A: Algemene doelstelling41
Een optimaal financieel resultaat bij het beheren en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Financiën heeft een uitvoerende rol op het gebied van roerende materiële activa. De Minister is verantwoordelijk voor het vervoeren, bewaren, vernietigen en verkopen van overtollige en in beslaggenomen roerende zaken. Deze taken zijn opgedragen aan het baten-lastenagentschap Domeinen Roerende Zaken (DRZ). Het Ministerie van Financiën is eigenaar van DRZ. Het aan Financiën toebehorende deel van de verkoopopbrengsten van in beslag genomen goederen staat geraamd in de tabel budgettaire gevolgen van beleid. De hoogte van de verkoopopbrengsten wordt voornamelijk bepaald door de te nemen (verkoop)beslissingen over in beslag genomen goederen door het Openbaar Ministerie. Om deze reden is bij dit artikel geen prestatie-indicator opgenomen. Voor de doelmatigheidsindicatoren wordt verwezen naar de paragraaf inzake het agentschap DRZ.
Het Rijk bezit materiële activa die nodig zijn voor de realisatie van rijksdoelstellingen. De wettelijke basis voor deze uitvoerende rol ligt in de Comptabiliteitswet. Daarin staat dat de Minister van Financiën belast is met de verantwoordelijkheid voor het (privaatrechtelijk) beheer van de roerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de Wet bij een of meer andere ministers is gelegd.
C: Beleidsconclusies
Op grond van artikel 7 van de Regeling agentschappen heeft een doorlichting van DRZ plaatsgevonden. Aangezien DRZ niet volledig voldoet aan de Regeling, is besloten de agentschapsstatus van DRZ in te trekken met ingang van 1 januari 2015 en de organisatie om te vormen tot een reguliere ambtelijke dienst. De budgettaire implicaties van de herpositionering zullen worden verwerkt in de Ontwerpbegroting 2015.
Tevens heeft op grond van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek een beleidsdoorlichting van artikel 7 plaatsgevonden. De beleidsdoorlichting heeft aangetoond dat DRZ in de onderzoeksperiode 2006–2012 de effectiviteit en de efficiëntie van de uitvoering aanzienlijk heeft verbeterd, zowel binnen de eigen organisatie als binnen de Rijksdienst.
D: Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Algemene beleidsdoelstelling: Een optimaal financieel resultaat bij het beheren en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen. | Realisatie1 | Vastgestelde begroting2 | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2013 | 2013 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 383 | 500 | – 1.550 | 300 | – 1.850 |
Uitgaven | 0 | 0 | 383 | 500 | 334 | 300 | 34 |
Bekostiging | |||||||
Beheerskosten DRZ | 0 | 0 | 383 | 500 | 334 | 300 | 34 |
Ontvangsten | – 158 | – 12.052 | 1.905 | 2.767 | 2.278 | 1.800 | 478 |
Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten |
| ||||||
Vervreemding DRZ | – 158 | – 12.052 | 1.905 | 2.767 | 2.278 | 1.800 | 478 |
Exclusief realisatiestanden van het RVOB. Per 2013 zijn deze overgeheveld naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Inclusief nota van wijziging Kamerstukken II 2012/2013, 33 400 nr. 8.
E: Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen
De negatieve verplichting vloeit voort uit de afwikkeling van de overgang van het RVOB naar Wonen en Rijksdienst, eind 2012: de verplichting wordt bij Financiën afgeboekt en bij WenR opgeboekt.
Ontvangsten
Vervreemding DRZ (+ € 0,5 mln.)
De verkoopopbrengsten van DRZ zijn hoger dan geraamd door een hoger aantal verkopen.
Niet uit tabel blijkende budgettaire gevolgen
Middelenafspraken
De Minister van Financiën verzorgt behalve de vervreemding van de eigen (overtollige) roerende zaken ook de vervreemding van (overtollige) roerende zaken van andere ministers. Wanneer een middelenafspraak is gemaakt met een Minister, dan wordt de opbrengst uit vervreemding door deze Minister verantwoord op zijn eigen begroting.