Artikel
Zorgdragen voor een flexibel instrumentarium voor moderne arbeidsverhoudingen en voorwaarden
Algemene doelstelling
Motivering
Om bij te dragen aan evenwichtige arbeidsverhoudingen, waarbij werknemers een minimumniveau van arbeidsrechtelijke bescherming wordt geboden dat in overeenstemming is met de maatschappelijke ontwikkelingen en dat sociale partners voldoende ruimte biedt voor eigen verantwoordelijkheid.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
Het instrumentarium op het terrein van arbeidsverhoudingen biedt functionerende kaders voor de totstandkoming op verschillende niveaus van moderne arbeidsrelaties tussen (organisaties van) werkgevers en werknemers. Tevens zorgt het instrumentarium voor een niveau van rechtsbescherming dat een adequaat evenwicht vormt tussen de belangen van werkgevers en werknemers en bijdraagt aan de arbeidsparticipatie van zowel degenen die reeds op de arbeidsmarkt participeren, als voor degenen die de arbeidsmarkt willen betreden.
Externe factoren
De effectiviteit van het stelsel wordt enerzijds bepaald door de wijze waarop het instrumentarium wordt toegepast door de direct betrokken partijen van werkgevers en werknemers, anderzijds door algemene ontwikkelingen, zoals de economische situatie die zijn weerslag heeft op de arbeidsmarkt.
Realisatie meetbare gegevens
Artikel 43 kent geen indicatoren op het niveau van de algemene doelstelling, deels omdat het beoogde effect van het beleid niet kan worden gekwantificeerd, deels omdat het beleidseffect niet kan worden geïsoleerd van andere factoren.
Budgettaire gevolgen van beleid
artikelonderdeel | Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Begroting 2011 | Verschil 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 13 214 | 21 567 | 21 326 | 20 133 | 14 239 | 17 950 | – 3 711 |
Uitgaven | 12 972 | 20 500 | 21 675 | 20 470 | 14 401 | 17 798 | – 3 397 |
Programma uitgaven | 1 909 | 4 174 | 4 907 | 3 806 | 1 796 | 4 469 | – 2 673 |
Algemene Doelstelling | |||||||
Handhaving | 0 | 283 | 487 | 176 | 236 | 644 | – 408 |
Overig | 0 | 816 | 751 | 1 924 | 1 024 | 1 587 | – 563 |
Operationele Doelstelling 1 | |||||||
Subsidies | 316 | 427 | 291 | 307 | 211 | 515 | – 304 |
Overig | 0 | 168 | 26 | 85 | 117 | 209 | – 92 |
Operationele Doelstelling 2 | |||||||
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 80 | – 80 |
Voorlichting | 0 | 320 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Operationele Doelstelling 3 | |||||||
Overig | 27 | 1 078 | 2 876 | 904 | 0 | 552 | – 552 |
Operationele Doelstelling 4 | |||||||
Subsidies | 1 566 | 818 | 251 | 207 | 0 | 679 | – 679 |
Overig | 0 | 264 | 225 | 203 | 208 | 203 | 5 |
Apparaatsuitgaven | 11 063 | 16 326 | 16 768 | 16 664 | 12 605 | 13 329 | – 724 |
Personeel en materieel | 11 063 | 16 326 | 16 768 | 16 664 | 12 605 | 13 329 | – 724 |
Ontvangsten | 998 | 711 | 760 | 694 | 614 | 1 711 | – 1 097 |
Programma-uitgaven
Toelichting
Op de verschillende budgetten is onderuitputting zichtbaar. De onderuitputting op de algemene doelstelling ontstaat onder andere door het niet doorgaan van een voorlichtingscampagne over de EU-richtlijn illegale derdelanders. De onderuitputting op de subsidiebudgetten (OD1, OD2 en OD 4) hangt samen met het niet en niet tijdig binnenkomen van enkele subsidieaanvragen, waardoor (nog) geen vaststelling heeft plaatsgevonden. De onderuitputting van € 0,55 miljoen onder OD 3 komt door uitstel en het niet doorgaan van enkele onderzoeken. Het meldpunt klokkenluiders wordt ook uit dit budget bekostigd. Het meldpunt start later dan verwacht.
