Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 1 Volksgezondheid

A. Algemene beleidsdoelstelling

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.

Kengetallen levensverwachting
 

2000

2003

2005

2007

2008

2009

2010

2011

2012

1. Absolute levensverwachting in jaren:

                 

– mannen

75,5

76,2

77,2

78,0

78,3

78,5

78,8

79,2

79,1

– vrouwen

80,6

80,9

81,6

82,3

82,3

82,6

82,7

82,9

82,8

2. waarvan jaren in goed ervaren gezondheid:

                 

– mannen

61,5

62,4

62,5

64,7

63,7

65,3

63,9

63,7

64,7

– vrouwen

60,9

61,6

61,8

63,4

63,5

63,8

63,0

63,3

62,6

Bron absolute levensverwachting: CBS-Statline.

Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: CBS StatLine – Gezonde levensverwachting; vanaf 1981

De cijfers over 2013 worden in het najaar 2014 verwacht. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:

1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?

2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van onderzochte persoon?

Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.

B. Rol en verantwoordelijkheid Minister

Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – waar mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. Bij externe risicofactoren, zoals infectieziekten en rampen/crises ligt hier een belangrijke rol voor de overheid. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert namens VWS de naleving van de Warenwet, de Tabakswet, de Geneesmiddelenwet en de Wet op de Dierproeven.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt op grond van de geldende normen toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken op het terrein van de publieke gezondheid. De uitgaven voor de IGZ staan verantwoord op artikel 10 Apparaatsuitgaven.

Op het terrein van volksgezondheid heeft de Minister van VWS uiteenlopende rollen van stimuleren, financieren, regisseren tot (doen) uitvoeren (zie tabel). De rol en invulling daarvan verschilt per terrein en hangt af van de taken en bevoegdheden van andere actoren die ieder vanuit hun eigen rol bijdragen aan de doelstellingen op het terrein van de volksgezondheid.

Met name de gemeenten hebben op het terrein van de publieke gezondheid een belangrijke eigenstandige verantwoordelijkheid. Belangrijke wet- en regelgeving voor gemeenten betreft de Wet Publieke Gezondheid, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet Veiligheidsregio’s, de Wet Kinderopvang, de Drank- en Horecawet en de Warenwet.

Rol en verantwoordelijkheid Minister

Beleidsterrein

Stimuleren

Financieren

Regisseren

(Doen) uitvoeren

Gezondheidsbescherming:

– Voedsel- en productveiligheid

– Crisisbeheersing

– Wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door RIVM

   

Opstellen en (doen) handhaven, via de NVWA van het wettelijk kader voor bescherming consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen.

Opstellen wettelijk kader ter voorbereiding witte kolom op rampen en crises en in stand houden crisesinfrastructuur.

Het verder reduceren van antibioticagebruik, waar nodig in de gezondheidszorg en in de veehouderij, in nauwe samenwerking met het Ministerie van Economische zaken.

(Doen) uitvoeren wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.

Ziektepreventie:

– Bevolkingsonderzoeken

– Infectieziektebestrijding

– Jeugdgezondheidszorg

   

Opstellen wettelijk kader en doen handhaven kwaliteit jeugdgezondheidszorg (JGZ).

Doelmatigheid, kwaliteit en toegankelijkheid bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing levensbedreigende ziekten. Dit betreft onder andere borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.

Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere het rijksvaccinatieprogramma en infectieziektebestrijding.

Gezondheidsbevordering

Bevorderen dat mensen gezonder gaan leven door gezonde keuze makkelijker te maken en zorg te dragen voor betrouwbare informatie over gezonde leefstijl. Voorbeelden hiervan zijn de Jeugdimpuls, het Convenant Gezond Gewicht, Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG), sport en bewegen in de buurt, de gezonde school en het extra contactmoment in de jeugdgezondheidszorg voor adolescenten.

 

Opstellen en (doen) handhaven via de NVWA en gemeenten van het wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak.

Inzetten op een gezonder aanbod van voeding en aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze een makkelijke keuze is. Dit om een gezond gewicht positief te stimuleren en letsels in de privésfeer te voorkomen.

