A Algemene doelstelling
Een (compacte) overheid met voldoende en goed gekwalificeerde, integere medewerkers en politieke ambtsdragers tegen verantwoorde kosten.
B Rol en verantwoordelijkheid
Onder meer op grond van de Ambtenarenwet en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers is de Minister van BZK systeemverantwoordelijk voor de coördinatie van het arbeidsvoorwaardenbeleid in de publieke sector. Daaronder valt ook het creëren van voorwaarden om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak tegen te gaan. Verder is de minister verantwoordelijk voor het bevorderen van de integriteit van ambtenaren en politieke ambtsdragers, voor het bevorderen van de professionaliteit van politieke ambtsdragers, voor het onderhouden en moderniseren van de rechtspositieregelingen voor politieke ambtsdragers (in het verlengde van de Dijkstal-voorstellen) en voor het bevorderen van mobiliteit binnen het openbaar bestuur door het wegnemen van bestaande belemmeringen. De minister creëert voorwaarden ter bescherming van klokkenluiders binnen de publieke sector en gaat excessieve beloningen in de publieke en semi-publieke sector tegen.
De Minister van BZK is uitvoeringsverantwoordelijk voor de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers, de pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen, de (her-)benoemingen en ontslagen van onder andere burgemeesters, commissarissen der Koning en leden van de Raad van State en voor het decoratiestelsel en de toekenning van Koninklijke onderscheidingen.
C Beleidsconclusies
In 2013 is € 750 mln. bespaard door geen uitkering te geven voor loonbijstelling. Wel heeft het kabinet voor het eerst (loonsombenadering) overheidswerkgevers gelegenheid gegeven om door modernisering van secundaire arbeidsvoorwaarden toch budgettaire ruimte te creëren voor primaire loonstijging. Hier is echter geen gebruik van gemaakt.
Daarnaast is in september 2013 een akkoord bereikt tussen sociale partners in de publieke sector over een aanpassing van de ABP-pensioenregeling aan de per 1 januari 2014 geldende fiscale kaders. In ruil voor de daarmee gepaard gaande versobering van de ABP-pensioenregeling is een lastenverlichting voor overheidswerknemers afgesproken die tot een gemiddelde koopkrachtstijging van rond de 2% in 2014 leidt.
In 2013 is de Wet aanpassing pensioenleeftijd Appa in werking getreden. De pensioengerechtigde leeftijd van politieke ambtsdragers loopt nu in de pas met de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Oorspronkellijk Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(x € 1.000) | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2013 | 2013 | |
Verplichtingen | 38.068 | 32.136 | 43.177 | – 11.041 | ||||
Uitgaven: | 44.797 | 40.146 | 43.177 | – 3.031 | ||||
7.1 | Overheid als werkgever | 16.124 | 14.099 | 16.198 | – 2.099 | |||
Subsidies | 10.696 | 9.534 | 10.012 | – 478 | ||||
Diverse subsidies | 2.802 | 2.634 | 3.857 | – 1.223 | ||||
Programma Veilige Publieke Taak | 2.098 | 1.175 | 3.100 | – 1.925 | ||||
Subsidies Overlegstelsel | 5.587 | 5.541 | 2.833 | 2.708 | ||||
Subsidies internationaal | 209 | 184 | 222 | – 38 | ||||
Opdrachten | 5.428 | 4.200 | 6.186 | – 1.986 | ||||
Arbeidsmarktbeleid | 3.117 | 3.338 | 4.444 | – 1.106 | ||||
Programma Veilige Publieke Taak | 130 | 102 | 750 | – 648 | ||||
Zorg voor politieke ambtsdragers | 2.181 | 760 | 992 | – 232 | ||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 365 | 0 | 365 | ||||
Bijdrage aan de NOM | 0 | 365 | 0 | 365 | ||||
7.2 | Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen | 28.672 | 26.047 | 26.979 | – 932 | |||
Inkomensoverdracht | 8.242 | 8.214 | 9.224 | – 1.010 | ||||
Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers | 8.242 | 8.214 | 9.224 | – 1.010 | ||||
Bijdragen aan ZBO's / RWT's | 20.431 | 17.833 | 17.755 | 78 | ||||
Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen | 20.431 | 17.833 | 17.755 | 78 | ||||
Ontvangsten | 2.485 | 1.769 | 820 | 949 |
E Toelichting op de financiële instrumenten
7.1 Overheid als werkgever
Subsidies
Diverse subsidies
De Minister van BZK werkt aan een betrouwbare overheid. In dat kader zijn onder andere het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) en het Professionaliseringsfonds voor burgemeesters gesubsidieerd. Dankzij de subsidie aan het professionaliseringsfonds, die voor een belangrijk deel aangevuld wordt met middelen uit de eigen arbeidsvoorwaardenruimte, kan het Nederlands Genootschap van Burgemeesters een breed programma van professionalisering uitvoeren dat jaarlijks wordt vernieuwd op grond van ontwikkelingen rond het burgemeesterschap. Dit wordt in burgemeesterskring hoog gewaardeerd.
In het kader van het programma Beter Werken in het Openbaar Bestuur (BWOB) wordt ingezet op het bevorderen van mobiliteit van personeel, flexibiliteit van organisaties en professionalisering van medewerkers. Aan de professionalisering is in 2013 tevens bijgedragen via subsidies. Onder meer is subsidie verleend aan de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) en de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS). Dat laatste in het kader van een professionaliseringstraject van het lokaal topmanagement, dat verband houdt met de op handen zijnde decentralisaties.
Programma Veilige Publieke Taak
Een veilige taakuitoefening door personeel met een publieke taak en politieke ambtsdragers is van groot belang voor het openbaar bestuur. Met het expertisecentrum Veilige Publieke Taak richt de Minister van BZK zich op het stimuleren en ondersteunen van de overheidswerkgevers bij het nemen van hun verantwoordelijkheid hiervoor. Het gaat daarbij met name om het stimuleren van en ondersteunen bij het daadwerkelijk verhalen van schade en het uitwisselen van kennis en ervaringen. Uit de metamonitor 2013 blijkt dat het beleid in organisaties met een publieke taak in het algemeen beter is geïmplementeerd.
Subsidies Overlegstelsel
Ten behoeve van een adequaat overlegstelsel zijn er subsidies verstrekt aan de Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO) en de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP). Een deel van het bedrag (€ 1,7 mln.) is onder «Veilige Publieke Taak» en «Diverse subsidies» geboekt in de begroting 2013. Het budget dient echter verantwoord te worden onder «Subsidies Overlegstelsel».
Subsidies Internationaal
Ter bevordering van de vaardigheden van overheidsfunctionarissen bij het afhandelen van zaken van de Europese Unie is een subsidie aan het European Institute of Public Administration verstrekt.
Opdrachten
Arbeidsmarktbeleid
Het interbestuurlijke programma Beter Werken in het Openbaar Besuur (BWOB) investeert in kwaliteit en flexibiliteit van arbeidsinzet bij de overheid. Ook in 2013 werd vanuit BWOB gewerkt aan een betere inzet en ontwikkeling van medewerkers, onder meer door het bevorderen van arbeidsmobiliteit en «slimmer werken». Daarnaast zijn vanuit BWOB activiteiten verricht op het gebied van samenwerken tussen (semi)overheden. Zo is een vervolg gegeven aan de aansluiting van overheidsorganisaties op regionale arbeidsmarktnetwerken. Dit met het doel de personele mobiliteit te bevorderen: binnen en tussen rijk, gemeenten, provincies en waterschappen, maar ook tussen publieke en private sector.
In 2013 zijn verdere stappen gezet in het aansluiten van overheidsorganisaties op regionale werkgeversnetwerken. In West-Brabant zijn overheidsorganisaties uit het openbaar bestuur aangesloten op het werkgeversnetwerk ArbeidsmobiliteitsCentrum (ACE). Verbonden aan ACE is het Transfercentrum West-Brabant waarin werknemers die moeilijker van werk naar werk kunnen komen, begeleid worden naar een andere functie. Getracht wordt succesvolle regionale activiteiten ook in andere regio’s te implementeren. Tijdens de themadag «Het bestuur draait door», ondertekenden topambtenaren een intentieverklaring over grenzeloze mobiliteit.
In 2013 is het experiment van 14 proeftuinorganisaties met vernieuwende arbeidsrelaties afgerond. Conclusie is dat er veel mogelijkheden zijn voor flexibele arbeidsinzet, ook vanuit een vaste arbeidsrelatie.
In november 2013 is een update gepresenteerd van het rapport De Grote Uittocht uit 2010. De update laat zien dat er voorlopig geen kwantitatieve tekorten, maar mogelijk wel kwalitatieve tekorten zijn te verwachten in de personeelsvoorziening.
Verder zijn er in 2013 initiatieven genomen om de samenwerking tussen overheidsorganisaties te versterken en is geëxperimenteerd met andere werkwijzen, onder andere via het zogenaamde Slimmer Netwerk.