Ontvangsten
In de begroting 2010 zijn de ontvangsten met € 1,3 miljoen verhoogd. Die ontvangsten zijn in 2011 niet gerealiseerd (zie toelichting bij ontvangstenartikel 42). Daarnaast is in 2011 € 0,203 miljoen extra aan boete-opbrengsten gerealiseerd. Dat betekent dat er per saldo € 1,097 miljoen minder is ontvangen dan in de begroting was opgenomen.
artikelonderdeel | realisatie 2007 | realisatie 2008 | realisatie 2009 | realisatie 2010 | realisatie 2011 | begroting 2011 | verschil 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 891 000 | 1 000 000 | 1 122 000 | 1 112 000 | 1 148 886 | 1 199 065 | – 50 179 |
Programma uitgaven | 891 000 | 1 000 000 | 1 122 000 | 1 112 000 | 1 148 886 | 1 171 661 | – 22 775 |
Operationele Doelstelling 3 | |||||||
Zwangerschaps-, bevallings- en adoptieverlof uitkeringslasten | 875 000 | 985 000 | 1 093 000 | 1 086 000 | 1 120 886 | 1 161 193 | – 40 307 |
Zwangerschaps-, bevallings- en adoptieverlof uitvoeringskosten | 16 000 | 15 000 | 29 000 | 26 000 | 28 000 | 10 468 | 17 532 |
Nominaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 27 404 | – 27 404 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
De uitkeringslasten voor zwangerschaps- en bevallingsverlof zijn in 2011 circa € 40 miljoen minder dan geraamd. Het verschil ontstaat door een lager volume dan verwacht en een gemiddelde daguitkering die bijna € 1 lager was dan geraamd. Binnen UWV heeft in 2009 een herijking van uitvoeringskosten plaatsgevonden. De uitvoeringskosten voor de uitkeringen voor zwangerschaps- en bevallingsverlof komen hierdoor vanaf 2009 hoger uit. In 2011 is deze budgettair neutrale herijking ook in de SZW-begroting 2012 doorgevoerd.
artikelonderdeel | Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Begroting 2011 | Verschil 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Belastinguitgaven | 372 | 376 | 415 | 402 | 391 | 396 | 5 |
Operationele doelstelling 3 | |||||||
Levensloopregeling | 355 | 349 | 353 | 341 | 329 | 329 | 0 |
Ouderschapsverlofkorting | 17 | 28 | 62 | 61 | 62 | 67 | 5 |
Bron: Ministerie van Financiën, Belastingdienst
Toelichting
De fiscale uitgaven aan de levensloopregeling die hier worden gepresenteerd bestaan hoofdzakelijk uit een saldo van twee effecten: de inkomensderving door inleg in de levensloopregeling en de extra inkomsten vanwege opname van het levenslooptegoed.
Met het oog op de noodzaak langer door te werken is besloten de levensloopregeling niet voort te zetten. Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling daarom niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers. Vanaf het jaar 2014 kunnen mensen alleen nog gebruik maken van de levensloopregeling als zij op 31 december 2011 een saldo van € 3 000 of meer op hun levenslooprekening hadden.
1 Het bevorderen van stabiele en evenwichtige arbeidsverhoudingen
Operationele doelstelling
-
• Stabiele en evenwichtige arbeidsverhoudingen bevorderen door het recht op onderhandeling door sociale partners te waarborgen en collectieve arbeidsvoorwaardenvorming te regelen;
-
• Het grondwettelijke recht op medezeggenschap door werknemers regelen, waarborgen en bevorderen;
-
• Een adequate overlegstructuur tussen het kabinet en sociale partners in stand houden ten behoeve van onderlinge beleidsafstemming, coördinatie op sociaal en sociaaleconomisch terrein en om zoveel mogelijk draagvlak te verkrijgen voor het kabinetsbeleid.
Motivering
Doelbereiking
Sociale partners hebben in 2011 veelvuldig gebruik gemaakt van de instrumenten cao en avv. In totaal zijn er 185 bedrijfstakcao’s en 503 ondernemingscao’s afgesloten voor in totaal 6,1 miljoen werknemers.
Gedurende het jaar heeft het kabinet overleg met sociale partners gevoerd over diverse sociale en sociaaleconomische onderwerpen. Op het overleg van 10 juni 2011 heeft het kabinet met sociale partners verenigd in de Stichting van de Arbeid afspraken gemaakt die moeten leiden tot een robuust pensioenstelsel (aanvullende pensioenen en AOW) en duurzame participatie en inzetbaarheid van de werknemer (30 413, nr. 157).
