Algemene doelstelling
De beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie.
Doelstellingen
Doelstelling 1: Ondersteunen bewindslieden bij het besturen van de defensieorganisatie.
De bewindslieden zijn door de Bestuursstaf geadviseerd en ondersteund bij het besturen van de defensieorganisatie.
Doelstelling 2: Ontwikkeling van departementaal beleid en regelgeving.
In de ontwikkeling en monitoring van beleid is veel aandacht besteed aan de budgetdiscipline binnen de defensieorganisatie, de verbetering van het financieel en materieel beheer en de vereenvoudiging van interne procedures.
Doelstelling 3: Beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s.
De resultaten van deze doelstelling worden toegelicht onder de tabel «budgettaire gevolgen van beleid».
Budgettaire gevolgen van beleid
De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2010.
Bedragen x € 1 000 | Realisatie 2006 | Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Begroting 2010 | Verschil |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 710 147 | 1 625 811 | 1 610 884 | 1 656 817 | 1 682 458 | 1 667 643 | 14 815 |
Apparaatsuitgaven |
|
| |||||
Bestuursstaf | 153 784 | 133 587 | 107 722 | 125 259 | 125 721 | 111 607 | 14 114 |
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst | 54 794 | 60 786 | 64 679 | 70 723 | 70 848 | 74 671 | – 3 823 |
Bijdragen aan baten-lastendiensten | 4 970 | 4 724 | 273 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal apparaatsuitgaven | 213 548 | 199 097 | 172 674 | 195 982 | 196 569 | 186 278 | 10 291 |
Programma-uitgaven | |||||||
Pensioenen en uitkeringen *) | 1 059 140 | 1 076 410 | 1 103 371 | 1 069 855 | 1 147 502 | 1 123 444 | 24 058 |
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden | 130 976 | 129 342 | 123 669 | 124 278 | 109 833 | 120 352 | – 10 519 |
Ziektekostenvoorziening | 13 667 | 14 728 | 15 553 | 12 128 | 8 812 | 9 274 | – 462 |
Milieu-uitgaven | 8 034 | 6 370 | 5 230 | 6 617 | 6 530 | 11 019 | – 4 489 |
Subsidies en bijdragen | 18 165 | 16 590 | 20 542 | 14 610 | 19 697 | 14 657 | 5 040 |
Bijdragen aan de Navo | 66 864 | 94 418 | 64 113 | 75 857 | 74 613 | 77 364 | – 2 751 |
Internationale samenwerking | 1 987 | 3 284 | 4 074 | 4 660 | 4 121 | 5 332 | – 1 211 |
Wetenschappelijk onderzoek | 78 159 | 80 879 | 78 627 | 85 416 | 74 736 | 74 035 | 701 |
Overige uitgaven | 34 935 | 76 794 | 26 687 | 42 182 | 53 284 | 35 888 | 17 396 |
Totaal programma-uitgaven *) | 1 411 927 | 1 498 815 | 1 441 866 | 1 435 603 | 1 499 128 | 1 471 365 | 27 763 |
Totaal uitgaven | 1 625 475 | 1 697 912 | 1 614 540 | 1 631 585 | 1 695 697 | 1 657 643 | 38 054 |
Ontvangsten |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal ontvangsten | 289 539 | 428 201 | 409 224 | 11 510 | 20 533 | 9 609 | 10 924 |
*) waarvan niet relevant | 24 090 | 31 465 | 30 026 | 33 840 | 41 922 | 60 694 | – 18 772 |
Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen.
Verplichtingen
De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen tevens voor hogere verplichtingen. Daartegenover staat dat overeenkomsten met een facilitair karakter meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig en dat minder meerjarige verplichtingen zijn aangegaan voor «Bijdragen aan de Navo» en «Milieu-uitgaven».
Uitgaven
Apparaatsuitgaven
De hogere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 10,3 miljoen is in het bijzonder een gevolg van de verhoging van het inhuurbudget voor de projecten «Professionaliseren Materiaalbeheer Defensie» en «Beter Verbeteren» met respectievelijk € 4,9 miljoen en € 1,6 miljoen. Vervolgens is ten behoeve van deze projecten het budget voor de overige uitgaven verhoogd met € 1,8 miljoen.
Militaire pensioenen en uitkeringen
De hogere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 24,1 miljoen is in het bijzonder een gevolg van het niet tijdig in 2009 verrichten van een betaling aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds van € 37,5 miljoen. Deze betaling is in 2010 uitgevoerd. Daarnaast is € 4,8 miljoen overgeboekt naar Subsidies en Bijdragen. Deze uitgave was oorspronkelijk begroot onder de post Veteranenbeleid.
