Base description which applies to whole site

4.2. Ontvangsten, uitgaven en vermogens van de zorgfondsen (Zvw en AWBZ)

Zorgverzekeringswet

De financiering van de Zorgverzekeringswet loopt deels via verzekeraars en deels via het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van de Zorgverzekeringswet.

Tabel 16 Uitgaven en inkomsten Zorgverzekeringswet (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting 2013

Mutaties 2013

Jaarverslag

2013

 

a

b

c=a+b

Zorgverzekeringsfonds

     

Uitgaven

22,9

0,4

23,3

– Uitkering aan verzekeraars

20,6

0,4

21,0

– Rechtstreekse uitgaven Zvf

2,3

– 0,1

2,3

       

Inkomsten

24,8

0,4

25,2

– Inkomensafhankelijke bijdrage

22,7

0,1

22,9

– Rijksbijdrage kinderen

2,6

0,0

2,6

– Overige baten

– 0,5

0,3

– 0,2

       

Saldo

1,9

0,0

1,9

       

Vermogenssaldo 2012

– 2,1

0,3

– 1,9

Vermogenssaldo 2013

– 0,1

0,3

0,2

       

Individuele verzekeraars

     

Uitgaven

40,6

– 0,6

40,0

– Uitgaven zorg

38,8

– 1,4

37,4

– Beheerskosten/saldo

1,8

0,9

2,6

       

Inkomsten

40,6

– 0,6

40,0

– Uitkering van Zvf

20,6

0,4

21,0

– Nominale premie/eigen risico/eigen bijdragen

20,0

– 1,0

19,1

Bron: VWS, CPB, CVZ.

1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal

De uitkering uit het Zorgverzekeringsfonds aan verzekeraars komt naar huidige verwachting € 0,4 miljard hoger uit dan in de begroting. Dit hangt voor € 0,2 miljard samen met de compensatie van verzekeraars voor het afschaffen van eigen bijdragen en voor € 0,2 miljard met nacalculatie. Door het afschaffen van de macronacalculatie leiden de lagere zorguitgaven van verzekeraars niet meer tot een lagere uitkering uit het Zorgverzekeringsfonds. Bij een beperkt aantal posten draagt het Zorgverzekeringsfonds wel risico. Bij één daarvan (ggz-18-min) doet zich op basis van CVZ-cijfers een tegenvaller voor. De rechtstreekse uitgaven van het Zorgverzekeringsfonds komen € 0,1 miljard lager uit. De inkomensafhankelijke bijdrage (in de EMU-definitie) en de overige baten komen beide hoger uit dan de raming uit de begroting 2013. Bij de overige baten is sprake van meevallers bij de wanbetalers en de rentelasten. Daarnaast is als gevolg van het schrappen van de eigen bijdragen GGZ de compensatie voor die eigen bijdragen niet doorgegaan. De rijksbijdrage is exact uitgekomen op die raming. Het saldo van het Zorgverzekeringsfonds komt daarmee in 2013 uit op de raming uit de begroting 2013.

Het vermogenssaldo van het Zorgverzekeringsfonds per ultimo 2013 komt € 0,2 miljard hoger uit dan geraamd in de begroting. Dit is het gevolg van opwaartse en neerwaartse bijstellingen in 2012 en eerdere jaren die resulteren uit verwerking van het CVZ-jaarverslag fondsen 2012 en actuelere CVZ-informatie. Hieruit volgt dat zich bij de uitkering aan verzekeraars een meevaller voordoet van € 0,2 miljard. De zorguitgaven van individuele verzekeraars komen naar huidige inschatting € 1,4 miljard lager uit dan in de begroting 2013. Daar staat tegenover dat de verzekeraars de nominale premie € 0,8 miljard lager hebben vastgesteld dan geraamd in de begroting4 en er € 0,2 miljard minder eigen bijdragen zijn ontvangen. De bijdrage uit het Zorgverzekeringsfonds komt naar huidige inschatting € 0,4 miljard hoger uit dan in de begroting. Het saldo van de verzekeraars komt als gevolg van de genoemde bijstellingen € 0,9 miljard hoger uit dan geraamd in de begroting.