-
• Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst (cao), Wet op het Algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (avv) en Wet op de loonvorming;
-
• Wet op de bedrijfsorganisatie (WBO);
-
• Wet op de ondernemingsraden (WOR), Wet op de Europese ondernemingsraden (WEOR) en Wet rol werknemers Europese vennootschap;
-
• Overleg tussen werkgevers- en werknemersorganisaties en de overheid, waaronder het voor- en najaarsoverleg tussen het kabinet en de Stichting van de Arbeid;
-
• Subsidieregeling kwaliteit arbeidsverhoudingen.
Instrumenten
-
• In de begroting voor 2011 zijn reguliere activiteiten opgenomen, zoals het uitvoeren van de ministeriële taken op grond van de Wet cao en de Wet avv, het onderhouden van een adequate overlegstructuur tussen Kabinet en sociale partners en de uitvoering subsidieregeling kwaliteit arbeidsverhoudingen. Deze activiteiten zijn conform de begroting uitgevoerd in 2011;
-
• In december 2011 is de kamer geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) (29 818, nr. 35). In lijn met het unanieme SER-advies zal de WOR-heffing worden afgeschaft. Het streven is om het wijzigingsvoorstel in juni 2012 aan de Tweede Kamer voor te leggen. Tevens is aangegeven dat besloten is aan het kabinetsstandpunt 2009 geen nadere invulling te geven. Wel wordt de Wet aangevuld met een bepaling over de informatieplicht in het kader van internationale concernverhoudingen;
-
• In 2011 is de Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden in verband met de uitvoering van richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 (PbEU 2009, L 122) houdende herschikking van richtlijn 94/45/EG aangenomen. De wijziging heeft tot doel verbetering van de effectiviteit van Europese ondernemingsraden. Zo wordt nader omschreven waarover Europese ondernemingsraden moeten worden geïnformeerd en geraadpleegd en wordt bepaald dat Europese ondernemingsraden tijdig geïnformeerd en geraadpleegd moeten worden;
-
• In 2011 is – samen met de medeverantwoordelijke minister van EL&I – uitwerking gegeven aan de motie van de leden Aptroot (VVD), Koopmans (CDA) en Van den Besselaar (PVV) over de Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) (32 615, nr. 3). Naar aanleiding hiervan is op 22 december een vervolgmotie aangenomen tot afbouw van het PBO stelsel. Het Kabinet zal begin 2012 hierop reageren.
Activiteiten
-
• Sociale partners (werkgevers en werknemers) en hun organisaties;
-
• Ondernemingsraden en Europese ondernemingsraden;
-
• (Hoofd)product- en (hoofd)bedrijfschappen en de SER.
Doelgroepen
Realisatie meetbare gegevens
Output en outcome zijn, zoals geconcludeerd in de beleidsdoorlichting Arbeidsverhoudingen (30 982, nr. 5), moeilijk objectief meetbaar. Er zijn daarom geen indicatoren geformuleerd. De gehanteerde kengetallen geven inzicht in de mate waarin de sociale partners gebruik maken van het instrumentarium voor vormgeving van de arbeidsverhoudingen:
-
• Het gebruik van de instrumenten van cao en avv varieert door de jaren heen, mede afhankelijk van factoren als het sociaal-economisch klimaat.
-
• Het aandeel ondernemingsraadplichtige ondernemingen met OR.
Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | |
---|---|---|---|---|
cao/avv: | ||||
Aantal bedrijfstak-cao’s | 192 | 190 | 188 | 185 |
Aantal direct gebonden werknemers | 4 644 500 | 4 699 500 | 4 954 200 | 4 869 000 |
Aantal door avv gebonden werknemers | 676 000 | 855 500 | 843 800 | 728 500 |
Aantal ondernemingen-cao’s | 524 | 558 | 521 | 503 |
Aantal gebonden werknemers | 543 000 | 594 500 | 574 100 | 531 000 |
Totaal aantal cao’s | 716 | 748 | 709 | 688 |
Totaal aantal werknemers onder cao’s | 5 863 500 | 6 149 500 | 6 372 100 | 6 128 500 |
Bron: SZW, voorjaarsrapportage cao-afspraken
Realisatie 2002 | Realisatie 2005 | Realisatie 2008 | Realisatie 2011 | |
---|---|---|---|---|
Medezeggenschap: | ||||
Percentage OR-plichtige ondernemingen met OR | 71 | 76 | 70 | 71 |
Bron: Research voor Beleid (2002, 2005) en Regioplan (2008, 2011), Onderzoek naleving WOR
2 Zorgdragen voor een goede balans tussen rechten en plichten van werkgevers en werknemers voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst
Operationele doelstelling
Motivering
De bescherming van werknemers waarborgen, in evenwicht met de belangen van de onderneming en met inachtneming van de eigen rol en verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers.
