Algemene beleidsdoelstelling
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling vraagt om samenhangende, integrale gebiedsontwikkeling die is ingebed in een regionaal en soms bovenregionaal afgestemde planontwikkeling.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
Om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te maken brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en provincies («decentraal, tenzij...») en komt de gebruiker centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen zoals in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is vermeld. Voor deze inzet is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken («je gaat er over of niet»). Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Tevens werkt het Rijk aan eenvoudigere regelgeving. Daarbij verwacht het Rijk dat medeoverheden zich eveneens inzetten voor meer eenvoud en verdere integratie op het gebied van ruimtelijke regelgeving. Hierdoor neemt de bestuurlijke drukte af en ontstaat er ruimte voor regionaal maatwerk.
Externe factoren
Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maken met een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Dit doet het Rijk samen met andere overheden en met een Europese en mondiale blik. Alleen zo kan Nederland zich economisch blijven meten met andere landen. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en ontwikkelingen van burgers en bedrijven.
52 Realisatie Nationaal Ruimtelijke Beleid | Realisatie | Vastgestelde begroting 1 | Verschil | Slotwetmutaties | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | 2011 | 2011 | ||||
Verplichtingen | 197 694 | 100 750 | 198 124 | 70 442 | 9 012 | 75 086 | – 66 074 | – 15 010 | |||
Uitgaven | 73 605 | 196 556 | 194 338 | 80 251 | 74 182 | 160 779 | – 86 597 | – 6 147 | |||
52.04 Behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit | 4 396 | 11 387 | – 6 991 | – 109 | |||||||
52.04.03 FES Mooi Nederland | 3 503 | 7 361 | – 3 858 | – 32 | |||||||
52.04.09 Bufferzones | 0 | 3 661 | – 3 661 | 0 | |||||||
52.04.10 Overige instrumenten | 893 | 365 | 528 | – 77 | |||||||
52.06 Integrale ruimtelijke projecten van nationale betekenis | 68 825 | 148 655 | – 79 830 | – 5 945 | |||||||
52.06.01 Projecten gebiedsontwikkeling (FES) | 60 899 | 100 667 | – 39 768 | – 7 156 | |||||||
52.06.10 Overige instrumenten gebiedsontwikkeling | 7 048 | 14 110 | – 7 062 | 1 211 | |||||||
52.06.16 Het Waddenfonds | 878 | 33 878 | – 33 000 | 0 | |||||||
52.08 Stimuleren architectonische kwaliteit | 961 | 737 | 224 | – 93 | |||||||
52.08.01 Stimuleren architectonische kwaliteit voor het interdepartementale architectuurbeleid | 961 | 737 | 224 | – 93 | |||||||
Van de totale uitgaven: | |||||||||||
– Apparaatsuitgaven | 0 |
|
| ||||||||
– Baten-lastendiensten | 0 |
|
| ||||||||
– Restant | 74 182 |
|
| ||||||||
52 Ontvangsten | 16 651 | 136 649 | 124 807 | 65 882 | 9 336 | 0 | 9 336 | 2 231 |
Als gevolg van de decentralisatie van middelen is onder andere een aantal middelen naar het Gemeente- en Provinciefonds overgeboekt, waaronder het Waddenfonds. Voor meer inzicht, zie ook toelichtingen bij de uitgavenmutaties (omdat verplichtingen vaak met uitgaven samenhangen).
De lagere uitgavenrealisatie wordt met name verklaard doordat de begrote uitgaven voor Mooi Nederland al in 2010 waren gerealiseerd.
Bij 2e suppletoire begroting 2011 is ten behoeve van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (Bufferzones) naar het ministerie van EL&I een bedrag van € 3,7 miljoen overgeboekt;
Met name een overboeking van artikel 51 om oude verplichtingen die voortvloeien uit het Amendement Wiegman te kunnen betalen, hebben tot een hogere uitgavenrealisatie geleid.
De lagere uitgavenstand wordt voornamelijk verklaard door diverse begrotingsoverhevelingen waardoor het kasbudget is verlaagd:
a. De decentralisatie projecten gebiedsontwikkeling, de geraamde budgetten voor 2011 van in totaal € 38,3 miljoen zijn overgeboekt naar het Gemeente- en het Provinciefonds;
b. De overheveling naar het ministerie van EL&I van € 2,8 miljoen ter compensatie van de kosten als gevolg van het niet doorgaan van de verplaatsing van TNO Ypenburg naar de gemeente Cromstrijen;
c. De overheveling van € 4,5 miljoen BIRK-middelen (Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit) naar het artikel 53 Klimaat en luchtkwaliteit ten behoeve van de Verkeersmaatregelen. Dit budget vloeit in latere jaren terug.
Met name 3 overboekingen richting het Gemeentefonds (herstructurering bedrijventerrein gemeente Zwolle, Venekoten en Bestaand Rotterdams gebied) hebben geleid tot een lagere uitgavenstand.
