Ingevolge brief van de minister van VWS van 14 januari 2010 (TK 22 894, nr. 254) zijn de onderdelen onderzoek en ontwikkeling, vaccininkoop, opslag en distributie en de bedrijfsvoering van het Nederlands Vaccin Instituut per 1 januari 2011 bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ondergebracht. De financiële en materiële consequenties van dit besluit zijn in 2011 verwerkt in een overnamebalans per 1 januari 2011, welke in de RIVM-administratie is verwerkt. De interne invlechting is nog gaande.
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3 = 2–1) | Realisatie 2010 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 122 252 | 160 060 | 37 808 | 131 314 |
Omzet overige departementen | 52 036 | 60 686 | 8 650 | 59 350 |
Omzet derden | 172 404 | 167 632 | – 4 772 | 164 959 |
Rentebaten | 100 | 294 | 194 | 394 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 1 990 | 1 990 | 965 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 2 196 |
Totaal baten | 346 792 | 390 662 | 43 870 | 359 178 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 341 883 | 360 518 | 18 635 | 353 084 |
– personele kosten | 110 710 | 122 658 | 11 948 | 120 619 |
– materiële kosten | 231 173 | 237 860 | 6 687 | 232 465 |
Afschrijvingskosten | 4 516 | 5 836 | 1 320 | 4 670 |
– immaterieel | 879 | 582 | – 297 | 885 |
– materieel | 3 637 | 5 254 | 1 617 | 3 785 |
Overige lasten | 393 | 3 674 | 3 281 | 4 543 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 3 396 | 3 396 | 4 162 |
– rentelasten | 393 | 278 | – 115 | 381 |
– bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 346 792 | 370 028 | 23 236 | 362 297 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 20 634 | 20 634 | – 3 119 |
Toelichting op de staat van baten en lasten 2011
Ten opzichte van de raming is de realisatie van zowel baten als lasten aanzienlijk hoger. Dit is toe te schrijven aan de voorgeschreven systematiek bij het opmaken van de begroting, waardoor slechts harde toezeggingen van primaire opdrachtgevers zijn opgenomen. In de realisatie zijn ook begrepen de baten en lasten inzake in de loop van het boekjaar verstrekte opdrachten. Verder zijn in de realisatie begrepen de baten en lasten van de per 1 januari 2011 ingenomen afdelingen van het NVI; deze konden nog niet in de begroting worden voorzien.
Resultaat
Er is in 2011 een positief resultaat gerealiseerd van € 20,6 miljoen. Dit resultaat is voornamelijk toe te schrijven aan:
-
– Een zeer positief verlopen exploitatie door een hoge declarabiliteit en lagere realisatie kosten dan begroot (€ 6,2 miljoen);
-
– Lagere kosten ten laste van de huisvestingstranche (€ 1,8 miljoen). Hiermee is het saldotekort van de huisvestingstranche verlaagd naar € 2,7 miljoen;
-
– Een belangrijk deel van het saldo over 2011 (€ 13,2 miljoen) hangt samen met de inname van de publieke delen van het NVI per 1 januari 2011 en is incidenteel van aard. Dit betreft de posten inkoopvoordeel (€ 10,6 miljoen), resultaat ingenomen NVI-afdelingen (€ 2,6 miljoen).
Baten
De opbrengst moederdepartement (VWS-eigenaar en VWS-opdrachtgevers) omvat de bijdrage van VWS als eigenaar voor het programma strategisch onderzoek en enkele specifieke bedragen, waaronder een aanvullende bijdrage voor de huisvestingskosten en taakstellings- en veranderingstrajecten (€ 29,8 miljoen) en de bijdrage van VWS als opdrachtgever voor de in 2011 opgedragen onderzoeks- en adviesprogramma’s en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 130,3 miljoen).
In de opbrengst overige departementen zijn begrepen de bijdragen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (DG-Milieubeheer en Inspectie) voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 45,9 miljoen), de bijdrage van het Ministerie van EL&I voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma (€ 6,7 miljoen) en de bijdrage van overige departementen (€ 8,1 miljoen).
De opbrengst derden bestaat onder uit projecten ten behoeve van en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers, zoals de EU en de WHO (gezamenlijk € 8,0 miljoen). Verder omvat deze post de aan het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) en het Planbureau voor de Leefomgeving in rekening gebrachte kosten voor dienstverlening (gezamenlijk € 23,6 miljoen).
Ook is onder deze post begrepen de declaratie ten laste van de AWBZ voor de kosten van de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 102,6 miljoen).
Lasten
De personele kosten zijn hoger dan begroot. Er is meer capaciteit ingezet om invulling te geven aan leveringsverplichtingen naar opdrachtgevers. De raming was gebaseerd op de omvang van de harde opdrachten op het moment van afronding van het opmaken van de begroting. Ook de inname van de afdelingen van het NVI is debet aan de hogere kosten.
