Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.
(in miljoenen euro) | MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | bron |
---|---|---|---|---|
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | ||||
kader RBG-eng | 109.232 | 106.690 | – 2.542 | Tabel 5.5 |
kader SZA | 21.218 | 20.835 | – 383 | Tabel 5.6 |
kader BKZ | 7.066 | 7.277 | 211 | Tabel 5.7 |
Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader | 22.658 | 14.306 | – 8.352 | Tabel 5.8 |
Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | 160.174 | 149.108 | – 11.066 | Tabel 5.4 |
Premiegefinancierde netto-uitgaven | ||||
kader SZA | 56.675 | 56.307 | – 368 | Tabel 5.6 |
kader BKZ | 61.478 | 60.710 | – 768 | Tabel 5.7 |
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven | 118.153 | 117.017 | – 1.136 | |
Totaal netto-uitgaven | 278.327 | 266.125 | – 12.202 | |
kader RBG-eng | 109.232 | 106.690 | – 2.542 | Tabel 5.5 |
kader SZA | 77.893 | 77.142 | – 750 | Tabel 5.6 |
kader BKZ | 68.544 | 67.986 | – 557 | Tabel 5.7 |
Totaal netto-uitgaven onder het uitgavenkader | 255.669 | 251.819 | – 3.850 | |
Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader | 22.658 | 14.306 | – 8.352 | Tabel 5.8 |
Totaal netto-uitgaven | 278.327 | 266.125 | – 12.202 |
Tabel 5.1 bevat alle netto-uitgaven van de rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenkader. Dit maximum mag niet worden overschreden. Het uitgavenkader is op zijn beurt gesplitst in drie verschillende deelkaders: het kader Rijksbegroting in enge zin, het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid en het Budgettair Kader Zorg. De meeste netto-uitgaven vallen onder een van de drie kaders. Er zijn echter ook uitgaven en ontvangsten die niet onder een kader vallen, deze worden de niet-kaderrelevante uitgaven genoemd.
In het bovenste deel van de tabel zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingen aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de sociale premies. In het onderste deel van de tabel zijn de begrotings- en premiegefinancierde uitgaven per kader opgeteld.
MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1 | De Koning | 41 | 42 | 1 |
2A | Staten-Generaal | 144 | 151 | 7 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 115 | 113 | – 2 |
3 | Algemene Zaken | 63 | 62 | – 2 |
4 | Koninkrijksrelaties | 292 | 359 | 67 |
5 | Buitenlandse Zaken | 8.880 | 8.364 | – 516 |
6 | Veiligheid en Justitie | 12.581 | 13.053 | 472 |
7 | Binnenlandse Zaken | 742 | 875 | 132 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 37.163 | 38.053 | 891 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 8.453 | 8.542 | 89 |
9B | Financiën | 6.568 | 6.724 | 156 |
10 | Defensie | 8.686 | 8.539 | – 147 |
12 | Infrastructuur en Milieu | 7.994 | 7.245 | – 749 |
13 | Economische Zaken | 4.944 | 5.067 | 124 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 33.602 | 31.817 | – 1.785 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 14.371 | 14.993 | 622 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 2.246 | 2.822 | 576 |
18 | Wonen en Rijksdienst | 4.312 | 4.272 | – 40 |
50 | Gemeentefonds | 27.143 | 27.906 | 763 |
51 | Provinciefonds | 2.200 | 2.570 | 370 |
55 | Infrastructuurfonds | 5.878 | 5.636 | – 242 |
58 | Diergezondheidsfonds | 33 | 39 | 6 |
64 | BES-fonds | 33 | 41 | 8 |
65 | Deltafonds | 905 | 950 | 46 |
AP | Aanvullende Posten | 1.698 | 0 | – 1.698 |
90 | Consolidatie1 | – 6.168 | – 5.260 | 908 |
HGIS | Internationale Samenwerking2 | (4.131) | (4.620) | (489) |
Totaal | 182.918 | 182.974 | 56 |
Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Milieu aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Tabel 5.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Deze uitgaven worden daarom ook wel de begrotingsgefinancierde uitgaven genoemd. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.
MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1 | De Koning | 0 | 0 | 0 |
2A | Staten-Generaal | 4 | 4 | 0 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 6 | 6 | 1 |
3 | Algemene Zaken | 7 | 6 | – 1 |
4 | Koninkrijksrelaties | 36 | 59 | 23 |
5 | Buitenlandse Zaken | 706 | 3.866 | 3.160 |
6 | Veiligheid en Justitie | 2.046 | 1.954 | – 92 |
7 | Binnenlandse Zaken | 70 | 150 | 80 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 1.342 | 1.339 | – 2 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 8.413 | 9.057 | 643 |
9B | Financiën | 2.525 | 8.720 | 6.195 |
10 | Defensie | 400 | 378 | – 23 |
12 | Infrastructuur en Milieu | 247 | 243 | – 4 |
13 | Economische Zaken | 3.771 | 3.682 | – 88 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 1.768 | 1.856 | 88 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 90 | 867 | 778 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 100 | 107 | 6 |
18 | Wonen en Rijksdienst | 564 | 783 | 219 |
50 | Gemeentefonds | 0 | 0 | 0 |
51 | Provinciefonds | 0 | 0 | 0 |
55 | Infrastructuurfonds | 5.878 | 5.164 | – 714 |
58 | Diergezondheidsfonds | 33 | 34 | 2 |
65 | Deltafonds | 905 | 851 | – 53 |
AP | Aanvullende Posten | 2 | 0 | – 2 |
90 | Consolidatie1 | – 6.168 | – 5.260 | 908 |
HGIS | Internationale Samenwerking2 | (0) | (213) | (213) |
Totaal | 22.744 | 33.866 | 11.122 |
Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Milieu aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Tabel 5.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve de begroting van Nationale Schuld, die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten en verderop in bijlage 6 het saldo van de overheid, worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld.
MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1 | De Koning | 41 | 42 | 1 |
2A | Staten-Generaal | 140 | 147 | 7 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 109 | 107 | – 3 |
3 | Algemene Zaken | 57 | 55 | – 1 |
4 | Koninkrijksrelaties | 255 | 300 | 45 |
5 | Buitenlandse Zaken | 8.174 | 4.498 | – 3.676 |
6 | Veiligheid en Justitie | 10.535 | 11.100 | 565 |
7 | Binnenlandse Zaken | 672 | 725 | 52 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 35.821 | 36.714 | 893 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 39 | – 515 | – 554 |
9B | Financiën | 4.043 | – 1.995 | – 6.039 |
10 | Defensie | 8.286 | 8.161 | – 124 |
12 | Infrastructuur en Milieu | 7.748 | 7.002 | – 746 |
13 | Economische Zaken | 1.173 | 1.385 | 212 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 31.834 | 29.961 | – 1.873 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 14.282 | 14.125 | – 156 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 2.146 | 2.715 | 569 |
18 | Wonen en Rijksdienst | 3.748 | 3.489 | – 259 |
50 | Gemeentefonds | 27.143 | 27.906 | 763 |
51 | Provinciefonds | 2.200 | 2.570 | 370 |
55 | Infrastructuurfonds | 0 | 472 | 472 |
58 | Diergezondheidsfonds | 0 | 4 | 4 |
64 | BES-fonds | 33 | 41 | 8 |
65 | Deltafonds | 0 | 99 | 99 |
AP | Aanvullende Posten | 1.696 | 0 | – 1.696 |
90 | Consolidatie1 | 0 | 0 | 0 |
HGIS | Internationale Samenwerking2 | (4.132) | (4.407) | (– 275) |
Totaal | 160.174 | 149.108 | – 11.066 |
Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Milieu aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Tabel 5.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 5.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 5.3).
De volgende tabellen (5.5 tot en met 5.7) geven per deelkader aan welke uitgaven er onder vallen, op welk begrotingshoofdstuk deze staan, en of de uitgaven begrotings- of premiegefinancierd zijn.
MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1 | De Koning | 41 | 42 | 1 |
2A | Staten-Generaal | 140 | 147 | 7 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 109 | 107 | – 3 |
3 | Algemene Zaken | 57 | 55 | – 1 |
4 | Koninkrijksrelaties | 88 | 98 | 10 |
5 | Buitenlandse Zaken | 8.174 | 4.498 | – 3.676 |
6 | Veiligheid en Justitie | 10.535 | 11.100 | 565 |
7 | Binnenlandse Zaken | 672 | 725 | 52 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 33.830 | 34.872 | 1.042 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 19 | 13 | – 7 |
9B | Financiën | 4.320 | 4.506 | 186 |
10 | Defensie | 8.181 | 8.058 | – 123 |
12 | Infrastructuur en Milieu | 7.972 | 7.193 | – 779 |
