1.1. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie 2006 | Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Vastgestelde begroting 2010 | Verschil 2010 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: | 66 451 | 770 111 | 161 875 | 454 457 | 1 322 496 | 328 326 | 994 170 | |||
Uitgaven: | 300 883 | 913 698 | 1 144 423 | 1 406 985 | 490 441 | 443 693 | 46 748 | |||
Programma: | 300 883 | 913 698 | 1 144 423 | 1 406 987 | 490 441 | 443 693 | 46 748 | |||
Stimuleren krachtige steden | 300 883 | 911 192 | 1 032 389 | 1 034 756 | 302 229 | 307 050 | – 4 821 | |||
Investeringen Stedelijke vernieuwing | ||||||||||
BDU-Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing 1 | 296 479 | 266 085 | 360 907 | 320 424 | 302 041 | 287 406 | 14 635 | |||
Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing | 4 404 | 6 386 | 10 128 | 5 806 | 0 | 15 051 | – 15 051 | |||
BDU-Sociaal, Integratie en Veiligheid | 0 | 537 293 | 612 539 | 657 194 | 0 | 0 | 0 | |||
Veiligheidsmiddelen | 0 | 85 628 | 47 269 | 50 610 | 0 | 2 000 | – 2 000 | |||
Faciliteren grotestedenbeleid | 0 | 1 100 | 1 096 | 322 | 188 | 1 656 | – 1 468 | |||
Sittard Geleen | 0 | 400 | 400 | 400 | 0 | 937 | – 937 | |||
Sociale herovering | 0 | 14 300 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Programma Sociale Veiligheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Vitale wijken tot stand brengen | 0 | 0 | 0 | 904 | 613 | 4 274 | – 3 661 | |||
FES Maatschappelijke sectoren & ICT | 0 | 0 | 0 | 904 | 613 | 0 | 613 | |||
Preventiebudget | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Stimuleren wijkaanpak/Wijkverpleegkundigen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 389 | – 2 389 | |||
40+ Wijkenbudget | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 185 | – 1 185 | |||
Bewonersinitiatieven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 700 | – 700 | |||
Voldoende woningproductie: | 0 | 0 | 108 321 | 365 586 | 176 937 | 126 004 | 50 933 | |||
Budget BLS | 0 | 0 | 108 321 | 103 758 | 36 092 | 126 004 | – 89 912 | |||
Bijdragen stimuleren woningproductie | 0 | 0 | 0 | 261 828 | 140 845 | 0 | 140 845 | |||
Overige programmabudgetten: | 0 | 2 506 | 3 713 | 5 741 | 10 662 | 6 365 | 4 297 | |||
Onderzoek | 0 | 0 | 479 | 858 | 1 182 | 1 382 | – 200 | |||
Kennisoverdracht | 0 | 0 | 1 219 | 2 582 | 1 868 | 1 345 | 523 | |||
FES NICIS | 0 | 2 222 | 2 015 | 2 301 | 7 017 | 3 638 | 3 379 | |||
Kenniscentum | 0 | 284 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Bijdrage aan Sophiatunnel Drechtsteden | 0 | 0 | 0 | 0 | 595 | 0 | 595 | |||
Ontvangsten: | 0 | 539 710 | 615 787 | 660 398 | 70 421 | 3 638 | 66 783 |
Toelichting
Verplichtingen
De totale verplichtingen over 2010 vallen € 994,2 mln hoger uit dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd. De belangrijkste verschillen betreffen:
• In 2010 zijn in het kader van de wet ISV voor stedelijke vernieuwing (ISV 3) meerjarige verplichtingen (voor de periode 2010 tot en met 2014) met gemeenten en provincies aangegaan. Om die meerjarige verplichtingen te dekken zijn bij 1e suppletoire begroting 2010 de volgende middelen aan dit artikel toegevoegd:
– € 242,0 mln voor bodemsanering van het begrotingshoofdstuk Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) naar het instrument «BDU-Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing»;
– € 671,9 mln door middel van een verplichtingschuif van 2011–2014 naar 2010 binnen het instrument «BDU-Fysiek Investering Stedelijke vernieuwing»;
• In 2010 is voor de derde (en tevens laatste) tranche van de Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten € 100,0 mln vanuit het stimuleringsbudget aan het instrument «Bijdragen stimulering woningproductie» toegevoegd. Aan dit budget is tevens toegevoegd de door de gemeenten terugbetaalde middelen eerste, tweede en derde tranche omdat niet tijdig met de bouw kon worden gestart. Deze middelen zijn ingezet om als gevolg van de crisis stilgevallen of niet gestarte woningbouwprojecten te ondersteunen. In 2010 is uiteindelijk op dit instrument € 140,9 mln verplicht.
Tegenover deze toevoegingen staat een overheveling van € 31,0 mln vanuit het budget «Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS)» naar het Gemeente- en Provinciefonds voor de rijksbijdrage voor het interbestuurlijke actieplan «Krimpen met kwaliteit» en de vrijval van een deel van het resterende budget BLS. Deze vrijval komt doordat een deel van de beschikbare BLS middelen (€ 24,7 mln) niet aan de budgethouders is uitgekeerd omdat niet voldaan is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw.
Zoals ook vermeld in de ontwerpbegroting 2011 van WWI (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500, nr. 2, pagina 20) zal in het kader van de decentralisatie de Wet stedelijke vernieuwing in 2011 worden ingetrokken. Het verstrekken van financiële middelen voor stedelijke vernieuwing door het rijk aan gemeenten vindt met ingang van 1 januari 2011 voor het tijdvak tot en met 2014 plaats via een decentralisatie-uitkering op basis van de Financiële verhoudingswet.
