2010: als een vliegtuig met 71 Nederlandse inzittenden aan boord neerstort bij Tripoli in Libië is het alle hens aan dek: de consulaire dienstverlening aan landgenoten heeft na deze tragische gebeurtenis hoogste prioriteit. Alles wordt in het werk gesteld om nabestaanden zo goed mogelijk bij te staan. Van een andere orde, maar niet minder uitdagend, is de consulaire dienstverlening tijdens het WK voetbal in Zuid-Afrika. Oranje wint nèt niet, maar het toernooi kan zonder consulaire kleerscheuren worden afgesloten.
2010 is ook het jaar van de IJslandse aswolk die het vliegverkeer stillegt. En van de aardbevingen in Haïti en Chili. De beving in Haïti eist bijna een kwart miljoen dodelijke slachtoffers en honderdduizenden gewonden. In één klap worden 1,5 miljoen inwoners dakloos, een zesde deel van de bevolking. Nederland draagt humanitaire hulp bij. Buitenlandse Zaken is eveneens behulpzaam bij het versneld overbrengen van 106 Haïtiaanse adoptiekinderen naar Nederland.
2010: de gevolgen van de financieel-economische crisis slepen zich voort. De lidstaten van de Europese Unie zijn het hele jaar in touw om de schuldencrisis te beheersen en de positie van de euro veilig te stellen. Er worden ongekende maatregelen genomen: zo komt er een steunfonds van 750 miljard euro, dat de markten weer vertrouwen moet geven. Tegelijkertijd wordt gesproken over structurele verbetering van het financiële toezicht in de Unie, en versterking van het Stabiliteits- en Groeipact. Voor Nederland belangrijke voorwaarden die een blijvende bodem moeten leggen onder het economisch herstel. De EU2020 strategie die het levenslicht ziet, zet terecht in op werkgelegenheid en groei. Innovatie is de sleutel om de Europese concurrentiepositie te verbeteren.
Dat is ook hard nodig, want opkomende economieën, die toch al hogere groeicijfers kenden, lijken de wereldwijde crisis gemakkelijker van zich af te schudden. De verschuiving van economische machtsverhoudingen gaat ook in 2010 onverminderd door in Oostelijke richting. Economische diplomatie krijgt met het aantreden van de nieuwe regering in oktober 2010 een nog prominentere plaats in het buitenlands beleid, getuige ook het regeerakkoord. Nederlandse bedrijven moeten optimaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die mondialisering biedt. Zowel op bekende afzetmarkten als op markten verder weg, waar het belangrijkste groeipotentieel ligt. Dat betekent een hogere inzet op traditionele handelsbevordering, maar het gaat ook een stap verder. Een volwaardige economische diplomatie neemt ook de nieuwe geopolitieke realiteit in ogenschouw en zet in op de verzekering van de aanvoer van strategische goederen, grondstoffen en zeldzame aardmetalen, en energievoorzieningszekerheid. Dat is diplomatie in dienst van Nederlands meest strategische belangen. De eerste stappen om het netwerk van ambassades en consulaten hieraan aan te passen, worden gezet.
2010: de NAVO, die in 2009 haar 60-jarig bestaan vierde, neemt in Lissabon een nieuw Strategisch Concept aan. Artikel 5 wordt herbevestigd als de grondslag van het bondgenootschap, maar er gaat ook aandacht uit naar nieuwe dreigingen: de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme, transnationale illegale activiteiten zoals wapenhandel, drugshandel en mensenhandel, cyberaanvallen en verstoringen van vitale communicatie en aanvoerroutes van strategische goederen. Daarmee speelt de NAVO in op een nieuwe veiligheidsomgeving – en op de nieuwe veiligheidsrisico’s die daarmee samenhangen. De mogelijkheden van politieke dialoog (artikel 4) en het uitbouwen van constructieve partnerschappen, zoals met Rusland, komen nadrukkelijk naar voren. Dat wilde Nederland ook graag.
In 2010 komt het einddoel van een kernwapenvrije wereld een stap dichterbij als de Verenigde Staten en Rusland een nieuw START verdrag overeenkomen. Een succesvolle toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag, waarvoor Nederland zich heeft ingezet, is daaraan voorafgegaan. Zowel Noord-Korea als Iran onderstrepen in 2010 overigens de urgentie van een strakke internationale aanpak.
Aan vier jaar Nederlandse aanwezigheid in Uruzgan komt in 2010 een eind. Met de geïntegreerde inzet van defensie, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking (de 3D-benadering) is een waardevolle bijdrage geleverd aan stabiliteit en wederopbouw in Afghanistan. Nederland blijft in 2010 bijdragen aan de anti-piraterijoperaties van NAVO en EU. Geheel in overeenstemming met het hoge profiel dat Nederland heeft als het aankomt op de bevordering van de internationale rechtsorde, maakt ons land zich sterk voor de berechting van piraten in de regio.