Coördinatie interdepartementale drugsbeleid en verantwoordelijk voor het (wettelijk) kader voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.

 

Ethiek

 

Financiering secretariaten toetsingscommissies, abortusklinieken (via subsidie AWBZ) en CCMO.

Formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.

 
C. Beleidsconclusies

Algemeen

Op 11 oktober 2013 is conform de toezegging het Nationaal Programma Preventie (NPP) 2014–2016 «Alles is Gezondheid» aan de Kamer gestuurd (TK 32 793, nr. 102). Dit programma heeft als doel om op termijn de toename van chronisch zieken af te laten nemen en te werken aan de gezondheidsachterstanden van groepen mensen. Het programma kiest voor een aanpak op drie fronten (gezondheidsbescherming op peil houden, preventie een prominente plek in de zorg en gezondheid dichtbij, vitale mensen in een gezonde omgeving). Het brengt de preventieactiviteiten van veel verschillende partners (overheid en niet-overheid) onder één paraplu.

Het afgelopen jaar heeft het kabinet meer geïnvesteerd in het bevorderen van een gezonde leefstijl van de jeugd. Mede naar aanleiding van het begrotingsakkoord voor 2013 heeft er een intensivering (totaal € 26 miljoen) plaatsgevonden op de bestrijding van overgewicht bij kinderen en is daar waar mogelijk sprake van een leefstijlbrede inzet.

Gezondheidsbescherming

In 2013 is gewerkt aan de verdere reductie van het gebruik van antibiotica, zowel in de gezondheidszorg als in de veehouderij. De dalende lijn van het gebruik van antibiotica in de veehouderij is voortgezet. Daarnaast zijn met beide sectoren afspraken gemaakt over de zeer terughoudende inzet van bepaalde cruciale middelen, die we geheel of zoveel mogelijk voor humaan gebruik willen reserveren. Voor ziekenhuizen is met betrokken expertorganisaties een plan van aanpak gemaakt op het terrein van surveillance en op het terrein van verantwoord gebruik, om zo beter voorbereid te zijn op (nieuwe) dreigingen. In 2013 zijn binnen het nieuwe signaleringsoverleg ziekenhuisinfecties bij het RIVM concrete afspraken gemaakt over melden en elkaar informeren in geval van een uitbraak.

In 2013 is voortgeborduurd op de betere samenwerking tussen het humane en veterinaire veld in voorbereiding en response op uitbraken van zoönosen. Dit heeft onder andere geleid tot een gezamenlijk handboek rond zoönosen waarin ook helder is vastgelegd hoe de verantwoordelijkheidsverdeling is. Binnen Europa is een nieuw besluit aangenomen rond grensoverschrijdende bedreigingen zoönosen.

Naar aanleiding van diverse incidenten (Salmonella in zalm, paardenvleesaffaire) is de NVWA in 2013 begonnen met het voorbereiden en inzetten van een aantal verbeterslagen om de handhaving en het toezicht op de voedsel- en productveiligheid te versterken. Ingezet wordt op meer inspecteurs en betere risicoanalyses, betere opsporingstechnieken, meer inspecties op het terrein van de product- en voedselveiligheid en het versterken van de kwaliteit van de organisatie NVWA. Deze maatregelen staan in het Plan van aanpak dat door de departementen VWS en EZ, in samenwerking met de NVWA, is opgesteld (TK 33 835, nr. 1).

Ziektepreventie

Voor de invoering bevolkingsonderzoek darmkanker in 2013 zijn kwaliteitseisen opgesteld en afspraken gemaakt over de hele keten van behandeling. Het systeem van bevolkingsonderzoek is in september 2013 getest en de uitrol van het bevolkingsonderzoek is op 13 januari 2014 gestart.

Ongeveer 85% van de JGZ-organisaties start of is dit schooljaar (2013/2014) gestart met de invoering van het extra contactmoment voor adolescenten. De overige JGZ-organisaties zijn nog in gesprek met gemeenten in de regio over de inrichting van dit contactmomenten. GGD Nederland ondersteunt JGZ-organisaties bij de invoering ervan.

