Base description which applies to whole site

42 Arbeidsparticipatie

Artikel

Zorgdragen voor een toename van de arbeidsparticipatie

Algemene doelstelling

Motivering

Om te bevorderen dat het aandeel werkenden in de beroepsbevolking (verder) toeneemt, creëert SZW via wet- en regelgeving, ondersteuning van gemeenten, aansturing van uitvoeringsorganisaties en overleg met sociale partners voorwaarden om verhoging van de arbeidsparticipatie te stimuleren. Deze voorwaarden hebben in hun samenhang betrekking op het verbeteren van de concurrentiekracht van de Nederlandse economie, het verhogen van het scholingsniveau van de beroepsbevolking en het bevorderen dat alle groepen van de samenleving op de arbeidsmarkt kunnen participeren.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Onder bruto arbeidsparticipatie wordt verstaan het aantal mensen met een baan of direct beschikbaar voor een baan van minimaal 12 uur per week als percentage van de bevolking van 20–64 jaar. Anders dan bij de netto arbeidsparticipatie worden bij de bruto arbeidsparticipatie de werklozen meegeteld. De bruto arbeidsparticipatie is daarmee het arbeidsaanbod.

In 2011 verslechterde de conjuncturele situatie en liep de werkloosheid op. De recente stijging van de werkloosheid is niet het gevolg van een terugloop van de werkgelegenheid. In de tweede helft van 2011 is de werkzame beroepsbevolking gestegen. De hogere werkloosheid werd veroorzaakt door een sterkere stijging van het arbeidsaanbod in vergelijking met de werkgelegenheid.

Een toename van het arbeidsaanbod is opvallend in een tijd waarin de economische vooruitzichten verslechteren. De stijging van het arbeidsaanbod doet zich met name voor bij jongeren (15–25 jaar) en ouderen (45–65 jaar). Er zijn signalen dat jongeren als gevolg van de kredietcrisis langer op school zijn gebleven en nu in grotere getale de arbeidsmarkt op stromen. Mogelijk bieden ouderen zich opnieuw aan op de arbeidsmarkt vanwege de toegenomen onzekerheid, maar dit is nu nog niet met zekerheid vast te stellen.

Externe factoren

De eerste helft van 2011 groeide de Nederlandse economie nog. De conjuncturele situatie is vanaf de zomer 2011 echter verslechterd: de Nederlandse economie kromp het derde kwartaal met 0,4%. In het vierde kwartaal van 2011 was sprake van een krimp van 0,7% ten opzichte van het vorig kwartaal. Hierdoor bevindt Nederland zich opnieuw in een recessie.

Realisatie meetbare gegevens

De bruto arbeidsparticipatie van 20–64 jarigen is in 2011 75%. Het arbeidsaanbod is in de eerste helft van 2011 gedaald, waarna in het tweede deel van 2011 een stijging volgde.

Tabel 42.1 Indicatoren algemene doelstelling
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Streven 2011

Bruto arbeidsparticipatie 20- 64 jaar (% > 12 uur werkt of wil werken)

76

76

75

Volume uitkeringen bijstand, ww en ao (in uitkerings- jaren x 1 000)

1 171

1 242

1 252

983

Bronnen: CPB, Centraal Economisch Plan

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 42.2 Begrotingsuitgaven Artikel 42 (x € 1 000)

artikelonderdeel

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Begroting

2011

Verschil

2011

Verplichtingen

24 802

28 997

31 664

37 156

26 817

60 664

– 33 847

Uitgaven

26 487

26 625

33 310

38 089

23 397

60 726

– 37 329

               

Programma uitgaven

9 334

7 296

12 822

17 231

7 171

42 505

– 35 334

               

Operationele Doelstelling 2

             

Scholing en EVC

0

0

220

1 837

50

0

50

Operationele Doelstelling 3

             

Stimulering Arbeidsparticipatie

6 367

7 296

5 954

5 931

2 386

14 645

– 12 259

Jeugdwerkloosheid

0

0

5 117

7 375

3 340

27 000

– 23 660

Overig

2 967

0

1 531

2 088

1 395

860

535

               

Apparaatsuitgaven

17 153

19 329

20 488

20 858

16 226

18 221

– 1 995

Personeel en materieel

17 153

19 329

20 488

20 858

16 226

18 221

– 1 995

               

Ontvangsten

19 431

28 100

20 624

17 444

20 697

17 237

3 460

Programma-uitgaven

Toelichting

De posten onder operationele doelstelling 3 laten een onderschrijding zien. Voor «Jeugdwerkloosheid» is € 23 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds. Per saldo is dit budget dus vrijwel uitgeput. Voor «Stimulering Arbeidsparticipatie» heeft een herschikking naar andere begrotingsartikelen plaatsgevonden en zijn middelen overgeboekt naar de SVB. Per saldo is de onderuitputting op dit budget circa € 4 miljoen en deze houdt verband met het lager vaststellen van een aantal subsidies dan waar vooraf rekening mee was gehouden en het doorschuiven van een aantal voorgenomen activiteiten naar 2012.