2010: de eerste verkiezingen in twintig jaar vinden plaats in Birma. De partij van Aung San Suu Kyi doet niet mee en de verkiezingen verlopen verre van vrij en eerlijk. Aung’s huisarrest wordt wel opgeheven. In Iran blijft de mensenrechtensituatie een jaar na de omstreden verkiezingen die president Ahmedinejad in het zadel hielden uitgesproken slecht. Het Iraanse regime is niet het enige dat de communicatiemogelijkheden van de bevolking via het Internet probeert te beknotten: internetvrijheid staat in 2010 prominent op de agenda. Nederlandse ambassades vervolgen hun inspanningen om mensenrechtenverdedigers bij te staan. Nederland behaalt in internationale fora goede resultaten op het gebied van doodstraf (meer landen sluiten zich aan bij het moratorium), homorechten (opnieuw aandacht in de Verenigde Naties) en kinderrechten (de EU komt een ambitieus pakket maatregelen overeen ter bestrijding van kinderarbeid). In de laatste weken van 2010 klinkt de roep om vrijheid en verandering in de straten van Tunis. Het protest van Tunesische burgers zet demonstraties en veranderingen in de bredere Arabische wereld in gang, die ook in 2011 nog nadrukkelijk het beeld bepalen.
2010: de Europese Unie werkt nu onder de bepalingen van het Verdrag van Lissabon. De vaste voorzitter van de Europese Raad Herman van Rompuy en de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid Catherine Ashton verwerven zich – niet altijd zonder slag of stoot – een plaats op het politieke toneel. De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) ziet het levenslicht. Servië krijgt in 2010 uitzicht op toetreding tot de Unie, maar niet zonder dat aan de Nederlandse eis van volledige medewerking met het Joegoslavië-tribunaal tegemoet is gekomen.
Tegen deze achtergrond krijgt het Nederlands buitenlands beleid in 2010 vorm. De noodzaak van selectiviteit die de nieuw aangetreden regering aankondigt voor het buitenlands beleid, krijgt voor ontwikkelingssamenwerking al zijn beslag. In 2010 doet het werken met andere partners zoals het bedrijfsleven verder zijn intrede, onder meer via verschillende publiek-private partnerschappen. Het MDG3-fonds, gericht op de bevordering van kansen voor vrouwen en meisjes, is succesvol. Het is in 2010 geëvalueerd en blijkt een duidelijke meerwaarde te hebben. Duurzaamheid, klimaat en energie staan, ondanks de niet op alle punten geslaagde klimaattoppen in Kopenhagen en Cancun, hoog op de internationale agenda. De handschoen van het WRR rapport «Minder pretentie, meer ambitie» wordt opgepakt. In de basisbrief over ontwikkelingssamenwerking worden de belangrijkste uitgangspunten van het nieuwe beleid op een rijtje gezet. De Millenniumdoelen en Mondiale Publieke Goederen staan in het nieuwe beleid voorop. De focus ligt op de thema’s en gebieden waar Nederland een verschil kan maken. De noodzakelijke bezuinigingen bieden de kans deze hervormingen door te voeren. Maar Nederland wil ook bij economische tegenwind een betrouwbare partner zijn. Met een budget van 0,7 procent BNP handhaaft Nederland zich in de kopgroep van donorlanden en zijn er volop mogelijkheden om te investeren in de nieuwe beleidsprioriteiten. Dat zijn voedselzekerheid, water, veiligheid en rechtsorde in fragiele staten, en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Het belangrijkste middel voor ontwikkeling is economische groei. Daarom wordt sterker ingezet op de ontwikkeling van de private sector in ontwikkelingslanden. In 2010 werden, tot slot, ook de subsidies in het kader van het nieuwe Medefinancieringsstelsel (MFS II) toegekend. MFS II heeft als doel om de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties te bevorderen.
Ook het afgelopen jaar is veel aandacht besteed aan het vergroten van informatievoorziening over het geïntegreerde buitenlands beleid. Hierbij is volop gebruik gemaakt van de mogelijkheden van sociale media. Dit pad zullen we ook in 2011 vervolgen, want als 2010 ons nogmaals één ding duidelijk heeft gemaakt, dan is het dat buitenland binnenland is geworden, en binnenland buitenland. Dat maakt de noodzaak van een effectief, doelgericht buitenlands beleid ook voor de toekomst evident.