Base description which applies to whole site

15. VREEMDELINGEN

Realisatie begrotingsuitgaven Justitie € 6 098,9 miljoen art. 15 Vreemdelingen 17,3 %

Realisatie begrotingsuitgaven Justitie € 6 098,9 miljoen art. 15 Vreemdelingen 17,3 %

Algemene doelstelling

Een gereglementeerde en beheerste toelating tot verblijf in en vertrek uit Nederland of terugkeer, op een wijze die in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoord is.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

In 2010 is gewerkt aan verdere verbeteringen van het vreemdelingentoezicht, grenstoezicht, asielbeleid, het reguliere beleid en het terugkeerbeleid. Dit alles met als doel dat een vreemdeling die niet of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, Nederland zelfstandig of gedwongen verlaat. Hiermee wordt illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit voorkomen. Hierbij is de nadruk gelegd op zelfstandig en vrijwillig vertrek en vermindering van herhaalde aanvragen. Met voorrang is in 2010 gewerkt aan het vertrek van vreemdelingen die een veiligheidsrisico vormen, zoals criminele vreemdelingen, al dan niet illegaal.

Externe factoren

Het vreemdelingenbeleid wordt mede beïnvloed door internationale factoren zoals de medewerking van derde landen bij de terugname van terug te keren personen, of de toestand in de landen van herkomst van de vreemdelingen. Ook is het succes van het vreemdelingenbeleid grotendeels afhankelijk van de mate waarin het Europese migratiebeleid wordt vertaald naar de Nederlandse praktijk. In dit verband heeft Nederland in 2010 gewerkt aan een integrale visie op het Europese immigratiebeleid en wordt er intensief samengewerkt met andere lidstaten.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Het is niet mogelijk om aan de hand van enkele indicatoren uitspraken te doen over de maatschappelijke effecten van het vreemdelingenbeleid. Dit omdat kwalificaties als beheerste en gereglementeerde toelating en maatschappelijk verantwoord moeilijk cijfermatig zijn uit te drukken. Wel wordt onder de operationele doelstellingen daar waar mogelijk inzicht gegeven in de gerealiseerde input, throughput en output van het beleid.

Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid van beleid

Omschrijving

Doelstelling

Start

Afgerond

Vindplaats

Beleidsdoorlichting

    

Zorgvuldige en tijdige afdoening aanvragen verblijfsvergunning/naturalisatieverzoek

15.2

2010

 

Effectiviteit van het vreemdelingentoezicht

15.3

2010

 

De operationele doelstellingen 15.2 en 15.3 waren onderdeel van de Meerjarige programmering beleidsdoorlichting 2006–2012. Voor deze operationele doelstellingen is besloten dat deze in 2010 zouden worden doorgelicht. Echter, tussentijds is het beleid zodanig gewijzigd, dat daardoor het onderzoek naar het nut en de noodzaak van beide operationele doelstellingen niet zinvol leek. Het is de bedoeling dat in 2013, wanneer het beleid is vorm gegeven, beide operationele doelstellingen (waarover met ingang van het verslagjaar 2011 wordt verantwoord op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) alsnog worden doorgelicht.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
      

Realisatie

Begroting

Verschil

  

2006

2007

2008

2009

2010

2010

 

Verplichtingen

932 691

1 082 070

1 107 045

663 906

1 052 589

939 838

112 751

waarvan garanties

108 100

108 100

0

0

0

0

0

         

Programma-uitgaven

973 400

1 059 944

1 064 761

1 099 984

1 055 196

939 838

115 358

        

15.1

Verblijfsrechten vreemdelingen1

190 159

234 089

282 036

302 212

0

0

0

15.1.1

IND

190 159

234 089

281 940

302 205

0

0

0

15.1.2

Overig

0

0

96

7

0

0

0

         

15.2

Opvang gedurende beoordeling verblijf

495 244

489 987

494 189

521 702

798 959

684 902

114 057

15.2.1

COA en overige opvanginstellingen

478 496

473 379

458 311

494 772

463 780

394 460

69 320

15.2.2

Overige instellingen

16 748

16 608

35 878

26 930

38 742

9 046

29 696

15.2.3

IND

0

0

0

0

296 437

281 396

15 041

         

