Sinds het besluit van de minister van VWS uit februari 2009 bevindt het NVI zich in een transitieproces. Dit besluit is verder uitgewerkt in de brieven d.d. 14 januari en 16 december 2010 (TK 22 894 nr. 254 en TK 32 589 nr. 1). De belangrijkste onderdelen daarvan zijn:
• Privatisering van de productie; het verkoopproces is eind 2010 opgestart;
• Integratie van de IOD en O&O-taak in het RIVM; dit is geformaliseerd per 1 januari 2011;
• Definitieve positionering van de ondersteunende diensten; besluitvorming in 2011.
Deze jaarrekening 2010 is de laatste integrale jaarrekening waarin alle samenstellende delen van het NVI nog volledig en voor het hele jaar voorkomen. Deze jaarrekening bevat nog geen financiële effecten van de transitie/ontvlechting, omdat deze bij het opmaken van deze jaarrekening nog niet kunnen worden bepaald. Deze jaarrekening fungeert wel als referentie voor de overdracht naar het RIVM en de verkoop van productie.
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3) =(2)-(1) | Realisatie 2009 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Opbrengst moederdepartement | 41 520 | 39 034 | – 2 486 | 36 581 |
– Eigenaar | 7 720 | 7 720 | 0 | 7 720 |
– Opdrachtgevers | 33 800 | 31 314 | – 2 486 | 28 861 |
Opbrengst derden | 120 894 | 116 115 | – 4 779 | 129 258 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval uit voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 1 353 |
Totaal baten | 162 414 | 155 149 | – 7 265 | 167 192 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 156 914 | 152 476 | – 4 438 | 164 391 |
– Personele kosten | 25 500 | 29 791 | 4 291 | 27 188 |
– Materiële kosten | 131 414 | 122 685 | – 8 729 | 137 203 |
Rentelasten | 2 500 | 1 598 | – 902 | 1 658 |
Afschrijvingskosten | 7 000 | 6 330 | – 670 | 3 490 |
– Materieel | 7 000 | 5 799 | – 1 201 | 3 363 |
– Immaterieel | 0 | 531 | 531 | 127 |
Overige lasten | 0 | 5 626 | 5 626 | 0 |
– Dotaties voorzieningen | 0 | 5 626 | 5 626 | 0 |
– Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 166 414 | 166 030 | – 384 | 169 539 |
Saldo van baten en lasten | – 4 000 | – 10 881 | – 6 881 | – 2 347 |
Toelichting op de begrotings- en realisatiecijfers 2010
Over 2010 is het reeds voorziene negatieve exploitatieresultaat van NVI hoger uitgekomen dan begroot.
Baten
Het negatieve resultaat wordt vooral veroorzaakt door een lagere realisatie van baten, en dan met name de opbrengst derden. De omzet export (met name polio) stagneert als gevolg van onzekerheid over de toekomst van NVI als producent.
De lagere opbrengst moederdepartement dan begroot heeft vooral te maken met lagere RSV-baten (Respiratoir Syncytieel Virus), omdat de externe partner zich heeft teruggetrokken.
Lasten
Ook de lasten zijn gedaald ten opzichte van de begroting, maar minder dan de baten. Temporisering van het meerjarige investeringsprogramma in verband met de transitie van het NVI heeft (wederom) geleid tot lagere afschrijvingen dan (meerjarig) begroot. Ook de materiële kosten zijn lager, maar dat heeft vooral te maken met minder aangekocht product dan eerder begroot.
De personele kosten zijn gestegen als gevolg van de hogere externe inhuur in verband met de transitie, zowel voor reguliere (invulling personele taakstelling) als transitieactiviteiten. De dotaties voorzieningen hebben betrekking op oninbare vorderingen van derden (€ 1,3 miljoen), toekomstige pensioenverplichtingen (€ 0,2 miljoen), onverkoopbare voorraden (€ 2,7 miljoen) en toekomstige verplichte uitgaven in het kader van onderzoeksproject (€ 1,5 miljoen).
Met de transitie (en dan met name de privatisering van de productie) wordt beoogd het (structurele en in 2010 verder opgelopen) tekort van NVI weg te werken.