13 | Economische Zaken | 4.453 | 4.476 | 23 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 566 | 492 | – 74 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 2.458 | 2.411 | – 47 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 2.164 | 2.733 | 569 |
18 | Wonen en Rijksdienst | 3.748 | 3.489 | – 259 |
50 | Gemeentefonds | 18.033 | 18.494 | 461 |
51 | Provinciefonds | 2.200 | 2.570 | 370 |
55 | Infrastructuurfonds | 0 | 472 | 472 |
58 | Diergezondheidsfonds | 0 | 0 | 0 |
60 | Accres Gemeentefonds | 213 | 0 | – 213 |
61 | Accres Provinciefonds | 30 | 0 | – 30 |
64 | BES-fonds | 33 | 41 | 8 |
65 | Deltafonds | 0 | 99 | 99 |
80 | Prijsbijstelling | 180 | 0 | – 180 |
81 | Arbeidsvoorwaarden | 870 | 0 | – 870 |
86 | Algemeen | 146 | 0 | – 146 |
HGIS | Internationale Samenwerking1 | (3.948) | (4.372) | (424) |
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | 109.232 | 106.690 | – 2.542 | |
Totaal netto-uitgaven kader Rijksbegroting in enge zin | 109.232 | 106.690 | – 2.542 |
MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 18.401 | 18.199 | – 202 |
50 | Gemeentefonds | 2.574 | 2.636 | 62 |
AP | Aanvullende Posten | 243 | 0 | – 243 |
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | 21.218 | 20.835 | – 383 | |
40 | Sociale Verzekeringen | 56.675 | 56.307 | – 368 |
Premiegefinancierde netto-uitgaven | 56.675 | 56.307 | – 368 | |
Totaal netto-uitgaven kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid | 77.893 | 77.142 | – 750 |
MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 524 | 500 | – 24 |
50 | Gemeentefonds | 6.536 | 6.777 | 241 |
AP | Aanvullende Posten | 6 | 0 | – 6 |
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | 7.066 | 7.277 | 211 | |
41 | Zorg | 61.478 | 60.710 | – 768 |
Premiegefinancierde netto-uitgaven | 61.478 | 60.710 | – 768 | |
Totaal netto uitgaven kader Budgettair Kader Zorg | 68.544 | 67.986 | – 557 |
Tabel 5.8 geeft per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenkader vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van leningen (waaronder studieleningen), de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenkader zijn geplaatst, zoals de rente op de staatsschuld, de ontvangsten uit aardgaswinning of de uitgaven aan de zorgtoeslag.
Evenals bij tabellen 5.2 tot en met 5.4 geldt dat de genoemde bedragen in tabel 5.8 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld. De uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld zijn niet in deze tabel opgenomen.
(in miljoenen euro) | MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | |
---|---|---|---|---|
4 | Koninkrijksrelaties | 168 | 202 | 34 |
7 | Binnenlandse Zaken | 0 | 0 | 0 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 1.991 | 1.842 | – 149 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 20 | – 528 | – 548 |
9B | Financiën | – 277 | – 6.501 | – 6.224 |
10 | Defensie | 105 | 103 | – 2 |
12 | Infrastructuur en Milieu | – 224 | – 191 | 33 |
13 | Economische Zaken | – 3.281 | – 3.091 | 189 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 12.866 | 11.269 | – 1.597 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 11.300 | 11.215 | – 86 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | – 18 | – 18 | 0 |
58 | Diergezondheidsfonds | 0 | 4 | 4 |
AP | Aanvullende posten | 9 | 0 | – 9 |
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven buiten het kader | 22.658 | 14.306 | – 8.352 | |
Totaal netto-uitgaven | 22.658 | 14.306 | – 8.352 |
In de tabellen 5.9 tot en met 5.12 worden de uitgaven onder de verschillende deelkaders getoetst aan de hoogte van de deelkaders, zoals het kabinet die aan het begin van de kabinetsperiode heeft vastgesteld.
Tijdens de kabinetsperiode worden de deelkaders geïndexeerd met de prijsontwikkeling van de Nationale Bestedingen (NB-deflator). Om de actuele hoogte van elk kader te bepalen wordt het vastgestelde kader daarom eerst teruggerekend tot een uitgavenniveau in reële prijzen. Dit uitgavenniveau wordt vervolgens aangepast aan de huidige raming van de prijsontwikkeling van de Nationale Bestedingen. Daarnaast wordt gecorrigeerd voor overboekingen die hebben plaatsgevonden tussen de verschillende deelkaders. Ook worden de kaders soms aangepast voor statistische correcties.
Vervolgens wordt weergegeven hoe de actuele raming van de uitgaven zich verhoudt tot het uitgavenkader in lopende prijzen. Als de daadwerkelijk geraamde uitgaven hoger zijn dan het uitgavenkader dan is er sprake van een overschrijding (+); vice versa van een onderschrijding van het uitgavenkader (–).
