Base description which applies to whole site

Artikel 7. Arbeidszaken overheid

A Algemene doelstelling

Een (compacte) overheid met voldoende en goed gekwalificeerde, integere medewerkers en politieke ambtsdragers tegen verantwoorde kosten.

B Rol en verantwoordelijkheid

Onder meer op grond van de Ambtenarenwet en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers is de Minister van BZK systeemverantwoordelijk voor de coördinatie van het arbeidsvoorwaardenbeleid in de publieke sector. Daaronder valt ook het creëren van voorwaarden om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak tegen te gaan. Verder is de minister verantwoordelijk voor het bevorderen van de integriteit van ambtenaren en politieke ambtsdragers, voor het bevorderen van de professionaliteit van politieke ambtsdragers, voor het onderhouden en moderniseren van de rechtspositieregelingen voor politieke ambtsdragers (in het verlengde van de Dijkstal-voorstellen) en voor het bevorderen van mobiliteit binnen het openbaar bestuur door het wegnemen van bestaande belemmeringen. De minister creëert voorwaarden ter bescherming van klokkenluiders binnen de publieke sector en gaat excessieve beloningen in de publieke en semi-publieke sector tegen.

De Minister van BZK is uitvoeringsverantwoordelijk voor de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers, de pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen, de (her-)benoemingen en ontslagen van onder andere burgemeesters, commissarissen der Koning en leden van de Raad van State en voor het decoratiestelsel en de toekenning van Koninklijke onderscheidingen.

C Beleidsconclusies

In 2013 is € 750 mln. bespaard door geen uitkering te geven voor loonbijstelling. Wel heeft het kabinet voor het eerst (loonsombenadering) overheidswerkgevers gelegenheid gegeven om door modernisering van secundaire arbeidsvoorwaarden toch budgettaire ruimte te creëren voor primaire loonstijging. Hier is echter geen gebruik van gemaakt.

Daarnaast is in september 2013 een akkoord bereikt tussen sociale partners in de publieke sector over een aanpassing van de ABP-pensioenregeling aan de per 1 januari 2014 geldende fiscale kaders. In ruil voor de daarmee gepaard gaande versobering van de ABP-pensioenregeling is een lastenverlichting voor overheidswerknemers afgesproken die tot een gemiddelde koopkrachtstijging van rond de 2% in 2014 leidt.

In 2013 is de Wet aanpassing pensioenleeftijd Appa in werking getreden. De pensioengerechtigde leeftijd van politieke ambtsdragers loopt nu in de pas met de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd.

D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7.1 Arbeidszaken overheid
           

Realisatie

Oorspronkellijk Vastgestelde begroting

Verschil

(x € 1.000)

2009

2010

2011

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

     

38.068

32.136

43.177

– 11.041

                 

Uitgaven:

     

44.797

40.146

43.177

– 3.031

7.1

Overheid als werkgever

     

16.124

14.099

16.198

– 2.099

 

Subsidies

     

10.696

9.534

10.012

– 478

 

Diverse subsidies

     

2.802

2.634

3.857

– 1.223

 

Programma Veilige Publieke Taak

     

2.098

1.175

3.100

– 1.925

 

Subsidies Overlegstelsel

     

5.587

5.541

2.833

2.708

 

Subsidies internationaal

     

209

184

222

– 38

 

Opdrachten

     

5.428

4.200

6.186

– 1.986

 

Arbeidsmarktbeleid

     

3.117

3.338

4.444

– 1.106

 

Programma Veilige Publieke Taak

     

130

102

750

– 648

 

Zorg voor politieke ambtsdragers

     

2.181

760

992

– 232

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

     

0

365

0

365

 

Bijdrage aan de NOM

     

0

365

0

365

7.2

Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen

     

28.672

26.047

26.979

– 932

 

Inkomensoverdracht

     

8.242

8.214

9.224

– 1.010

 

Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers

     

8.242

8.214

9.224

– 1.010

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

     

20.431

17.833

17.755

78

 

Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen

     

20.431

17.833

17.755

78

                 

Ontvangsten

     

2.485

1.769

820

949

E Toelichting op de financiële instrumenten
7.1 Overheid als werkgever

Subsidies

Diverse subsidies

De Minister van BZK werkt aan een betrouwbare overheid. In dat kader zijn onder andere het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) en het Professionaliseringsfonds voor burgemeesters gesubsidieerd. Dankzij de subsidie aan het professionaliseringsfonds, die voor een belangrijk deel aangevuld wordt met middelen uit de eigen arbeidsvoorwaardenruimte, kan het Nederlands Genootschap van Burgemeesters een breed programma van professionalisering uitvoeren dat jaarlijks wordt vernieuwd op grond van ontwikkelingen rond het burgemeesterschap. Dit wordt in burgemeesterskring hoog gewaardeerd.