15.3

Terugkeer vreemdelingen

287 997

335 868

288 536

276 070

256 237

254 936

1 301

15.3.1

DJI – vreemdelingenbewaring

133 331

205 606

160 693

142 443

127 648

134 886

– 7 238

15.3.2

DJI – uitzetcentra

53 812

49 908

42 595

43 339

39 480

40 488

– 1 008

15.3.3

IND

88 235

24 524

23 893

24 111

23 754

23 754

0

15.3.4

Overig

12 619

7 127

7 646

7 161

7 400

7 485

– 85

15.3.5

Dienst terugkeer en vertrek

0

48 703

53 709

59 016

57 955

48 323

9 632

         

Ontvangsten

136 400

95 842

190 226

252 697

6 920

253 893

– 246 973

1

Met ingang van de begroting 2010 zijn de artikelen 15.1 en 15.2 (voorheen: opvang) samengevoegd.

Verplichtingen

Financiële toelichting

De verschillen tussen de vastgestelde begroting 2010 en de realisatie 2010 zijn in overeenstemming met hetgeen onder uitgaven wordt toegelicht.

Uitgaven

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2010 en de realisatie over 2010 wordt voornamelijk verklaard door het volgende:

Operationele doelstelling 15.2

  • In 2010 is de gemiddelde bezetting van de opvang 21 641 gebleken. In de begroting was uitgegaan van een gemiddelde bezetting van 18 802. De uitstroom bleek lager dan de verwachting. De invoer van nieuwe beleidsmaatregelen zorgde ook voor een prijsmutatie. Hierdoor is het budgettaire kader verhoogd met € 27 miljoen.

  • Er zijn meer alleenstaande minderjarige vreemdelingen (Amv’s) naar Nederland gekomen dan geraamd en er bleken derhalve meer Amv-plaatsen nodig te zijn, zowel in campussen als in de kleinschalige opvangvoorzieningen. Daardoor is € 18,4 miljoen meer uitgegeven. Daarnaast bedroegen de extra kosten voor de opvang van bijzondere groepen € 3,7 miljoen.

  • De hoge bezetting van de Tijdelijke Noodvoorziening Vreemdelingen (TNV) in 2009 heeft ertoe geleid dat tijdelijk gebruik is gemaakt van paviljoenen om te voldoen aan de benodigde capaciteit. Dit leidt tot een tegenvaller van € 3,2 miljoen.

  • Bij de eerste en tweede suppletoire wet zijn verschuivingen in het budgettaire kader geweest. Het gaat hier onder andere om extra middelen voor de vernieuwde asielprocedure waardoor meer plekken in een vrijheidsbeperkende locatie (VBL) nodig waren (€ 9,3 miljoen), aanpassing kostprijzen COA (€ 6,8 miljoen), middelen voor de Taskforce Thuisgeven (€ 12 miljoen), tegenvaller Regeling Afhandeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet (RANOV) (€ 15,1 miljoen), middelen voor Biometrie en keteninformatisering (€ 9,3 miljoen) en aanpassing kostprijzen IND (€ 9 miljoen) en lagere uitgaven dan geraamd voor de opvang van zieke uitgeprocedeerde asielzoekers (€ 15 miljoen). Deze posten zijn in de eerste en tweede suppletoire wet nader toegelicht.

Ontvangsten

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2010 en de realisatie over 2010 wordt verklaard doordat volgens de huidige methodiek een deel van de asieluitgaven op de Justitie-begroting ook verantwoord wordt op de begroting van Buitenlandse Zaken (een zogenaamde bijdrageconstructie). Besloten is de huidige methodiek te wijzigen. Dit betreft een begrotingstechnische aanpassing, zonder beleidsmatige gevolgen.

Operationele doelstelling 15.2

Zorgvuldige en tijdige afdoening van aanvragen om verlening en verlening van een verblijfsvergunning of van een naturalisatieverzoek.

Doelbereiking

Per 1 juli 2010 is de verbeterde asielprocedure inwerking getreden, waarmee de toelatingsprocedure voor asielzoekers sneller en zorgvuldiger is geworden. Ten behoeve van de huisvesting van statushouders is de Taskforce Thuisgeven opgericht, die dit proces faciliteert en stimuleert.

