingen | In 2014 aan de Tweede Kamer aangeboden | Vertraagde beleidsdoorlichtingen | |
---|---|---|---|
Buitenlandse Zaken (incl. BHOS) | 6 | 61 | |
Wonen en Rijksdienst | 3 | 3 | |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 1 | 1 | |
Defensie | 2 | 22 | |
Economische Zaken | 2 | 23 | |
Financiën en Nationale Schuld | 2 | 2 | |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 4 | 4 | |
Infrastructuur en Milieu | 3 | 3 | |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 1 | 1 | |
Veiligheid en Justitie | 2 | 2 | |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 1 | 14 | |
Totaal | 27 | 16 | 11 |
Dit betreft een herprogrammering van de beleidsdoorlichtingen die reeds aan de Tweede Kamer is gemeld: TK 2014–2015, 31 271, nr. 13 en nr. 15
Gemeld aan de Tweede Kamer: TK 2014–2015, 31 516, nr. 7 en TK 2014–2015, 31 516, nr. 9
Dit betreft de oplevering van het IBO Agro-, visserij- en voedselketens. Gemeld aan de Tweede Kamer: TK 2014–2015, 30 991, nr. 13 en het samenvoegen van de beleidsdoorlichting naar beleidsartikel 13 (Een excellent ondernemingsklimaat) met de beleidsdoorlichting naar beleidsartikel 12 (Een sterk innovatievermogen), die in 2015 wordt opgeleverd.
Gemeld aan de Tweede Kamer: TK 2014–2015, 34 000 XVI, 97
In 2014 zijn stappen gezet om het stelsel van beleidsdoorlichtingen verder te versterken. Dit is zowel op verzoek van de Tweede Kamer als op initiatief van de Minister van Financiën gebeurd.
Het betreft ondermeer de volgende wijzigingen:
-
• Een Minister meldt terstond en met redenen omkleed aan de Tweede Kamer een wijziging in zijn programmering van beleidsdoorlichtingen;
-
• Voor het starten van een beleidsdoorlichting wordt de opzet en vraagstelling met de Tweede Kamer gedeeld (uitwerking van de motie Harbers68).
Bijlage 8 geeft een nader overzicht van de beleidsdoorlichtingen die voor 2014 waren gepland, inclusief beleidsdoorlichtingen die zijn doorgeschoven uit voorgaande jaren en van de beleidsdoorlichtingen die in 2014 zijn afgerond.
Daarnaast is op de website rijksbegroting.nl (zie www.rijksbegroting.nl/beleidsevaluaties) informatie te vinden over de geprogrammeerde en afgeronde evaluaties per departement. Alle afgeronde beleidsdoorlichtingen en interdepartementale beleidsdoorlichtingen, inclusief kabinetsreactie, zijn hier eveneens te vinden. Departementen plaatsen ook informatie over hun evaluaties op www.rijksoverheid.nl/evaluaties.
Interdepartementale beleidsonderzoeken
De interdepartementale beleidsonderzoeken (IBO’s) gaan over grotere, artikeloverstijgende, thema’s en geven concrete en doorgerekende beleidsopties. Hiermee onderscheiden de IBO’s zich van de beleidsdoorlichtingen, waar de nadruk ligt op het terugkijken naar het reeds gevoerde beleid. IBO’s bestaan al sinds 1981 en er zijn inmiddels ruim 270 onderzoeken afgerond.
In 2013 zijn er drie IBO’s van start gegaan. Twee hiervan zijn inmiddels afgerond (IBO Wetenschappelijk onderzoek69 en IBO Grensoverschrijdende zorg70. Het IBO Agro-, visserij- en voedselketens zal in 2015 worden opgeleverd omdat het kabinet zich nog buigt over de aanbevelingen uit het rapport. Dit uitstel is reeds aan de Kamer gemeld71.
Daarnaast zijn de volgende vijf IBO’s van start gegaan, zie tabel 4.3.
Politie |
Wapensystemen |
Pensioenen |
ZZP-ers |
Effectieve leerroutes funderend onderwijs (gestart per januari 2015) |
Beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota
De tweede suppletoire wet (Najaarsnota) is het laatste wetgevingsmoment gedurende het begrotingsjaar om begrotingsmutaties voor goedkeuring voor te leggen aan de Tweede Kamer. Indien daarna nog beleidsmatige begrotingsmutaties nodig zijn, dan moeten deze per brief aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Hiermee wordt recht gedaan aan het budgetrecht van de Tweede Kamer.
In bijlage 7 is een overzicht opgenomen met de beleidsmatige begrotingsmutaties na de Najaarsnota. Net als voorgaande jaren is een ondergrens van 2 miljoen euro gehanteerd.