Doelbereiking
De wettelijke normering van de diverse aspecten van het arbeidsrecht biedt, mede als gevolg van de regelmatige aanpassingen aan zich wijzigende omstandigheden, op hoofdlijnen een adequate bescherming van de belangen van de werknemer. Dit binnen de randvoorwaarden die de arbeidsorganisatie daaraan stelt en binnen de internationaal overeengekomen minimum-standaarden.
-
• Het arbeidsovereenkomstenrecht, inclusief het ontslagrecht;
-
• Het Buitengewoon Besluit arbeidsverhoudingen 1945 (BBA) en de daarop gebaseerde regels betreffende ontslag en werktijdverkorting;
-
• De Wet melding collectief ontslag (WMCO);
-
• De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) en daarop gebaseerde regels betreffende bestuurlijke handhaving van de WML;
-
• Het Besluit minimumjeugdloonregeling;
-
• Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi);
-
• Voorlichting.
Instrumenten
-
• In de begroting 2011 zijn reguliere activiteiten opgenomen, zoals het verlenen van ontslagvergunningen door het UWV, het verlenen van tijdelijke ontheffingen van het verbod om de arbeidstijd te verminderen, het verlenen van goedkeuring als bedoeld in de Wet melding collectief ontslag, het handhaven van de Wet minimum loon en minimum vakantiebijslag (WML) door de Arbeidsinspectie door het opleggen van bestuurlijke boetes en lasten onder dwangsom bij onderbetaling. Deze activiteiten zijn conform de begroting uitgevoerd in 2011;
-
• In 2011 is de wijziging van het Burgerlijk Wetboek houdende de afschaffing van de beperkte opbouw van minimumvakantierechten tijdens ziekte gerealiseerd. Deze wijziging is op 1 januari 2012 inwerking getreden;
-
• Tevens is in 2011 gerealiseerd, de wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met het van toepassing verklaren van deze wet op de beëindiging van een dienstbetrekking door middel van een beëindigingsovereenkomst. Deze wijziging treedt op 1 maart 2012 in werking;
-
• Sinds 11 februari 2011 beschikken de inspecteurs van de Inspectie SZW i.o. over de bevoegdheid om in het kader van de handhaving van de WML daarvoor vatbare voorwerpen in beslag te nemen. Het gaat dan met name om administratieve bescheiden die nodig zijn om vast te kunnen stellen wie bij de werkgever in dienst zijn en of de werkgever het wettelijk minimumloon en de wettelijke minimumvakantiebijslag aan zijn werknemers heeft uitbetaald (Stb, 2011, 27);
-
• In 2011 zijn bij de Tweede Kamer ingediend het wetsvoorstel betreffende de implementatie van de zogenoemde Uitzendrichtlijn en het wetsvoorstel tot aanpassing van artikel 18b, lid 2 van de Wet minimumloon (WML) betreffende het rechtsvermoeden van het zijn van werkgever in de zin van deze wet (32 895, nr. 1 en 32 896, nr. 1). De plenaire behandeling van deze beide wetsvoorstellen is op 7 februari 2012 afgerond;
-
• Op grond van de uitkomsten van een evaluatie daarvan is besloten met ingang van 1 januari 2012 de tijdelijke crisismaatregel «Extra tijdelijke contracten voor jongeren tot 27 jaar» te beëindigen;
-
• In 2011 is een concept-wetsvoorstel doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd voorbereid. Dit wetsvoorstel zal naar verwachting in het voorjaar van 2012 de Tweede Kamer worden aangeboden;
-
• Verder is in 2011 besloten de handhaving van de WML te vereenvoudigen en meer te richten op het tegengaan van echte misstanden. Daarvoor is de zogenoemde handhavingnorm gesteld op 40 uur (32 896, nr. 5). Tevens is besloten om bij de handhaving van de WML verrekeningen met het loon van kosten van huisvesting en premies voor de ziektekostenverzekeringen slechts toe te laten voor zover zij niet meer dan een daarvoor vastgesteld bedragen;