Ontvangsten

De realisatie van de ontvangsten is in 2011 hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door hogere boeteopbrengsten (€ 4,027 miljoen) als gevolg van een extra overloop van ontvangsten uit voorgaande jaren en hogere algemene ontvangsten (€ 0,733 miljoen.) Daarnaast zijn in de begroting 2010 de ontvangsten bij amendement (32 123 XV, nr. 5) structureel met drie maal € 1,3 miljoen verhoogd (artikel 42, 43 en 44). Deze ontvangsten dienden ter dekking van personele uitgaven voor het aanstellen van extra inspecteurs. Uitvoering was niet mogelijk omdat de boete-opbrengsten niet toereikend waren om de beoogde uitbreiding te financieren (zie de brief aan de Tweede Kamer, 32 500 XV, nr. 77). In totaal is er € 3,460 miljoen meer ontvangen dan in de begroting was opgenomen.

Tabel 42.3 Fiscale uitgaven artikel 42 (lopende prijzen x € 1 mln)

Artikelonderdeel

2007

2008

2009

2010

Realisatie 2011

Begroting

2011

Verschil

2011

Operationele doelstelling 2

             

Afdrachtvermindering onderwijs

242

291

348

377

386

367

19

               

Operationele doelstelling 3

             

Arbeidskorting voor ouderen

196

206

239

262

271

293

– 22

Doorwerkbonus

265

260

332

296

36

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid

10

13

2

2

2

2

0

Premievrijstelling ouderen werknemers

1 020

1 020

939

807

652

652

0

Premiekorting oudere werknemers

   

210

299

371

311

60

Premiekorting arbeidsgehandicapten

   

43

44

45

45

0

Bron: Ministerie van Financiën, Belastingdienst

1 Beheerste ontwikkeling van de arbeidskosten

Operationele doelstelling

Motivering

Om ervoor te zorgen dat onze economie innovatief, concurrerend en ondernemend blijft en ook bij toenemende internationale concurrentie de welvaart kan waarborgen is een beheerste ontwikkeling van de arbeidskosten van belang. Een indicatie hiervan geven de arbeidskosten per eenheid product in de industrie in vergelijking met de concurrenten in het eurogebied.

Doelbereiking

De daling van de arbeidskosten is in Nederland minder groot geweest dan in de andere eurolanden. Daardoor is de relatieve concurrentiepositie van Nederland iets verslechterd. Dat komt zowel door een sterkere groei van de loonvoet als door een minder sterker toename van de arbeidsproductiviteit in Nederland ten opzichte van het gemiddelde in de andere eurolanden.

Instrumenten en activiteiten

Beheersing van belastingen en premies die ten laste komen van het arbeidsinkomen. Hiermee wordt voorkomen dat belasting- en premiedruk worden afgewenteld en tot hogere arbeidskosten leiden.

Doelgroepen

Burgers en bedrijven.

Arbeidskosten

Realisatie meetbare gegevens

De relatieve ontwikkeling van de arbeidskosten verbetert indien de arbeidskosten per eenheid product van de Nederlandse industrie minder stijgen of meer dalen dan die van de euroconcurrenten. De ontwikkeling wordt in belangrijke mate bepaald door de contractlonen die door de sociale partners in vrije loononderhandelingen worden overeengekomen. In 2011 zijn de arbeidskosten per eenheid product in Nederland 0,7% minder gedaald dan bij de euroconcurrenten.

Wig

De gemiddelde wig op het arbeidsinkomen (d.w.z. het verschil tussen de loonkosten en het netto loon als percentage van de loonkosten) is een goede indicator van de lastendruk zoals werkgevers en werknemers die ervaren. De ontwikkeling van de wig hangt samen met veranderingen in het belasting- en premiestelsel. De wig is in 2011 iets toegenomen tot 43,7%.

Tabel 42.4 Indicatoren operationele doelstelling 1
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Streefwaarde 2011

Ontwikkeling arbeidskosten t.o.v. eurogebied

– 0,4

– 0,9

0,7

1,75

Omvang van wig inclusief werkgeverslasten (%)

42,3

43,1

43,7

Bron: CPB, Centraal Economisch Plan

Arbeidskosten

De cijfers in tabel 42.5 geven een verbijzondering van de ontwikkeling van de arbeidskosten in tabel 42.4. De arbeidskosten per eenheid product zijn in 2011 met 2,2% gedaald, 0,7% minder dan in de andere eurolanden.