Tevens is er in 2010, op de gebruikelijke wijze, op toegezien dat de optieverklaringen voor de verkrijging van het Nederlanderschap door de Nederlandse gemeenten op de voor hun gebruikelijke tijdige en zorgvuldige wijze werden afgedaan. Bij zowel optieverklaring als naturalisatie is met de staatkundige hervormingen van de Nederlandse Antillen het moment benut om op de betreffende eilanden te komen tot regels voor het indienen van een optieverklaring dan wel naturalisatieverzoek.

De asielprocedure

Sneller en beter besluiten

Het wetsvoorstel betreffende een wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure, is op 1 juli in werking getreden (zie ook TK 31 944). De ex nunc toetsing in beroep is uitgebreid.

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De asielprocedure voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) is in 2010 aangepast in lijn met de verbeterde asielprocedure. Nederland bevordert de duurzame terugkeer van alleenstaande minderjarige vreemdelingen, door onder andere adequate opvangplekken te creëren en door te zorgen voor begeleiding in het land van herkomst.

De Tweede Kamer heeft de aangekondigde herijking van het beleid ten aanzien van alleenstaande minderjarige vreemdelingen na de val van het Kabinet Balkenende IV controversieel verklaard, evenals de brief met interim-maatregelen voor amv’s (TK 27 062, nr. 64 en 65).

Het experiment «Steunpunt Perspectief» loopt nog en de evaluatie hiervan is vertraagd en zal in 2011 gereed zijn.

Opvang van asielzoekers en andere opvanggerechtigden

In 2010 is de opvangbehoefte stabiel gebleven ten opzichte van 2009. Het aantal personen dat een beroep deed op de opvangvoorziening van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) bedroeg gemiddeld 21 641. In 2009 was dat 21 749. De stabiele bezetting is voor een belangrijk deel een gevolg van de diverse uitspraken van de rechter waardoor de doorstoom en uitstroom aanzienlijk is beperkt en hierdoor de verwachte dalende bezetting als gevolg van de effectieve asielprocedure, daar waar het in centrale opvang betreft, niet geëffectueerd kon worden.

Opvang zieke uitgeprocedeerde asielzoekers

De motie Spekman (TK 30 846, nr.4) verzocht de regering opvang te verlenen aan uitgeprocedeerde asielzoekers die een aanvraag om medische redenen hebben ingediend. De uitvoering van de motie is in de reguliere werkprocessen van de uitvoeringsorganisaties opgenomen.

De reguliere procedure

Uitnodigend waar het kan

In 2010 is het wetsvoorstel Modern Migratiebeleid (MoMi) zowel door de Tweede Kamer als door de Eerste Kamer aanvaard. Vanwege problemen met INDiGO is de inwerkingtreding van MoMi, die voorzien was op 1 januari 2011, echter uitgesteld (TK 5675077/10)

Proeftuinen en versnelde procedures voor bepaalde categorieën migranten blijven echter in tact, zoals die voor au pairs, studenten en kennismigranten. Voor de opzet van een proeftuin toelating kort verblijvende kennismigranten heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een onderzoek uitgevoerd.

Op EU-niveau verlopen de onderhandelingen over het voorstel voor een single permit moeizaam; op 14 december 2010 heeft het Europese Parlement het voorstel verworpen. Het is nog niet duidelijk of de Commissie het voorstel zal aanpassen.

Op 13 juli heeft 2010 de Europese Commissie twee nieuwe voorstellen voor richtlijnen gepubliceerd: een met betrekking tot de toelating van seizoenswerkers, de ander met betrekking tot de toelating van intra corporate transferees. De onderhandelingen over beide voorstellen zijn in de Raadswerkgroep gestart.

Restrictief waar het moet

Om het toezichts- en handhavingsstelsel voor de reguliere procedure te versterken is de informatie-uitwisseling en ketensamenwerking ten behoeve van de handhaving in 2010 geïntensiveerd. Zo maakt de Immigratie- en naturalisatie Dienst (IND) gebruik van SUWI-net om loongegevens te checken van kennismigranten. Om misbruik en oneigenlijk gebruik van de kennismigrantenregeling tegen te gaan, is een wijziging van het Vreemdelingenbesluit voorbereid, op basis waarvan de IND een aanvraag kan weigeren wanneer het salaris onevenredig hoog is, gelet op de functie.