MN2017 | FJR 2017 | Verschil | |
---|---|---|---|
1. Raming uitgaven bij Begrotingsafspraken 2014 | 109.610 | 109.610 | |
2. pNB ten tijde van MLT 2013–2017/Begrotingsafspraken 2014 | 1,0811 | 1,0811 | |
3. Reëel plafond | 101.385 | 101.385 | |
4. NB-deflator | 1,0460 | 1,0550 | 0,0090 |
5. Overboekingen | 252 | 401 | 149 |
6. Statistisch | 1.818 | – 1.266 | – 3.085 |
7. Uitgavenkader RBG-eng in lopende prijzen | 108.117 | 106.101 | – 2.016 |
8. Actuele ramingen uitgaven | 109.232 | 106.690 | – 2.542 |
9. Over/onderschrijding kader RBG-eng (9=8–7) | 1.115 | 590 | – 526 |
MN2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1. Raming uitgaven bij Begrotingsafspraken 2014 | 84.737 | 84.737 | ||
2. pNB ten tijde van MLT 2013–2017/Begrotingsafspraken 2014 | 1,0811 | 1,0811 | ||
3. Reëel plafond | 78.379 | 78.379 | ||
4. NB-deflator | 1,0460 | 1,0550 | 0,0090 | |
5. Overboekingen | – 53 | – 147 | – 93 | |
6. Statistisch | – 4.364 | – 4.251 | 113 | |
7. Uitgavenkader SZA in lopende prijzen | 77.566 | 78.296 | 730 | |
8. Actuele ramingen uitgaven | 77.893 | 77.142 | – 750 | |
wv begrotingsgefinancierd | 21.218 | 20.835 | – 383 | |
wv premiegefinancierd | 56.675 | 56.307 | – 368 | |
9. Over/onderschrijding plafond SZA (9=8–7) | 327 | – 1.153 | – 1.480 |
MN2017 | FJR 2017 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1. Raming uitgaven bij Begrotingsafspraken 2014 | 72.029 | 72.029 | ||
2. pNB ten tijde van MLT 2013–2017/Begrotingsafspraken 2014 | 1,0811 | 1,0811 | ||
3. Reëel plafond | 66.624 | 66.624 | ||
4. NB-deflator | 1,0460 | 1,0550 | 0,0090 | |
5. Overboekingen | – 198 | – 254 | – 55 | |
6. Statistisch | 462 | 512 | 50 | |
7. Uitgavenkader BKZ in lopende prijzen | 69.951 | 70.550 | 599 | |
8. Actuele ramingen uitgaven | 68.544 | 67.986 | – 557 | |
wv begrotingsgefinancierd | 7.066 | 7.277 | 211 | |
wv premiegefinancierd | 61.478 | 60.710 | – 768 | |
9. Over/onderschrijding plafond BKZ (9=8–7) | – 1.407 | – 2.563 | – 1.156 |
MN2017 | FJR 2017 | Verschil | |
---|---|---|---|
1. Reëel plafond | 246.389 | 246.389 | 0 |
2. NB-deflator | 1,0460 | 1,0550 | 0,0090 |
3. Overboekingen | 0 | 0 | 0 |
4. Statistisch | – 2.084 | – 5.006 | – 2.922 |
5. Uitgavenkader in lopende prijzen | 255.633 | 254.946 | – 688 |
6. Actuele ramingen uitgaven | 255.669 | 251.819 | – 3.850 |
7. Over/onderschrijding (7=6–5) | 35 | – 3.127 | – 3.162 |
Tabel 5.13 geeft de aardgasbaten weer. De aardgasbaten worden met name beïnvloed door de productie van aardgas, de hoogte van de olieprijs, de prijs van gas en de euro/dollarkoers. De olieprijs is van belang, omdat de prijs van aardgas mede is gerelateerd aan de prijs van olie in dollars. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aardgasbaten. De tabel laat zien dat de aardgasbaten niet alleen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. Dit wordt gedaan omdat het EMU-saldo – volgens Europese methodiek – wordt berekend op transactiebasis, terwijl de rijksbegroting op kasbasis wordt opgesteld.
MN 2017 | FJR 2017 | Verschil | |
---|---|---|---|
Olieprijs (in dollars) | 51 | 54 | 3 |
Beursprijs TTF-gas (in eurocent per kubieke meter) | 17 | 17 | 0 |
Euro/dollarkoers (in dollars) | 1,11 | 1,13 | 0,02 |
Productie (x miljard kubieke meter) | 44 | 42 | – 2 |
Niet-belastingontvangsten | 2.550 | 2.374 | – 176 |
Vennootschapsbelasting | 300 | 200 | – 100 |
Totaal kasbasis | 2.850 | 2.574 | – 276 |
Niet-belastingontvangsten | 100 | – 204 | – 304 |
Vennootschapsbelasting | 0 | – 50 | – 50 |
Totaal kas-transverschil (ktv) | 100 | – 254 | – 354 |
Niet-belastingontvangsten | 2.450 | 2.578 | 128 |
Vennootschapsbelasting | 300 | 250 | – 50 |
Totaal transactiebasis | 2.750 | 2.828 | 78 |