De hogere materiële kosten hangen samen met het hogere omzetniveau en extra kosten voor onder andere de taakstellingtrajecten. Ook de inname van de afdelingen van het NVI is debet aan de hogere kosten.
Balans 31-12-2011 | Balans 31-12-2010 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 311 | 826 |
Materiële vaste activa | 12 356 | 8 936 |
– grond en gebouwen | 0 | 0 |
– installaties en inventarissen | 2 336 | 2 433 |
– overige materiële vaste activa | 10 020 | 6 503 |
Voorraden | 49 123 | 17 200 |
Debiteuren | 5 714 | 9 997 |
Nog te ontvangen | 49 881 | 55 354 |
Liquide middelen | 55 047 | 28 943 |
Totaal activa | 172 432 | 121 256 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 41 781 | 4 571 |
– exploitatiereserve | 21 147 | 7 690 |
– onverdeeld resultaat | 20 634 | – 3 119 |
Voorzieningen | 21 224 | 16 332 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Crediteuren | 18 659 | 8 863 |
Nog te betalen | 90 768 | 91 490 |
Totaal passiva | 172 432 | 121 256 |
Toelichting op de balans per 31 december 2011
Eigen vermogen
De post onverdeeld resultaat van € 20,6 miljoen bevat het saldo van baten en lasten over het exploitatiejaar 2011. Dit saldo wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve, waarbij de kosten van reorganisatie en integratie van de voormalige entadministraties ten laste van de reserve aanvaardbare kosten worden gebracht.
In de exploitatiereserve is begrepen een door het Ministerie van VWS in de rol van eigenaar in 2005 verstrekte vermogensinjectie aan het RIVM van € 3,5 miljoen, waarmee invulling is gegeven aan het vigerende risicobeleid en de daarin benoemde verantwoordelijkheden van eigenaar, primaire opdrachtgevers en het RIVM.
In de exploitatiereserve is conform de regeling AWBZ de reserve aanvaardbare kosten (RAK) van de per 2008 in het RIVM geïntegreerde regionale entadministraties begrepen. Met instemming van het Ministerie van VWS wordt de RAK sinds 2008 aangewend voor kosten van reorganisatie van voormalige entadministraties. Het saldo van de RAK bedroeg ultimo 2010 € 3,5 miljoen. Over 2011 wordt € 0,4 miljoen ten gunste van de RAK gebracht, waardoor het saldo ultimo 2011 € 3,9 miljoen bedraagt.
Op grond van de overnamebalans van enkele onderdelen van het NVI is het eigen vermogen per 1 januari 2011 toegenomen met € 22 miljoen ter financiering van de veiligheidsvoorraad rijksvaccinatieprogramma. Op aanwijzing van de eigenaar is aan het eigen vermogen in 2011 € 11 miljoen onttrokken vanwege een eenmalig optredend prijsvoordeel bij de aankoop van vaccins voor het Rijksvaccinatieprogramma.
Verder heeft op aanwijzing van de eigenaar een omzetting plaatsgevonden van een onder de balanspost «overlopende passiva» opgenomen bedrag van € 5,6 miljoen ter financiering van de voormalige entadministraties naar deze balanspost.
Voorzieningen
De post voorzieningen bedraagt € 21,2 miljoen ultimo 2011 en bestaat uit een viertal rubrieken:
-
– personeel. Dit betreft toekomstige verplichtingen ingevolge rechten op de balansdatum van voormalige werknemers;
-
– reorganisatie. Dit betreft een voorzien bedrag voor de door het aangekondigde vertrek van het Planbureau voor de Leefomgeving niet meer gedekte huurlasten en verplichtingen in verband met reorganisaties voorgaande jaren;
-
– projecten. Dit betreft per balansdatum voorziene tekorten op in uitvoering zijnde projecten;
-
– diversen. Dit betreft een verplichting in verband met het saneren van verouderde olietanks.
De dotaties voorzieningen hebben betrekking op personeel (€ 0,6 miljoen) en projecten (€ 2,8 miljoen). De onttrekking van de voorziening personeel hangt samen met het vervallen van verplichtingen, doordat voormalige werknemers geen aanspraak meer hebben op een uitkering.
De post reorganisatie is verlaagd in voor de in 2011 vrijgevallen bedragen ter dekking van personeel gerelateerde kosten sociaalplan. De vrijval op projecten omvat de onttrekking vanwege in 2011 tot finale afrekening gekomen projecten waarvoor eerder een voorziening was getroffen.