In het kader van het programma Beter Werken in het Openbaar Bestuur (BWOB) wordt ingezet op het bevorderen van mobiliteit van personeel, flexibiliteit van organisaties en professionalisering van medewerkers. Aan de professionalisering is in 2013 tevens bijgedragen via subsidies. Onder meer is subsidie verleend aan de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) en de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS). Dat laatste in het kader van een professionaliseringstraject van het lokaal topmanagement, dat verband houdt met de op handen zijnde decentralisaties.

Programma Veilige Publieke Taak

Een veilige taakuitoefening door personeel met een publieke taak en politieke ambtsdragers is van groot belang voor het openbaar bestuur. Met het expertisecentrum Veilige Publieke Taak richt de Minister van BZK zich op het stimuleren en ondersteunen van de overheidswerkgevers bij het nemen van hun verantwoordelijkheid hiervoor. Het gaat daarbij met name om het stimuleren van en ondersteunen bij het daadwerkelijk verhalen van schade en het uitwisselen van kennis en ervaringen. Uit de metamonitor 2013 blijkt dat het beleid in organisaties met een publieke taak in het algemeen beter is geïmplementeerd.

Subsidies Overlegstelsel

Ten behoeve van een adequaat overlegstelsel zijn er subsidies verstrekt aan de Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO) en de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP). Een deel van het bedrag (€ 1,7 mln.) is onder «Veilige Publieke Taak» en «Diverse subsidies» geboekt in de begroting 2013. Het budget dient echter verantwoord te worden onder «Subsidies Overlegstelsel».

Subsidies Internationaal

Ter bevordering van de vaardigheden van overheidsfunctionarissen bij het afhandelen van zaken van de Europese Unie is een subsidie aan het European Institute of Public Administration verstrekt.

Opdrachten

Arbeidsmarktbeleid

Het interbestuurlijke programma Beter Werken in het Openbaar Besuur (BWOB) investeert in kwaliteit en flexibiliteit van arbeidsinzet bij de overheid. Ook in 2013 werd vanuit BWOB gewerkt aan een betere inzet en ontwikkeling van medewerkers, onder meer door het bevorderen van arbeidsmobiliteit en «slimmer werken». Daarnaast zijn vanuit BWOB activiteiten verricht op het gebied van samenwerken tussen (semi)overheden. Zo is een vervolg gegeven aan de aansluiting van overheidsorganisaties op regionale arbeidsmarktnetwerken. Dit met het doel de personele mobiliteit te bevorderen: binnen en tussen rijk, gemeenten, provincies en waterschappen, maar ook tussen publieke en private sector.

In 2013 zijn verdere stappen gezet in het aansluiten van overheidsorganisaties op regionale werkgeversnetwerken. In West-Brabant zijn overheidsorganisaties uit het openbaar bestuur aangesloten op het werkgeversnetwerk ArbeidsmobiliteitsCentrum (ACE). Verbonden aan ACE is het Transfercentrum West-Brabant waarin werknemers die moeilijker van werk naar werk kunnen komen, begeleid worden naar een andere functie. Getracht wordt succesvolle regionale activiteiten ook in andere regio’s te implementeren. Tijdens de themadag «Het bestuur draait door», ondertekenden topambtenaren een intentieverklaring over grenzeloze mobiliteit.

In 2013 is het experiment van 14 proeftuinorganisaties met vernieuwende arbeidsrelaties afgerond. Conclusie is dat er veel mogelijkheden zijn voor flexibele arbeidsinzet, ook vanuit een vaste arbeidsrelatie.

In november 2013 is een update gepresenteerd van het rapport De Grote Uittocht uit 2010. De update laat zien dat er voorlopig geen kwantitatieve tekorten, maar mogelijk wel kwalitatieve tekorten zijn te verwachten in de personeelsvoorziening.

Verder zijn er in 2013 initiatieven genomen om de samenwerking tussen overheidsorganisaties te versterken en is geëxperimenteerd met andere werkwijzen, onder andere via het zogenaamde Slimmer Netwerk.