-
• Wijziging van de Waadi en de WML met het oog op effectievere controles door private instanties, en verbetering van de effectiviteit van het door de uitzendbranche ontwikkelde keurmerk (32 872, nr. 1);
-
• In 2011 is voor een aantal situaties van verminderde bedrijvigheid als gevolg van buitengewone omstandigheden besloten de regeling voor werktijdverkorting open te stellen. Dat betrof de stremming in de Rijn bij Sankt Goarshausen (Duitsland), het gedeeltelijk instorten van winkelcentrum ’t Loon in Heerlen, de terugval van activiteiten als gevolg van de EHEC-bacterie en de ontploffing van de kernreactor in Japan;
-
• In 2011 is een aantal maatregelen genomen om de bewustwording voor en de effectiviteit van de opsporing van arbeidsgerelateerde arbeidsuitbuiting te vergroten. Bijgedragen is aan het oplossen van knelpunten die de Inspectie SZW i.o. of partners in het kader van de Taskforce Aanpak Mensenhandel tegenkomen. Zo is het bestaan van arbeidsuitbuiting onder de aandacht gebracht van onder meer de Nederlandse ambassades. Informatie over de rollen en verantwoordelijkheidsverdeling in de verschillende fasen van de aanpak van mensenhandel is verspreid onder de ketenpartners. Tussen het ministerie van SZW en het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel is een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen voor gegevensuitwisseling, zodat sneller duidelijkheid wordt verkregen over het bestaan van een serieus vermoeden van arbeidsuitbuiting in strafrechtelijke zin. Voorts is bij een drietal Kamers van Koophandel een pilot gestart om signalen van schijnzelfstandigheid en mogelijke uitbuiting te melden.
Activiteiten
-
• Werknemers;
-
• Werkgevers.
Doelgroepen
Realisatie meetbare gegevens
Operationele doelstelling 2 kent geen kwantitatieve streefwaarden. De doelstelling van het beleid is te komen tot een transparante regelgeving waarbij op evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met de bescherming van de werknemers en de vereisten van de onderneming. Voor dit evenwicht is geen objectieve indicator te geven.
Het aantal ontslagverzoeken in 2011 is lager uitgevallen (58 334) dan was geraamd (68 000). Bij de raming is uitgegaan van de prognose van het CPB. Vanwege een aantal calamiteiten zoals de stremming in de Rijn bij Sankt Goarshausen is er meer gebruik gemaakt van de Regeling Werktijdverkorting dan geraamd (236 versus 150).
Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | |
---|---|---|---|
Ontslagen | |||
Aantal ontslagaanvragen UWV1 | 60 064 | 40 530 | 38 539 |
– waarvan via collectieve aanvraag (in %) | 18 | 12 | 12 |
Aantal ontbindingsverzoeken rechtbanken2 | 29 854 | 22 243 | 19 795 |
Totaal aantal aanvragen en verzoeken | 89 918 | 62 773 | 58 334 |
Aanvragen WTV (reguliere werktijdverkorting)3 | |||
Aantal aanvragen | 142 | 171 | 236 |
Aantal toegewezen | 82 | 109 | 132 |
Handhaving WML4 | |||
Aantal inspecties WAV/WML | 9 723 | 9 987 | 9 225 |
Aantal opgelegde boetes | 58 | 127 | 107 |
Bronnen:
1 UWV, Jaarverslag
2 Raad voor de Rechtspraak
3 SZW, Onderzoeksrapport werktijdverkorting
4 Inspectie SZW administratie
3 Bevorderen van het combineren van arbeid en zorg
Operationele doelstelling
Motivering
Werknemers in staat stellen de arbeidsduur (tijdelijk) aan te passen in verband met zorgtaken.
Doelbereiking
Het arbeid-en-zorginstrumentarium ondersteunt de hoge graad van de arbeidsparticipatie van met name vrouwen in Nederland.
-
• Wet arbeid en zorg;
-
• Wet aanpassing arbeidsduur;
-
• Levensloopregeling.