52.04 Behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit
Operationele doelstellingen
Doelbereiking
De belangrijkste prestaties in 2011 zijn geweest:
-
– In het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van 30 mei 2011 zijn over de projecten in het kader van de Nota Ruimte en het Besluit Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) decentralisatie afspraken gemaakt. Nog niet alle projecten zijn in 2011 gedecentraliseerd. Uitgangspunt voor de decentralisatie is dat voor de uitvoering voldoende vertrouwen is dat de middelen worden besteed waarvoor ze zijn toegekend. Het Rijk blijft betrokken bij een aantal prioritaire gebieden. Voor een overzicht van de herijkte Nota Ruimte- en BIRK-projecten wordt verwezen naar Kamerstukken II, 2010/11, 32 500-A, nr. 83.
-
– In de meeste gebieden is de behoefte aan kantoren en bedrijfslocaties een stuk kleiner gebleken dan in de afgelopen decennia. Veroudering en leegstand zijn daarbij een steeds zichtbaarder probleem. Begin 2011 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) samen met provincies, het Rijk en een aantal marktpartijen het actieprogramma ter bestrijding van de leegstand van kantoren ondertekend. De leegstand van kantoren is op dit moment ongeveer veertien procent en zal naar verwachting nog verder toenemen. Het landelijke actieprogramma bestaat uit drie hoofdacties: experimenteergebieden, herstel van de marktwerking door marktpartijen en de rol van decentrale overheden.
-
– Voor Rijk-Regio Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM) is in 2011 een aantal stappen gezet op weg naar de totstandkoming van de concept Rijksstructuurvisie, die voorzien is voor eind 2012. Eind mei 2011 heeft het Bestuurlijk Overleg RRAAM ingestemd met de notitie Reikwijdte en Detailniveau. In deze notitie zijn de uitgangspunten en de kaders voor het effectenonderzoek in 2012 geschetst en is het beoordelingskader ten behoeve van de uiteindelijke afweging vastgelegd. Naar aanleiding van het bestuurlijk overleg in het najaar is de Tweede Kamer geïnformeerd over de door de werkmaatschappijen uitgevoerde optimalisaties van de plannen.
-
– De sturing op verstedelijking zoals afspraken over percentages voor binnenstedelijk bouwen, Rijksbufferzones en doelstellingen voor herstructurering laat het Rijk los.
-
– In de bestuurlijke overleggen MIRT in het voor- en najaar zijn afspraken gemaakt over de MIRT verkenningen (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500-A, nr. 83 en Kamerstukken II, 2011/12, 33 000-A, nr. 20).
52.06 Integrale, ruimtelijke projecten van nationale betekenis
Operationele doelstelling
Doelbereiking
De belangrijkste prestaties in 2011 zijn geweest:
-
– De geplande besluitvorming in 2011 over de Structuurvisie Zuidas is doorgeschoven naar 2012.
-
– Voor de MIRT verkenningen, schaalsprong Almere en de Nota Ruimte projecten wordt verwezen naar de toelichtingen bij operationeel doel «52.04 Behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit».
-
– Op 14 september 2011 is in Harlingen tijdens de Wadden Toogdag het Bestuursakkoord Decentralisatie Waddenfonds getekend door de minister van IenM en de vertegenwoordigers van de provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen.
-
– Per brief van 27 september 2011 is het Bestuursakkoord Decentralisatie Waddenfonds ter informatie aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II, 2011/12, 29 684, nr. 100).
-
– Eind 2011 is de Intrekkingswet Waddenfonds ter advisering aan de Raad van State aangeboden.
52.08 Stimuleren van de architectonische kwaliteit met betrekking tot het
Operationele doelstelling
interdepartementale architectuurbeleid
Doelbereiking
De belangrijkste prestatie in 2011 zijn geweest:
-
– Op 26 november 2011 is in het Nederlands Architectuurinstituut namens de minister van I&M de Gouden Piramide 2011, de Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap, uitgereikt aan Heijmans Vastgoed. De projectontwikkelaar krijgt deze onderscheiding voor de woonbuurt Het Funen op het voormalige terrein van Van Gend & Loos in Amsterdam.
Meetbare gegevens
Zie doelbereiking en internet210
Overzicht afgeronde onderzoeken
Onderzoek onderwerp | Algemeen of operationeel doel | Start | Afgerond | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
Behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit | OD 52.2.1 | 2010 | 2011 | Midterm review Nota Ruimte 2010 (interne publicatie IenM) |
Integrale Ruimtelijke projecten | OD 52.2.2 | 2010 | – | Beleidsdoorlichting: is doorgeschoven naar 2012 |
Innovatieprogramma Mooi Nederland | OD 52.2.1 | 2010 | 2011 | Innovatieprogramma Mooi Nederland1 en Eindpublicatie Mooi Nederland2 |
Aanpak verspreid liggend glas | OD 52.2.1 | 2010 | 2011 | Aanpak verspreid liggend glas is in juni 2011 afgerond1 |
Beleidsconclusies
De midterm review Nota Ruimte is in 2010 verschenen. De gegevens zijn gebruikt bij het opstellen van de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Dit geldt ook voor de ex ante evaluatie211 die het PBL heeft uitgevoerd over de structuurvisie.