A. Algemene doelstelling
Een sportieve samenleving waarin voor iedereen een passend sport- en beweegaanbod aanwezig is en waarin uitblinken in sport wordt gestimuleerd.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Aan het sportbeleid van de rijksoverheid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de rijksoverheid de intrinsieke waarde van sport.
Vanuit haar stimulerende op het beleidsterrein «Passend sport- en beweegaanbod» maakt de Minister gebruik van twee bestaande stelsels. Nederland heeft een sterke sportsector die in hoge mate zelforganiserend en zelfregulerend is. Daarbij is sprake van een landelijk netwerk met ruim 25.000 sportverenigingen, die aangesloten zijn bij landelijke sportbonden verenigd in de sportkoepel NOC*NSF. Deze verenigingen vertegenwoordigen bijna 5 miljoen mensen. Ongeveer eenzelfde aantal landgenoten is sportief actief in ongeorganiseerd verband. De gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor het lokale accommodatiebeleid en het lokale sport- en beweegbeleid. De gemeenten investeren jaarlijks ongeveer € 1 miljard in de sport.
Voor het beleidsterrein «Uitblinken in sport» faciliteert de Minister de ambitie van de georganiseerde sport om bij de tien beste topsportlanden van de wereld te willen horen. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij de sportsector zelf.
Voor het functioneren van de sportsector in Nederland zijn innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling van wezenlijk belang. Dat zijn essentiële hulpmiddelen bij zowel het realiseren van een passend sport- en beweegaanbod als bij het aangaan van de internationale competitie binnen de topsport.
Vanuit de voornamelijk stimulerende en faciliterende rol van de Minister van VWS zijn kengetallen over de positie van Nederland in het medailleklassement en de beweegnorm geselecteerd.
Positie Nederland in medailleklassement Olympische Zomerspelen
Positie Nederland in medailleklassement Olympische Winterspelen
Bron
IOC
Percentage van de Nederlandse bevolking (vanaf 18 jaar) dat voldoet aan de beweegnorm
De gegevens die ten grondslag liggen aan de grafiek over de beweegnorm maken onderdeel uit van het standaardonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN), uitgevoerd door onder meer TNO. De realisatie van deze indicatoren wordt jaarlijks gemeten.
Deze indicatoren geven aan hoeveel Nederlanders voldoende bewegen voor hun gezondheid. Dit geeft een indicatie van de behaalde gezondheidswinst door sport. Als beweegnorm wordt de zogenoemde «combinorm» gehanteerd. Men voldoet aan die norm als men voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) en/of de Fitnorm. De NNGB vereist minimaal 30 minuten matig intensief bewegen op minstens 5 dagen per week. De Fitnorm vereist minimaal 20 minuten intensief bewegen (sport of fitness) op minstens 3 dagen per week.
Beleidsterrein | Stimuleren | Faciliteren |
---|---|---|
Sport en bewegen in de buurt | Het bevorderen van de samenwerking tussen partijen uit verschillende sectoren, zodat op lokaal niveau een passend sport- en beweegaanbod tot stand komt en blijft. | Het ontwikkelen en (mede)financieren van programma’s die er aan bijdragen dat er voor iedere Nederlander een passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig is. |
Uitblinken in sport | Het bevorderen van de economische en maatschappelijke spin-off van topsportevenementen. | Het faciliteren en mede financieren van de top 10 ambitie. Het scheppen van randvoorwaarden voor talenten en topsporters in Nederland, waardoor zij op een professionele en verantwoorde wijze kunnen uitblinken in sport. Het financieel ondersteunen van topsportevenementen in Nederland met een maatschappelijke spin-off. |
Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling | Het bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling. | Het (mede) financieren van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling. |
C. Beleidsconclusies
Sporten en bewegen is de basis van een gezonde en actieve leefstijl. Iedere Nederlander moet kunnen sporten en bewegen in de buurt. Het aantal gemeenten waar buurtsportcoaches zijn aangesteld is in 2013 gegroeid van 373 naar 377. Zij hebben voor 2013 gezamenlijk ingetekend voor 2.761 fte. Een groot deel van de buurtsportcoaches is nog werkzaam in de combinatie tussen sport, onderwijs en cultuur. Nu een bredere inzet van de buurtsportcoaches mogelijk is, worden lokaal echter steeds meer verbindingen gemaakt van sport met de welzijnssector, de zorg en het bedrijfsleven. In september 2012 zijn 171 projecten, met als doel het stimuleren van sport- en beweegaanbod op lokaal niveau, binnen de Sportimpuls gehonoreerd. Deze projecten zijn in 2013 volledig in uitvoering genomen. In september 2013 zijn 166 nieuwe projecten vanuit de Sportimpuls gehonoreerd, waarvan 20 projecten speciaal gericht zijn op «Kinderen op sportief gewicht». Ook is in 2013, in nauwe samenwerking met het Ministerie van OCW, de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en een Gezonde Leefstijl in uitvoering genomen. Daarmee is in 2013 voor meer Nederlanders een passend sport- en beweegaanbod beschikbaar gekomen.