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden
De lagere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 10,5 miljoen is in het bijzonder een gevolg van het achterblijven van loondoorbetaling bij externe bemiddeling. Personeel dat door reorganisaties overtollig is, wordt gedurende zes maanden eerst intern bemiddeld via het Sociaal Beleidskader van Defensie, en daarna extern. De kosten voor externe bemiddeling komen ten laste van Wachtgelden en Inactiviteitswedden. Gebleken is dat de termijn van interne bemiddeling van maximaal zes maanden vaak wordt overschreden. Daardoor komt overtollig personeel soms later, en voor een kortere duur in het externe bemiddelingstraject terecht en worden eveneens de loonkosten later en voor een kortere duur ten laste van Wachtgelden en Inactiviteitswedden gebracht.
Milieu-uitgaven
De lagere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 4,5 miljoen is in het bijzonder een gevolg van de overheveling van het project Windmolens Coevorden naar het CDC ten bedrage van € 3,1 miljoen.
Subsidies en Bijdragen
De hogere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 5 miljoen is in het bijzonder een gevolg van het toekennen van een subsidie aan de Stichting Veteranen Instituut (SVI) van € 4,8 miljoen. Deze uitgave was oorspronkelijk begroot onder de post Veteranenbeleid die valt onder het functiegebied Militaire Pensioenen en Uitkeringen.
Overige uitgaven
De overige uitgaven zijn € 14,6 miljoen hoger doordat in 2010 besloten is een uitzendbonus uit te keren. De uitzendbonus houdt in dat militairen een bonus krijgen van € 1 000 netto als zij minimaal twaalf maanden uitgezonden zijn geweest. De resterende verschillen betreffen diverse kleinere posten.
Omschrijving (bedragen x € 1 000,–) | Begroting 2010 | Realisatie 2010 | Verschil |
---|---|---|---|
Programmafinanciering TNO (en MARIN) | 47 054 | 47 054 | – |
Programmafinanciering NLR | 515 | 515 | – |
Contractonderzoek technologie-ontwikkeling | 18 412 | 20 354 | 1 942 |
Small Business Innovation Research (EZ-financiering) | 200 | 90 | – 110 |
Enveloppe innovatie, kennis en onderzoek | 900 | 900 | |
Contractonderzoek kennistoepassing | 7 854 | 6 813 | – 1 041 |
Totaal generaal | 74 035 | 75 726 | 1 691 |
Uit de cijfers blijkt dat de realisatie van de uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek over 2010 € 1,7 miljoen meer is dan begroot.
De meeruitgaven betreffen budgetoverhevelingen van de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de projecten STARS en I-Bridge.
Programmafinanciering TNO, MARIN en NLR
In 2010 is uitvoering gegeven aan het R&D plan 2010 en daarmee aan de Strategische Kennis Agenda van Defensie. Vanuit het investeringsdeel van de begroting voor wetenschappelijk onderzoek heeft Defensie in 2010 kennis en kunde laten opbouwen bij de kennisinstituten TNO, NLR en MARIN. Dit had plaats door middel van 63 lopende programma’s, waarvan er elf in 2010 gestart zijn. Negentien programma’s zijn in 2010 voltooid en zeven progamma’s zijn vanwege de bezuinigingen op 31 december beëindigd. De elf nieuwe onderzoekprogramma’s die zijn gestart bij TNO en NLR betreffen onderzoek op het gebied van scheepskwetsbaarheid, signaturen, verbeterde waarneming, bescherming tegen biologische en chemische strijdmiddelen, effecten van sonarsystemen op zeezoogdieren, jachtvliegtuigen, autonome training, direct firing platforms en wapen- en munitie-inzet.
Van de in totaal negentien voltooide onderzoeksprogramma’s zijn de eindresultaten beschikbaar. Daaronder vallen onder andere Joint Air en Missile Defence en Operating at Night.
Contractonderzoek technologieontwikkeling
Daarnaast liepen er 73 Nationale Technologieprojecten (NTP’n) waarvan er 27 in 2010 zijn voltooid. Twee van deze projecten zijn het vemelden waard. Het eerste project is de Counter IED Robothelicopter, die succesvol is beproefd. Het tweede is het project Desinfecting Bandages dat zowel voor civiel als militair gebruik geschikt is bij behandeling van ernstige brandwonden.