De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2013 zijn afkomstig van of afgeleid van CVZ-cijfers. De raming van de zorguitgaven van verzekeraars is voor alle sectoren behalve ziekenhuizen en ggz overgenomen uit de maartlevering van het CVZ. Voor de ziekenhuizen en de ggz is de actuele raming deels gebaseerd op CVZ- en deels op NZa-cijfers. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage is een CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt. De rijksbijdrage is overgenomen uit de maartlevering van het CVZ. Dit geldt ook voor de post overige baten (rentebaten, wanbetalers, onverzekerden, verdragsgerechtigden). Het vermogen per ultimo 2012 is overgenomen uit het financieel Jaarverslag fondsen 2012 van het CVZ. Dit cijfer is aangepast op basis van CVZ-cijfers uit de maartrapportage met betrekking tot de zorguitgaven van verzekeraars in 2011 (wat leidt tot een lagere uitkering aan verzekeraars) en de mate waarin de opbrengstverrekening 2012 neerslaat in het Zorgverzekeringsfonds. Het vermogenssaldo van het fonds in 2012 is hiervan afgeleid. Het vermogenssaldo 2013 is bepaald door het exploitatiesaldo 2013 op te tellen bij het vermogenssaldo 2012.

AWBZ

Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ).

Tabel 17 Uitgaven en inkomsten Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting 2013

Mutaties 2013

Jaarverslag 2013

 

a

b

c=a+b

Uitgaven

27,3

0,2

27,5

– Zorgaanspraken en subsidies

27,1

0,2

27,3

– Beheerskosten

0,2

0,0

0,2

     

Inkomsten

22,8

1,4

24,2

– Procentuele premie

17,7

0,9

18,7

– Eigen bijdragen

1,8

0,1

1,9

– BIKK

3,7

0,0

3,7

– Overig

– 0,4

0,4

0,0

       

Saldo

– 4,5

1,2

– 3,3

       

Vermogen Algemeen Fonds 2012

– 15,5

2,1

– 13,3

Vermogen Algemeen Fonds 2013

– 19,9

3,3

– 16,6

Bron: VWS, CPB, CVZ.

1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal

De uitgaven gefinancierd via de AWBZ zijn € 0,2 miljard hoger uitgekomen dan verwacht in de begroting 2013. De procentuele AWBZ-premie heeft € 0,9 miljard meer opgebracht dan in de begroting 2013 werd verondersteld. Deze hogere opbrengst is vrijwel geheel het gevolg van een opwaartse bijstelling in het premieplichtig inkomen. De overige inkomsten zijn € 0,4 miljard hoger uitgekomen, vooral als gevolg van meevallende rentelasten door de lagere rentestand. Vanwege de hogere uitgaven (€ 0,2 miljard) en de hogere inkomsten (€ 1,4 miljard) is het saldo van het AFBZ € 1,2 miljard beter uitgekomen (op – € 3,3 miljard in plaats van – € 4,5 miljard in de begroting 2013). Dit saldo telt mee in het EMU-saldo.

Het vermogen van het AFBZ per ultimo 2013 is met € 3,3 miljard verbeterd ten opzichte van de raming in de begroting 2013. Dit is deels het gevolg van de verbetering van het saldo 2013, maar hangt vooral samen met de ontwikkeling van de AWBZ-premies in 2011 en 2012. Uit het Jaarverslag fondsen 2012 van het CVZ blijkt dat de premieopbrengst in die jaren hoger is dan eerder geraamd. Bij de bepaling van het fondsvermogen wordt aangesloten bij de AWBZ-premieraming van het CVZ op transactiebasis. Dit is anders dan bij de raming van het saldo van het fonds, waarbij met de premies in de definitie van het EMU-saldo wordt gerekend.

De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2013 zijn afkomstig of afgeleid van CVZ cijfers. De cijfers voor 2013 zijn overgenomen uit de maartrapportage van het CVZ. Voor de premieopbrengsten is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt. Het vermogen van het Algemeen Fonds per ultimo 2012 is overgenomen uit het financieel Jaarverslag fondsen 2012 van het CVZ. Het vermogen 2013 is bepaald door het saldo 2013 op te tellen bij het vermogen 2012.

4

Circa de helft van de premiebijstelling betreft een statistische bijstelling.

Licence