Rond de infectieziektebestrijding in Caribisch Nederland heeft er in 2013 een bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de eilandbestuurders over de samenwerking. Zowel inhoudelijk als bestuurlijk is er draagvlak voor het opzetten van een subfocal point (samenwerkingsverband van experts ter plaatse) in het kader van de International Health Regulations. Eind 2013 is een kwartiermaker aangesteld die in 2014 met een voorstel voor de inrichting van het subfocal point zal komen. Hiermee komt de structuur van een solide infectieziektebestrijding in Caribisch Nederland een grote stap dichterbij.

Gezondheidsbevordering

Het Trimbos instituut heeft een belangrijke rol in de uitvoering van het preventiebeleid op het gebied van alcohol, tabak en drugs. De Infolijnen dragen bij aan het geven van betrouwbare en vraaggerichte informatie over drugs, alcohol en tabak. Ook in het schoolpreventieprogramma «De Gezonde School en Genotmiddelen» is aandacht besteed aan alcohol, drugs en roken.

Vanaf 1 januari 2014 zijn de leeftijdgrenzen voor alcohol en tabak verhoogd naar 18 jaar. VWS heeft daarvoor, in samenwerking met het Trimbos instituut en in overleg met maatschappelijk betrokken organisaties, de sociale normcampagne NIX18 ontwikkeld. In 2013 zijn nieuwe alcoholpoli’s gestart in Groningen, Zwolle en Amersfoort. Via een pilot wordt kennis verspreid over goede nazorg voor jongeren die met alcoholintoxicatie zijn opgenomen. Na 2014 wordt de aanpak onderdeel van de reguliere zorg.

Om de gezonde keuze makkelijker te maken is met het bedrijfsleven ingezet op gezonder productaanbod. Begin 2013 heeft het RIVM een rapport gepubliceerd over de voortgang van productverbetering op het gebied van zout en verzadigd vet. Op basis hiervan is er vertrouwen in de inzet van het bedrijfsleven en worden afspraken gemaakt met partijen over versnelling en verbreding van de productverbetering (TK 31 532, nr. 95). In het NPP is aangekondigd dat de afspraken ook over calorieën (suiker) zullen gaan.

Het domein school is een belangrijk onderdeel van het NPP. Door middel van de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl wordt het onderwijs zelf de verantwoordelijkheid gegeven voor deze thema’s. Zij worden hierin ondersteund via www.gezondeschool.nl. Dit loopt volgens planning.

Er waren eind 2013 37 gemeenten die via het deelconvenant «Jongeren op Gezond Gewicht» (JOGG) op lokaal niveau het overgewicht van kinderen aanpakken. Ten opzichte van 2012 is sprake van een groei met 12 gemeenten. Eind 2013 waren 750 scholen aan de slag met het programma «Gezonde Schoolkantine». Een groei in één jaar tijd met 350 scholen.

Het is aannemelijk dat de ingezette preventiemaatregelen bijgedragen hebben aan het voorkomen van gezondheidsschade door privéongevallen, sport en (pogingen tot) suïcide, aldus de beleidsdoorlichting letselpreventie (TK 32 772, nr. 2). Over de periode 2008–2012 is een daling van het aantal SEH-behandelingen voor letsels door privéongevallen en sportblessures te zien. Aangezien letselpreventie een sterk intersectoraal karakter heeft, dragen ook andere ministeries via verschillende instrumenten (wetgeving, toezicht, etc.) bij aan het voorkomen van ongevallen.

Preventie voor gehoorschade door hard geluid is van groot belang, aangezien gehoorschade niet te genezen of te repareren is. De aandacht is gericht op jongeren (harde muziek) en werknemers (lawaai op de werkvloer). In 2013 zijn het ontwikkelen van een integrale aanpak van de preventie van gehoorschade en een plan voor de begrenzing van het geluidsniveau in de muzieksector mogelijk gemaakt.