Vanuit pijler 2 (Kennis en Innovatie) zijn in het domein van Maatschappelijke Veiligheid binnen de Maatschappelijke Innovatie Agenda Veiligheid met Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Economische Zaken gezamenlijke projecten opgelopen. Zo is het project STARS, ingediend door Defensie vanuit de MIA-Veiligheid, halverwege 2010 gestart. Het project STARS richt zich op reconfigureerbaarheid van sensoren en sensornetwerken. Gedurende 2010 heeft Defensie Research and Development (DR&D) twee bijzondere activiteiten georganiseerd die beide invulling geven aan het innoveren bij Defensie. In de Innovation Game is vooral het aankomend management van Defensie via het Instituut Defensie Leergangen betrokken. De Innovatie Competitie betrekt het Midden en Klein Bedrijf (MKB) daarbij. Beide activiteiten hebben geleid tot een aantal nieuwe innovatie projecten, zoals een innovatieve airconditioner die inzetbaar is in de woestijn en de tropen.
Contractonderzoek kennistoepassing
In 2010 is gebruikgemaakt van de opgebouwde kennis en technologie die bekostigd is vanuit het materiële exploitatiedeel van de begroting voor wetenschappelijk onderzoek. In 2010 waren er nog 95 lopende projecten, 62 zijn er in de loop van 2010 afgesloten.
Vanaf 2010 voert Defensie een korting door op de centrale Research and Development-budgetten die oploopt tot € 22,2 miljoen euro in 2013. Het grootste deel van deze bezuiniging (oplopend tot € 17 miljoen euro) betreft een programmafinanciering waarmee TNO een voor Defensie relevante kennisbasis opbouwt en in stand houdt. Het centrale budget voor technologieontwikkeling die gericht is op concrete toepassingen blijft geheel behouden. In 2010 betrof de reductie € 5,5 miljoen. Over de invulling daarvan is de Kamer geïnformeerd op 26 november 2009 (Kamerstuk 27 830, nr. 47). Om de bezuinigingen voor 2011 en verder zorgvuldig te kunnen uitvoeren heeft Defensie een herijking van de kennisportfolio uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn op 28 januari 2010 aan de Kamer gemeld (Kamerstuk 27 830, nr. 71). De door Defensie genomen bezuinigingsmaatregel laat het strategische partnerschap tussen Defensie en TNO onverlet.
Zoals in de brief van 16 juli 2010 (Kamerstuk 27 830, nr. 79) is beschreven is met TNO in de Raad voor het Defensieonderzoek overeenstemming bereikt over de implementatie van de herijking van de kennisportefeuille. Het overleg met TNO betrof in het bijzonder de expertisegebieden waarop wordt bezuinigd. Vanwege de uitkomst van de herijking heeft TNO in 2010 haar organisatie aangepast met als gevolg een personele krimp.
De uitkomsten van de herijking zijn bepalend voor de investeringen van Defensie in expertisegebieden bij TNO. De uitkomsten van de herijking hanteert Defensie bij de uitvoering van haar eigen Research and Development Plan voor 2011.
Op initiatief van Nederland is in oktober 2010 de internationale vergadering en workshop op het gebied van Strategic Mutual Assistance in Research and Technology (SMART) gehouden. De researchdirecteuren en hun staf uit Australië, België, Canada, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Zweden en het Navo Research and Technology (R&T) Agency hebben zich gebogen over nieuwe samenwerkingsconcepten op het gebied van R&T. De concepten richtten zich op de verbetering van de doelmatige besteding van onderzoeksbudgetten door gezamenlijke onderzoeksplanning, het opbouwen en in stand houden van wederzijdse internationale kennisbases en portfoliomanagement. In 2011 zullen Australië, Canada, Duitsland, Nederland en Noorwegen het concept verder uitwerken.
Het centrale budget voor kennistoepassing wordt verminderd van circa € 11 miljoen in 2009 tot circa € 6 miljoen in 2011 en verdere jaren. De defensiespecifieke kennisbasis bij TNO en de Grote Technologische Instituten (GTI’s) dient in principe met decentrale middelen te worden aangesproken. Het resterende budget is alleen bedoeld voor de financiering van acute kennisondersteuning die niet te plannen is. Daarnaast wordt dit budget belast met interdepartementaal afgesproken bijdragen aan de financiering van het exploitatietekort van grote technologisch faciliteiten van TNO en de GTI’s.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten hebben in het bijzonder betrekking op een afrekening van Essent en een extra ontvangst voor de wachtgelden over 2008 en 2009 van de baten-lastendiensten van Defensie.