NOC*NSF is, in samenwerking met de sportbonden, in de volle breedte aan de slag met de uitvoering van het actieplan Naar een veiliger sportklimaat (TK 30 234, nr. 55). In 2013 is het aantal deelnemende sportbonden gestegen met 12 naar totaal 42 bonden. Deze sportbonden vertegenwoordigen 18.000 verenigingen (74% van het totaal aantal verenigingen) en 4,4 miljoen leden (91% van het totaal aantal leden).
Om de aansluiting met de top te behouden heeft NOC*NSF, in samenwerking met de sportbonden, in de sportagenda 2013–2016 vorm gegeven aan een topsportbeleid met scherpere focus. In aansluiting daarop zijn met NOC*NSF nieuwe afspraken gemaakt over de wijze van financiering van de topsport. Dat is vorm gegeven in een instellingssubsidie aan NOC*NSF voor de uitvoering van het topsportbeleid van de sportsector. Het leeftijdsgedifferentieerd stipendium voor topsporters blijkt in een grote behoefte te voorzien. In combinatie met de goede prestaties van de paralympische sporters, heeft dat gezorgd voor een grotere aanspraak op de stipendiumregeling.
In november 2013 is het Nationaal Topsport Netwerk van start gegaan. Hierin gaat de Minister het gesprek aan met (voormalig) topsporters om binding met de sport te houden en van sporters zelf te horen wat er leeft in de sport. Dit topsportnetwerk is de start van een landelijk sportnetwerk met als doel het inspireren, verbinden en het delen van concrete resultaten om meer Nederlanders aan het sporten en bewegen te krijgen (sportparticipatie) en om prestaties te verbeteren (topsport).
In het najaar is een nieuw beleidskader voor sportevenementen gepresenteerd. Hierin ligt de nadruk op internationaal toonaangevende evenementen en is extra aandacht voor het realiseren van maatschappelijke en economische spin-off rondom deze evenementen (TK 30 234, nr. 94).
In 2013 is het Onderzoeksprogramma sport 2013–2016 van start gegaan. Binnen dit programma zijn 25 onderzoeksvoorstellen gehonoreerd op het gebied van Presteren, Meedoen en Vitaal. VWS is opdrachtgever en financier van het programma (totaal € 6 miljoen) samen met NOC*NSF en Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Het programma wordt uitgevoerd door ZonMw, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Geesteswetenschappen en de Stichting voor de Technische Wetenschappen (STW). Genoemde organisaties hebben alle een bijdrage geleverd aan het programma waarmee het totaalbudget uitkomt op € 9,75 miljoen. Daarnaast wordt vanuit de projectconsortia nog eens ruim € 5 miljoen (deels in natura) geïnvesteerd in de onderzoeksvoorstellen.
Daarnaast is in 2013 extra aandacht uitgegaan naar de monitoring van kernindicatoren voor sport. In 2013 zijn rapportages verschenen op het gebied van bewegen en blessures (TNO), sportdeelname en sportbeleving (SCP), bewegingsonderwijs (Mulier Instituut) en sporteconomie (CBS).
D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |
---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2013 | 2013 | |
Verplichtingen | 42.713 | 80.526 | 122.849 | – 42.323 |
Uitgaven | 79.557 | 70.639 | 135.000 | – 64.361 |
1. Passend sport- en beweegaanbod | 25.487 | 86.524 | – 61.037 | |
Subsidies | 17.373 | 29.833 | – 12.460 | |
Sport en bewegen in de buurt | 4.892 | 16.515 | – 11.623 | |
Stimuleren van een veiliger sportklimaat | 7.111 | 7.094 | 17 | |
Gehandicaptensport | 2.966 | 3.153 | – 187 | |
Verantwoord sporten en bewegen | 2.404 | 3.071 | – 667 | |
Opdrachten | 50 | 0 | 50 | |
Bekostiging | 8.065 | 9.357 | – 1.292 | |
Compensatie van betaalde energiebelasting | 8.065 | 9.357 | – 1.292 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 47.334 | – 47.334 | |
Sport en bewegen in de buurt | 0 | 47.334 | – 47.334 | |
2. Uitblinken in sport | 37.018 | 37.768 | – 750 | |
Subsidies | 26.842 | 29.724 | – 2.882 | |
Topsportevenementen | 4.065 | 9.785 | – 5.720 | |
Topsportprogramma's | 21.109 | 18.700 | 2.409 | |
Dopingbestrijding | 1.668 | 1.239 | 429 | |
Opdrachten | 28 | 0 | 28 | |
Bijdragen aan internationale organisatie | 0 | 193 | – 193 | |
Dopingbestrijding | 0 | 193 | – 193 | |
Inkomensoverdrachten | 10.148 | 7.851 | 2.297 | |
Stipendiumregeling | 10.148 | 7.851 | 2.297 | |
3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en | ||||
kennisdeling | 8.134 | 10.708 | – 2.574 | |
Subsidies | 7.415 | 10.808 | – 3.393 | |
Kennis en innovatie | 6.297 | 9.008 | – 2.711 | |
Olympische ambitie | 1.003 | 1.300 | – 297 | |
Internationaal beleid | 116 | 500 | – 384 | |
Opdrachten | 661 | – 100 | 761 | |
Olympische ambitie | 0 | – 300 | 300 | |
Kennis en innovatie | 397 | 200 | 197 | |
Internationaal beleid | 264 | 0 | 264 | |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 58 | 0 | 58 | |
Ontvangsten | 3.238 | 661 | 1.740 | – 1.079 |
E. Toelichting op de Instrumenten
1. Passend sport- en beweegaanbod
Binnen deze doelstelling is de realisatie € 25,5 miljoen. Dat is € 61 miljoen lager dan het in de begroting opgenomen bedrag van € 86,5 miljoen. Dit is een gevolg van een overboeking naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in verband met uitkeringen aan gemeenten via het Gemeentefonds, en van een overboeking naar artikel 4 van de VWS-begroting. Deze overboekingen worden bij de desbetreffende instrumenten nader toegelicht.
Subsidies
Sport en bewegen in de buurt
In 2013 is € 11,1 miljoen ingezet voor de Sportimpuls, met als doel het stimuleren van sport- en beweegaanbod op lokaal niveau. Dit bedrag is overgeboekt naar artikel 4 van de VWS-begroting. Vanuit dat artikel is de opdracht aan ZonMw verstrekt. Aan andere activiteiten op het terrein van sport en bewegen in de buurt en voor de implementatie en ondersteuning van het programma sport en bewegen in de buurt is € 4,9 miljoen uitgegeven.
Stimuleren van een veiliger sportklimaat
Het NOC*NSF heeft € 7 miljoen subsidie ontvangen voor de uitvoering van een programma ten behoeve van een veiliger sportklimaat. NOC*NSF verzorgt dit programma in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB). Ook andere sportbonden zijn hierbij betrokken.
Gehandicaptensport
Er is voor een bedrag van € 3 miljoen aan subsidies verleend aan Onbeperkt Sportief ten behoeve van het stimuleren van gehandicaptensport.
Verantwoord sporten en bewegen
Er is voor € 2,4 miljoen uitgegeven voor ondersteuning van activiteiten op het gebied van de opleiding van sportartsen, het verbeteren van de kwaliteit van de sportgeneeskunde en het verzamelen en verspreiden van kennis en informatie over gezonde sportbeoefening. Daarnaast is via artikel 4 van de VWS-begroting een bedrag van € 0,9 miljoen besteed aan activiteiten op het terrein van blessurepreventie.
Bekostiging
Compensatie van betaalde energiebelasting
Sportverenigingen hebben € 8,1 miljoen ontvangen om de kosten als gevolg van de regulerende energiebelasting voor 50% te compenseren. Totaal is € 1,3 miljoen minder uitgekeerd dan geraamd.
Bijdragen aan medeoverheden
Sport en bewegen in de buurt
Binnen het programma sport en bewegen in de buurt worden binnen gemeenten in Nederland buurtsportcoaches ingezet om de verbinding te leggen tussen sport en andere sectoren als onderwijs, welzijn, zorg, e.d. Totaal is in 2013 € 55,2 miljoen uitgekeerd aan deelnemende gemeenten. Deze decentralisatie-uitkeringen zijn verleend via het Gemeentefonds. Daarvoor zijn middelen overgeboekt vanuit de begrotingen van OCW (€ 10,9 miljoen) en VWS (€ 44,3 miljoen) naar het Ministerie van BZK. Van het niet benodigde budget van € 3 miljoen is € 2,1 miljoen ingezet voor de Stipendiumregeling en is € 0,8 miljoen overgeboekt naar OCW voor activiteiten op het terrein van sport en onderwijs.
2. Uitblinken in sport
Subsidies
Topsportevenementen
Er zijn subsidies verleend aan (sport)organisaties voor het verkrijgen en organiseren van aansprekende topsportevenementen in Nederland en voor de noodzakelijke aanpassingen aan de daarvoor beschikbare (multifunctionele) accommodaties. Het aantal topsportevenementen dat in enig jaar in Nederland georganiseerd wordt en de omvang van die evenementen fluctueert sterk. In verband daarmee zijn afspraken gemaakt over een kasschuif. In het kader van die kasschuif is een budget van € 3,8 miljoen doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast is een bedrag van € 0,4 miljoen overgeboekt naar artikel 9 van de VWS-begroting in verband met een verzameluitkering aan de gemeente Den Haag in verband met het WK Hockey 2014.
Topsportprogramma’s
Om de top tien ambitie waar te kunnen maken is het topsportprogramma dat NOC*NSF, samen met de sportbonden en andere partijen, uitvoert financieel ondersteund. Daaraan is, conform begroting, € 18,4 miljoen uitgegeven. Daarnaast is € 2,7 miljoen uitgegeven in verband met de uitfinanciering en afbouw van topsportsubsidies uit voorgaande jaren.
Dopingbestrijding
Voor het tegengaan van dopinggebruik zijn op basis van internationale afspraken subsidies verleend (totaal € 1,7 miljoen) aan (inter)nationale antidopingorganisaties.
Inkomensoverdracht
Stipendiumregeling
De aanspraken op de stipendiumregeling zijn sterker gestegen dan verwacht als gevolg van enerzijds de invoering van het leeftijdsvariabel stipendium en anderzijds de sterk verbeterde prestaties van de paralympische sporters. Daarom is € 2,3 miljoen meer uitgegeven dan het geraamde bedrag van € 7,8 miljoen.
3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling
Subsidies
Olympische ambitie
De Alliantie Olympisch Vuur heeft in 2013 haar activiteiten afgebouwd en er daarbij zorg voor gedragen dat de opgebouwde kennis en ervaring is geborgd.
Kennis en innovatie
Ingezet is op het valideren van kansrijke sport- en beweegconcepten en op het borgen en verspreiden van beschikbare kennis via onder meer het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB), Mulier Instituut en TNO. Totaal is daar € 5,3 miljoen aan besteed. Daarnaast is € 1 miljoen uitgekeerd aan InnoSportNL ten behoeve van het ontwikkelen en stimuleren van innovaties in de sport. Middels amendementen aangenomen bij de ontwerpbegroting is € 1 miljoen overgeheveld naar de doelstelling Uitblinken in sport. Daarnaast is € 1,9 miljoen overgeheveld naar artikel 4 van de VWS-begroting. Daarvan is € 1,5 miljoen besteed aan het Onderzoeksprogramma Sport 2013–2016, dat wordt uitgevoerd door NWO, STW en ZonMw, en is € 0,4 miljoen uitgekeerd aan RIVM voor kennisgerichte activiteiten.
Ontvangsten
Aan ontvangsten is € 0,7 miljoen gerealiseerd. Dit hangt samen met het terugvorderen van niet bestede subsidiegelden. De realisatie blijft achter op de raming doordat het aantal verleende en vastgestelde subsidies vanuit dit begrotingsartikel terug loopt.