Ethiek

In 2013 is de Embryowet gewijzigd om wetenschappelijk onderzoek met foetussen mogelijk te maken en is tevens de counseling bij eiceldonatie wettelijk verankerd (TK 32 610, nr. 2).

D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

442.213

571.788

512.881

58.907

         

Uitgaven

465.780

462.031

518.532

– 56.501

         

1. Gezondheidsbescherming

 

97.595

100.092

– 2.497

         

Subsidies

 

1.453

3.182

– 1.729

waarvan onder andere:

       

Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid

 

963

2.265

– 1.302

Crisisbeheersing Volksgezondheid

 

135

828

– 693

         

Opdrachten

 

3.223

7.596

– 4.373

waarvan onder andere:

       

CBRN Weerstandsverhoging

 

2.560

5.707

– 3.147

         

Bijdrage aan agentschappen

 

92.892

89.194

3.698

waarvan onder andere:

       

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)

 

74.115

74.015

100

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

 

18.479

14.144

4.335

         

Bijdragen aan medeoverheden

 

27

120

– 93

         

2. Ziektepreventie

 

295.238

345.500

– 50.262

         

Subsidies

 

192.112

9.920

182.192

Ziektepreventie

 

4.133

7.188

– 3.055

Jeugdgezondheid

 

2.269

2.732

– 463

Bevolkingsonderzoeken

 

102.388

0

102.388

Nationaal Programma Grieppreventie

 

40.826

0

40.826

Aanvullende curatieve soa-bestrijding

 

31.044

0

31.044

Infectieziektebestrijding

 

11.452

0

11.452

         

Opdrachten

 

585

0

585

         

Bijdragen aan agentschappen

 

102.541

320.580

– 218.039

Nederlands Vaccin Instituut

 

0

2.071

– 2.071

Centrum Infectieziektebestrijding

 

34.236

35.089

– 853

Centrum Bevolkingsonderzoek

 

13.423

8.760

4.663

Centrum Gezondheid en Milieu

 

6.000

3.336

2.664

Centrum Gezond Leven

 

6.702

6.150

552

IOD en Vaccinologie

 

8.205

18.975

– 10.770

Bevolkingsonderzoeken

 

19.318

145.719

– 126.401

Nationaal Programma Grieppreventie

 

14.657

59.718

– 45.061

Aanvullende curatieve soa-bestrijding

 

0

28.622

– 28.622

Infectieziektebestrijding

 

0

10.884

– 10.884

Technologie en demografie

 

0

1.256

– 1.256

         

Bijdrage aan medeoverheden

 

0

15.000

– 15.000

Extra contactmoment Jeugdgezondheidszorg

 

0

15.000

– 15.000

         

3. Gezondheidsbevordering

 

50.809

54.209

– 3.400

         

Subsidies

 

33.064

35.177

– 2.113

waarvan onder andere:

       

Preventie van schadelijk middelengebruik en

       

verslavingszorg

 

10.179

9.453

726

Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG /

       

Gezonde Leefstijl jeugd

 

8.919

13.554

– 4.635

Letselpreventie

 

5.297

3.867

1.430

Subsidies ter bevordering van seksuele gezondheid

 

5.451

5.131

320

Subsidies ter bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg

 

3.218

3.172

46

         

Opdrachten

 

3.255

1.820

1.435

waarvan onder andere:

       

Medicinale heroïne t.b.v. heroïnebehandeling

 

2.743

0

2.743

Preventie van schadelijk middelengebruik en

       

verslavingszorg

 

295

520

-225

Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG

 

218

0

218

         

Bijdrage aan agentschappen

 

0

220

– 220

RIVM: Voedselconsumptiepeiling

 

0

220

– 220

         

Bijdrage aan medeoverheden

 

14.490

16.992

– 2.502

waarvan onder andere:

       

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

 

14.490

16.992

– 2.502

         

4. Ethiek

 

18.389

18.731

– 342

         

Subsidies

 

588

962

– 374

Beleid Medische Ethiek

 

588

962

– 374

         

Opdrachten

 

59

0

59

         

Bijdrage aan agentschappen

 

4.452

3.085

1.367

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

 

4.452

3.085

1.367

         

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

 

13.290

14.684

– 1.394

CVZ: Rijksbijdrage abortusklinieken

 

13.208

13.050

158

Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek

 

82

1.634

– 1.552

         

Ontvangsten

21.135

16.565

10.903

5.662

Bestuurlijke boetes

 

5.260

4.252

1.008

E. Toelichting op de instrumenten

1. Gezondheidsbescherming

Subsidies

De onderuitputting van per saldo € 1,7 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in afwachting van het Nationaal Programma Preventie, projecten op het terrein van de Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid nog niet zijn gestart (€ 1,3 miljoen).

Opdrachten

De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 3,2 miljoen. Dat is circa € 4,4 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag circa € 7,6 miljoen. Dit is met name veroorzaakt doordat minder instellingen dan verwacht hebben deelgenomen aan het project weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen CBRN (chemische, biologische of radiologische/ nucleaire stoffen).

Bijdrage aan agentschappen

NVWA

Het bedrag van de opdrachtverlening NVWA 2013 komt overeen met het oorspronkelijk geraamde bedrag. Laatst bedoelde bedrag is inclusief een bedrag van € 4,2 miljoen dat naar aanleiding van het amendement Mulder – Bouwmeester (TK 33 400 XVI, nr. 47) aan het NVWA-budget is toegevoegd. Met deze verhoging is bereikt dat de voorgenomen korting op het NVWA-budget niet is doorgevoerd.

Financieringsstromen van VWS naar de NVWA 2013
Bedragen x € 1 miljoen

Beleidsterrein

Begroting

Realisatie

Voedselveiligheid

42,2

41,3

Productveiligheid

13,1

13,1

Alcohol en tabak

7,8

6,5

Overig

10,9

13,2

Totaal

74,0

74,1

RIVM

De opdrachtverlening 2013 inzake de programma’s aan het RIVM bedraagt € 18,5 miljoen en is € 4,3 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dat is een gevolg van een aantal aanvullende opdrachten waarvoor budget is overgeheveld naar dit instrument.

Kengetal voedselveiligheid: Aantal verloren gezonde levensjaren ten gevolge van voedselinfecties door ziekteverwekkende micro-organismen in voedsel in Nederland

Micro-organismen

Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year)

 

2009

2011

Toxoplasma gondii

2.000

2.000

Campylobacter spp.

1.300

1.530

Salmonella spp.

650

710

S. aureus toxine

630

670

C. perfringens toxine

450

490

Norovirus

240

300

Rotavirus

210

210

B. cereus toxine

97

100

Listeria monocytogenes

78

140

STEC O157

60

56

Giardia spp.

25

17

Hepatitis-A virus

15

9

Cryptosporidium spp.

10

8

Hepatitis-E virus

2

2

Totaal

5.800

6.250

Bron: Nationaal Kompas, RIVM

DALY=Disability Adjusted Life Year. Betreft de maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaar equivalenten). In deze maat komen de drie belangrijkste aspecten van gezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit en het aantal personen dat een effect ondervindt.

De getallen in de tabel zijn afgerond. Het totaal kan afwijken van de som van de weergegeven getallen.

2. Ziektepreventie

Subsidies

De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 192,1 miljoen. Dat is circa € 182,2 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 9,9 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door mutaties die reeds in de eerste suppletoire wet zijn gemeld. In de ontwerpbegroting 2013 (TK 33 400 XVI, nr. 1 en 33 400 XVI, nr. 2) waren de subsidies die worden verleend door het RIVM opgenomen onder het instrument «bijdragen aan agentschappen». Dit had het instrument «subsidies» moeten zijn. Bij eerste suppletoire wet is dit hersteld door € 187,6 miljoen over te boeken van het instrument «bijdragen aan agentschap RIVM» naar het instrument «subsidies RIVM». Voorts is door de vertraging van de invoering van het Bevolkingsonderzoek Darmkanker € 3,7 miljoen onderuitputting opgetreden.