Tevens is in 2010 in het wetsvoorstel MoMi een uitgewerkt handhavingssyteem opgenomen, dat gelijktijdig met MoMi in werking zal treden. In de MoMi-proeftuinen wordt ook ingezet op handhaving; zo heeft de IND het convenant met een onderwijsinstelling en een au pairbureau opgezegd vanwege het niet nakomen van de voorwaarden.

In 2010 zijn de legestarieven bij verlies, vermissing of diefstal van het verblijfsdocument verhoogd (TK 30 573, nr. 48).

Naturalisatie

De wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) is per 1 oktober 2010 van kracht gegaan. Hiermee is de plicht om afstand te doen van de vreemde nationaliteit uitgebreid naar onder meer optanten die al sinds hun vierde jaar hun hoofdverblijf hebben in Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten, of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook is daarmee het Nederlands verplicht als onderdeel van de taaltoets bij naturalisatie. Het is nu tevens mogelijk om het Nederlanderschap in te trekken na een onherroepelijke veroordeling wegens misdrijven die de essentiële belangen van de staat ernstig schenden. Verder krijgen vreemdelingen die vóór 1985 zijn geboren uit een Nederlandse moeder (de zogenaamde «latente Nederlanders») de gelegenheid het Nederlanderschap te verkrijgen.

Daarnaast zijn de naturalisatieleges per 1 januari 2010 verhoogd .

Volume- en prestatiegegevens

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

a. Prognose Instroom

Prognose instroom (autonome ontwikkeling)
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

 

1. Asielinstroom

       

Asielinstroom

14 465

9 700

15 300

16 163

15 148

19 000

– 3 852

Overige instroom

10 127

7 000

3 800

6 475

8 566

5 339

3 227

Regulier (asielgerelateerd)

9 245

5 500

1 600

1 659

1 154

1 505

– 351

Totale instroom

33 837

22 200

20 700

24 297

24 868

25 844

– 976

        

2. Regulier

       

Machtiging tot Voorlopig Verblijf

       

– Gezinsvorming en –hereniging

22 884

20 800

26 900

29 000

33 200

16 452

16 748

– Overig

17 548

19 400

22 500

21 700

20 400

33 658

– 13 258

        

Vergunning tot Verblijf Regulier

       

– Eerste aanleg gezinsvorming en -hereniging

25 770

19 600

22 000

22 000

20 900

10 549

10 351

– Eerste aanleg overig

84 632

35 400

38 500

36 100

35 100

49 951

– 14 851

VVR – Verlenging

125 501

129 300

95 800

95 700

74 600

96 200

– 21 600

Overig

 

48 500

19 200

17 400

22 800

22 000

800

Visa

15 814

14 600

8 000

5 000

3 400

9 000

– 5 600

Totaal instroom

292 149

287 600

232 900

226 900

210 400

237 810

– 27 410

        

3. Naturalisatie

       

– Verzoeken

28 221

27 100

24 500

25 150

26 276

26 500

– 224

– Fraudeonderzoeken

  

150

200

125

200

– 75

Totale instroom

28 221

27 100

24 650

25 350

26 401

26 700

– 299

Toelichting kengetallen

Asielinstroom

De asielinstroom is circa 3 900 lager uitgevallen dan begroot. De lagere asielinstroom wordt gedeeltelijk verklaard door het afschaffen van het categoriaal beschermingsbeleid voor vreemdelingen uit Irak (november 2008) en Somalië (mei 2009). In 2010 zijn vergeleken met 2009 ongeveer 2 300 asielaanvragen minder ingediend door vreemdelingen uit Somalië.

De overige instroom heeft betrekking op de zij-instroom, de uitgenodigde vluchtelingen en de herbeoordelingen van vergunningen voor verlenging of intrekking. Deze overige instroom was in 2010 3 200 hoger dan begroot. Van de 3 200 hebben 1 250 zaken betrekking op de herbeoordelingen van vergunningen van asielzoekers uit Irak. Deze zijn in 2010 in behandeling genomen. In de begroting zijn deze 1 250 in de beginvoorraad opgenomen. Tezamen zijn de voorraad en de instroom vrijwel conform de begrote beginvoorraad.

In de begroting is geen rekening gehouden met ongeveer 450 intrekkingen van vergunningen van asielzoekers uit overige landen.