In samenhang hiermee wordt het in 2010 verstrekte voorschot in 2011 definitief vastgesteld en vervallen de ISV 3-toezeggingen voor het restant van de budgetperiode (2011–2014).
Uitgaven
BDU Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing
De realisatie is hoger (€ 14,6 mln) dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd, dit komt met name door de verstrekte voorschotten voor bodemsanering.
Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing
Het bij de ontwerpbegroting 2010 vastgestelde uitgavenbudget van € 15,1 mln is bij 1e suppletoire begroting 2010 verlaagd naar nihil. Dit was mogelijk omdat:
• De voor de afwikkeling van het Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing beschikbare uitgavenbudgetten voortaan onderdeel uitmaken van de verzameluitkering WWI. Verantwoording hiervan vindt plaats op artikel 95 «Algemeen»;
• In 2009 enkele projecten van het Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing versneld tot uitvoering zijn gekomen. Als gevolg hiervan is het uitgavenbudget 2010 aangepast.
Budget BLS
De realisatie is lager (€ 89,9 mln) dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd, dit komt met name door:
• De overheveling van € 31,0 mln bij 2e suppletoire begroting 2010 als rijksbijdrage voor het interbestuurlijke actieplan «Krimpen met kwaliteit» naar het Gemeentefonds (€ 16,3 mln – voor Parkstad Limburg en Zeeuws Vlaanderen) en naar het Provinciefonds (€ 14,7 mln – voor Noord-Oost Groningen),
• Het niet uitkeren van een deel van de beschikbare BLS middelen aan de budgethouders. In niet alle gevallen is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw voldaan.
Bijdragen stimuleren woningbouwproductie
In 2010 is voor de derde (en tevens laatste) tranche van de Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten € 100,0 mln vanuit het stimuleringsbudget aan het instrument «Bijdragen stimulering woningproductie» toegevoegd. Aan dit budget is tevens toegevoegd de door de gemeenten terugbetaalde middelen eerste, tweede en derde tranche omdat niet tijdig met de bouw kon worden gestart. Deze middelen zijn ingezet om als gevolg van de crisis stilgevallen of niet gestarte woningbouwprojecten te ondersteunen.
FES NICIS
Als gevolg van een wijziging in het tempo van de aan het NICIS toe te kennen bijdragen is de realisatie € 3,4 mln hoger uitgekomen dan bij de vastgestelde begroting is geraamd.
Ontvangsten
De totale ontvangsten over 2010 vallen € 66,8 mln hoger uit dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd. De belangrijkste verschillen betreffen:
• de terugontvangen bijdragen aan gemeenten vanwege het niet (tijdig) kunnen starten van projecten en daarmee niet kunnen voldoen aan de Regeling bijdrage stimulering woningproductie;
• In samenhang met de hogere uitgaven voor de aan het NICIS toegekende bijdragen zijn ook de hieraan gerelateerde ontvangsten uit het FES verhoogd.
1.2 Overzicht afgeronde onderzoeken
Type | Onderwerp | Algemeen Doel of Operationeel Doel | Start | Afgerond | Vindplaats |
---|---|---|---|---|---|
Beleidsdoorlichting | Wijkenaanpak | OD 1.2.2 | 2010 | 2011 | |
Effecten (ex post) | Eindrapportage betreffende woningbouwafspraken 2005 tot en met 2009 | OD 1.2.3 | 2010 | 2010 | |
Monitor particulier opdrachtgeverschap | OD 1.2.3 | 2010 | 2010 | Medio 2011 volgt rapportage | |
Overig evaluatie | Evaluatie/eindmeting GSB III (inclusief ISV II) | OD 1.2.3 | 2010 | 2010 | Kamerstukken II, 2010–2011, 30 995, nr. 87 |
In de ontwerpbegroting 2011 van WWI (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500, nr. 2, pagina 31) is vermeld dat een beleidsdoorlichting inzake de woningbouwproductie in 2010 zou worden gestart en in 2011 afgerond. Deze beleidsdoorlichting zou tegelijk met het jaarverslag 2010 naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Omdat in het Regeerakkoord is besloten het Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) te beëindigen en gezien de overlap met de heroverweging Wonen, waarin dit onderwerp ook is geadresseerd, wordt afgezien van het maken van een afzonderlijke beleidsdoorlichting inzake de woningbouwafspraken.
1.3 Slotwet
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | |
---|---|---|---|
Stand 2e suppletoire begroting 2010 | 1 311 648 | 453 818 | 17 545 |
Mutaties Slotwet 2010 | 10 848 | 36 623 | 52 876 |
Stand Slotwet 2010 (realisatie) | 1 322 496 | 490 441 | 70 421 |
Toelichting
Verplichtingen
De overschrijding van de verplichtingen is onder andere het gevolg van:
• De terugontvangen middelen eerste, tweede en derde tranche Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten. Gemeenten hebben deze middelen (€ 47,2 mln) terugbetaald omdat niet tijdig met de bouw kon worden gestart. Van deze middelen is uiteindelijk op grond van artikel 8 van deze regeling € 38,0 mln opnieuw ingezet om als gevolg van de crisis stilgevallen of niet gestarte woningbouwprojecten voor het einde van het begrotingsjaar te ondersteunen;
• Een deel van de beschikbare BLS middelen (€ 24,7 mln) is niet aan de budgethouders uitgekeerd omdat niet voldaan is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw, daarmee is de verplichting lager vastgesteld.
Uitgaven
De overschrijding van de uitgaven is met name het gevolg van het herinzetten van de hiervoor genoemde terugontvangen middelen eerste, tweede en derde tranche Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten en die heringezet zijn in de nadien opengestelde tranche. Deze herinzet is aangekondigd en goedgekeurd met de 2e suppletoire begroting 2010.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten worden eveneens verklaard door de terugontvangen middelen eerste, tweede en derde tranche Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten.