Staat van baten en lasten
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2013 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2012 | |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 174.379 | 149.833 | – 24.546 | 177.455 |
Omzet overige departementen | 37.988 | 76.640 | 38.652 | 60.715 |
Omzet derden | 3.593 | 3.474 | – 119 | 5.770 |
Rentebaten | 75 | 75 | 15 | |
Vrijval voorzieningen | 4.182 | 4.182 | 1.370 | |
Bijzondere baten | 4.137 | 4.137 | 1.978 | |
Totaal baten | 215.960 | 238.341 | 22.381 | 247.303 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
Personele kosten | 132.217 | 131.154 | – 1.063 | 154.011 |
– waarvan eigen personeel | 100.512 | 93.951 | – 6.561 | |
– waarvan externe inhuur | 26.669 | 33.451 | 6.782 | |
Materiële kosten | 80.713 | 98.149 | 17.436 | 80.232 |
– waarvan apparaat ICT | 13.676 | 13.676 | ||
– waarvan bijdrage aan SSO’s | 18.671 | 29.492 | 10.821 | |
Afschrijvingskosten | ||||
Materieel | 3.030 | 2.179 | – 851 | 2.549 |
– waarvan apparaat ICT | ||||
Immaterieel | 7 | 7 | 218 | |
Overige lasten | ||||
– dotaties voorzieningen | 3.904 | 3.904 | 3.455 | |
– bijzondere lasten | 1.688 | 1.688 | 3.167 | |
– rentelasten | 1 | |||
Totaal lasten | 215.960 | 237.081 | 21.121 | 243.632 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 1.260 | 1.260 | 3.671 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De omzet van het moederdepartement ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met € 24,5 mln gedaald. De daling is het gevolg van overdracht van opdrachten van het Ministerie van Economische Zaken naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken (– € 37,0 mln). Daar staat tegenover een nieuwe opdracht voor het beheer van het landbouwradennetwerk (€ 12,0 mln, waarvan 11,8 mln aan directe uitvoeringskosten). Dit betreft wijzigingen die eerder in de 1e suppletoire begroting 2013 zijn verwerkt.
(Bedragen in € 1.000) | Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 | Realisatie 2013 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2012 |
---|---|---|---|---|
OCW | 513 | 1.013 | 500 | 871 |
I&M | 9.845 | 9.042 | – 803 | 32.385 |
VWS | 1.102 | 371 | – 731 | 376 |
BUZA | 15.988 | 55.366 | 39.378 | 15.879 |
BZK | 10.272 | 10.343 | 71 | 10.901 |
SZW | 136 | 70 | – 66 | 143 |
Financiën | 34 | – 34 | ||
V&J | 98 | 435 | 337 | 134 |
Defensie | 26 | |||
TOTAAL | 37.988 | 76.640 | 38.652 | 60.715 |
De omzet van overige departementen is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met € 38,6 mln gestegen. Deze toename is het gevolg van herverkaveling van het opdrachtenpakket van het Ministerie van Economische Zaken naar het Ministerie van Buitenlandse zaken en uitbreiding bij opdrachten van DGIS (Private Sector Investment, Modulaire Aanpak, Fonds Duurzaam Water en Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselkwaliteit). Het aandeel in de totale omzet van de overige departementen stijgt hierdoor van 24,9% in 2012 naar 33,3% in 2013.
(Bedragen in € 1.000) | Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 | Realisatie 2013 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2012 |
---|---|---|---|---|
Provincie | 306 | 50 | – 256 | 138 |
EU | 1.286 | 1.921 | 635 | 1.627 |
Overig | 2.001 | 1.503 | – 498 | 4.005 |
TOTAAL | 3.593 | 3.474 | – 119 | 5.770 |
De opbrengst derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie en diverse overige opdrachtgevers. De omzet overige opdrachtgevers is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting nagenoeg gelijk gebleven. Het aandeel in de totale omzet bedraagt 1,5%.
Rentebaten
In 2013 is dagrentevergoeding op de rekening-courant ontvangen.
Vrijval voorzieningen
De vrijval voorzieningen bedraagt € 4,2 mln en heeft betrekking op voorzieningen verlieslatende contracten personeel (– € 2,8 mln), reorganisatie (– € 0,2 mln), debiteuren (– € 0,7 mln) en te verrekenen met opdrachtgevers (– € 0,5 mln).
Bijzondere baten
De bijzondere baten betreft met name de bijdrage van het moederdepartement aan de kosten van herhuisvestingsproject divisie NL Octrooien en aan de kosten voor de vorming van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In de aansluitingstabel (aansluiting realisatie agentschappen met financiering door moederdepartement) zijn de «bijzondere baten» meegenomen in de «bijdrage moederdepartement (EZ)» van tabel A.
Toelichting op de lasten
Algemeen
De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 10,5% gestegen. Hieronder worden ze toegelicht.
Personele kosten
De totale personeelskosten liggen in de lijn met de oorspronkelijke begroting. Ten opzichte van 2012 is er sprake van een daling van 14,8%. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere omvang van het personeelsbestand als gevolg van de afname van het opdrachtenpakket.
Het gemiddelde aantal fte’s bedraagt 1.672,4 fte (inclusief personeel in buitenland, if’ers. HPK’ers en ouderschaps- en pasverlof).
De gemiddelde loonkosten per fte bedragen in 2013 € 80.890.
Materiële kosten
De materiële kosten liggen hoger dan de begroting. De toename wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere directe uitvoeringskosten en hogere kosten voor het uitvoeren van projecten.
De toename van directe uitvoeringskosten is gerelateerd aan nieuwe opdrachten zoals een opdracht voor beheer van landbouwradennetwerk van het Ministerie van Economische Zaken (€ 11,8 mln).
De toename van kosten voor het uitvoeren van projecten heeft betrekking op kosten voor vorming van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland waarvoor een bijdrage van het moederdepartement is ontvangen. De bijdrage is verantwoord onder bijzondere baten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot. In 2013 is minder geïnvesteerd dan werd verwacht en zijn de investeringen later in het jaar gedaan.
Dotatie voorzieningen
De dotatie aan de voorzieningen bedraagt € 3,9 mln en betreft de noodzakelijke dotatie aan de voorzieningen personeel in verband met de afvloeiing van het personeel (€ 2,2 mln), voorziening debiteuren in verband met mogelijke oninbaarheid (€ 0,6 mln) en voorziening onderhanden werk (€ 0,6 mln), voorziening ambtsjubilea (€ 0,3 mln) en voorziening wachtgelden (€ 0,2 mln).
Rente lasten
In 2013 is geen rente betaald. Agentschap NL heeft geen uitstaande leningen bij het Ministerie van Financiën.
Bijzondere lasten
Van de bijzondere lasten heeft € 0,9 mln betrekking op afwikkeling van een juridische claim naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak en € 0,5 mln op naheffing BTW over buitenlandse beleidsuitgaven.
Saldo van baten en lasten
Het Agentschap NL sluit het jaar met een positief resultaat van € 1,26 mln. In dit resultaat zijn de volgende bijzondere posten verwerkt: éénmalige uitgaven (€ 1,7 mln aan bijzondere baten en lasten), lagere afschrijvingskosten (– € 0,9 mln), een positief saldo mutatie voorzieningen (– € 0,2 mln) en gerealiseerde rentebaten (– € 0,1 mln).
Bedragen in € 1.000 | Balans 2013 | Balans 2012 |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 12 | 75 |
Materiële vaste activa | ||
– grond en gebouwen | ||
– installaties en inventarissen | 11.494 | 13.594 |
– overige materiële vaste activa | ||
Voorraden | ||
Debiteuren | 2.430 | 8.417 |
Nog te ontvangen | 37.007 | 28.593 |
Liquide middelen | 89.874 | 91.013 |
Totaal Activa | 140.817 | 141.692 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ||
– exploitatiereserve | 12.998 | 14.245 |
– onverdeeld resultaat | 1.260 | 3.671 |
Voorzieningen | 11.813 | 13.046 |
Leningen bij het MvF | ||
Egalisatierekening | 117 | |
Crediteuren | 21.176 | 15.085 |
Nog te betalen | 93.570 | 95.529 |
Totaal Passiva | 140.817 | 141.692 |
(Bedragen in € 1.000) | Boekwaarde 1 januari 2013 | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde 31 december 2013 |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening Ambtsjubilea | 2.754 | 323 | – 309 | 2.768 | |
Voorziening Verlieslatende contracten/personeel | 10.030 | 2.252 | – 549 | – 2.773 | 8.960 |
Voorziening Verlieslatende contracten/projecten | |||||
Voorziening reorganisatie | 155 | – 13 | – 142 | ||
Voorziening Wachtgelden | 80 | 159 | – 154 | 85 | |
Voorziening NIVR postactieven | 27 | – 27 | |||
Totaal | 13.046 | 2.734 | – 1.052 | – 2.915 | 11.813 |
De totale dotatie aan de voorzieningen bedraagt € 3.904 (inclusief dotatie aan voorziening debiteuren van € 564 en voorziening te verrekenen met opdrachtgevers van € 606) en de vrijval € 4.182 (inclusief vrijval voorziening debiteuren van € 738 en voorziening te verrekenen met opdrachtgevers van € 529).
Toelichting eigen vermogen
De exploitatiereserve is gemaximeerd tot 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar. Dit houdt in dat de maximaal toegestane omvang van de exploitatiereserve € 12,2 mln bedraagt. Inclusief het resultaat over 2013 bedraagt het saldo van de exploitatiereserve € 14,3 mln en ligt daarmee boven het toegestane maximum. Bij eerstvolgende suppletoire wet zal worden aangegeven hoe dit zal worden hersteld.
Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen/ontvangen facturen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het Ministerie van EZ en overige departementen (exclusief te verrekenen omzet):
2013 | 2012 | |
---|---|---|
Kerndepartement | 1.996 | 4.657 |
DICTU | 15.458 | 560 |
Dienst regelingen | 2.956 | |
Ministerie Buitenlandse Zaken | 907 | |
Totaal | 21.317 | 5.217 |
Onder de debiteuren en de nog te ontvangen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor vorderingen op het Ministerie van EZ en overige departementen (exclusief te verrekenen omzet):
2013 | 2012 | |
---|---|---|
Kerndepartement | 1.863 | 300 |
NVWA | 3 | |
Dienst Regelingen | 2.779 | 299 |
DICTU | 1.515 | 978 |
Ministerie van Binnenlandse zaken | 10 | |
Ministerie van Buitenlandse zaken | 588 | |
Totaal | 6.758 | 1.577 |
(Bedragen in € 1.000) | 2013 | 2012 | 2011 |
---|---|---|---|
1 Eigen vermogen per 1/11 | 17.916 | 14.245 | 11.226 |
2 Saldo van baten en lasten | 1.260 | 3.671 | 656 |
3 Directe mutaties in het eigen vermogen: | |||
– 3a uitkering aan moederdepartement | – 4.918 | ||
– 3b bijdrage moederdepartement ter versterking EV | |||
– 3c overige mutaties: | |||
– herberekening voorziening ambtsjubileum | 2.363 | ||
4 Eigen vermogen per 31/121 | 14.258 | 17.916 | 14.245 |
De uitkering aan het moederdepartement betreft de afroming van het eigen vermogen, inclusief het resultaat van 2012, als gevolg van overschrijding van het toegestane maximum.
Kasstroomoverzicht over 2013
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB en overige liquide middelen per 1 januari 2013 | 60.134 | 91.013 | 30.879 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 2.835 | – 640 | – 3.475 |
3a. | –/– totaal investeringen | – 2.440 | – 570 | 1.870 |
3b. | + totaal boekwaarde desinvesteringen | 71 | 71 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 2.440 | 499 | 1.941 |
4a. | –/– eenmalige uitkering aan moederdepartement | |||
4b. | + eenmalige storting door moederdepartement | |||
4c. | –/– aflossingen op leningen | |||
4d. | + mogelijk beroep op leenfaciliteit | |||
4. | Totaal financieringskasstroom | |||
5. | Rekening courant RHB en overige liquide middelen per 31 december 2013 | 60.529 | 89.874 | 29.345 |
*maximale roodstand € 0,5 mln
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van de baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal. De gerealiseerde operationele kasstroom is € 3,5 mln lager dan begroot door afname van hoogte van voorzieningen en lagere afschrijvingskosten. Daarnaast is het saldo van baten en lasten lager dan begroot.
De gerealiseerde investeringskasstroom is € 1,9 mln lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door lagere investeringen voor huisvesting.
Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Begroting 2013 | |
---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Verhouding direct/indirect personeel in fte’s1 | 2.018 409 | 1.825,3 343,9 | 1.594,7 283,3 | 1.295,3 279,7 | 1.332 235 |
Verklarende variabelen | |||||
Loonkosten per fte | € 78.149 | € 78.275 | € 79.337 | € 80.890 | € 81.141 |
Totaal aantal fte’s ** | 2.451,5 | 2.169,2 | 1.948,2 | 1.672,4 | 1.567 |
Kosten inhuur externen (x 1.000) | € 76.887 | € 54.697 | € 40.148 | € 33.451 | € 26.669 |
Outputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Tariefindex in reële termen t.o.v. 2012 (2012 = 100) | 102,9 | 102,7 | |||
Aantal declarabele uren per fte en totaal | 1.468/ 2,96mln | 1.441 / 2,6 mln | 1.436/ 2,3 mln | 1.446/ 1,87 mln | 1.448 / 1,9 mln |
Aantal werkbare en bruto/netto beschikbare uren | 2.040W 1.671B 1.579N | 2.040 W 1.671 B 1.579 N | 2.040 W 1.671 B 1.579 N | 2.040 W 1.671 B 1.579 N | 2.040 W 1.671 B 1.579 N |
Verklarende variabelen | |||||
Bedrijfsresultaat / omzet (x 1.000) | € – 1.595/ € 280.749 | € 656 / € 255.181 | € 3.671/ € 243.940 | € 1.260/ € 229.947 | € 0 / € 216.584 |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Klanttevredenheid | 7,3 | 7,5 | 7,5 | 7,5 | ≥7,5 |
Doorlooptijd processen | |||||
Handelstransacties | 92% | 92% | 92% | 90% | 90% |
Verleningen | 81% | 88% | 81% | 96% | 95% |
Octrooien | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 954 (36,3% van het totaal) | 773 (30,3% van het totaal) | 475 (26,3% van het totaal) | Divisie NL OC 0 bezwaarschriften Overige divisies 336 (23,9% van het totaal) | Divisie NL OC ≤0,1% Overige divisies ≤25% |
Aantal klachten | 53 | 24 | 15 | 25 | <25 |
Medewerkertevredenheid op basis van 5-puntschaal | Tevredenheid met baan 4,0 Tevredenheid met dienstonderdeel 3,8 | Geen meting | Tevredenheid met baan 3,9 Tevredenheid met dienstonderdeel 3,5 | Geen meting | 7,5 |
Verklarende variabelen | |||||
Ziekteverzuim % | 4,1% | 5,1% | 4,4% | 3,9% | 4,5% |
Inputindicatoren
In 2013 heeft de afname van het opdrachtenpakket geleid tot een sterke daling van de omvang van het personeelbestand. De kosten inhuur externen (inclusief de structurele inhuur) zijn hierdoor gedaald naar
€ 33,5 mln.
Outputindicatoren
In 2013 is de declarabiliteit marginaal lager dan begroot (gemiddeld 1.446 declarabele uren per fte) door de krimp van de organisatie en doordat er meer indirecte activiteiten zijn verricht voor de vorming van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Kwaliteitsindicatoren
Het Agentschap NL streeft naar een zo efficiënt mogelijke afhandeling van aanvragen, betalingen en bezwaarschriften. De doorlooptijd van de verleningen is in 2013 96%, dit is een stuk hoger dan de afgelopen jaren. Op afzonderlijk opdrachtniveau wordt continue gewerkt aan het verbeteren van de doorlooptijd.
De doorlooptijd van de betalingen van de handelstransacties in 2013 is 90% en ligt hiermee op de EZ-norm van 90% betalingen binnen 30 dagen, maar is lager dan de voorgaande jaren. Dit percentage is gebaseerd op de factuurdatum.
In 2013 zijn 1457 bezwaarschriften ontvangen en 1406 bezwaarschriften zijn afgehandeld. Daarmee wordt de dalende lijn van de afgelopen jaren qua aantallen voortgezet. Deels komt dat door een kleiner AgNL opdrachtpakket en deels doordat een aantal bulkregelingen is beëindigd (Veiligheid Kleine Bedrijven en Vouchers).
Een aantal regelingen liet een fors hogere instroom zien dan verwacht (Bevordering Eigenwoningbezit+, Energie Investeringsaftrek, Innovatie Prestatie Contracten en met name regeling ZON PV). Daarnaast waren er regelingen waarbij de instroom minder was dan verwacht. In dat kader viel de Research en Development aftrek regeling op. Per saldo zijn uiteindelijk zo’n 360 bezwaren meer afgehandeld dan oorspronkelijk gepland.
Het aantal volledig gehonoreerd bezwaarschriften ligt met 23,9% iets lager dan vorig jaar (26,3%). Bij de volgende grotere regelingen werd meer dan gemiddeld volledig gehonoreerd: WBSO (30,8%), Stimulering Duurzame Energieproductie (33,9%) en Topsectoren (40,9%).
In 2013 zijn er 25 klachten ontvangen en 26 afgehandeld (één klacht was al in 2012 ontvangen, maar in 2013 afgehandeld). Van deze 26 klachten zijn er 19 op informele wijze afgehandeld. Eén klacht is doorgestuurd naar het Ministerie van EZ nadat bleek dat deze niet zag op een gedraging van Agentschap NL, maar van het Ministerie van EZ. De overige 6 klachten zijn formeel doorgezet, 4 klachten zijn ongegrond verklaard, 1 gedeeltelijk gegrond en 1 geheel gegrond. Van de 26 klachten zijn er 20 binnen zes weken afgehandeld en 6 binnen de verdaagde termijn van 10 weken.
De klanttevredenheid is met 7,5 gelijk aan de voorgaande jaren. In 2013 is voor de WBSO/Research en Development Aftrek, Energie Investeringsaftrek, Octrooicentrum en een aantal programma’s binnen de opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Directoraat Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd.
In 2013 is er geen medewerkertevredenheidsonderzoek uitgevoerd.