Conform de begroting zijn subsidies verleend voor een goede bescherming tegen infectieziekten (onder andere voor de gedwongen opname van TBC-patiënten, onderzoek Q-koorts Herpen en de stichting Q-koorts) en preventie van chronische ziekten (onder andere Eurocat: onderzoek naar aangeboren afwijkingen, stichting Opsporing Erfelijke tumoren, het Erfocentrum, het Nationaal Actieplan Diabetes en het WHO/IARC (International Agency for Research on Cancer)). Voorts is subsidie verleend aan het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) voor activiteiten gericht op het ondersteunen van de JGZ-organisaties en de professionals bij het invoeren van vernieuwingen en verbeteringen in de praktijk.

Ziektepreventie

De onderschrijding van € 3 miljoen op ziektepreventie wordt veroorzaakt door een aantal kleine mutaties. Zo is er onder ander € 0,5 miljoen overgeheveld naar het instrument Opdrachten Ziektepreventie, € 1,1 miljoen overgeheveld naar het instrument bijdrage aan Baten en lastendienst Gezondheidsbescherming voor de kosten van de bestrijding van exotische muggen door de NVWA en voor het opzetten van een Bureau Biosecurity door het RIVM en is er een onderuitputting van € 0,8 miljoen opgetreden door vertraging in de uitvoering van projecten voor de BES-eilanden.

Bijdrage aan agentschappen

De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 102,5 miljoen. Dat is circa € 218 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 320,6 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door mutaties die reeds in de eerste en de tweede suppletoire wet zijn gemeld (zie ook de toelichting onder subsidies).

Er is € 2,5 miljoen overgeboekt van artikel 9 (Algemeen) naar artikel 1. Het betreft het budget voor de basisovereenkomst tussen het agentschap RIVM en het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) voor het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). In verband met de oprichting van de projectdirectie Antonie van Leeuwenhoek terrein (ALT) is circa € 10,7 miljoen overgeboekt van artikel 1 naar artikel 10 (Apparaatsuitgaven, personele en materiële uitgaven kerndepartement). De voorraad antivirale middelen is langer houdbaar dan verwacht. De voor de vervanging gereserveerde middelen komen hierdoor niet tot besteding (-/- € 15,8 miljoen). Daarnaast zijn de uitvoeringskosten voor de HPV-vaccinatie (-/- € 0,9 miljoen) lager dan geraamd, doordat de inkoop van HPV-vaccin voortaan vanuit de premiemiddelen (RVP) wordt gefinancierd. Tot slot bedroeg het totaal van de overige (kleine) mutaties circa -/- € 5,6 miljoen.

Kengetal: Deelname aan bevolkingsonderzoeken en screeningen in procenten

Kengetal: Deelname aan bevolkingsonderzoeken en screeningen in procenten

– RVP = percentage deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma.

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland. RIVM rapport 150202001 (pagina 9, tabel S2).

– Voor het verslagjaar 2013 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2012) is dit percentage 95,5%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2010 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd. Het RVP wordt betaald uit de premiegefinancierde uitgaven (zie Financieel Beeld Zorg).

– Griep = percentage deelname aan het Nationaal Programma Grieppreventie.

Monitor vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie 2012, IQ Healthcare in opdracht van het Centrum voor bevolkingsonderzoek (RIVM).

– BK = percentage deelname aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker.

Landelijk Evaluatieteam bevolkingsonderzoek borstkanker (LETB). Erasmus MC Rotterdam (pagina16, figuur 2.6).

– BMHK = percentage deelname aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker.

Landelijke Evaluatie Bevolkingsonderzoek naar Baarmoederhalskanker (LEBA). Rapportage 2011.

– PSIE = percentage deelname aan de Prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (Hielprik).

– Monitor en evaluatie van de neonatale hielprikscreening bij kinderen geboren in 2012, TNO-rapport TNO/CH 2014 R 10324 (pas vanaf zomer 2014 openbaar).

Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.

Bijdrage aan medeoverheden

Het geraamde bedrag van € 15 miljoen is in de eerste suppletoire wet overgeboekt naar het Gemeentefonds voor de toevoeging van middelen in verband met een extra contactmoment jeugdgezondheidszorg aan doeluitkering Jeugd en Gezin.

3. Gezondheidsbevordering

Subsidies

Aan het Trimbos instituut is subsidie verstrekt op het terrein van preventie schadelijk middelengebruik voor circa. € 8,9 miljoen voor o.a. Partnership vroegsignalering alcohol en preventie riskant middelen gebruik uitgaanscircuit en als instellingssubsidie. Daarnaast is € 1,1 miljoen besteed aan middelen voor projecten op terrein van de verslavingszorg.

Gezonde voeding en gezond gewicht/JOGG/Gezonde leefstijl jeugd

Om de beleidsdoelen rond gezondheidsbevordering te verwezenlijken worden activiteiten mogelijk gemaakt door subsidieverlening aan het Voedingscentrum Nederland voor de realisatie van onder andere het prioriteitenplan «Gezond door het leven» en de Gezonde Schoolkantine (€ 5,9 miljoen). Ter versterking van de lokale ketenzorg is aan de VU Amsterdam een projectsubsidie verstrekt van € 0,8 miljoen. De totale uitgaven op dit instrument zijn € 4,6 miljoen minder dan geraamd met name als gevolg van overboekingen naar andere artikelen/begrotingshoofdstukken. Zo zijn op dit onderwerp activiteiten uitgevoerd door het Ministerie van EL&I ten behoeve van smaaklessen (€ 0,25 miljoen), door het Ministerie van OCW voor financiering van de Onderwijsagenda, sport, bewegen en gezonde leefstijl (SBGL)/Gezonde Schoolpleinen (circa € 2,6 miljoen), door het centrum voor Gezond Leven voor Gezonde kinderopvang aanpak, Ondersteuning onderwijs/jeugdimpuls en Ouderparticipatie (circa € 0,1 miljoen) en voor de sportimpuls is € 0,25 miljoen overgeboekt naar ZonMw. Daarnaast was sprake van lagere subsidieverleningen op het terrein van gezonde voeding, gezond gewicht en gezonde leefstijl.

De stichting VeiligheidNL heeft € 5,3 miljoen ontvangen middels instellings- en projectsubsidies in het kader van Letselpreventie en de regionalisering LIS. VeiligheidNL heeft zich daarbij specifiek gericht op de doelgroepen jeugd en ouderen, onder andere door de ontwikkeling en toepassing van gedragsinterventies en voorlichting ten behoeve van deze doelgroepen. Ook heeft VeiligheidNL via onder andere onderzoek en voorlichtingsmaterialen een bijdrage geleverd aan de preventie van sportblessures. Daarnaast heeft VeiligheidNL aan de hand van registraties informatie over letsels in Nederland geleverd. De totale uitgaven op dit onderdeel vielen hierdoor circa € 1,4 miljoen hoger uit dan geraamd.

Opdrachten

De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen circa € 3,3 miljoen. Dat is circa € 1,4 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 1,8 miljoen. De (hogere) uitgaven hebben vooral betrekking op de levering van medicinale heroïne. In de begroting waren hiervoor middelen begroot (€ 2,5 miljoen) op het instrument «Bijdrage aan medeoverheden».

Bijdrage aan medeoverheden

Conform begroting is een financiële bijdrage aan gemeenten verstrekt voor het, binnen een gesloten systeem, aanbieden van een behandeling, waarbij naast methadon ook medicinale heroïne wordt verstrekt aan een beperkte groep langdurig opiaatverslaafden. In 2013 zijn bij 16 gemeenten in 18 poli’s ongeveer 750 patiënten behandeld; hiervoor ontvingen de gemeenten € 14,5 miljoen. Een deel van de middelen is ingezet voor de levering van medicinale heroïne (€ 2,5 miljoen; zie hiervoor onder «Opdrachten»).