Balans 31-12-2010 | Balans 31-12-2009 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 7 927 | 8 016 |
Materiële activa | 40 735 | 39 809 |
– Grond en gebouwen | 0 | 0 |
– Installaties en inventarissen | 23 437 | 21 858 |
– Overige materiële vaste activa | 17 298 | 17 951 |
Voorraden | 36 807 | 40 144 |
Debiteuren | 8 949 | 38 999 |
Nog te ontvangen | 5 370 | 6 056 |
Liquide middelen | 3 025 | 34 821 |
Totaal activa | 102 813 | 167 845 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 19 435 | 30 316 |
– Exploitatiereserve | 30 316 | 32 663 |
– Verplichte reserve | 0 | 0 |
– Onverdeeld resultaat | – 10 881 | – 2 347 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 45 940 | 40 542 |
Voorzieningen | 2 786 | 1 416 |
Crediteuren | 6 116 | 56 286 |
Nog te betalen | 28 536 | 39 285 |
Totaal passiva | 102 813 | 167 845 |
Toelichting op de balans per 31 december 2010
Eigen vermogen
Ultimo 2010 is het totale eigen vermogen per saldo € 19,5 miljoen, bestaande uit het bedrag ter financiering van de veiligheidsvoorraden voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) van € 22 miljoen en een negatieve exploitatiereserve van € 2,5 miljoen. Conform de regeling «Baten-lastendiensten 2010» zal in de 1e suppletoire wet worden aangegeven hoe hiermee in 2011 wordt omgegaan.
Voorzieningen
Aanvullende voorzieningen zijn getroffen voor toekomstige ongedekte projectuitgaven en toekomstige pensioenuitgaven.
Het balanstotaal per ultimo 2010 is fors lager dan per ultimo 2009, omdat eind 2009 de debiteuren- en crediteurenstanden hoger waren dan normaal als gevolg van de grieppandemie. Omdat het beroep op de leenfaciliteit ten behoeve van investeringen in 2010 groter was dan de aflossingen, zijn de uitstaande leningen verder toegenomen.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2)-(1) |
---|---|---|---|
1. Rekening-courant RHB 1-1-2010 | 34 821 | 34 821 | 0 |
2. Totaal operationele kasstroom | – 30 500 | – 30 029 | 471 |
3a. Totaal investeringen (-/-) | – 12 000 | – 7 166 | 4 834 |
3b. Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 |
3. Totaal investeringskasstroom | – 12 000 | – 7 166 | 4 834 |
4a. Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
4b. Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 |
4c. Aflossingen op leningen (-/-) | – 5 500 | – 6 601 | – 1 101 |
4d. Beroep op leenfaciliteit (+) | 12 000 | 12 000 | 0 |
4. Totaal financieringskasstroom | 6 500 | 5 399 | – 1 101 |
5. Rekening-courant RHB 31-12-2010 (=1+2+3+4) | – 1 179 | 3 025 | 4 204 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Van de gerealiseerde investeringsuitgaven in 2010 ten bedrage van € 7,2 miljoen had circa 50% betrekking op productie en de andere 50% op onderzoek & ontwikkeling en de ondersteunende diensten. De gerealiseerde kasstroom uit hoofde van investeringen wijkt af van de begroting, omdat een deel van de geplande investeringsuitgaven overloopt naar begin 2011. Hiervan heeft het merendeel betrekking op productie. Om deze overloop te kunnen financieren is wel de volledige leenfaciliteit afgeroepen, wat een positief effect heeft op het eindsaldo op de rekening courant.
De aflossingen zijn op basis van eerder gebruik van de leenfaciliteit in voorgaande jaren hoger uitgevallen dan nog is geraamd in de begroting 2010.
Doelmatigheidsindicatoren
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
---|---|---|---|---|
Generiek | ||||
1. Tarieven/ uur | 156,00 | 143,00 | 140,00 | 130,00 |
2. Omzet research and development | 24,1 | 24,5 | 30,5 | 30,6 |
3. Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur) | 384 | 391 | 397 | 367 |
4. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | 0,39% | – 4,32% | – 1,40% | – 7,01% |
Specifiek | ||||
1. Productiviteit medewerker | – | 75% | 73% | 75% |
2. Aantal publicaties in peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften per academische onderzoeks-fte binnen het Strategisch Vaccin Onderzoek Programma (SVOP) | – | – | 1,25 | 3,08 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
De daling van het gemiddelde uurtarief bij de onderzoeksactiviteiten (exclusief productie en productieondersteuning) heeft zich ook in 2010 voortgezet, terwijl de R&D-omzet min of meer is gestabiliseerd.
In verband met de transitie en de personele taakstelling is NVI-breed het aantal ambtenaren afgenomen, maar de externe inhuur toegenomen. Mede daardoor zijn de kosten niet gedaald, maar de gemiddelde productiviteit per medewerker is ondanks de transitie wel iets toegenomen, waarbij de R&D boven het gemiddelde zit. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de wetenschappelijke output die ook hoger is, al wordt dat ook beïnvloed door de doorlooptijden van deze activiteiten.