Instrumenten
-
• Het wetsvoorstel modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden (32 855, nr. 1) is 10 augustus 2011 de Tweede Kamer aangeboden;
-
• Het wetsvoorstel ter implementatie van Richtlijn 2010/18/EU inzake ouderschapsverlof (33 107, nr. 1) is 30 november 2011 de Tweede Kamer aangeboden. De Eerste kamer heeft het voorstel op 20 maart 2012 als kamerstuk afgedaan;
-
• In de reactie van 7 november 2011 (29 544, nr. 355) op het SER-advies «Tijden van de samenleving» heeft het kabinet aangekondigd om in tenminste twee gemeenten pilots op te zetten om binnen de bestaande mogelijkheden in de gehele gemeente in tijd en inhoud sluitende arrangementen voor kinderen te realiseren;
-
• In het belastingplan 2012 (Stb. 2011, 639) is opgenomen dat het vanaf 1 januari 2012 niet meer mogelijk is te starten met deelname aan de levensloopregeling. Bestaande deelnemers kunnen onder voorwaarden wel deel blijven nemen. Daarnaast kunnen mensen per 1 januari 2013 deelnemen aan het vitaliteitssparen;
Activiteiten
-
• (Potentiële) werknemers;
-
• Zelfstandigen (in verband met zwangerschaps- en bevallingsuitkering);
-
• Werkgevers.
Doelgroepen
Indicatoren
Met ingang van de begroting 2012 is de indicator gewijzigd. Bij de oude prestatie-indicator werd de behoefte aan verlof als gegeven genomen, ongeacht andere instrumenten die werknemers kunnen benutten voor de combinatie van arbeid en zorg, zoals flexibele arbeidspatronen. Met ingang van 2012 dient als indicator het aandeel werknemers dat moeite heeft met de combinatie arbeid en zorg. Om deze reden was voor 2011 geen streefwaarde meer opgenomen voor de oude indicator.
Realisatie 2007 | Realisatie 2009 | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2011 | |
---|---|---|---|---|
Discrepantie tussen feitelijke en gewenste opname van verlof (%) | 45 | 44 | 36 | – |
Bron: CBS, EBB module – arbeid en zorg
Het gebruik van ouderschapsverlof is toegenomen. Tot en met 2009 werd de peiling voor ouderschapsverlof in het eerste kwartaal van het jaar gedaan. In 2011 heeft de peiling in het derde kwartaal plaatsgevonden. Als gevolg van de wijziging in de methodiek ligt een toename van het (gemeten) gebruik van ouderschapsverlof voor de hand. Bovendien is per 1 januari 2009 de maximale duur van ouderschapsverlof verhoogd van 13 naar 26 weken. Door de toename van het gebruik van ouderschapsverlof is het percentage personen, dat dit verlof wel wenst maar niet opneemt gedaald. De discrepantie tussen feitelijke en gewenste opname van verlof is daardoor ook afgenomen.
Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | |
---|---|---|---|
Zwangerschaps- en bevallingsverlofuitkering (x 1 000) | |||
– aantal toekenningen werknemers1 | 139 | 137 | 136 |
– aantal toekenningen zelfstandigen1 | 7,5 | 7,4 | 7,8 |
Adoptieverlof (x 1 000) | |||
– aantal toekenningen werknemers1 | 1,2 | 1,3 | 1,2 |
Ouderschapsverlof (x 1 000) | |||
– Aantal werknemers met ouderschapsverlof (betaald en onbetaald)2 | 124 | – | 160 |
– Aantal ontvangers ouderschapsverlofkorting3 | 72 | 72 | n.b. |
Levensloopregeling (x 1 000) | |||
– aantal actieve deelnemers4 | 249 | 239 | 235 |
Bronnen:
1 UWV, jaarverslag
2 CBS, EBB module Arbeid en zorg (in 2010 heeft er geen meting plaatsgevonden)
3 Ministerie van Financiën, Belastingdienst
4 CBS, EBB module Levensloop
n.b. niet beschikbaar
4 Bevorderen van gelijke kansen op de arbeidsmarkt en toegang tot de arbeidsmarkt door bescherming te bieden tegen ongelijke behandeling bij arbeid en beroep
Operationele doelstelling
Motivering
Werknemers en werkzoekenden bescherming bieden tegen ongelijke behandeling en te waarborgen dat een ieder gelijke kansen heeft op het terrein van arbeid.
Doelbereiking
In cao’s is geen sprake meer van direct onderscheid naar geslacht en bij werving en selectie is dat aanmerkelijk afgenomen. De gelijke behandeling van allochtonen, ouderen en arbeidsgehandicapten vergt nog de nodige aandacht.