Tabel 42.5 Kengetallen operationele doelstelling 1
 

Realisatie

2009

Realisatie

2010

Realisatie

2011

Ontwikkeling arbeidskosten per eenheid product industrie

     

1. Nederland

8,8

– 7,2

– 2,2

2. Euroconcurrenten

9,2

– 6,3

– 2,9

Bron: CPB, Centraal Economisch Plan

2 Stijging van het aandeel werkenden en werklozen in de beroepsbevolking met een startkwalificatie

Operationele doelstelling

Motivering

Om duurzame arbeidsparticipatie te bevorderen, is het van belang dat meer mensen een startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie (MBO-2 of HAVO-VWO) vergroot de kans op duurzaam werk.

Doelbereiking

In 2011 had 78 procent van de beroepsbevolking (25–65 jaar) een startkwalificatie. Dat is iets minder dan in 2010. Dit kan worden verklaard doordat het CBS de wijze van bevraging van respondenten in de Enquête Beroepsbevolking (EBB) in 2010 heeft aangepast.

Instrumenten en activiteiten

Algemeen:

  • Fiscale faciliteiten voor werkgevers (Afdrachtvermindering onderwijs waaronder WVA-startkwalificatie en de afdrachtvermindering voor werkgevers die een werknemer in dienst hebben die een EVC-procedure volgt;

  • Aftrek studiekosten of andere scholingsuitgaven bij de aangifte inkomstenbelasting;

  • Subsidieregeling ESF 2007–2013 (voor scholing van o.a. werkenden kan Europese subsidie worden verkregen).

Specifiek:

  • Structurele basisfinanciering voor 44 leerwerkloketten;

  • Stimuleringsmaatregel Leercultuur in het MKB. Met deze regeling krijgen bedrijven de kans om met deskundig advies hun interne leercultuur te versterken, gericht op een brede en duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers;

Doelgroepen

Werkenden en werkzoekenden zonder startkwalificatie.

Realisatie meetbare gegevens

Het percentage in tabel 42.6 geeft aan welk deel van de beroepsbevolking (25–65 jaar) een startkwalificatie heeft. In 2011 had 78 procent van de beroepsbevolking (25–65 jaar) een startkwalificatie.

Voor 2011 was voor deze indicator in de begroting geen streefwaarde opgenomen. Deze streefwaarde kwam voort uit de zogenoemde Lissabondoelstellingen. De EU 2020-strategie, de nieuwe langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid, is er vooral op gericht dat minder jongeren vroegtijdig de school verlaten om te voorkomen dat ze zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt betreden. Het lag dan ook in de rede om te kiezen voor een streefwaarde voor voortijdig schoolverlaters in plaats van het aandeel in de beroepsbevolking met een startkwalificatie. De begroting 2012 van het ministerie van OCW bevat derhalve een streefwaarde voor het aantal voortijdig schoolverlaters.

Tabel 42.6 Indicatoren operationele doelstelling 2
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Streefwaarde 2011

Aandeel (%) in de beroepsbevolking (25–65 jaar) met startkwalificatie

78

79

78

Bron: CBS, Statline

3 Wegnemen van factoren die de arbeidsparticipatie van specifieke groepen belemmeren

Operationele doelstelling

Motivering

Om te voorkomen dat de arbeidsparticipatie van specifieke groepen achterblijft.

Netto arbeidsparticipatie ouderen

Doelbereiking

De netto arbeidsdeelname onder 55-plussers is met ruim 2 procentpunt gestegen. Het blijft van belang om in te zetten op een stijging van de arbeidsdeelname en op een structurele verbetering van de arbeidsmarktpositie van ouderen. De premiekorting, de doorwerkbonus voor ouderen zijn daarbij instrumenten die hun effect hebben bewezen.

Netto arbeidsparticipatie etnische minderheden

Om de arbeidsparticipatie van etnische minderheden te bevorderen is met name ingezet op instrumenten die werknemersvaardigheden trainen en beter doen aansluiten op de vraag van de arbeidsmarkt. De netto arbeidsparticipatie voor etnische minderheden is toegenomen van 52,8 % naar 53,5%.

Percentage werkloze jongeren

De jeugdwerkloosheid vertoont een dalende lijn. Met de uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid hebben vele verantwoordelijke partijen in de regio werk gemaakt van het aan het werk helpen van werkzoekende schoolverlaters.

Activiteiten en instrumenten gericht op jongeren:

Instrumenten en activiteiten

  • Het «Actieplan Jeugdwerkloosheid» is inmiddels beëindigd. De eindrapportage met daarin beschreven de bereikte resultaten is per brief van 5 oktober 2011 (29 544, nr. 341) aan de Tweede Kamer aangeboden.