Kengetallen Gezondheidsbevordering
 

2001

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

1. Het percentage niet-rokers ≥ 15 jaar

72%

73%

72%

73%

76%

74%

75%

2. Overgewicht bij volwassenen ≥ 20 jaar

45,50%

46,90%

47,20%

48,20%

48,20%

 

3. Overgewicht bij kinderen leeftijd 4–20 jaar

13,10%

13,60%

12,80%

 

4. Het percentage mensen in algemene bevolking (12 jaar en ouder) dat niet zwaar drinkt.

89,30%

90,00%

89,60%

89,60%

90,60%

 

5. Het percentage 12–15 jarigen dat nog nooit alcoholhoudende drank heeft gedronken

25,60%

36,50%

35,00%

38,40%

 

6. Aantal problematische drugsverslaafden per 1.000 inwoners

3,1

1,6

1,3

 

7. Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in ziekenhuizen door privéongevallen en sportblessures

700.000

650.000

650.000

640.000

600.000

600.000

 

8. Vindpercentage seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) bij de soa-poli’s van de GGD

12,70%

13,20%

13,20%

13,70%

14,30%

15,10%

 

Bron:

1. TNS NIPO in opdracht van het Trimbos-instituut. Continue Onderzoek Rookgewoonten (COR).

2. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), Lengte en gewicht van personen, ondergewicht en overgewicht; vanaf 1981.

3. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), Lengte en gewicht van personen, ondergewicht en overgewicht; vanaf 1981.

4. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), via www.Statline.nl van Centraal Bureau voor de Statistiek.

5. Health Behaviour in School-aged Children, Trimbos Instituut, zie www.trimbos.nl.

6. Nationaal Kompas Volksgezondheid: Afhankelijkheid van drugs.

7. Letselinformatiesysteem 2001–2010 VeiligheidNL en CBS, zie www.veiligheid.nl en www.cbs.nl. De trend voor letsel als gevolg van privéongevallen en sportblessures in de afgelopen jaren is positief, waarbij in 2011 geen verandering is te zien ten opzichte van 2010.

8. Nationaal Kompas Volksgezondheid: Betreft het percentage bezoekers van soa-poli’s, waarbij één (of meer) soa is gevonden.

4. Ethiek

Bijdrage aan agentschappen

Aan het CIBG is opdracht verstrekt voor de uitvoering van het secretariaat van de regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE), de stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting, de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen en het beheer van de daarbij behorende registers. De totale opdrachtverlening lag in totaal circa € 1,4 miljoen hoger dan verwacht. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door hogere kosten RTE en nieuwbouw KIDS-register.

Bijdrage aan ZBO’s RWT’s

De apparaatsuitgaven van CCMO waren in de ontwerpbegroting (TK 33 400 XVI, nr. 1 en 2) ten onrechte op artikel 1 geraamd. Bij de eerste suppletoire wet is dit hersteld door middel van een overboeking van € 1,4 miljoen van artikel 1 naar artikel 10 (Apparaatsuitgaven, personele en materiële uitgaven SCP en raden).

Aan het CVZ is een financiële bijdrage van € 13,2 miljoen beschikbaar gesteld voor het op grond van de regeling «subsidies AWBZ» verstrekken van subsidies aan abortusklinieken.

Ontvangsten

De overschrijding van de ontvangsten wordt vooral veroorzaakt door een niet geraamde terugbetaling van € 4,3 miljoen door ZonMw als gevolg van de overschrijding van de zogenaamde overlooppost. Deze overlooppost is bedoeld om fluctuaties in de liquiditeitsbehoefte op te vangen als gevolg van vertragingen c.q. versnellingen binnen een programma. De gerealiseerde ontvangsten Bestuurlijke Boetes NVWA bedroegen ruim € 5 miljoen, € 1 miljoen meer dan geraamd. Deze hoger dan geraamde realisatie is toe te schrijven aan de verhoging van de boetes voor roken in de horeca en aan opgelegde boetes voor reclameovertredingen van de tabaksindustrie.

Licence