Tabel 7.2 Kengetallen en indicatoren
Waarde 2009 | Waarde 2010 | Waarde 2011 | Waarde 2012 | Waarde 2013 | |
---|---|---|---|---|---|
1. Aantal onvervulde vacatures in de sectoren Rijk, Provincies, Gemeenten, Rechterlijke Macht, Waterschappen, Onderwijs, Politie en Defensie | 20.700 | 10.500 | 7.700 | 7.200 | 7.700 |
2. Bevorderen van aantrekkelijk werkgeverschap: Aandeel werknemers, dat tevreden is met de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden | 59% | – | – | 77,4% | ¹ |
3. Driejarig gemiddelde afwijking in loonontwikkeling overheid t.o.v. de markt | 0,42% | 0,18% | – 0,35% | – 0,65% | ² |
¹ Het POMO vindt tweejaarlijks plaats, het volgende is in 2014. (Svp nootcijfer in tabel aangeven)
² Gegevens over 2013 zijn niet beschikbaar bij publicatie van het jaarverslag 2013. Deze komen in september 2014 beschikbaar. (svp nootcijfer in tabel aangeven)
Bron 1: CBS, 2014 (Statline)
Bron 2: POMO 2014
Bron 3: MEV-rapportages, i.c. mimosi tabellen over loonvoet (KCEP 2013)
Programma Veilige Publieke Taak
Ruggengraat van de aanpak zijn de acht VPT-maatregelen voor werkgevers3 en de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) tussen politie en Openbaar Ministerie over opsporing en vervolging.
De aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak heeft plaats gevonden langs drie hoofdlijnen:
-
1. de lokale bestuurlijke aanpak en het ondersteunen van werkgevers en werknemers
Er is een plan van aanpak ontwikkeld voor het stimuleren van de lokale bestuurlijke aanpak van Veilige Publieke Taak (VPT). Doel is dat gemeenten en organisaties met een publieke taak VPT opnemen in het (integrale) veiligheidsbeleid en de acht VPT-maatregelen invoeren.
-
2. preventie van agressie en geweld
Er is een plan van aanpak opgesteld gericht op preventie met als aandachtsgebieden:
-
– slachtoffers die zeer frequent slachtoffer zijn;
-
– collega’s in de rol van omstander tijdens een incident;
-
– overige factoren die een rol spelen tijdens het incident.
-
-
3. het aanpakken van de dader
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft de verbeterpunten uit de evaluatie van de Eenduidige Landelijke Afspraken voor een eenduidige, effectieve en snelle opsporing en vervolging van VPT-zaken onder de aandacht van politie en Openbaar Ministerie (OM) gebracht. Voor de politie betreft dat bijvoorbeeld de (eenduidige) registratie van VPT-zaken. Bij het OM is er verbetering mogelijk bij het eisen van zwaardere straffen4. Er wordt op toegezien dat deze verbeterpunten worden doorgevoerd. Begin 2014 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over een nader onderzoek naar de toepassing van de verhoogde strafeis door het OM.
Ook is er continu aandacht geweest voor de landelijke werking van het onder nummer aangifte doen («beschermde aangifte»).
Het programma Veilige Publieke Taak wordt voortgezet tot 20175.
Zorg voor politieke ambtsdragers
De facilitering van de zorg voor politieke ambtsdragers heeft in 2013 onder meer vorm gekregen door samenwerking met en het faciliteren van de beroepsverenigingen van raadsleden en wethouders, die daarmee beide een programma van op hun specifieke beroepsgroep gerichte professionaliseringsactiviteiten konden uitvoeren. Daarbij speelt het perspectief op de grote decentralisatie-operaties uiteraard een rol. Voor facilitering van activiteiten die politieke ambtsdragers verrichten in het kader van hun rechtspositie (zoals re-integratie in relatie tot de sollicitatieplicht), bleek in 2013 minder benodigd dan voorzien door externe factoren (minder ambtsdragers met een uitkering).
7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen
Inkomensoverdracht
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers
Op basis van deze regelingen zijn uitkeringen en pensioenen verstrekt aan gewezen politieke ambtsdragers. De lagere uitgaven dan begroot zijn het gevolg van het feit dat gewezen politieke ambtsdragers binnen zes maanden na het aftreden geen gebruik hebben gemaakt van het recht op waardeoverdracht (de mogelijkheid om in het ambt opgebouwde pensioenafspraken mee te nemen naar een ander pensioenfonds) en van een lager beroep op de uitkeringsregeling dan verwacht.
Bijdragen aan ZBO’s / RWT’s
Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen
Op basis van deze regelingen zijn uitkeringen en pensioenen verstrekt aan deze specifieke groepen. Dit wordt gedaan door de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).
Ontvangsten
De meerontvangsten betreffen met name terugontvangsten met betrekking tot eerder verstrekte subsidies.