  • Op 27 december 2010 is de Tijdelijke subsidieregeling raakvlak onderwijs en arbeidsmarkt (amendement Van Hijum, 31 200 XV, nr. 22), opengesteld voor het vierde en laatste uitvoeringsjaar. SZW heeft uit een totaal van 95 subsidieaanvragen, 7 innovatieve projectvoorstellen geselecteerd voor het uitvoeringsjaar 2011–2012.

Activiteiten en instrumenten gericht op ouderen:

  • Ter bevordering van de arbeidsparticipatie gold ook in 2011 voor ouderen die aan het begin van het kalenderjaar 57 jaar of ouder zijn een extra inkomens- en leeftijdsafhankelijke arbeidskorting. Ouderen die bij het begin van het kalenderjaar 62 jaar of ouder zijn en blijven werken, ontvangen ter stimulering van de arbeidsparticipatie de doorwerkbonus.

  • Voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en voor het in dienst houden van werknemers in de leeftijd van 62 jaar en ouder kon ook in 2011 gebruik gemaakt worden van de premiekorting oudere werknemers.

  • Overname loondoorbetaling door UWV bij ziekte langer dan 13 weken van werknemer die bij indienstneming tenminste 55 jaar en langer dan een jaar werkloos was.

Activiteiten en instrumenten gericht op etnische minderheden:

  • Ontwikkelen van vaardigheden en competenties onder allochtone jongeren op (v)mbo niveau ter voorbereiding op de arbeidsmarkt (project is afgerond in 2011);

  • Faciliteren van organisaties betrokken bij het naar werk bemiddelen van vluchtelingen (project loopt tot en met 2012).

Activiteiten en instrumenten gericht op personen met een arbeidsbelemmering zijn opgenomen in artikel 47 en 48.

  • Jongeren;

  • Ouderen;

  • Etnische minderheden.

Doelgroepen

Realisatie meetbare gegevens

De in tabel 42.7 gepresenteerde participatiecijfers betreffen de netto arbeidsparticipatie. Dit is het aandeel van mensen met een baan van minimaal 12 uur per week in de genoemde specifieke bevolkingsgroep. Anders dan bij de bruto arbeidsparticipatie worden de werklozen bij de netto arbeidsparticipatie niet meegeteld. Het percentage werkloze jongeren is het aandeel van jongeren in de totale werkloosheidcijfers. Overtreding WAV is het percentage bedrijven dat zich niet houdt aan de regels van de Wet Arbeid Vreemdelingen. De Toelichtingen zijn opgenomen onder het kopje « Doelbereiking» van deze operationele doelstelling.

Het kabinet Balkenende IV hanteerde als doelstelling om tot 80% bruto arbeidsparticipatie te komen in 2016. De indicator hiervoor is opgenomen onder de algemene doelstelling van dit artikel. De uitsplitsing van deze doelstelling naar specifieke groepen wordt niet zinvol geacht, omdat hiervoor geen specifiek beleid wordt gevoerd. Om de ontwikkeling van de netto arbeidsparticipatie van de specifieke groepen te kunnen volgen in de begroting, zijn hiervoor bij deze operationele doelstelling enkele kengetallen opgenomen.

Tabel 42.7 Kengetallen operationele doelstelling 3
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Netto-arbeidsparticipatie 15–64 jaar1

67,8

67,1

67,2

Netto-arbeidsparticipatie niet-westerse allochtonen1

55,2

52,8

53,5

Netto arbeidsparticipatie ouderen (55–64 jaar1

47,9

48,7

51,0

Netto-arbeidsparticipatie vrouwen1

59,7

59,7

60,2

       

Percentage werkloze niet-schoolgaande jongeren (18–26 jaar) wet WIJ2

8,0

8,7

7,9

Percentage door AI bezochte bedrijven waarbij overtreding WAV is vastgesteld3

17

18

17

1 CBS, Statline.

2 CBS, EBB Kernprogramma.

3 Inspectie SZW administratie.

Overzicht afgeronde onderzoeken

Tabel 42.8 Overzicht afgeronde onderzoeken

Soort onderzoek

Onderwerp onderzoek

AD/OD

A. Start

B. Afgerond

Vindplaats

Evaluatieonderzoek ex ante

Geen

     

Beleidsdoorlichting

Zorgdragen voor een toename van de arbeidsparticipatie

OD1 en 2

A. 2011

B. 2011

30 982, nr. 8

Effecten onderzoek ex post

Geen

     

Overig evaluatieonderzoek

Geen

     

Artikel

Licence