Tabel 7.2 Kengetallen en indicatoren

 

Waarde 2009

Waarde 2010

Waarde 2011

Waarde 2012

Waarde 2013

1. Aantal onvervulde vacatures in de sectoren Rijk, Provincies, Gemeenten, Rechterlijke Macht, Waterschappen, Onderwijs, Politie en Defensie

20.700

10.500

7.700

7.200

7.700

2. Bevorderen van aantrekkelijk werkgeverschap: Aandeel werknemers, dat tevreden is met de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden

59%

77,4%

¹

3. Driejarig gemiddelde afwijking in loonontwikkeling overheid t.o.v. de markt

0,42%

0,18%

– 0,35%

– 0,65%

²

¹ Het POMO vindt tweejaarlijks plaats, het volgende is in 2014. (Svp nootcijfer in tabel aangeven)

² Gegevens over 2013 zijn niet beschikbaar bij publicatie van het jaarverslag 2013. Deze komen in september 2014 beschikbaar. (svp nootcijfer in tabel aangeven)

Bron 1: CBS, 2014 (Statline)

Bron 2: POMO 2014

Bron 3: MEV-rapportages, i.c. mimosi tabellen over loonvoet (KCEP 2013)

Programma Veilige Publieke Taak

Ruggengraat van de aanpak zijn de acht VPT-maatregelen voor werkgevers3 en de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) tussen politie en Openbaar Ministerie over opsporing en vervolging.

De aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak heeft plaats gevonden langs drie hoofdlijnen:

  • 1. de lokale bestuurlijke aanpak en het ondersteunen van werkgevers en werknemers

    Er is een plan van aanpak ontwikkeld voor het stimuleren van de lokale bestuurlijke aanpak van Veilige Publieke Taak (VPT). Doel is dat gemeenten en organisaties met een publieke taak VPT opnemen in het (integrale) veiligheidsbeleid en de acht VPT-maatregelen invoeren.

  • 2. preventie van agressie en geweld

    Er is een plan van aanpak opgesteld gericht op preventie met als aandachtsgebieden:

    • slachtoffers die zeer frequent slachtoffer zijn;

    • collega’s in de rol van omstander tijdens een incident;

    • overige factoren die een rol spelen tijdens het incident.

  • 3. het aanpakken van de dader

    De Minister van Veiligheid en Justitie heeft de verbeterpunten uit de evaluatie van de Eenduidige Landelijke Afspraken voor een eenduidige, effectieve en snelle opsporing en vervolging van VPT-zaken onder de aandacht van politie en Openbaar Ministerie (OM) gebracht. Voor de politie betreft dat bijvoorbeeld de (eenduidige) registratie van VPT-zaken. Bij het OM is er verbetering mogelijk bij het eisen van zwaardere straffen4. Er wordt op toegezien dat deze verbeterpunten worden doorgevoerd. Begin 2014 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over een nader onderzoek naar de toepassing van de verhoogde strafeis door het OM.

    Ook is er continu aandacht geweest voor de landelijke werking van het onder nummer aangifte doen («beschermde aangifte»).

    Het programma Veilige Publieke Taak wordt voortgezet tot 20175.

Zorg voor politieke ambtsdragers

De facilitering van de zorg voor politieke ambtsdragers heeft in 2013 onder meer vorm gekregen door samenwerking met en het faciliteren van de beroepsverenigingen van raadsleden en wethouders, die daarmee beide een programma van op hun specifieke beroepsgroep gerichte professionaliseringsactiviteiten konden uitvoeren. Daarbij speelt het perspectief op de grote decentralisatie-operaties uiteraard een rol. Voor facilitering van activiteiten die politieke ambtsdragers verrichten in het kader van hun rechtspositie (zoals re-integratie in relatie tot de sollicitatieplicht), bleek in 2013 minder benodigd dan voorzien door externe factoren (minder ambtsdragers met een uitkering).

7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen

Inkomensoverdracht

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

Op basis van deze regelingen zijn uitkeringen en pensioenen verstrekt aan gewezen politieke ambtsdragers. De lagere uitgaven dan begroot zijn het gevolg van het feit dat gewezen politieke ambtsdragers binnen zes maanden na het aftreden geen gebruik hebben gemaakt van het recht op waardeoverdracht (de mogelijkheid om in het ambt opgebouwde pensioenafspraken mee te nemen naar een ander pensioenfonds) en van een lager beroep op de uitkeringsregeling dan verwacht.

Bijdragen aan ZBO’s / RWT’s

Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen

Op basis van deze regelingen zijn uitkeringen en pensioenen verstrekt aan deze specifieke groepen. Dit wordt gedaan door de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).

Ontvangsten

De meerontvangsten betreffen met name terugontvangsten met betrekking tot eerder verstrekte subsidies.

3

Het VPT-beleid voorziet in acht maatregelen: een norm stellen, melden van agressie en geweld, registreren van incidenten, voorlichting en training aan medewerkers, een duidelijk signaal aan daders, het bevorderen van aangifte bij de politie, het verhalen van schade en het bieden van opvang en nazorg.

4

Kamerstuken II, vergaderjaar 2012–2013, 28 684, nr. 367

5

Kamerstukken II, vergaderjaar 2012–2013, 28 684, nr. 381

Licence