Kasstroomoverzicht
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2011+ stand depositorekeningen | 53 738 | 28 943 | – 24 795 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 5 015 | 45 846 | 40 831 |
Totaal investeringen (–/–) | – 4 516 | – 8 789 | – 4 273 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 47 | 47 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 4 516 | – 8 742 | – 4 226 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | – 11 000 | – 11 000 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | – 11 000 | – 11 000 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2011+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 54 237 | 55 048 | 810 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De mutatie van de operationele kasstroom wordt voornamelijk veroorzaakt door het positieve resultaat (€ 20,6 miljoen), een vermogensmutatie (€ 16,7 miljoen) en de afname van het werkkapitaal (€ 13,1 miljoen). Door de mutatie in genoemde posten is er een toename van het rekening-courantsaldo aangehouden bij het Ministerie van Financiën.
Investeringskasstroom
Het in de begroting opgenomen investeringsniveau is gebaseerd op het verwachte bedrag aan investeringen. De gerealiseerde investeringen konden uit beschikbare liquide middelen worden betaald. De investeringen hebben voornamelijk betrekking op ICT en audiovisuele apparatuur, laboratoriumapparatuur en gebouwgebonden installaties en infrastructuur.
Financieringskasstroom
Er is in 2011 geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. De investeringen zijn betaald uit beschikbare liquide middelen.
Doelmatigheidsindicatoren
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|
Generiek | ||||
1. Tarieven/ uur | ||||
– Gewogen uurtarief in € | 105,15 | 106,60 | 108,04 | 108,96 |
– Ontwikkeling uurtarief (2003=100) | 96,50 | 97,90 | 99,20 | 100 |
2. Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur)1 | 1 443,3 | 1 378,4 | 1 346,7 | 1 434,4 |
3. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | – 1,11% | – 0,14% | – 0,87% | 5,28% |
Specifiek | ||||
1. Liquiditeit (current ratio; norm> 1,5) | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,5 |
2. Solvabiliteit (debt ratio) | 0,94 | 0,95 | 0,96 | 0,76 |
3. Rentabiliteit eigen vermogen | – 27,4% | – 6,1% | – 40,6% | 97,6% |
4. Percentage externe inhuur ten opzichte van totale personele kosten | – | 15,9% | 16,9% | 10,9% |
5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen | 56,0% | 77,6% | 95,9% | 97,2% |
De mutatie in het aantal fulltime-equivalenten in 2011 ten opzichte van 2010 komt mede door inname van de publieke delen van het NVI en de uitplaatsing van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht en van de geneesmiddelenbeoordeling naar het ACBG.
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Tarieven per uur
De uurtarieven worden jaarlijks door de eigenaar vastgesteld. De hoogte van de tarieven worden onder meer bepaald door ontwikkeling van loonkosten, materiële kosten en aantal te declareren uren per medewerker. Het aantal te declareren uren op jaarbasis bedraagt voor het RIVM in 2011 1 250 uur per fulltime-equivalent. De ontwikkeling van het gewogen gemiddelde uurtarief vanaf 2003 laat zien dat het RIVM door middel van efficiencymaatregelen in staat is geweest om stijgende personele en materiële kosten op te vangen.
Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur)
De ontwikkeling van het aantal fulltime-equivalenten (fte’s) verloopt conform de afspraken voortvloeiende uit de taakstelling vanuit het programma Vernieuwing Rijksdienst (Balkenende IV). De afgesproken 1 499 fte per 31 december 2011 is gerealiseerd.
Saldo van baten en lasten (% van de baten)
De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie, zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.
Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit
Voor wat betreft de doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen.
De current ratio geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hieraan gezien de waarde van 1,5.
Het positieve resultaat en de vermogensmutatie over 2011 geven een stijging van het eigen vermogen daarmee een daling van de debt ratio ten opzichte van de voorgaande jaren.
De positieve rentabiliteit op het eigen vermogen is het gevolg van het positieve resultaat dat in 2011 is gerealiseerd.
Percentage externe inhuur ten opzichte van de totale personele kosten
De totale externe inhuur bedroeg in 2011 € 12,6 miljoen, wat beduidend onder het niveau van 2010 ligt (€ 19,0 miljoen). Het inhuurpercentage over 2011 komt uit op 10,9%. In 2010 bedroeg dit 16,9%. De realisatie is ruim onder het voor 2011 toegestane plafond gebleven.
Percentage facturen betaald binnen 30 dagen
Het RIVM heeft in 2008/2009 de factuurverwerking gedigitaliseerd. Hierdoor is enerzijds de gemiddelde betaaltermijn fors verlaagd waarbij het percentage facturen dat wordt betaald binnen 30 dagen is gestegen van 56% in 2008 tot 97% in 2011. Hierbij wordt uitgegaan van factuurdatum van de leverancier. Anderzijds is hiermee een efficiencybesparing in de factuurverwerking gerealiseerd.