Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.
In het Financieel Jaarverslag wordt alleen het budgettaire belang gegeven van de fiscale regelingen waarvan op dat moment voorlopige realisatiegegevens over 2019 beschikbaar zijn. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2020 bekend en worden opgenomen in Miljoenennota 2021. Voor de overige fiscale regelingen zal in Miljoenennota 2021 een geactualiseerde raming voor 2019 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.
De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie.
7.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting
Tabel 7.1.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2019 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.
Afdrachtvermindering | Raming 2019 (MN 2020) | Voorlopige realisatie 2019 |
---|---|---|
Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) | 1.237 | 1.175 |
Zeevaart | 108 | 109 |
Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk voor het jaar 2019 bedroeg € 1.237 miljoen (exclusief € 8 miljoen voor zelfstandigen). De geschatte voorlopige realisatie is € 1.175 miljoen. Met deze realisatie is er een lichte onderuitputting van ruim € 60 miljoen. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek in 2021 aan het budget toegevoegd. De definitieve verzilvering van de S&O-afdrachtvermindering over 2019 wordt in juli 2020 vastgesteld.
De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. De voorlopige realisatie voor 2019 is vrijwel gelijk aan de raming in Miljoenennota 2020. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.
7.2 Investeringsfaciliteiten
Tabel 7.2.1 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2019 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.
Regeling | Budget 2019 (MN 2020) | Voorlopige realisatie 2019 |
---|---|---|
Energie-investeringsaftrek (EIA) | 147 | 127 |
Milieu-investeringsaftrek (MIA) | 114 | 126 |
Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) | 25 | 20 |
Uit de voorlopige realisatiecijfers blijkt dat van het beschikbare budget voor de EIA van € 147 miljoen circa € 127 miljoen is gebruikt. Vanaf 2019 is het aftrekpercentage verlaagd van 54,5 naar 45 procent, waardoor er ruimte is geweest om de Energielijst te verruimen. Hiermee wordt het budget naar verwachting doelmatiger besteed.
In de afgelopen jaren was er vaak sprake van overschrijding bij de MIA en onderuitputting bij de Vamil. Naar aanleiding van de evaluatie die in 2018 aan de Kamer is aangeboden,9 is budget geschoven van de Vamil naar de MIA. Per 2019 bedraagt daarmee het MIA-budget € 114 miljoen en het Vamil-budget € 25 miljoen, waarmee naar verwachting een betere balans tussen de regelingen wordt gevonden. In 2019 wordt het MIA-budget overschreden met ruim € 10 miljoen. De onderuitputting in de Vamil bedraagt € 5 miljoen. Om het budgetbeslag van elektrische voertuigen in de MIA te beheersen, is vanaf 2020 het aftrekpercentage op deze voertuigen verder verlaagd van 27 procent naar 13,5 procent.
Achtergrond
Op basis van de Vamil mag willekeurig worden afgeschreven op aangewezen milieu-investeringen. Deze regeling leidt in principe, evenals de andere regelingen voor vervroegde afschrijving, tot een liquiditeits- en rentevoordeel voor de belastingplichtige. Het budgettaire belang wordt berekend met de netto contante waarde-methode gebaseerd op het gemelde investeringsbedrag.
Het budgettaire belang van de EIA en MIA wordt gebaseerd op gemelde investeringsbedragen, in principe volgens de volgende formule: budgettair belang = (investeringsbedrag -/- correctiepercentage) * aftrekpercentage faciliteit * gemiddeld marginaal belastingtarief.