-
• Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid;
-
• Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen;
-
• Wet verbod van onderscheid op grond van arbeidsduur;
-
• Wet gelijke behandeling van tijdelijke en vaste werknemers;
-
• Wet op de medische keuringen;
-
• Besluit aanstellingskeuring en Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuring;
-
• Commissie Gelijke Behandeling;
-
• Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen.
Instrumenten
-
• Wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen bij de Sociaal-Economische Raad en enige andere wijzigingen (33 050, nr. 2 en 33 050, nr. 3);
-
• Voortzetting van de website www.gelijkloon.nl;
-
• Wetsvoorstel in voorbereiding met betrekking tot het aantrekkelijker en makkelijker maken van doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd door het weghalen van een aantal arbeidsrechtelijke belemmeringen;
-
• Opzet en start van de Discriminatiemonitor 2010–2012 (SCP).
Activiteiten
-
• Werkgevers, werknemers en hun vertegenwoordigers;
-
• Relevante belangenorganisaties en organisaties van professionals.
Doelgroepen
Realisatie meetbare gegevens
Ongecorrigeerde beloningsverschillen geven de verschillen in gemiddeld uurloon weer en zijn daarmee een indicatie voor de arbeidsmarktpositie van vrouwen. De gecorrigeerde verschillen laten zien in welke mate deze verschillen samenhangen met kenmerken als leeftijd en opleiding- en beroepsniveau. Beloningsdiscriminatie is op het totaal van beloningsverschillen van ondergeschikte betekenis.
Met het oog op de arbeidsparticipatiebeslissingen van met name vrouwen is relevant dat deze verschillen bij de 25- tot 35-jarigen in het bedrijfsleven beperkt zijn tot -7,9% en bij de overheid geheel afwezig (Monitor Arbeidsmarkt 2011; 26 448, nr. 462).
Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Streefwaarde 2012 | |
---|---|---|---|
Gecorrigeerde beloningsverschillen (%) | |||
Verschil man-vrouw bedrijfsleven | – 9 | – 9 | < – 9 |
Verschil man-vrouw overheid | – 8 | – 7 | < – 7 |
Ongecorrigeerde beloningsverschillen (%) | |||
Verschil man-vrouw bedrijfsleven | – 22 | – 22 | < – 22 |
Verschil man-vrouw overheid | – 14 | – 15 | < – 15 |
Bron: CBS, Gelijk loon voor gelijk werk, 2010
Toelichting
De gegevens van de Commissie gelijke behandeling en van de Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen betreffen het aantal ingediende klachten en/of oordelen ingediend bij of uitgesproken door deze commissies. Deze getallen geven slechts een beperkt inzicht in de mate waarin ongelijke behandeling voorkomt.
Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | |
---|---|---|---|
Commissie gelijke behandeling: aantal oordelen op terrein van arbeid1 | |||
Totaal aantal | 96 | 142 | 162 |
– waarvan op grond van geslacht (%) | 15 | 17 | 23 |
– waarvan op grond van leeftijd (%) | 41 | 26 | 29 |
– waarvan op grond van handicap (%) | 9 | 15 | 14 |
– waarvan overig (%) | 35 | 42 | 34 |
Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen2 | |||
Totaal aantal | 47 | 31 | 55 |
– waarvan klachten | 9 | 5 | 6 |
– waarvan vragen | 38 | 26 | 49 |
Bronnen:
1 Commissie Gelijke Behandeling, Jaarverslag.
2 Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, Jaarverslag.
Overzicht afgeronde onderzoeken
Soort onderzoek | Onderwerp onderzoek | AD/OD | A. Start B. Afgerond | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
Evaluatieonderzoek ex ante | Discriminatiemonitor 2010–2012 | OD 4 | A. 2010 B. 2012 | |
Beleidsdoorlichting | Geen | |||
Effecten onderzoek ex post | Effectiviteit van de tijdelijke maatregel tijdelijke contracten voor jongeren tot 27 jaar | OD 2 | A. 2011 B. 2011 | |
Naleving van de Wet op de ondernemingsraden, stand van zaken 2011 | OD 1 | A. 2011 B. 2012 | ||
Evaluatie verruiming onmisbaarheidscriterium | OD 2 | A. 2011 B. 2011 | ||
Overig evaluatieonderzoek | Geen |
Artikel