Regulier

De realisatie van de instroom Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) voor de categorie gezinsvorming en hereniging is aanzienlijk hoger dan de begroting, wat voornamelijk veroorzaakt is door een stijging van het aantal aanvragen voor verblijf van nareizende familieleden en pleegkinderen bij vreemdelingen met de Somalische nationaliteit.

De instroom Vergunning tot Verblijf Regulier (VVR) is lager dan begroot. Dit heeft voornamelijk te maken met een daling van het aanbod «Eerste aanleg overig» en «VVR-Verlenging».

De realisatie van visum blijft achter bij de begroting. Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat de buitenlandse posten visumaanvragen in toenemende mate zelfstandig afdoen. Daarnaast geldt dat het aantal visumaanvragen wereldwijd afneemt. Dit heeft te maken met het feit dat het aantal niet-visumplichtige nationaliteiten toeneemt.

Naturalisatie

De instroom Naturalisatie is nagenoeg gelijk aan de begroting.

b. Streefwaarden doorlooptijden

vreemdelingenzaken waarop binnen de gestelde wettelijke termijn is besloten in %
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

2010

Asiel

91

51

65

73

82

65

17

Regulier

89

81

88

93

95

88

7

Naturalisatie

99

85

84

95

96

84

12

Toelichting kengetallen

In de loop der jaren zijn de percentages op verschillende manieren bepaald, waardoor de jaren onderling niet geheel vergelijkbaar zijn. Zo zijn in 2008 de verschoonbare beslisbelemmeringen die de wettelijke termijn opschorten niet meegenomen. Vanaf 2009 is dat wel het geval, waardoor het percentage hoger uitkomt.

Van de zaken binnen het proces Regulier is 95% afgesloten binnen de wettelijke termijn. In 2009 was dit percentage nog 93 procent.

Gemiddeld genomen is voor de afgehandelde aanvragen van Nederland een doorlooptijd van 29 weken gerealiseerd. De tijdigheid van beslissen binnen de wettelijke termijn van 52 weken is in 2010 gelijk gebleven.

De tijdigheid van beslissen van aanvragen uit het buitenland en de Caribische delen van het Koninkrijk binnen de wettelijke termijn is ten opzichte van 2009 met bijna 10 procent verbeterd.

c. Streefwaarden kwaliteit procedures

Standhouding beslissingen in %
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

2010

Asiel

79

81

82

78

77

85

– 8

Regulier

77

78

81

82

82

80

2

Toelichting kengetallen

Bij Asiel is er vanaf 2008 een daling van standhouding beslissingen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de Dublin-Griekenland-problematiek.

Kwaliteit vreemdelingenprocedures in %

Doelstelling

Indicator

Realisatie 2010

Streefwaarde 2010 en verder

Verschil

Kwaliteit asielprocedure

Klachten

1,2

< 2

– 0,8

Kwaliteit reguliere procedure

Klachten

0,8

< 2

– 1,2

Kwaliteit procedure naturalisatie

Klachten

0,2

< 0,5

– 0,3

Toelichting kengetallen

Het aantal ingediende klachten met betrekking tot de kwaliteit vreemdelingenprocedures van de IND is binnen de gestelde streefwaarden gebleven.

d. Voortgang modern migratiebeleid

Voortgang implementatie modern migratiebeleid

Mijlpaal

Realisatie 2010

Planning

Behandeling in de Tweede Kamer

Gerealiseerd

Eind 2009/begin 2010

Akkoord Eerste Kamer

Gerealiseerd

Juni 2010

Gefaseerde implementatie

Onbekend

Oktober 2010 – januari 2011

Toelichting kengetallen

Het wetsvoorstel Modern Migratiebeleid is zowel door de Tweede Kamer als door de Eerste Kamer aanvaard (EK 32 052, B).

e. Voortgang implementatie asielbrief

Voortgang implementatie asielbrief

Mijlpaal

Realisatie 2010

Planning

Akkoord Tweede Kamer

December 2009

Eind 2009

Akkoord Eerste Kamer

Mei 2010

April 2010

Implementatie

Mei 2010

1 juli 2011

Toelichting kengetallen

De behandeling van de asielbrief in de Eerste Kamer heeft enkele maanden vertraging opgelopen in 2010. Uiteindelijk is de brief in mei van 2010 behandeld en geïmplementeerd.

f. Opvang

Kerngegevens opvang
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

20061

2007

2008

2009

2010

2010

2010

Instroom

7 772

8 977

14 623

15 343

15 624

17 100

– 1 476

Uitstroom

13 190

10 308

16 148

13 726

16 640

17 800

– 1 160

TNV-capaciteit

700

707

2 064

2 231

656

800

– 144

Gemiddelde bezetting

25 780

23 114

19 704

20 914

21 641

18 802

2 839

Gemiddelde kosten per opvanggerechtigde (x € 1)

17 960

20 760

23 980

24 280

22 425

20 550

1 875

1

De cijfers die zijn opgenomen voor de jaren 2006 tot en met 2009 in deze tabel wijken af van voorgaande jaarverslagen. Uitgangspunt voor de hierboven vermelde cijfers is de goedgekeurde jaarrekening van het COA over het jaar 2009.

Toelichting kengetallen

Instroom

In begroting 2010 is rekening gehouden met een instroom 17 100 vreemdelingen. De totale instroom is met 15 632 lager dan begroot.

Uitstroom

De uitstroom van 16 640 is lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door een stagnatie van de uitstroom en doorstroom van specifieke groepen. Een aantal voorbeelden zijn:

  • Er is een tijdelijk opschorting van uitzettingen van personen afkomstig uit Zuid- en Centraal Somalië.

  • Uitzetting naar Afghanistan en delen van Irak en Ivoorkust zijn niet mogelijk.

  • Er zijn geen uitzettingen van uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen.

  • Dublin-claimanten kunnen niet teruggeleid worden naar Griekenland.

  • Er is een achterstand in het uitplaatsen van de groep statushouders die recht heeft op vestiging.

TNV/POL-capaciteit

In 2010 zijn gemiddeld 800 TNV-plaatsen besteld. Deze plaatsen zijn na 1 juli door de invoering van de vernieuwde asielprocedure ingezet als POL-capaciteit (Procesopvanglocatie). In 2010 is er sprake geweest van een constante TNV/POL bezetting.

Bezetting opvang

Het aantal asielzoekers dat door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers in 2010 wordt opgevangen, schommelt tussen de 21 000 en 22 000. Er is sprake van forse tegenvaller op het aantal mensen dat moet worden opgevangen ten opzichte van het in de begroting opgenomen aantal. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een stagnatie in de uitstroom. Zie ook toelichting bij uitstroom.

Gemiddelde kosten per bezette opvangplaats

De gemiddelde kosten zijn als volgt berekend: De gerealiseerde kosten voor 2010 gedeeld door de gerealiseerde gemiddelde bezetting. De werkelijke kostprijs wordt pas nadat afrekening met het COA heeft plaatsgevonden vastgesteld. De kosten zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar als gevolg van loon- en prijsbijstellingen, kwaliteitsverbetering van de voorzieningen voor de Vrijheidsbeperkende locatie en TNV-POL.

g. Kwaliteit opvang

Het project «Herijking producten en kostprijzen van het COA», dat in eind 2009 van start is gegaan, is in oktober 2010 afgerond. Over het jaar 2010 waren nog geen indicatoren voorhanden.

Operationele doelstelling 15.3

Een effectieve en zorgvuldige uitvoering van het vreemdelingentoezicht, grenstoezicht en terugkeerbeleid, opdat een vreemdeling die niet of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, Nederland zelfstandig of gedwongen verlaat.

Motivering

Vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven zijn maatschappelijke en sociaal-economisch bijzonder kwetsbaar. Bovendien vormen zij een belasting voor (gemeentelijke) overheden.

Het terugkeerbeleid is gericht op het vertrek van vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven. Zij dienen terug te keren naar het land van herkomst of te vertrekken naar een ander geschikt land. Illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland moet zo veel mogelijk voorkomen worden, onder meer door een effectief en goed georganiseerd grenstoezicht.

Ketensamenwerking en gegevensverstrekking

Door de verruiming van de bevoegdheden van de Vreemdelingenpolitie (VP) en de Koninklijke Marechaussee (KMar) wordt beoogd de ketensamenwerking te verbeteren en de gegevensuitwisseling te vereenvoudigen. Daarvoor is het voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verruiming van de bevoegdheden in het kader van het vreemdelingentoezicht bij de Tweede Kamer ingediend (TK 32 528).

Betere afspraken met landen van herkomst

In 2010 is onverminderd ingezet op het opbouwen van de relatie en het verbeteren van de samenwerking met landen van herkomst, door middel van gesprekken met vertegenwoordigingen, missies naar herkomstlanden en het opzetten van verschillende samenwerkingsprojecten.

In 2010 is de inzet op het maken van terug- en overnameafspraken met herkomstlanden geïntensiveerd. De EU-overnameovereenkomst met Pakistan is op 1 december inwerkinggetreden. De EU-overnameovereenkomst met Georgië is op 22 november 2010 ondertekend. De Benelux heeft onderhandelingen afgerond met Servië en Montenegro over een uitvoeringsprotocol.

In bilaterale relaties met landen waarbij de bereidheid tot samenwerking op het gebied van terugkeer onvoldoende is, wordt het onderwerp terugkeer in toenemende mate opgebracht, dat ten aanzien van een enkel land al heeft geleid tot concrete afspraken over terugkeer.

Beter grenstoezicht

Naar aanleiding van de resultaten van de Schengenevaluatie van de lucht- en zeegrenzen in 2009, zijn door Nederland in 2010 operationele maatregelen getroffen. Het gaat hier om het verhelderen van de instructies voor de KMar en Zeehavenpolitie (ZHP) op basis van de Schengengrenscode, alsmede training en opleiding van grensbewakingspersoneel.

Met betrekking tot het programma «Vernieuwing Grens Management» (VGM) is de pilot waarbij de overheid API gegevens van de KLM ontvangt, succesvol gebleken bij de bestrijding van illegale migratie. In 2010 zijn binnen deze pilot de voorbereidingen getroffen om de pilot te verlengen zodat het op kan gaan in het in te richten nationaal informatie en analysecentrum grens.

De proef met de automatische grenspassage op de luchthaven heeft voldoende input opgeleverd om te starten met een Europese aanbesteding.

De derde pilot «FLUX» is succesvol geëvalueerd waarna vervolgens gewerkt is aan het uitbreiden van regitered travellers voor derde-landers.

Effectieve bestrijding illegaliteit

Op 31 juli 2010 zijn de maatregelen met betrekking tot het aangescherpte openbare-ordebeleid, zoals aangekondigd bij brief van 30 oktober 2009, in werking getreden. Deze maatregelen zijn in het bijzonder gericht op de aanpak van daders van ernstige delicten en veelplegers.

Het programma «Uitzetten/Vastzetten» van criminele vreemdelingen heeft onder meer uitvoering gegeven aan de verbeterpunten van het protocol ten aanzien van de Vreemdelingen in de Strafrechtsketen (VRIS). Om de VRIS-uitvoeringspraktijk te optimaliseren is onder voorzitterschap van het Openbaar Ministerie op 26 januari 2010 een Taskforce VRIS opgericht. De Taskforce heeft als focus het realiseren van de noodzakelijke verbinding tussen de strafrechtketen en de vreemdelingenketen om zodoende een optimaal ketenproces te waarborgen.

Het wetsvoorstel uitbreiding van de toezichtsbevoegdheden draagt bij aan de bestrijding van illegaal verblijf.

Volume- en prestatiegegevens

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

Kengetallen terugkeer (percentage van uitgeprocedeerden) in %
    

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2010

2010

Zelfstandig vertrek

7

12

14

16

10

6

Gedwongen vertrek

38

34

33

35

40

– 5

Zelfstandig vertrek zonder toezicht

55

54

53

48

50

– 2

Totaal

100

100

100

100

100

0

Toelichting kengetallen

In 2010 is een hoger percentage vertrek gerealiseerd (namelijk 16%) dan verwacht (10%) en het gerealiseerde percentage zelfstandig vertrek is bovendien hoger dan de voorgaande jaren. Dit is mede het gevolg van het gestegen aantal personen die met behulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) is vertrokken. De gerealiseerde percentages gedwongen vertrek en vertrek zonder toezicht zijn lager dan verwacht. Aangezien het zelfstandig vertrek de voorkeur heeft boven gedwongen vertrek, kan dit gezien worden als een positieve ontwikkeling.

Licence